Toespraak Van der Knaap bij presentatie van het boek Ethiek en Krijgsmacht
15-12-2004 12:34:00
Dames en heren,
Tijdens de Falklandcrisis in het voorjaar van 1982 wordt aan boord van
het Brits eskader een naderende Boeing waargenomen. Een Britse piloot
stijgt op in een Sea Harrier om visueel contact te zoeken. Hij meldt
dat het gaat om een omgebouwde Boeing 707 van de Argentijnse
luchtmacht. Het lijkt er op dat de Boeing de positie van het Britse
eskader verkent, mogelijk met als doel hiertegen actie te kunnen
ondernemen. Aan boord van de schepen is men uiterst waakzaam.
De rules of engagement laten niet toe het vliegtuig van grote afstand
neer te schieten, maar als het vliegtuig voor de vierde maal op de
radarschermen verschijnt, stijgt de spanning aan boord van de Britse
schepen.
Het vliegtuig is nog maar twee minuten verwijderd van de grens waarop
de Britten volgens de rules of engagement het vuur mogen openen.
Admiraal Woodward twijfelt
De kans is groot dat het Argentijnse vliegtuig vijandige bedoelingen
heeft, want het is nu al verschillende keren op de radar verschenen.
Maar tochDe admiraal vraagt om een laatste controle. Kunnen er volgens
de gegevens op dit moment commerciële vliegtuigen over de oceaan
vliegen?
Het antwoord is ontkennend. Nog één minuut resteert voor het afvuren
van een raket. De koers van het vliegtuig wordt nauwkeurig gevolgd
door de Britse piloot die opnieuw is opgestegen in de Sea Harrier.
Er zijn nog twintig seconden te gaan en het Argentijnse vliegtuig
nadert. De wapens staan gereed, als de Britse piloot meldt dat het
vliegtuig precies op de koers ligt die civiele lijnvluchten van Durban
naar Rio de Janeiro volgen.
"Niet schieten", luidt het bevel van Woodward. Nóg een keer bekijken
de Britten het onbekende vliegtuig en dan komt van de Sea Harrier het
definitieve bericht dat het om een Braziliaans commercieel
passagiersvliegtuig gaat, met de normale navigatie- en cabinelichten
aan.
Dit was zomaar een situatie tijdens de Falklandoorlog. Altijd
waakzaam, altijd alert. De vijand nadert, maar geweld gebruik je niet
zomaar. Dat vereist een weloverwogen besluit. Militairen staan
regelmatig voor een keuze, waarbij een beslissing in enkele seconden
moet worden genomen. Zon beslissing kan vergaande consequenties hebben
voor het verdere verloop van het conflict, maar kan ook een aanslag
zijn op het geweten van de persoon in kwestie.
Uit dit historische voorbeeld blijkt dat beslissen in fracties van
seconden voor militairen geen theorie is, maar praktijk. Daarvoor moet
je sterk in je schoenen staan en het hoofd koel kunnen houden, omdat
één beslissing de loop van de geschiedenis kan veranderen. Als
admiraal Woodward het bevel tot schieten had gegeven, was hij voor de
krijgsraad gebracht, niet onthaald als een held. Hoe anders had ook
het verloop van het conflict er uitgezien.
Dames en heren,
Voorbeelden van dilemmas in conflictsituaties zijn niet alleen
interessant, ze zijn ook broodnodig om te leren de goede beslissingen
te nemen. Want hoewel van militairen altijd doelgericht en
daadkrachtig optreden wordt verwacht, is het zeker niet eenvoudig
goede beslissingen te nemen. De scheiding tussen goed en kwaad is
dikwijls voor verschillende interpretaties vatbaar. Soms moet worden
gekozen uit het minste van twee kwaden, wat een dilemma kan vormen
voor de betrokken militair. Kennis van ethiek en van ethisch handelen
is daarom een noodzaak. En voorbeelden uit de praktijk kunnen
militairen helpen bij de voorbereiding.
Ik ben daarom zeer verheugd met dit Praktijkboek Militaire Ethiek, dat
heel veel voorbeelden bevat. Het boek zal, juist vanwege deze
interessante historische praktijkvoorbeelden, een belangrijk
hulpmiddel zijn bij de opleiding van onze militairen.
Het nut van de gepresenteerde praktijkvoorbeelden, zoals dat van de
Falklandoorlog, ligt in het feit dat ze keer op keer actueel blijken.
Wat bijvoorbeeld te denken van de twee F-16s die in mei van dit jaar
opstegen om een onbekende Boeing 737 te onderscheppen? De bemanning
reageerde niet over de radio, en de apparatuur die een signaal geeft
waaruit de identiteit blijkt, werkte niet. Met de eerdere
terroristische aanslagen in de Verenigde Staten op het netvlies, moet
zon situatie natuurlijk uiterst serieus worden genomen.
Hoewel de situatie in mei gelukkig geen gevaar heeft opgeleverd, moet
men zich wel de vraag stellen: wat als. Hoe weet je bijvoorbeeld
binnen enkele seconden of je te maken hebt met een terroristische
aanslag die wordt uitgevoerd met een gekaapt burgervliegtuig, met een
vliegtuig dat het luchtruim schendt zonder terroristische bedoelingen,
of met een commerciële vlucht die met radioproblemen kampt? Hoe kun je
snel weten welke actie nodig is?
Het is dus overduidelijk dat militairen in hun werkzaamheden in
aanraking komen met ethische dilemmas. En het is voor Defensie een
taak hen daarop zo goed mogelijk voor te bereiden. Ethiek, ik heb het
al eerder gezegd, is niet voor watjes. Ethiek is een noodzaak, zeker
in het militaire vak. Ik vind het dan ook essentieel dat hieraan
tijdens de militaire opleidingen aandacht wordt besteed. Niet voor
niets heb ik enkele jaren geleden het Bureau Ethiek en Krijgsmacht
opdracht gegeven een basisboek over militaire ethiek op te stellen.
Dit basisboek heb ik twee jaar geleden in ontvangst mogen nemen. Bij
het gebruik van dat basisboek bleek al snel dat er behoefte was aan
een vervolg met een meer praktische inslag. Militairen hebben namelijk
behoefte aan concrete handvatten voor hun handelen. Dit handelen moet
niet alleen aansluiten bij de geldende normen en waarden in de
samenleving, maar ook moreel aanvaardbaar zijn voor de individuele
militair zelf. Het gaat met andere woorden om de zogenaamde externe en
interne rechtvaardiging. Laat mij dit toelichten.
Allereerst de externe rechtvaardiging. Deze komt onder meer tot
uitdrukking in het huidige normen- en waardenbeleid van het kabinet.
Het zinloos geweld op straat, de verruwde omgangsvormen, het
toegenomen egoïsme in de samenleving: over al deze vormen van gedrag,
of liever, wangedrag, wordt meer dan ooit gesproken.
Het kabinet stimuleert de maatschappelijke discussie en de publieke
opinievorming over normen en waarden. Maar uiteindelijk gaat het toch
om de houding en het gedrag van individuen zelf. De overheid kan het
goede voorbeeld geven, maar eenieder blijft echter zelf
verantwoordelijk voor zijn of haar gedrag.
In reactie op een rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het
Regeringsbeleid over normen en waarden schreef de regering: Het feit
dat mensen in Nederland kunnen leven vanuit verschillende waarden is
een belangrijke verworvenheid. Maar zonder een 'kern' van gedeelde
waarden worden conflicten onoverbrugbaar. Dit geldt zeker voor
militairen, omdat het voor hun optreden nodig is dat een hechte groep
dezelfde normen en waarden deelt. Dit vereiste is van het grootste
belang in uitzendgebieden en komt daarom ook tot uitdrukking in de
militaire cultuur en de opleidingen. Waarden en normen staan met
andere woorden hoog op de defensieagenda.
Dan de interne rechtvaardiging van het belang van ethische training.
Uit de morele dilemmas die ik zojuist schetste, blijkt dat militairen
nogal wat voor hun kiezen krijgen. Het gaat soms om beslissingen over
leven of dood. Wie de noodzaak van een krijgsmacht onderschrijft,
aanvaardt in beginsel ook de legitimiteit van militaire
geweldstoepassing door de staat, wordt wel eens gezegd. Hoewel deze
uitspraak op zichzelf juist is, zegt zij weinig over de individuele
militair. Hij of zij moet immers zélf besluiten de trekker over te
halen of de bom te gooien. Hij of zij kan van de gevolgen van
dergelijke besluiten later last krijgen.
Zowel het basisboek als dit Praktijkboek kunnen ons helpen om deze
ethische aspecten nóg verder te verinnerlijken in de werkzaamheden van
de militair. Dat dit nodig is, blijkt ook uit wetenschappelijk
onderzoek, dat heeft uitgewezen dat de individuele militair zich onder
hoogspanning in het operatiegebied niet door hoogdravende idealen laat
leiden. Daar opereert hij of zij in een kleine gevechtseenheid,
bijvoorbeeld een tank met een bemanning van vier personen. Morele
keuzes weerspiegelen onder die omstandigheden vooral de trouw aan de
buddies, ofwel solidariteit met de gevechtsgroep. Die vriendengroep
fungeert op het slagveld als een surrogaat van het gezin. Bedreiging
van één van de maten wordt dan gelijk gesteld aan een bedreiging van
álle militairen die afzonderlijk voor de beslissing staan al dan niet
te schieten of een risico te nemen. Verbondenheid met de kleine groep
leidt ertoe dat het besluit dikwijls uitvalt in de richting van
meevechten en gezamenlijk risicos nemen. Trouw aan de buddies en het
verlangen weer veilig thuis te komen, beheersen dit gedrag.
Naast deze morele, vaak individuele, keuzes gaat het bij ethiek en
krijgsmacht ook om maatschappelijke en professionele normen en
waarden. Die komen aan bod in het proces van opleiding en
voorbereiding op de missie. Tijdens een missie bepalen de commandanten
namelijk hoe het operationele concept wordt ingevuld en welke risicos
genomen moeten worden. Juist in deze fasen liggen de keuzemomenten
waarin een ethische afweging gemaakt moet worden: moet voorrang worden
gegeven aan het verstrekken van humanitaire noodhulp, of aan de eigen
beveiliging? Of, zoals in het voorbeeld uit de Falklandcrisis: kan nog
worden gewacht met het vuren of worden de risicos die de eenheid zelf
loopt dan te groot?
Vanwege deze vragen vind ik dat dilemmatraining een prominente plaats
verdient in de missiegerichte opleiding en training. Mijns inziens
heeft het Praktijkboek dan ook twee doelgroepen: enerzijds kadetten,
adelborsten en jonge officieren, anderzijds de docenten of pedagogen
die de dilemmatrainingen in hun onderwijs moeten integreren. Als
militairen tijdens opleidingen en trainingen niet vertrouwd worden
gemaakt met deze waarden en de wijze waarop ermee moet worden
omgegaan, wordt de waarschijnlijkheid van ontsporingen tijdens missies
vergroot. Er moet ons dus alles aan gelegen zijn de afweging van
collectieve waarden in trainingen en opleidingen te verankeren.
Dames en heren, ik kom tot een afronding.
Veel is al gebeurd. Zoals u weet is in 1999 een Bureau voor Ethiek en
Krijgsmacht opgericht. Dit bureau heeft een belangrijke ondersteunende
taak bij de voorbereiding van militairen op de ethische dilemmas
waarmee zij bij operationeel optreden geconfronteerd kunnen worden. Ik
hoop dat met dit nieuwe praktijkboek deze weg wordt vervolgd. Ik ben
verheugd dat het Bureau Ethiek en Krijgsmacht een plaats krijgt binnen
de faculteit Militaire Wetenschappen op de KMA. Daarmee zal het de
komende tijd een rol kunnen spelen bij de integratie van de informatie
uit de boeken in de opleidingen.
Terecht zult u stellen dat de juiste oplossing voor keuzeproblemen
niet bestaat: daarvoor zijn het nou juist dilemmas. Wat wél kan is de
militair zo goed mogelijk voorbereiden op het nemen van ethische
beslissingen. Het materiaal om in de opleidingen en trainingen aan de
slag te gaan ligt er nu. Het is aan ons allen om dit in praktijk te
brengen.
Ik dank u voor uw aandacht.