Vrije Universiteit Amsterdam

Informatie voor de pers. Vrije Universiteit Amsterdam. 19/01/2005


---

VU-informatici starten groot onderzoek
Zeven ton voor jacht op Internetwormen en -virussen

De afdeling Informatica van de VU start met een budget van 700.000 euro een van de grootste onderzoeken naar het opsporen en bestrijden van wormen en virussen op het Internet. Het beschikbare budget is de som van drie verschillende subsidies: twee EU-subsidies en een subsidie van NWO/STW.

Computerwormen en virussen vormen een steeds grotere bedreiging voor onze computernetwerken en kunnen in een mum van tijd enorme economische schade aanrichten. Zo veroorzaakten de beruchte Mydoom-wormen binnen het etmaal een wereldwijde schade van 850 miljoen dollar. Ze maken namelijk computernetwerken onklaar, waardoor mensen niet meer kunnen werken en bestanden vernietigd worden.

Het onderzoek van de VU omvat allerlei aspecten van het beschermen van computers en netwerken, van het automatisch genereren van unieke signalementen (signatures) van cyberaanvallen, tot het opzetten van een pan-Europese netwerkmonitor-infrastructuur die netwerkbeheerders in staat stelt om gegevens van verschillende geografische locaties te vergelijken en op deze manier tot een accuratere opsporing te komen.

Het onderzoeksprogramma richt zich in het bijzonder op geavanceerde, zich snel verspreidende aanvallen op snelle netwerkverbindingen. Het uiteindelijke doel is om te komen tot identificatie en preventie van cyberaanvallen voordat ze de kans hebben gekregen om zich te verspreiden.

Volgens Herbert Bos, leider van het onderzoek aan de VU, is het weliswaar de taak van politie en justitie om de wormverspreiders op te pakken en te vervolgen, maar hebben netwerkbeheerders en zelfs individuele gebruikers in eerste instantie de plicht om een worm te vinden en te stoppen. Bos: "Je kunt het vergelijken met een terroristische organisatie die een dodelijk virus verspreidt: het is de zaak van elke dokter en zelfs van iedere burger om ervoor te zorgen dat het virus zich niet verspreidt. Het is vervolgens de zaak van de politie om uit te zoeken wie het verspreid heeft en om deze mensen op te pakken."

De verschillende projecten die bijdragen aan het onderzoekprogramma zijn:

·DeWorm Het DeWorm project richt zich op het opsporen van de allersnelste wormen (flash-worms). Zulke wormen zijn in staat gebleken om zich binnen enkele minuten te verspreiden naar elke kwetsbare computer op het Internet. Om ze te bestrijden, wordt eerst gekeken naar afwijkende patronen op hoog niveau in het netwerkverkeer (bijvoorbeeld: er is veel meer verkeer bestemd voor een bepaald programma dan gebruikelijk). Als zo´n afwijkende stroom datapakketten is gevonden, dan wordt deze vervolgens onderworpen aan een byte-voor-byte data-inspectie.

·NoAH "Het Europese NoAH project houdt zich bezig met het opzetten van een pan-Europees netwerk van honeypots. Dit zijn de Internet-equivalenten van bliksemafleiders: pc"s die bewust open worden gezet om cyber-aanvallen uit te lokken. Als een aanval de honeypot bereikt, wordt hij automatisch ontleed en het signalement van de aanval wordt doorgestuurd naar machines en instanties die zich bezighouden met het blokkeren van zulke pakketten.

·Lobster Het Europese Lobster project ontwikkelt een Europese infrastructuur van netwerkmonitoren voor de backbone-verbindingen, waarmee beveiligingsprogramma´s het netwerk in de gaten kunnen houden (en alarm kunnen slaan als ze een uitbraak van wormen of virussen wordt vinden).