Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

parlementaire stukken - Antwoorden op kamervragen over afschaffing van de Zalmsnip

Antwoorden op kamervragen over afschaffing van de Zalmsnip


14 januari 2005

Vragen van het lid Externe link Fierens (PvdA) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over afschaffing van de Zalmsnip.

---


1. Vraag Hebt u kennisgenomen van recente brieven van de VNG waarin melding wordt gemaakt van de verlate afschaffing van de Zalmsnip, te weten op
5 februari in plaats van op 1 januari?


2. Vraag Waarom hebt u geen gebruikgemaakt van artikel 16 van de tijdelijke referendumwet, zoals te doen gebruikelijk bij belastingvoorstellen? Waarom hebt u het niet toepassen van artikel 16 Trw zo laat, namelijk op 24 december 2004, bekendgemaakt?


3. Vraag Indien u wel gebruik had gemaakt van dit artikel 16 Trw, had dan de afschaffing van de Zalmsnip per 1 januari 2005 kunnen plaatsvinden?


8. Vraag Waarom heeft u niet tijdig reparatiewetgeving tot stand gebracht?


1, 2 en 3 en 8 Antwoord De verplichting tot uitbetaling van de "Zalmsnip" vloeide sinds 2000 niet meer voort uit de nu per 5 februari 2005 geschrapte bepalingen in de Gemeentewet. Die dienden slechts om een bepaalde wijze van uitkeren van het bedrag wettelijk mogelijk te maken. De "afschaffing van de Zalmsnip" heeft gestalte gekregen door met ingang van 1 januari 2005 het daarvoor bedoelde bedrag van EUR 325 miljoen uit het Gemeentefonds te halen zoals dat in de begroting door de wetgever is vastgelegd. Na vaststelling van de begroting van het Gemeentefonds was daarmee duidelijk dat de compensatie was vervallen. Op dat moment stond vast dat de "Zalmsnip" alleen nog op eigen kosten zou kunnen worden gecontinueerd, waar de wet al vanaf 2000 daar niet meer toe dwong.

Niettemin had het toepassen van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet het nu ontstane misverstand kunnen voorkomen. Daarbij dient overwogen te worden dat het naar ons oordeel ging om het schrappen van een feitelijk overbodig geworden "kan-bepaling".

Het niet-beoogde en onvoorziene effect treedt nu op omdat kennelijk een aantal gemeenten zelf in hun belastingverordening een verplichting
- al dan niet op advies van de VNG - hebben verbonden aan het al dan niet schrappen van deze "kan-bepaling". Deze specifieke constructie bleek mij pas zo laat dat het alsnog wijzigen van de inwerkingtredingsbepaling niet meer mogelijk was.


4. Vraag Wat zijn de consequenties voor gemeenten nu de afschaffing niet per 1 januari heeft plaatsgevonden, gelet op het feit dat een aantal gemeenten de afschaffing gelijk heeft gesteld aan de formele ingangsdatum van die afschaffing?


4. Antwoord In die gevallen waarin gemeenten het vervallen van de bepalingen in hun eigen verordeningen over de uitbetaling van de "Zalmsnip" afhankelijk hebben gesteld van de inwerkingtreding van de Wet van 23 december 2004 bevatten die verordeningen thans dus nog de regel dat de desbetreffende belastingaanslagen met een bepaald bedrag verminderd zullen worden.


5. Vraag Welke rechten kunnen burgers ontlenen aan deze verlate afschaffing?


5. Antwoord Gemeenten zijn gehouden hun eigen verordeningen na te leven. Tevens verwijs ik naar het antwoord op vraag 2 van kamerlid Kant (2040506130).


6. Vraag Wie is, gezien de verlate afschaffing, verantwoordelijk voor de financiële gevolgen van een mogelijk alsnog uit te keren Zalmsnip aan burgers?


6. Antwoord Gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor de financiële gevolgen van hun besluitvorming.


7. Vraag Is het juridisch mogelijk en afdoende om de gemeentelijke verordeningen met terugwerkende kracht tot 1 januari 2005 aan te passen aan de afschaffing van de Zalmsnip, zoals de VNG haar gemeenten heeft aangeraden?


7. Antwoord Het is in principe mogelijk belastingverordeningen met terugwerkende kracht te wijzigen. In concrete situaties kan de rechter daar een oordeel over uitspreken. Ik kan niet treden in die verantwoordelijkheid.


9. Vraag Welke maatregelen wilt u nemen om alsnog de doelstellingen van de wet
1) te realiseren?


1) Bedoeld wordt het voorstel tot wijziging van de Gemeentewet in verband met de afschaffing van de lokale lastenverplichting van 45,38 euro (29 701). Dezerzijds zijn alle maatregelen getroffen om aan de doelstellingen van de wet te voldoen: een formele "kan-bepaling" is geschrapt en bij de vaststelling van het GF is de financiële consequentie verbonden aan de beleidsmatige uitspraak van het kabinet, dat gemeenten de "Zalmsnip" niet meer behoefden uit te keren. De gemeenten, die op enigerlei wijze tot continuering van de "Zalmsnip" hebben besloten handelen niet in strijd met de wet.

Toelichting: Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Kant (SP), ingezonden 12 januari 2005, (2040506130).