Speech Jozias van Aartsen tijdens politiek café in Groningen
EMBARGO TOT MAANDAG 17 JANUARI, 19.30 UUR
GESPROKEN WOORD GELDT
Fragmenten uit de speech van Jozias van Aartsen in Politiek Café Groningen
Maandag 17 januari 2005
I. Nederland na 2 november
Morgen keert Ayaan Hirsi Ali terug in de Kamer. Daarmee komt gelukkig een einde aan het symbolische gat dat de moord op Theo van Gogh sloeg in de democratie: Ayaans lege bankje. U zult merken, zij gaat gewoon weer aan het werk, verder met de Kameragenda. In ben ontzettend blij dat ze deze stap weer durft te zetten.
Is alles dan weer bij het oude? Nee, dat denk ik niet. De aanslag van 2 november heeft een blijvende impact op de Nederlandse samenleving. Wij zijn definitief de naïviteit voorbij. Iedereen is nu doordrongen van de dreiging van het internationale islamo-fascisme. De PvdA zei een "bekeringsmoment" te hebben doorgemaakt. Beter laat dan nooit, denk ik dan, dus dat is gewoon winst. In die atmosfeer aan het werk, met Ayaan.
Ook heb ik inmiddels de overtuiging dat de Nederlandse Staat zich aan het herpakken is. Dat is van groot belang. Natuurlijk zijn oranje polsbandjes van betrokken burgers, bemoedigend, maar uiteindelijk is het de Staat die ons moet beschermen tegen terrorisme. Ik verwacht dan ook veel van de brief over terrorismebestrijding, van de Ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken. Wij hebben ons vertrouwen uitgesproken in Johan Remkes; dat is er, dat blijft er.
II. Religie en liberalisme
De vrijheid van godsdienst is een groot liberaal goed. Zelfs zoiets gruwelijks als een rituele moord uit naam van een godsdienst mag ons niet verleiden die vrijheid aan de kant te schuiven. Wat we wèl mogen en zelfs moeten doen is de uitwassen van die godsdienst die in strijd zijn met de normen van onze rechtsstaat, bestrijden.
Graag verenig ik alle liberalen onder het vaandel van een tolerantie die verlicht én liberaal is.
Een blik op de geschiedenis kan daarbij helpen. Nederland heeft al eerder met dit bijltje gehakt. Ons land heeft een eeuwenlange ervaring in de politieke omgang met religieuze minderheden. Sterker, onze vrijheid en tolerantie zijn in de 16de en 17de eeuw ontwikkeld in antwoord op de godsdienstoorlogen van die tijd. Die verlicht-liberale erfenis moeten wij hervinden. Daaraan ontlenen wij onze identiteit.
Onze geschiedenis vertelt ons dus dat aan de ene kant elke politieke aanval op religie-als-zodanig te veroordelen is, maar ook dat elke politieke aanspraak van theologen even hard moet worden bestreden. Dat is het pad dat we nu met de Islam moeten gaan.
Ik kan het ook anders zeggen. Wij moeten niet geïnteresseerd zijn in de 'binnenkant' van godsdiensten - in de Goden en de mirakels en de zingeving. Als politici moeten wij ons beperken tot de 'buitenkant'. Alleen het gedrag, en de woorden die tot gedrag aanzetten.
Concreet volgt hieruit dat er hard moet worden opgetreden tegen elke vorm van haatzaaiing en geweld of aansporing daartoe in moskeeën, op scholen en in de media. Preken, godsdienstlessen, satellietuitzendingen en internetpagina's moeten daarop worden gecontroleerd; sancties moeten stevig zijn en variëren van boetes tot sluiting van het betreffende gebouw of uitzetting in het geval van buitenlandse overtreders.
Veel te lang is religieuze tolerantie verward met onverschilligheid; men dacht: "laat ze preken wat ze willen". Met afschuwelijke consequenties. Uit die mislukking moeten wij nu wel de juiste conclusie trekken: niet de tolerantie vervangen door islamofobie of seculiere bekeringsdrang, maar strijden tegen elke publieke verschijning van intolerantie. Alleen zo kan de vrijheid van godsdienst en van geweten worden gewaarborgd. Dàt is verlicht-liberale tolerantie. Dat is in onze samenleving de historische opdracht; daarvoor springen we op de bres.
III. Onze inburgering in de vrijheid
Hoe doen we dat?
Ten eerste door het besef: "Wij doen dit in Nederland zo". Kinderen moeten daartoe op school leren hoe wij met conflicten omgaan, hoe vrije meningsuiting werkt, wat kritisch denken is, dat man en vrouw gelijk zijn, dat je elkaar de hand schudt. De Nederlandse staat moet dus echt letten op het onderwijs in democratie op scholen. Hier ligt een taak voor Onderwijsinspectie. Een taakstelling die zij moet waar moet maken.
Ten tweede door het besef: "Wij doen dit hier met zijn allen." Het zou goed zijn als het onderwijs meer gericht is op wat onze overkoepelende identiteit was, en wat we willen dat die identiteit wordt. Dat is een vorm van zingeving voor ons land. Niet te verwarren met nationalisme dat uitsluit, maar gericht op een trots die ons bindt. 'Neo-patriottisme', kan men dit noemen. In mijn visie leent juist de Nederlandse geschiedenis, met zijn vrijheid en tolerantie, zich goed voor deze historische trots. U ziet, liberalen kunnen in dit debat dus leidend zijn!
Laat ik tot slot meteen een suggestie doen, in navolging van de Vlaamse vereniging van Marokkaanse moskeeën. Die vereniging deed vorig jaar een oproep aan alle imams in België om Nederlands te spreken. Zij zeiden: "De imams spreken nu nog Arabisch in de moskee. Maar wat vertellen ze daar? Dat mag iedereen gerust weten. Daarom moeten ze Nederlands spreken." Ik zou willen dat er ook vanuit onze moskee-organisaties zo'n oproep uitging.
Dit idee sluit bovendien nauw aan bij onze eigen geschiedenis. Ook hier geldt: we hebben al eerder met dit bijltje gehakt. Sinds de 17de eeuw leefden er grote groepen joden uit Oost-Europa in Nederland, ook hier in het Noorden (bijvoorbeeld hierachter in de Folkingestraat, en in Winschoten). Eerst leefden ze in eigen groepen in de eigen taal. De Nederlandse staat wilde toen hun emancipatie bevorderen: daarom kregen joden einde 18de eeuw gelijke rechten als andere Nederlanders, maar werd wel snel daarna verplicht gesteld dat zij Nederlands als voertaal moesten gebruiken.
Zo kunnen we nu, met het bevorderen van het gebruik van Nederlands in de moskee, voorkomen dat verdwaalde imams die niets van onze samenleving weten, onze jongeren beïnvloeden met opruiende taal, of dat die jongeren maar liever op Internet gaan surfen voor hun religieuze vorming omdat ze hun imam niet verstaan. Die Vlaamse Marokkanen begrijpen: het is belangrijk dat je laat zien en horen dat je niets hebt te verbergen. Dat schept voor iedereen vertrouwen. Daar kan Nederland mee vooruit.
U ziet ook weer aan dit voorbeeld: de liberale tolerantie en de nationale identiteit gaan hand in hand. Werk aan de winkel voor de VVD!
---- --
---
URL: 3D"/privatedata/DocUpload/40/Speechgedeelten%20Jozias%20van%20Aartsen%20politiek%20cafe%20Groningen%2017%20januari%202005.doc"
Result: ERROR: No DOCS found in 3D"/privatedata/DocUpload/40/Speechgedeelten%20Jozias%20van%20Aartsen%20politiek%20cafe%20Groningen%2017%20januari%202005.doc"
---
URL: 3D"../style_NS.css"
Result: ERROR: No DOCS found in 3D"../style_NS.css"
VVD