Artsen zonder Grenzen
Rapport AzG: veiligheid in vluchtelingenkampen Noord-Uganda is een
illusie
woensdag 19 januari 2005
Artsen zonder Grenzen brengt vandaag het rapport Noord-Uganda, een
waaier van verdriet en angst uit dat een beeld geeft van de
schrijnende humanitaire situatie in Noord-Uganda. Buiten het zicht van
de cameras gaat daar de burgeroorlog onverminderd door.
Plotseling werden we omsingeld door een groep jonge jongens. Allemaal
hadden ze machetes, geweren en knuppels. We probeerden weg te
vluchten, maar de jongens hielden ons tegen en namen ons mee naar hun
commandant. We moesten voor hem zitten terwijl de anderen
scheermesjes, knuppels, messen en geweren op de grond uitstalden
gereedschap dat ze uiteindelijk zouden gebruiken om ons te martelen en
te doden. Silvia (35), vluchteling in Aloi kamp in noord Uganda.
Meer dan 80% van de bevolking in Noord-Uganda is ontheemd en
samengedreven in vluchtelingenkampen. Ondanks de aanwezigheid van
hulporganisaties en het regeringsleger in het noorden, worden de
mensen in de vluchtelingenkampen nog altijd onvoldoende beschermd
tegen aanvallen, ontvoeringen en verkrachtingen. Zelfs in zogenaamde
beschermde dorpen leven de mensen onder constante dreiging van
aanvallen door het Leger van de Heer (LRA) of de regeringstroepen die
hen juist zouden moeten beschermen. Silvia werd uiteindelijk
vernederd, verkracht en gruwelijk verminkt door strijders van de LRA,
toen ze zich met haar man en vijf familieleden buiten het kamp waagde
om naar eten te zoeken. Ze was de enige die het zou overleven.
Het Leger van de Heer (LRA) blijft kinderen ontvoeren en als strijders
gebruiken. De ontvoeringen blijven meestal opgerapporteerd uit angst
voor vergelding en gebrek aan vertrouwen in de autoriteiten.
Bij de LRA ging het erom te doden. Zolang als je maar moordde viel
niemand je lastig Agnes (23), ontvoerd door en later gevlucht uit de
LRA.
Vrouwen zijn een specifiek doelwit en onder mannen is het langdurig
gedwongen verblijf in de kampen vaak de oorzaak van alcoholmisbruik.
Zelfmoord, in de lokale traditie een taboe, komt steeds meer voor.
Het AzG rapport is gebaseerd op medische gegevens en persoonlijke
verhalen van vluchtelingen in drie van de meest getroffen regios:
Acholi, Teso en Lango. Elk van deze verhalen laat de verwoesting in
het leven van de vluchtelingen zien en de manier waarop mensen
proberen te overleven onder de constante dreiging van geweld. Het
zwaarst getroffen zijn de kinderen onder de vijf jaar. Zij hebben te
lijden onder eenvoudig te voorkomen ziektes als malaria en diarree. Ze
zijn extra kwetsbaar door het uiteenvallen van families,
kinderprostitutie, zwangerschap en de blootstelling aan HIV/aids. De
voortdurende onveiligheid heeft een verlammend effect op de
hulpverlening. Slechts een paar hulporganisaties waagt zich buiten de
steden. Daarom is er nauwelijks hulp op het platteland en geen
systematische informatie over de gruwelijkheden die daar plaatsvinden.
Artsen zonder Grenzen werkt sinds 1986 in Uganda. Op dit moment heeft
de organisatie 67 internationale en 510 Ugandese medewerkers die in
negen districten werkzaam zijn.
211Kb Het volledige rapport (211Kb) Een fotoreportage van Chris de
Bode >> Peroonlijk dagboek van hulpverlener AzG >>
---