Gemeente Schiedam


Beroep bestemmingsplan Binnenstad 2003

Aan een klein aantal onderdelen van het bestemmingsplan "Binnenstad 2003" is goedkeuring onthouden door Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland. Het college heeft overwogen hiertegen in beroep te gaan bij de Raad van State.

In eerste instantie is advies gevraagd aan een extern adviseur over het meest van belang zijnde onderdeel waaraan goedkeuring is onthouden: de "kansspelbepaling". Deze was naar aanleiding van een motie van de raad in het bestemmingsplan opgenomen om de vestiging van een "gokhal" op het Stadserf onmogelijk te maken. Omdat uit dit advies bleek dat hiertegen in beroep gaan niet zinvol was, is besloten tegen deze bepaling geen beroep in te stellen.

Inmiddels is duidelijk dat ook het beroep tegen de andere onderdelen van het bestemmingsplan waaraan goedkeuring is onthouden, niet doorgaat. Het gaat om betreffen een aantal wijzigingsbevoegdheden. Dat wil zeggen dat in gebieden waar deze wijzigingsbevoegdheid geldt, na het voeren van een wettelijke procedure (artikel 11 Wet op de Ruimtelijke Ordening), bijvoorbeeld woningbouw gerealiseerd zou kunnen worden. Nu hier geen wijzigingsbevoegdheid geldt kan echter wel een andere wettelijke procedure worden gevoerd (artikel 19 Wet op de Ruimtelijke Ordening) om eventuele plannen te realiseren.

Daarnaast geldt nog artikel 30 Wet op de Ruimtelijke Ordening (hier wordt ook op gewezen in het goedkeuringsbesluit). Dit houdt in dat indien door Gedeputeerde Staten geheel of gedeeltelijk goedkeuring wordt onthouden aan een bestemmingsplan, de gemeenteraad verplicht is binnen een jaar na de dag waarop de beroepstermijn afloopt een nieuw bestemmingsplan vast te stellen (ook wel ¿reparatieplan¿ genoemd). Deze procedure zal zo spoedig mogelijk in gang worden gezet.