Nederlands Detachement in Irak
De Aal van Al Khidr in poetische stemming
De aalmoezenier maakt, zo is ons verzekerd, wekelijks een gedicht.
Daarin verhaalt hij over belangrijke gebeurtenissen waarin de
militairen van Colijnsplaat een belangrijke rol spelen.
De redactie heeft de hand weten te leggen op zo'n gedicht en we willen
u dit niet onthouden.
18 Januari 2005
Steeds maar op de base te zitten,
daar word je niet wijzer van.
Mee te rijden met de CIMIC
Is een welkom aanbod, dan.
Evenveel stuks opgeladen
als Al Khidr krijgers heeft:
Honderd vier en zestig dekens:
Alstublieft! Dank u beleeft.
Voor in de M.B. gezeten:
Kaptein Hans en Pantser-aal.
De mortieren, force-protection,
Boeddhas viertonbak van staal.
Het ontbreekt hier niet aan armen
Maar wie heeft de grootste nood?
Wie het hardste loopt te schooien?
Hebben! Hebben! Klein en groot
Mensen die in krotten wonen
hebben duidelijk gebrek
Aan hun stilte te herkennen
Rijk heeft hier een grote bek
Kleine dorpen zonder water,
zonder stroom, maar wèl met thee
Zij begroeten ons, hun gasten,
krijgen dus wat dekens mee.
In de tenten langs de wegen,
Nee, dat is geen campingplaats,
t zijn Nomaden die daar leven
luxe is hier ondermaats
Naar de steenfabriek getogen
Ja, er leven ménsen daar!
Tussen rook en stank en rommel
Wie daar woont is de sigaar
Eerst wantrouwend, afstand houdend
zijn ze stom verbouwereerd
dat zij zomaar onbaatzuchtig
door ons worden getrakteerd
Zomaar elk gezin twee dekens!
Nee, dat zijn zij niet gewend
Zonder bijbedoeling krijgen
is hen blijkbaar onbekend
Wat het óns léért is van waarde:
Dat is ónze winst vandaag
Ja, hoe goed wij het thuis hebben
Is voor niemand meer een vraag
Honderd vier en zestig dekens,
voetballen, een stuk of tien
CIMIC Charlie van Al Khidr,
Wij hebben weer veel gezien.