Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer 140.545/HH SV/R&S/04/85861

Onderwerp Datum Contactpersoon Herlevingstermijn startende zelfstandige 14 januari 2004
vanuit de WW

Met uw brief van 6 december jl. vraagt u mijn aandacht voor het verzoekschrift van Trias Net Consultants. De schrijver van het verzoekschrift, mr. P.C. Kwikkers, vraagt om een verlenging van het WW-experiment `herleving werknemerschap na beëindiging van een eigen bedrijf'. Dit WW-experiment geeft een persoon die start als zelfstandige vanuit de WW-uitkering drie jaar het recht om, indien de bedrijfsstart geen succes wordt, terug te vallen op een herleving van de WW-rechten. Het experiment maakt een uitzondering op de reguliere wetgeving, waarin een herlevingstermijn van anderhalf jaar is geregeld. Mr. Kwikkers wil dat de termijn van drie jaar opgerekt wordt naar vijf jaar omdat, gegeven de huidige conjunctuur, drie jaar te kort is om een stabiele marktpositie op te bouwen.

Per brief van 3 juli 2003 (kamernummer: SOZA 03-444) heb ik u geïnformeerd over de evaluatie van de WW-experimenten, waar het WW-experiment `herleving werknemersschap na beëindiging van een eigen bedrijf' onderdeel van uit maakt. Met betrekking tot het experiment herlevingstermijn startende zelfstandigen werd door de onderzoekers geconcludeerd dat het experiment te weinig WW-gerechtigden overhaalt om als zelfstandige te werken. Met andere woorden, voor de doelgroep is de herlevingstermijn geen bepalende factor bij de keuze voor het starten van een eigen bedrijf. Op basis van de conclusies van de onderzoekers heb ik u gemeld dat het experiment afloopt conform de wettelijke termijn, waarover op 24 september 2003 ik met u een Algemeen Overleg heb gevoerd.

Het evaluatierapport heb ik bijgevoegd, zodat u deze ter beschikking kunt stellen aan de mr. Kwikkers.

Mr. Kwikkers vraagt om de herlevingstermijn van de WW-uitkering op te rekken van drie naar vijf jaar. Dit is niet mogelijk. De termijn van drie jaar is vastgelegd in wetgeving en hier kan door UWV niet van afgeweken worden. Mocht de verlenging van drie naar vijf jaar wenselijk zijn is allereerst wetswijziging nodig. Daarnaast heeft de evaluatie aangetoond dat een verlenging van het experiment alsmede het verlengen van de termijn van drie jaar niet wenselijk is.
Tegen het Tijdelijk Besluit herlevingstermijn WW (Stb. 2000, 621) waarin de herlevingstermijn van drie jaar is opgenomen is als zodanig ook geen beroep op een


2

administratieve rechter mogelijk. Het Tijdelijk besluit herlevingstermijn WW is een algemeen verbindend voorschrift. Op grond van artikel 8:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Abw) kan geen beroep worden ingesteld tegen een besluit inhoudende een algemeen verbindend voorschrift of een beleidsregel. Een besluit van het UWV op een aanvraag tot toepassing van het Tijdelijk Besluit herlevingstermijn WW staat wel open voor bezwaar en als bezwaar wordt afgewezen kan beroep bij de administratieve rechter worden ingesteld. Aan het instellen van bezwaar is echter een termijn van zes weken verbonden, die, in casu vermoedelijk zal zijn verstreken.

Het Kabinet is van mening dat mogelijkheden om te starten als zelfstandige vanuit een uitkeringssituatie moeten worden gestimuleerd. Vandaar dat het Kabinet voortdurend effectieve beleidsinstrumenten inventariseert en onderzoekt, om dit beleid te ondersteunen en te verbeteren. Dit blijkt uit het verschijnen van de Kabinetsnotitie "Starten van een onderneming" die op 14 april 2004 aan de Kamer is aangeboden. In het voorjaar van 2005 zal het Kabinet u informeren over de ontwikkeling en voortgang van het beleid, zoals toegezegd in de antwoorden op de vragen van de leden Smeets en Noorman-den Uyl over de moeizame bedrijfsstart vanuit een uitkering.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)