Partij voor de Dieren


Lezing Marianne Thieme op avondmanifestatie Mooi licht Mooi donker te Kootwijk
19-01-2005

Avondmanifestatie over duisteris: "mooi licht mooi donker"

Hoe beleven mensen de schoonheid van de nacht? Wat voor effect heeft lichthinder op mens en natuur? Wat kunnen overheden, bedrijven en Nederlanders doen om lichthinder tegen te gaan?

Praat en beleef het mee tijdens de conferentie en het avondfestijn op 19 januari 2005, georganiseerd door RMNO, Stichting Natuur en Milieu en 12 provinciale Milieufederaties.

Marianne Thieme zal tijdens de avondmanifestatie (aanvang 19 uur) een korte lezing houden over het belang van duisternis voor (nacht)dieren.
De conferentie is bedoeld voor professionals en andere geïnteresseerden in het thema duisternis en lichthinder. Het avondfestijn is voor iedereen die wil genieten van de schoonheid van de nacht.
Voor meer informatie klik hier

Tekst lezing:

Licht!

En er zij licht zei God op de eerste dag van de Schepping en maakte een scheiding tussen dag en nacht. De dag voor activiteiten en de nacht voor rust. De zevende dag gunde de schepping zowel rust overdag als 's nachts.

Wat jammer dat we elkaar, de planten en de dieren die rust steeds minder gunnen. Alles op aarde lijkt wel verlicht te moeten worden om zo continu te kunnen produceren. Een weinig verlicht uitgangspunt vind ik.

Wij mensen proberen de natuur voor de gek te houden met kunstlicht. Tomatenplanten, bloemen, champignons leven jaarrond in een kunstmatige zomer. Sommige dieren worden aangetrokken door het licht langs de wegen en vallen ten prooi aan het verkeer. Andere dieren -vooral nachtdieren- mijden het licht. Het licht versnippert hun leefgebied, waardoor de kansen op het vinden van voedsel verminderen en hun overlevingskansen aanzienlijk afnemen. Bij planten wordt het proces van de fotosynthese ontregeld. Planten die in de buurt van lichtbronnen groeien, blijven langer groen, waardoor de kans op vorstschade vergroot. Egeltjes rondom de kassen denken dat de dagen niet korter worden en gaan niet in winterslaap met alle gevolgen van dien. In de bio-industrie leven legkippen continue in kunstlicht omdat de mens in zijn drift naar meer geldelijk gewin erachter is gekomen dat een kip bij continu kunstlicht 50 keer zoveel eieren legt als in de natuur het geval zou zijn geweest. Het reproductieproces wordt volledig in de war geschopt en veroorzaakt stress en hysterisch gedrag bij de kippen. De pluimveehouder probeert dit te onderdrukken met kalmeringsmiddelen en ontsnavelt de kippen opdat ze elkaar in hun ellende niet verwonden.

We misbruiken het licht voor onze eigen economische korte termijn belangetjes en raken het zicht op onze plek in het universum letterlijk kwijt. Astronomen klagen steen en been dat als gevolg van de lichthinder het firmament nauwelijks te bestuderen valt vanaf de aarde met een telescoop. Vanuit de hele wereld reizen astronomen naar donkere plaatsen zoals de Haute Provence, die inmiddels met een kaarsje te zoeken zijn. In Nederland onderscheiden alleen Ootmarsum, Vlieland en Schiermonnikoog zich nog als "donkere gemeenten", op andere plaatsen vullen wij het duister met ons kunstlicht. Wie zn kinderen de sterrenhemel wil tonen, moet daar ver voor reizen. En waarom? Omdat wij rozen willen kweken in een land dat daar eigenlijk niet geschikt voor is. Nederlandse rozenkwekers verschaffen zichzelf met assimilatieverlichting een tijdelijk productievoordeel om te kunnen concurreren met rozenkwekers in Marokko en Israël, maar merken steeds meer dat die concurrentievoordelen van tijdelijke aard zijn en op den duur alleen lijden tot kostprijsverhoging en energieverspilling.

Waarom gaan we ons niet meer richten naar producten van het seizoen in plaats van onze fossiele brandstofvoorraden op te stoken voor overbodige luxe-producten, waarmee we van onze aarde op termijn net zon broeikas maken als waarin nu de rozen gekweekt worden, met alle dramatische gevolgen van dien voor natuur, milieu en onszelf?

Wegverlichting, kasverlichting, vuurtoren en andere verlichte gebouwen hinderen dieren die het vaak met de dood moeten bekopen. Reeds in de jaren 50 van de vorige eeuw heeft men getracht maatregelen te nemen tegen de dieronvriendelijke vuurtorens waar jaarlijks tienduizenden vogels na uitputtend gefladder rond het licht dood neerstortten. Trekvogels raken gestoord in hun oriëntatie, bekend zijn de voorbeelden van ganzen in het westland die bij duizenden neerstrijken in de gebieden rond de verlichte kassen zoals in Maasland, omdat ze de oriëntatie op hun trekroutes kwijt raken, en kampen met een verstoord bioritme en als gevolg daarvan verstoorde energiebalans. De zogenaamde schade die de neergestreken ganzen aanrichten op de weilanden, wordt vervolgens weer bestreden met het jachtgeweer.

Overal worden waarnemingen gemeld van een natuur die in de war is. Een roodborstje zingt 's nachts onder de lantarenpaal, konijnen die als versteend blijven zitten in het kunstlicht omdat zij de omringende donkerte ervaren als zwarte muren, 30% van de gruttopopulatie staat onder druk vanwege geluids- en lichtoverlast. Sinds kort zijn de snelweglantaarns uit in de natuurgebieden rond de A9 en de A50 maar de mens zal zich op grotere schaal moeten beperken.

We zullen moeten leren ons aan te passen aan de natuur, ervan moeten leren. Tijdens de Tsunami ramp werd geen enkel op het land levend wild dier slachtoffer, omdat de dieren het gevaar voorvoelden. Alleen door mensen gedomesticeerde dieren werden slachtoffer van de ramp, doordat ze niet weg kónden komen.

We zouden meer kunnen leren van dieren en minder badinerend, gemakzuchtig en harteloos met ze om moeten gaan. Het feit dat vrijwel elk dierenleven op dit moment een mindere waarde vertegenwoordigt dan de 5 minuten lekkere trek van de mens die bevredigd kan worden door zo'n leven de beëindigen, zou ons tot nadenken moeten stemmen. De waarde van een dierenleven wordt niet bepaald door het nut dat zo'n dier voor de mens vertegenwoordigt. Als we de natuur en de dieren daarin willen respecteren, zullen we moeten ophouden met het vervuilen van de nachtelijke leefomgeving met onze nutteloze, verspillende en verstorende verlichting. En mensen die zich druk maken over lichtvervuiling zouden niet langer bejegend moeten worden als zonderlingen en querulanten. Lichthinder is een ernstig probleem van onze tijd dat illustratief is voor het feit hoezeer wij vervreemd zijn van onze oorsprong.

Ik ben blij dat steeds meer mensen zich daarvan bewust raken. Uw komst hier om de krachten te bundelen vanuit een gevoel van geestverwantschap en zorg voor de natuur is hartverwarmend. We zullen als "verlichte mensen" een baken moeten vormen in een wereld die het spoor bijster lijkt te raken. We zullen de handen ineen moeten slaan, in het belang van de natuur, de dieren, toekomstige generaties en onszelf. Activiteiten die het nachtelijk duister niet kunnen verdragen, zouden verplaatst moeten worden naar plaatsen waar natuurlijke lichtbronnen volop aanwezig zijn. Rozen in de winter uit Nederland is letterlijk de wereld op zn kop. Laten we daar geen genoegen mee nemen!

Dank u wel!