Onderwijsraad


P E R S B E R I C H T ( 1 ) KENMERK 20050011/754 DATUM 17 januari 2005

ONDERWIJSRAAD: SUBTOP NIET GOED
GENOEG

Als Nederland zijn ambitie wil waarmaken te behoren tot de onder- wijstop van Europa, zoals vastgelegd in de Lissabon-doelstellingen, zijn gerichte investeringen in de onderkant en de bovenkant van het onderwijs noodzakelijk. Nederland doet het nu redelijk, behoort op sommige vlakken zelfs tot de subtop, maar dat is niet genoeg. Dat stelt de Onderwijsraad in zijn advies De stand van educatief Neder- land dat vandaag verschijnt.

Naast een bespreking van de ontwikkelingen die het Nederlands onderwijs de afgelopen decennia heeft doorgemaakt, gaat de raad in op de sterke en zwakke punten van ons stelsel (in internationaal perspectief). Waarin blinkt Nederland uit, en wat moet er beter?

Sterke kanten: keuzevrijheid, waarborgen kwaliteit Nederland loopt in Europa voorop waar het gaat om keuzevrijheid in het on- derwijs: leerlingen kunnen zelf kiezen naar welke school ze willen gaan, ter- wijl in andere landen de keuze vaak beperkt is. Vooral in het basis- en voort- gezet onderwijs heeft Nederland een voortrekkersrol. De raad vindt keuze- vrijheid belangrijk omdat het aansluit bij de diversiteit van de Nederlandse samenleving en het belang van persoonlijke keuzemogelijkheden. De Neder- landse overheid geeft scholen, in vergelijking met andere landen, veel ruimte om hun eigen prioriteiten te stellen en in te spelen op hun lokale omgeving. Dit gebeurt zonder dat het niveau van het onderwijs wordt aangetast, door- dat er voldoende waarborgen zijn om de kwaliteit van het onderwijs te bewa- ken, zoals het centraal examen en de kerndoelen of eindtermen, maar ook de Inspectie.

Zwakke kanten: voortijdig schoolverlaten, instroom leraren Het Nederlandse percentage voortijdig schoolverlaters daalt, maar is in verge- lijking met andere landen in Europa hoog. Dit is zorgelijk omdat met name lageropgeleiden het risico lopen geen werk te vinden in tijden dat het econo- misch slechter gaat. In een samenleving waarin kennis steeds belangrijker wordt, fungeert het onderwijs als motor van de economie. De Onderwijsraad is van mening dat Nederland tot de Europese top moet behoren, zoals de minister ook in de Lissabon-doelstellingen heeft vastgelegd. Om dit te kunnen bereiken zijn speciale investeringen in de zwakkere leerlingen en bijzondere talenten van belang.

De vergrijzing, maar ook het beeld dat het leraarsvak een zwaar beroep is, zetten de instroom van nieuwe leraren onder druk. Hoewel er nu geen tekort is, blijft waakzaamheid geboden: ook in de toekomst moeten voldoende goe- de leraren beschikbaar zijn om de topambities te kunnen realiseren.

KENMERK

Pagina 2