JMW
Rechter stelt JMW in het gelijk
De rechtbank te Amsterdam wijst het verzet van vijftien
orthodox-Joodse organisaties (waaronder het Nederlands Israëlitisch
Kerkgenootschap en de Nederlands-Israëlietische Hoofdsynagoge te
Amsterdam) en de heren Philip en Marcel Staal tegen het fusievoorstel
van een aantal Joodse voogdij-instellingen met de Stichting
Samenwerkingsverband-JMW af.
De achtergronden van deze zaak kunnen als volgt worden samengevat. De
feitelijke werkzaamheden van de Joodse voogdij-instellingen worden
sinds 1981 uitgevoerd door JMW en de vermogens van deze instellingen
worden al ruim twintig jaar beheerd door de Stichting
Samenwerkingsverband-JMW. De voorgenomen fusie heeft tot doel de
juridische situatie in overeenstemming te brengen met de feitelijke
situatie zoals die de afgelopen 20 jaar is geweest. Daarbij speelde
voorts een rol dat een aantal Joodse voogdij-instellingen juridisch in
staat van ontbinding kwam te verkeren.
De orthodox-Joodse organisaties verzetten zich tegen de fusie. Door
deze organisaties werd gesteld dat de gelden van de betreffende Joodse
voogdij-instellingen aan hen zouden behoren toe te komen en dat deze
gelden aan hen uitbetaald zouden moeten worden. De rechtbank is echter
van oordeel dat de orthodox-Joodse organisaties geen aanspraak kunnen
maken op de vermogens of eventuele liquidatiesaldi van de Joodse
voogdij-instellingen. Ook is de rechtbank van oordeel dat de
orthodox-Joodse organisaties geen bijzondere rechten ten aanzien van
deze instellingen hebben. Omdat de orthodox-Joodse organisaties geen
recht hebben op liquidatiesaldi, zijn zij ook niet gerechtigd om
vereffening van de Joodse voogdij-instellingen, of - in verband
daarmee - rekening en verantwoording of een plan van verdeling te
vorderen.
De orthodox-Joodse organisaties hadden in dat kader nog gesteld dat
JMW als vereffenaar van de in ontbinding verkerende Joodse
voogdij-instellingen zou moeten worden ontslagen door de rechtbank,
omdat JMW voor die functie niet geschikt zou zijn en deze onjuist zou
uitoefenen. De rechtbank ziet geen aanleiding om JMW als vereffenaar
te ontslaan.
De rechter heft het verzet van de orthodox-Joodse organisaties, gezien
het voorgaande, op.
Ook de gebroeders Staal uit Israël verzetten zich tegen het
fusievoorstel. De gebroeders Staal stelden in dat verband dat zij in
de zestiger jaren de erfenis van hun in de oorlog vermoorde ouders
niet volledig van hun voogdij-instelling hadden ontvangen.
JMW had naar aanleiding van de stellingen van de gebroeders Staal als
houder van de archieven van de voogdij-instellingen al eerder
uitgebreid onderzoek verricht en laten verrichten, waarbij diverse
externe deskundigen werden ingeschakeld. JMW kwam op grond daarvan tot
de conclusie dat er geen aanwijzingen zijn dat in deze zaak door de
betrokken voogdij-instellingen oneigenlijke handelingen zijn verricht,
dan wel dat de erfenis niet of niet volledig zou zijn uitbetaald aan
de gebroeders Staal.
In de uitspraak is de rechtbank op voorhand van oordeel dat de
gebroeders Staal - in het geval zij een bodemprocedure zouden
aanspannen - er niet in zullen slagen in rechte te kunnen doen
vaststaan dat zij een vordering op de twee betreffende Joodse
voogdij-instellingen hebben. De rechtbank heft het verzet van de
gebroeders Staal dan ook op.
Joods Maatschappelijk Werk coördineert de sociale zorg voor de gehele
Joodse gemeenschap in Nederland. Het werkveld is uitzonderlijk breed
en omvat een groot aantal hulpverlenings- en sociaal-culturele
activiteiten. Voor nadere informatie kunt u zich wenden tot de
algemeen directeur/bestuurder, Hans Vuijsje, of directiesecretaris
André Agsteribbe, tel. 020-5776557. Bezoek voor meer informatie over
JMW de website www.joodswelzijn.nl
19 jan 05 16:54