LTO NEDERLAND
Werkgroep bepleit afbouw castratie van biggen
Advies: plaatselijke verdoving op vrijwillige basis in 2006
Bedrijfsleven en overheid moeten eerst toewerken naar minder
castraties van biggen om uiteindelijk deze onverdoofde handeling
helemaal te verbieden. Een verbod van onverdoofd castreren is alleen
haalbaar als dit in alle EU-landen wordt doorgevoerd. Ook is een
zodanige aanpassing van de Europese richtlijn nodig dat geen
afzetbelemmeringen meer mogelijk zijn.
Dit zijn enkele conclusies uit het rapport 'Meer beren op de weg' van
een gezamenlijke werkgroep van de Dierenbescherming en LTO Nederland,
dat vanmiddag in Den Haag is gepresenteerd. Het eerste exemplaar werd
aangeboden aan directeur generaal
mr. R.M. Bergkamp van het ministerie van LNV. In de werkgroep zaten
daarnaast - op persoonlijke titel - vertegenwoordigers van de
organisaties van dierenartsen (KNMvD), de vleesindustrie (COV) en
Varkens in Nood.
Bij het verhitten van vlees van ongecastreerde beren komt in een
beperkt aantal gevallen een penetrante berengeur vrij. Dat is de reden
waarom de markt op dit moment vrijwel geen berenvlees accepteert. Om
die onaangename geur te voorkomen worden in Nederland en de meeste
andere EU-landen beertjes enkele dagen na de geboorte onverdoofd
gecastreerd. Vanuit de samenleving wordt daar al lang heel kritisch
naar gekeken. Ook de varkenshouders willen daar liever van af omdat ze
het een rotklus vinden.
De werkgroep pleit in EU-verband voor maatregelen en harde garanties
waardoor bij de bereiding van vers vlees van beren geen berengeur meer
vrij kan komen. De verwachting is dat er in 2009 een technisch en
economisch haalbaar alternatief is voor het castreren, dat ook door de
markt wordt geaccepteerd.
De werkgroep wil voorkomen dat dit nieuwe initiatief vastloopt en
stelt de overheid voor om het mogelijk te maken dat vanaf 1 januari
a.s. onder plaatselijke verdoving wordt gecastreerd. Die datum lijkt
haalbaar op voorwaarde dat dit op vrijwillige basis gebeurt en
minstens één verdovingsmiddel wordt toegelaten. Een proef in de
praktijk moet uitwijzen of verdoofd castreren uitzicht biedt op een
tijdelijke oplossing en haalbaar is in de praktijk.
Bepalend voor oplossing van het castratievraagstuk zijn nu en ook in
de toekomst de garanties voor de markt dat de berengeur tot het
verleden behoort. De werkgroep noemt in het rapport drie strategieën
die tot verzachting, afbouw en uiteindelijke beëindiging van castratie
van biggen moet leiden. Een combinatie van (fok)technische maatregelen
en onderzoek aan de slachtlijn zou op termijn castratie overbodig
maken. Ook de methode van 'immunoneutralisatie', waarbij de dieren
twee keer worden gevaccineerd, kan leiden tot het stoppen van
castratie.
Castratie onder plaatselijke verdoving kan een tussenoplossing zijn
voor zover en zolang castratie nog niet te vermijden is. De werkgroep
tekent aan, dat voor alle strategieën praktijkproeven en nader
onderzoek noodzakelijk zijn.
Al jaren wordt er in binnen- en buitenland gezocht naar wegen om
castratie overbodig te maken. De meeste initiatieven hiertoe stranden
omdat de garantie op uitsluiting van berengeur onvoldoende werd
bevonden en niet alle betrokkenen het met de voorgestelde oplossing
eens waren. De castratieproblematiek lijkt daarmee in een patstelling
te verkeren. Met haar aanbevelingen wil de werkgroep deze patstelling
doorbreken.
LTO-Nederland