Senaat over referendum Europese grondwet
woensdag 19 januari 2005
Een meerderheid van de Eerste Kamer zal mogelijk instemmen met het
houden van een raadplegend referendum over de Europese grondwet
alvorens Tweede en Eerste Kamer over goedkeuring beslissen. Dit is
dinsdag 18 januari gebleken tijdens een debat over het
initiatiefvoorstel om zo'n referendum te houden van PvdA, GroenLinks
en D66. De fractie van de VVD gaf aan in beginsel positief tegenover
het wetsvoorstel te staan, maar heeft nog geen eindoordeel bepaald.
Het wetsvoorstel werd te vuur en te zwaard bestreden door
regeringspartij CDA. Ook de kleine christelijke fracties van
ChristenUnie en SGP zien niets in welke vorm van volksraadpleging dan
ook.
Overigens is de datum voor het Europees referendum op initiatief van
de Eerste Kamer uit het wetsvoorstel gehaald. Het was de bedoeling het
referendum tegelijk met de verkiezingen voor het Europees Parlement te
houden. Maar deze verkiezingen zijn al in juni vorig jaar geweest. De
nieuwe datum wordt vastgesteld in overleg tussen Tweede Kamer en de
regering. In november 2003 had de Tweede Kamer al ingestemd met een
Europees referendum. In deze Kamer stemden behalve de fracties van de
initiatiefnemers ook de fracties van VVD, SP en LPF voor. Een van de
grootste bezwaren van de tegenstanders in de Eerste Kamer tegen dit
referendum is dat de volksvertegenwoordiging haar vrijheid van
handelen opgeeft. Formeel brengen de kiezers per referendum slechts
een advies uit, maar in werkelijkheid zal de uitslag beslissend zijn,
zo meenden de woordvoerders van CDA en ChristenUnie/SGP.
CDA-woordvoerder Dölle voerde tegen het initiatiefvoorstel zeven
bezwaren aan. Principieel is het CDA voor de representatieve
democratie en staat daarom zeer kritisch tegenover alle vormen van
directe democratie, zoals het referendum. Ook vindt het CDA het
Constitutioneel Verdrag van de Europese Unie eigenlijk geen echte
grondwet, maar veeleer een vastlegging van al bestaande
verdragsregels. Het CDA vreest dat het referendum door kiezers kan
worden misbruikt door bijvoorbeeld het zittende kabinet een nederlaag
te bezorgen. Een vierde bezwaar van het CDA is, hoe de uitslag te
duiden indien deze negatief is. Zal dan duidelijk zijn waar de kiezers
precies tegen zijn? Tegen onderdelen van het Verdrag? Tegen de dure
euro? Of tegen de toetreding van Turkije? Verder is het CDA ervan
overtuigd dat een raadplegend referendum in de praktijk een beslissend
karakter zal hebben. Daarnaast vindt het CDA dat het houden van een
referendum pas kan als de Nederlandse grondwet dit mogelijk maakt. Dat
is nu niet het geval. Tenslotte acht het CDA het ontoelaatbaar dat de
EU-burgers op de Nederlandse Antillen en Aruba niet mogen meedoen en
buitengesloten worden van dit referendum.
Van Middelkoop (ChristenUnie, mede namens de SGP) wilde nog iets
redden van de eigen bevoegdheid van de Tweede Kamer door deze Kamer
eerst in alle vrijheid het debat over goedkeuring van de Europese
Conventie te laten voeren, zodat de kiezer weet waar de fracties staan
en geïnformeerd worden over de relevante afwegingen. "Na het afronden
van de beraadslagingen, dus voordat tot stemming wordt overgegaan,
vindt dan het referendum plaats, waarna de Kamer later haar finale
verantwoordelijkheid neemt", stelde Van Middelkoop voor. De
initiatiefnemers Karimi (GroenLinks), Dubbelboer (PvdA) en Van der Ham
(D66) willen juist eerst een referendum en pas daarna het debat in de
Tweede Kamer. Deze Kamer zou dan de uitslag vooral als een 'advies'
van de kiezers in de overwegingen betrekken.
Van Heukelum (VVD) legde uit dat de VVD in dit geval wel voor een
referendum is, terwijl de partij overigens terughoudend tegenover dit
instrument staat. "Mijn fractie acht het geen goede zaak dat bij het
tot stand komen van de eerste Europese grondwet de wens van de burgers
op geen enkele wijze rechtstreeks zou worden gehoord", zei de
VVD-senator. Van Heukelum wees erop dat het in Nederland zelf
gebruikelijk is bij een herziening van de eigen grondwet de kiezers te
raadplegen door Tweede-Kamerverkiezingen te houden. Hij noemde een
'niet bindend, raadplegend referendum, in deze specifieke situatie,
een alleszins voor de hand liggend alternatief' voor
kamerverkiezingen.
PvdA-woordvoerder Witteveen zei dat er al veel eerder in Nederland
over de vorming van de Europese Unie een referendum gehouden had
moeten worden. Witteveen noemde als gemiste kans het Verdrag van
Maastricht in 1992. Volgens de PvdA-senator was toen het 'point of no
return' bereikt. "De Nederlandse burger leeft inmiddels niet meer in
een soevereine natiestaat, in een autonoom Koninkrijk der Nederlanden
of zelfs niet in een vrije republiek; de Europese ordening is geen
buitenlandse politiek meer, maar binnenlandse bemoeienis en bestuur
geworden", aldus Witteveen.
Woordvoerder Engels van D66 zei dat zijn partij de nodige aarzelingen
heeft bij referenda in consultatieve vorm. "Onze voorkeur gaat uit
naar het correctieve referendum, waarbij burgers achteraf, op eigen
initiatief, maar wel bindend de door de representatieve organen
genomen besluiten door een veto kunnen treffen", zei Engels. De
D66-senator zag beren op de weg als straks de burgers in meerderheid
'nee' zouden zeggen en de Tweede Kamer niettemin de Europese grondwet
zou omarmen. Engels: "Wat betekent dit voor de geloofwaardigheid van
politiek en parlement, voor het draagvlak voor Europa en voor de
waarde van het referendum als instrument?"
Senator Platvoet (GroenLinks) wees erop dat de PvdA 'een partij in
ontwikkeling is' nu blijkt dat de PvdA deze keer wel een referendum
over Europa wil houden en in het verleden niet. Hij betichtte CDA en
de kleine christelijke partijen ChristenUnie en SGP van het voeren van
een 'achterhoedegevecht' tegen het houden van een Europees referendum.
Platvoet noemde overigens zelf het raadplegend referendum 'het lelijke
eendje onder de verschillende typen referenda'. GroenLinks geeft de
voorkeur aan een correctief referendum, net als D66, waarbij een
oordeel wordt geveld over een al door het parlement aangenomen wet.
Hij herinnerde eraan dat een voorstel om in de grondwet het instrument
van een correctief referendum op te nemen destijds sneuvelde in de
Eerste Kamer door toedoen van toenmalig VVD-senator Hans Wiegel.
SP-woordvoerder Van Raak zag het referendum over de Europese grondwet
als 'next best' en voor de SP is het raadplegend karakter dubieus. "Er
wordt een advies aan het volk gevraagd. Ik voel mij als
volksvertegenwoordiger aan dat advies gebonden. Dus als de uitslag
'nee' is zal de SP tegen de Europese grondwet stemmen".
Volgens een van de initiatiefnemers, mevrouw Karimi (GroenLinks),
zullen in tien en mogelijk in elf EU-landen referenda over de grondwet
worden gehouden. Maar dit zal niet in alle landen tegelijk kunnen
gebeuren. In Nederland zal een referendumcommissie worden ingesteld
door de Tweede Kamer. Deze commissie zal het Constitutionele Verdrag
samenvatten en de vraagstelling voor het referendum formuleren. Binnen
vijf maanden na de instelling van de commissie zal in ons land het
referendum worden gehouden. Mevrouw Karimi was optimistisch over de
mogelijkheden vast te stellen waar de problemen liggen als een
meerderheid van de bevolking 'nee' zou zeggen. "Dit zal waarschijnlijk
aanleiding zijn voor de regeringsleiders, die verantwoordelijk zijn
voor de onderhandelingen om na te gaan: wat hebben wij fout gedaan en
hoe kunnen wij het anders doen?" Dubbelboer (PvdA) bevestigde namens
de indieners dat het referendum formeel 'niet bindend' is. Hij riep
alle fracties op om voor het referendum te laten weten wat men met de
uitslag zal doen. "Laten we niet politiek naïef zijn; laten wij de
psychologische constellatie in de media, de druk van de vox populi,
niet formeel wegredeneren, maar een plek geven in de politieke
realiteit van dat moment". Van der Ham (D66) zei namens de indieners
dat voor het instrument van de referendumcommissie is gekozen in
navolging van wat bijvoorbeeld in Amsterdam is gebeurd bij een lokaal
referendum over de stadsprovincie. De commissie zou volgens Van der
Ham ook 'elke schijn van partijdigheid bij de vraagstelling kunnen
voorkomen'. De stemming over het initiatiefwetsvoorstel vindt plaats
op 25 januari dan wel 1 februari a.s.
---
link (opent in een nieuw venster) Stenogram 18 januari 2005 Dit is
een downloadbaar word-bestand van 396.5 Kilobyte word
Aan de informatie op deze site kunnen geen rechten worden ontleend.
Eerste Kamer der Staten Generaal