RECHTER: GEWETENSBEZWAREN VAN JOURNALISTEN TEGEN HET MEEWERKEN AAN EEN
PROGRAMMA DIENEN TE WORDEN GERESPECTEERD
(14 januari 2005)
De kantonrechter te Hilversum heeft de schorsing van een drietal in
december 2003 geschorste journalisten, destijds werkzaam bij de NMO,
als onterecht bestempeld.
De aanleiding voor de schorsing was een door de betreffende
journalisten gestuurde mail aan de directeur, waarbij ze afstand
hebben genomen van een door de NMO uit te zenden reportage over de
onrust rond de Nederlandse Moslim Raad (NMR), over de NMO zelf en over
de directeur van NMO. Zij hadden journalistieke bezwaren tegen het
feit dat een omroep over zichzelf bericht en dat daarbij een directeur
van een omroep bepaalt wat er uitgezonden dient te worden. Door een
advocaat van de NVJ is namens de redacteuren een procedure gestart om
rehabilitatie te verkrijgen.
De rechter vindt onder meer dat er geen deugdelijke grond voor de
schorsing bestond. Het stond de toenmalige redacteuren vrij intern
bezwaar te maken tegen het maken en uitzenden van het bestreden
programma, gelet op de zuiverheid en onafhankelijkheid. Volgens de
rechter had de NMO de bezwaren en de daaruit voortvloeiende
gewetensnood van de journalisten dienen te respecteren en hadden ze
vrijgesteld moeten worden van de productie van het programma.
Verder is de NMO veroordeeld aan een redacteur die een salaris ontving
beneden het niveau dat ze volgens de CAO voor het Omroeppersoneel had
moeten ontvangen, een nabetaling te verrichten. Een andere redacteur
dient nog een uitkering te ontvangen wegens uitbetaling van
niet-opgenomen vakantiedagen bij einde van het dienstverband.
De NVJ is tevreden met de uitkomst van de procedure. De rechter heeft
zich uitgesproken over een belangrijk journalistiek grondbeginsel, de
onafhankelijkheid en keuzevrijheid van de individuele journalist, dat
tot op heden alleen bij media met een behoorlijk redactiestatuut goed
was vastgelegd.
De NVJ heeft eerder dit jaar al aandacht gevraagd voor de
journalistiek kwetsbare positie van veel NMO-medewerkers. De overgrote
meerderheid van de NMO-programmamakers werkt op tijdelijk contract en
wordt niet beschermd door een redactiestatuut. De NVJ zou graag met de
NMO-directie afspraken maken om hier verbetering in te brengen.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:
Thomas Bruning, secretaris omroepzaken NVJ
06-20495245 / 020-6766771
tbrunning@nvj.nl
Siep van der Galiën, advocaat NVJ
020 - 6766771
svandergalien@nvj.nl
Nederlandse Vereniging van journalisten