Socialistische Partij
Samen
aan de basis
F e n n a V e r g e e r Uitkomsten van de enquête
M u r i ë l B * s m a n
H a r u n G ü v e n over zwarte en witte scholen
1
Samen aan de basis
Uitkomsten van de enquête
over zwarte en witte scholen
Fenna Vergeer
Tweede-Kamerlid SP
Muriël Bosman
Medewerker Tweede-Kamerfractie SP
Harun Güven
Stagiair Tweede-Kamerfractie SP
Tweede-Kamerfractie SP
Januari 2005
Samen aan de basis
Tweede-Kamerfractie SP
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
T (070) 318 30 44
F (070) 318 38 03
E sp@sp.nl
I www.sp.nl
4
5
Samen aan de basis
6
Inhoud
Inhoud
1. Voorwoord 9
2. Resultaten 13
2.1 Opzet en respons 13
2.2 Zwarte en witte basisscholen 15
2.3 Middelen om segregatie te bestrijden 18
2.4 Eigen school en omgeving 23
3. Conclusies 27
---
Samen aan de basis
8
Voorwoord
1. Voorwoord
Het basisonderwijs speelt een belangrijke rol in het tegengaan van
segregatie tussen allochtone en autochtone Nederlanders. Om inzicht
te krijgen in de meningen die op basisscholen heersen over het bestaan
van witte en zwarte scholen en de middelen die ingezet kunnen worden
om scholen te mengen, heeft de SP in het najaar van 2004 een onder-
zoek gehouden op alle basisscholen in gemeenten met meer dan twin-
tig basisscholen.
In de Nederlandse politiek heeft een grote omslag plaatsgevonden in
het denken over integratie. Tot voor kort hadden de meeste politieke
partijen geen moeite met het bestaan van zwarte scholen; deze zouden
immers net zo goed presteren als witte scholen. Problemen op zwarte
scholen aankaarten werd door velen gezien als stigmatiserend. Bijna
70 procent van de Nederlanders vindt het belangrijk dat allochtone en
autochtone kinderen gemengd naar school gaan.1 In sommige gemeen-
tes zijn pogingen gedaan hierop beleid te voeren.
De SP heeft sinds de jaren tachtig betoogd dat gemengde wijken en
gemengde scholen van belang zijn voor de integratie en voor het
scheppen van gelijke kansen voor kinderen en dat daarom een gericht
beleid nodig is. De SP vindt dat het buiten kijf staat dat segregatie in
het onderwijs moet worden tegengegaan. Het is voor de ontwikkeling
van kinderen beter, als ze op een school zitten waar kinderen van 1 Onderwijsmeter 2004, OCW
---
Samen aan de basis
verschillende sociale lagen, verschillende afkomst en verschillende
milieus samenkomen. Bovendien is het tegengaan van segregatie in
het onderwijs belangrijk voor de integratie van allochtonen in de
samenleving.
Helaas is er tot nu toe weinig terechtgekomen van het bestrijden
van de segregatie in het onderwijs, waardoor deze op scholen gestaag
heeft kunnen groeien.
Wij zijn ons ervan bewust dat de problematiek rond witte en zwarte
scholen niet eenvoudig is op te lossen. De commissie Blok, die het
integratiebeleid van de afgelopen dertig jaar heeft onderzocht komt tot
de conclusie, dat de oorzaken van onderwijssegregatie met name
woonsegregatie, de keuzepatronen van ouders en het bedoelde of
onbedoelde gedrag van de scholen zelf zijn. Het fenomeen zwarte en
witte scholen blijkt binnen scholen van verschillende denominaties
voor te komen. Scholen met een bijzondere pedagogische inslag blij-
ken voornamelijk uit autochtone leerlingen te bestaan2.
Vooral de laatste jaren is er een groeiend aantal zwarte scholen ont-
staan. Ter illustratie: in 1997 waren er nog 450 zwarte scholen, inmid-
dels zijn het er meer dan zeshonderd. Daarbij geldt dat zwarte scholen
niet uitsluitend het gevolg zijn van zwarte wijken. Er zijn evengoed
gemengde wijken waarin uitgesproken zwarte en witte scholen staan.
Daarbij speelt ons specifieke onderwijsstelsel en het gebrek aan poli-
tieke sturing een rol. Oorzaken van segregatie kunnen liggen in het
aannamebeleid van de scholen, de hoogte van de ouderbijdrage en de
`witte vlucht', het vertrek van autochtone kinderen van scholen met
een allochtone populatie naar scholen waar die populatie ontbreekt of
zeer gering in omvang is. Ook sommige allochtone kinderen vluchten
inmiddels mee.
Het is een misverstand dat allochtonen geen bezwaar hebben tegen
zwarte scholen. Dat blijkt uit onderzoeken en praktijkvoorbeelden.
Illustratief is een actie in Deventer in 2003, waar Turkse ouders
2 Bruggen Bouwen, onderzoekscommissie
Integratiebeleid actie voerden voor beter onderwijs voor hun kinderen. Zij vonden
10
Voorwoord
het ongewenst dat op de school van hun kinderen alleen Turkse kin-
deren zaten. Ook in Leiden gaven Marokkaanse moeders van een
zwarte school in 2004 te kennen de wens te hebben dat hun kinde-
ren naar een gemengde school zouden gaan. In andere steden heb-
ben allochtone ouders dezelfde wens, zo blijkt uit een onderzoek
van de SP onder bijna vijfhonderd Turkse en Marokkaanse Neder-
landers3 . Ruim 40 procent blijkt te willen verhuizen naar een meer
gemengde wijk, niet omdat ze ontevreden zijn met de plek waar ze
wonen, maar om daarmee de kans op een gemengde school voor
hun kinderen te vergroten. Het belang van de kinderen, in het bij-
zonder het leren van de Nederlandse taal en de kans op integratie, is
doorslaggevend. De overgrote meerderheid van de ondervraagden
stelt dat de overheid zich meer zou moeten inspannen om ge-
mengde scholen te bevorderen.
De vragen die voorgelegd zijn aan de basisscholen geven inzicht hoe
scholen menen dat de segregatie moet worden aangepakt en de rol die
de overheid daarin zou moeten spelen.
Er zijn plaatselijke verschillen en daarom is de mogelijke aanpak
niet overal hetzelfde. Er is nog weinig ervaring met methoden om
scholen te mengen. De SP heeft gevraagd naar de wenselijkheid van
een aantal manieren om daarmee een beter inzicht te krijgen in welke
wetgeving nodig is om aan de lokale verschillen recht te doen. Van de
2152 aangeschreven scholen hebben ruim vijfhonderd basisscholen
meegewerkt aan het onderzoek, bijna een kwart van de aangeschreven
basisscholen. Dat is een goede respons.
De resultaten van het onderzoek worden in de volgende paragrafen
gepresenteerd. Daar waar het relevant is, worden zowel de resultaten
in het algemeen gepresenteerd, als de resultaten van de diverse
denominaties. De resultaten van zowel de orthodoxe scholen als Refor-
matorische, islamitische en gereformeerde scholen zijn in sommige
resultaten niet meegenomen, aangezien deze scholen niet meedoen aan
mengplannen, en hun opvattingen over mengen van scholen daarom
niet relevant zijn. 3 Nota: `Hoe gaat het', SP
---
Samen aan de basis
Wel zijn de resultaten van deze scholen zichtbaar in het overzicht per
denominatie.
Uit de resultaten zal onder meer blijken dat net als bij de ouders
ook de basisscholen van mening zijn dat kinderen samen naar school
moeten en dat het bestrijden van segregatie zeer gewenst is.
Het staat vast dat de groei van het aantal zwarte en witte scholen onver-
minderd doorgaat als de overheid geen maatregelen neemt. Daar is
vrijwel niemand gelukkig mee. Zonder politieke bemoeienis kan de
segregatie in het onderwijs niet worden tegengegaan.
De SP houdt begin 2005 een symposium om over lokale maatregelen
en gewenste wetgeving te discussiëren.
12
Resultaten
2. Resultaten
2.1 Opzet en respons
De enquête bestond uit twintig vragen en stellingen, gegroepeerd in
clusters van drie aandachtsgebieden. Het betrof deels open en gesloten
vragen, deels stellingen. Aan het einde van de enquête was er nog gele-
genheid voor het maken van op- of aanmerkingen, waar veel respon-
denten gebruik van hebben gemaakt.
Alle basisscholen uit gemeenten die meer dan twintig basisscholen
hebben, hebben een brief ontvangen van de SP met het verzoek mee te
werken aan het onderzoek. In totaal hebben 2152 scholen deze brief
ontvangen.
Voor de afname van de enquête werd gebruik gemaakt van internet.
De enquête kon zelfstandig door respondenten worden ingevuld op een
site, waarvan in de brief het adres vermeld stond. De totale periode
waarbinnen dit mogelijk was besloeg tien weken.
In totaal hebben 502 scholen gereageerd van allerlei denominaties.
13
Samen aan de basis
SWS
Oec.
Inter conf.
Ger.
Isl
Ref.
BN
RK
PC
openbaar
0% 10% 20% 30% 40% 50%
5% 15% 25% 35% 45%
Tabel: denominaties scholen
Ruim 40 procent van de ondervraagde scholen verzorgt openbaar
onderwijs. Het Rooms Katholieke onderwijs leverde 35 procent van de
respondenten op en het Protestant Christelijk onderwijs was vertegen-
woordigd met bijna 15 procent.
Ook scholen met een Bijzonder Neutrale, Reformatorische, Islamiti-
sche, Gereformeerde, Interconfessionele en Oecumenische grondslag
en Samenwerkingsscholen hebben meegewerkt aan de enquête.
Zoals uit onderstaande tabel te zien is, is bijna 80 procent van de
enquêteformulieren ingevuld door de directeur van de basisschool.
Adjunct-directeuren en docenten maken ongeveer 10 procent van de
respondenten uit en de rest van de invullers van de enquête heeft een
ondersteunende of administratieve functie.
ondersteuner
adm. medew.
docent
adjunct
directeur
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
Tabel: functie geënquêteerden
14
Resultaten
Om een goed beeld te krijgen van de ondervraagde scholen, is ook
gevraagd wat de samenstelling van de school is wat betreft allochtone
en autochtone leerlingen.
Opvallend is, dat bijna 25 procent vrijwel witte scholen het belang-
rijk vond om aan de enquête mee te doen. Als we de kritische grens,
waarbij de `witte vlucht' een aanvang neemt zetten op 40 procent, dan
heeft zelfs bijna de helft van de respondenten een witte school. Een
kleine 45 procent heeft meer dan 70 procent allochtone leerlingen en
kan een zwarte school genoemd worden.
90-100
81-90
71-80
61-70
51-60
41-50
31-40
21-30
11-20
0-10
0% 5% 10% 15% 20% 25%
Tabel: samenstelling van de school
2.2 Zwarte en witte basisscholen
Het doel van de enquête was te achterhalen hoe scholen denken over Stelling: Om integratie te
het bestaan en bestrijden van segregatie in het basisonderwijs, welke bevorderen moeten allochtone
middelen ingezet kunnen worden om segregatie tegen te gaan en wat en autochtone kinderen samen
de rol van de overheid zou moeten zijn. naar school.
Als eerste is aan de scholen gevraagd hoe men denkt over de stelling
dat in het belang van integratie allochtone en autochtone kinderen
samen naar school moeten gaan.
Uit onderstaande tabel is af te leiden dat bijna 80 procent van de
scholen aangeeft het eens te zijn met de stelling. Er is opmerkelijk
15
Samen aan de basis
weinig verschil tussen openbare, PC en RK scholen. Slechts 4 procent
is het hiermee oneens. Dat zijn de Gereformeerde en Islamitische scho-
len. 7 procent is neutraal.
1,0
eens 0,8
0,6
oneens
0,4
neutraal 0,2
0,0
% 0 10 20 30 40 50 60 70 80 BN Isl OB PC RK Ref Oec SWS Ger IC
neutraal oneens eens
Stelling: kinderen moeten samen naar school
Openbare, Protestant-Christelijke, Room Katholieke scholen scoren
conform de gemiddelde score met overwegend eens maar ook oneens
en neutraal.
Bij de Bijzonder Neutrale scholen liggen de meningen gelijkmatig
verdeeld en de Samenwerkingsscholen zijn het of eens of neutraal.
Stelling: In een gemengde Op deze stelling geeft ruim 90 procent aan het hier mee eens te zijn.
wijk horen ook de Slechts 2 procent is het hier niet mee eens. De rest is neutraal.
basisscholen gemengd te zijn.
eens
oneens
neutraal
% 0 20 40 60 80 100
Stelling: gemengde school in gemengde wijk
16
Resultaten
Opmerkelijk is dat openbare scholen, Protestant Christelijke, Rooms
Katholieke, Oecumenische, Interconfessionele en Samenwerkings-
scholen het allemaal voor 90 procent eens zijn met de stelling. De Re-
formatorische scholen zijn het geheel niet eens met de stelling dat in
een gemengde wijk de school ook gemengd hoort te zijn en de Bijzon-
der Neutrale en Islamitische scholen zijn wat meer verdeeld wat de
mening over deze stelling betreft.
De laatste stelling in de eerste cluster over witte en zwarte scholen Stelling: De schoolsegregatie
betrof de noodzaak van ingrijpen. Ruim 70 procent van de onder- in het basisonderwijs moet
vraagde scholen is van mening dat de schoolsegregatie in het basison- bestreden worden.
derwijs (witte en zwarte scholen) bestreden moet worden. 8 procent
vindt dat niet en 21 procent van de ondervraagde scholen staat neutraal
tegenover deze kwestie.
1,2
1,0
eens 0,8
0,6
oneens
0,4
neutraal 0,2
% 0 10 20 30 40 50 60 70 80 0,0
BN Isl OB PC RK Ref Oec SWS Ger IC
neutraal oneens eens
Stelling: schoolsegregatie moet bestreden worden
Oecumenische scholen en Interconfessionele scholen zijn het 100 pro-
cent eens met de stelling dat segregatie bestreden moet worden. De
gereformeerde scholen zijn het hier niet mee eens en de samenwer-
kingsscholen zijn het niet eens maar ook niet oneens met de stelling.
Opvallend is dat de PC en RK scholen het voor een kleine 70 pro-
cent eens zijn met de noodzaak van ingrijpen. Slechts 10 procent van
hen is er tegen.
17
Samen aan de basis
2.3 Middelen om segregatie te bestrijden
Er zijn verschillende middelen om segregatie te bestrijden en de inte-
gratie te bevorderen. In de enquête werden diverse mogelijkheden
voorgelegd aan de scholen, met ook de optie andere dan genoemde
middelen in te brengen. Het doel was om te onderzoeken wat scholen
zouden willen inzetten als middel om gemengd onderwijs te bereiken.
De volgende middelen zijn beoordeeld door de scholen:
1. bindende afspraken maken tussen scholen en gemeente over
spreiding
2. invoeren van acceptatieplicht voor bijzonder onderwijs
3. inschrijving vindt maximaal een jaar van tevoren plaats
4. leerlingenstop invoeren voor witte scholen
5. een centraal inschrijfpunt instellen
6. extra voorzieningen op zwarte scholen om concurrentie aan te
gaan
7. zwarte en witte scholen in een wijk laten opgaan in een
samenwerkingsschool
8. Artikel 23 moet gemoderniseerd worden
9. VVE uitvoeren op witte scholen
Opvallend is dat het bijzonder onderwijs veel vaker de kant van het
openbaar onderwijs kiest dan van het orthodoxe onderwijs. Ook maat-
regelen die direct betrekking hebben op de identiteit van deze scholen
worden niet geschuwd of zelfs ondersteund.
De meningen van openbare scholen en orthodoxe scholen liggen
ver uit elkaar. De openbare scholen zijn over de meeste middelen posi-
tief, terwijl de orthodoxe scholen op een enkele uitzondering na, geen
enkel middel zouden willen inzetten om segregatie te bestrijden. Op
zich is dat niet verwonderlijk als geen enkele orthodoxe school het van
belang vindt de segregatie te bestrijden en dat slechts 10 procent van
de orthodoxe scholen aangeeft dat het belangrijk is kinderen samen
naar school te laten gaan.
18
Resultaten
Samenvattend de percentages van de scholen die positief zijn over de
middelen die ingezet kunnen worden:
Mogelijke middelen Openbaar Bijzonder Orthodox
Onderwijs Onderwijs Onderwijs
Bindende afspraken 65% 45% 0%
Invoeren van acceptatieplicht voor bijzonder onderwijs 90% 56% 20%
Inschrijving vindt maximaal een jaar van tevoren plaats 57% 42% 10%
Leerlingenstop voor witte scholen / dubbele wachtlijsten 59% 50% 10%
Oprichten centraal inschrijfpunt 13% 7% 0%
Extra voorzieningen voor zwarte scholen 63% 55% 10%
Zwarte en witte scholen in een wijk
op laten gaan in een samenwerkingsschool 45% 34% 0%
Artikel 23 moet gemoderniseerd worden 80% 35% 0%
Voor- en Vroegschoolse Educatie uitvoeren op witte scholen 10% 9% 0%
In gemengde wijken ontstaan vanzelf gemengde scholen 53% 51% 40%
We hebben de scholen de vraag voorgelegd of er een acceptatieplicht
voor alle scholen ingevoerd zou moeten worden om de segregatie in
het onderwijs te bestrijden.
Een ruime meerderheid van de openbare en bijzondere scholen is
voor het invoeren van een acceptatieplicht voor het bijzonder onder-
wijs. Dat is opmerkelijk, want het bijzonder onderwijs geeft daarmee
aan dat er ook voor hen binnen artikel 23, de vrijheid van onderwijs,
grenzen zijn. Het samen naar school laten gaan van leerlingen is
zo belangrijk, dat ze daarvoor bereid zijn een verworven recht op te
geven. Openbare scholen hebben al een acceptatieplicht. Voor scholen
19
Samen aan de basis
met een godsdienstige grondslag is die er niet. Dat maakt dat deze
scholen leerlingen kunnen weigeren met als gevolg dat deze scholen of
heel wit of heel zwart blijven. Dat kan een onbedoeld effect zijn, maar
het kan ook een bewuste keuze zijn.
Een ander middel dat de scholen voorgelegd is, is het moderniseren
van Artikel 23.
Artikel 23 van de grondwet maakt dat er sprake is van vrijheid van
onderwijs. Hierdoor kunnen er scholen op basis van bijzondere grond-
slag bestaan. Die grondslag selecteert indirect ook op andere kenmer-
ken. Orthodoxe scholen zoals reformatorische, joodse en islamitische
scholen, zijn feitelijk zwarte of witte scholen en leiden dan ook tot
segregatie.
Afschaffing van artikel 23 is op dit moment geen optie. Maar het
moderniseren van artikel 23 is wel een mogelijkheid. Hoewel een
meerderheid van de PC en RK scholen voor acceptatieplicht is, vindt
slechts een kwart dat artikel 23 gemoderniseerd hoeft te worden. Dat is
een brug te ver.
Het werken met dubbele wachtlijsten en een leerlingenstop invoeren
van leerlingen buiten het voedingsgebied is ook een methode om de
segregatie te voorkomen en voorgelegd aan de scholen. Het gebied
rondom die school waar de potentiële leerlingen wonen, noemen we
het voedingsgebied van de school. Dat hoeft niet per definitie een wijk
te zijn; een voedingsgebied kan meerdere wijken omvatten. Om witte
vlucht te voorkomen is het een mogelijkheid om alleen kinderen uit het
voedingsgebied toe te laten tot een school en een leerlingenstop afkon-
digen voor kinderen die niet uit het voedingsgebied komen.
Bijzondere scholen vangen vaak witte vlucht op. Uit de enquête
blijkt dat de helft van de gevallen deze scholen vindt dat er een
leerlingenstop moet komen en dat er met een dubbele wachtlijst
gewerkt mag worden voor leerlingen met een leer- of taalachterstand
en voor kinderen zonder deze achterstand. Van de openbare scholen is
59 procent deze mening toegedaan.
Middelen om zwarte scholen aantrekkelijker te maken voor witte
20
Resultaten
ouders zijn voorgelegd aan de respondenten. Uit de enquête blijkt dat
zwarte scholen van zowel de openbare als van de bijzondere scholen
extra activiteiten en voorzieningen mogen krijgen om zo de concur-
rentieslag met de witte scholen aan te gaan. Het aantrekkelijk maken
van zwarte scholen voor autochtone ouders om zo de witte vlucht te
voorkomen, is ook een manier om segregatie tegen te gaan.
De vroeg- en voorschoolse educatie (VVE) is voor peuters met leer-
achterstand. Vaak is VVE verbonden aan een zwarte basisschool, die
vanaf vier jaar het programma voor de peuters continueert. Nadeel van
deze combinatie is dat het allochtone kind onvoldoende in contact
komt met kinderen zonder leerachterstand. Spelenderwijs leren van
leeftijdsgenootjes is dan niet mogelijk. Daarom stelden wij de vraag,
of VVE uitgevoerd moet worden op witte scholen. Minder dan 10 pro-
cent van de scholen is daarvoor. Voordeel van het verbinden van VVE
aan een zwarte school is dat de zwarte school beter bekend is met de
methode.
Sommige scholen voeren een gericht stimuleringsbeleid om (be-
paalde) ouders hun kind tijdig bij hen in te laten schrijven. Dit betreft
vaak witte scholen. Allochtone ouders zijn vervolgens te laat (de
school zit `vol'), waardoor zij alleen nog naar de zwarte school kun-
nen. Ook bij het ontbreken van gerichte werving kunnen autochtone
ouders vanwege hun informatievoorsprong sneller de weg vinden naar
de scholen van hun voorkeur. Op de vraag of de scholen van mening
zijn dat inschrijving maximaal een jaar van tevoren plaats moet vin-
den, zijn de meerderheid van de openbare scholen en een groot deel
van de bijzondere scholen dat het een goede zaak zou zijn als de
inschrijving maximaal een jaar van tevoren begint.
Een van de mogelijkheden te komen tot gemengde scholen is het
oprichten van een centraal inschrijfpunt (CIP) waarin alle basisscholen
verplicht zijn te participeren. Ouders met een kind dat naar groep 1 van
de basisschool gaat, melden zich aan bij zo'n inschrijfpunt, om vervol-
gens in goed overleg tot een verantwoorde schoolkeuze te komen.
21
Samen aan de basis
Iedere school werkt met twee wachtlijsten: één voor leerlingen met
leer-achterstand of met taal-achterstand en één voor de overige leerlin-
gen. Het grote voordeel van het werken met een CIP is dat mechanis-
men die uitsluiten worden tegengaan.
Voor het oprichten van een Centraal Inschrijf- en informatiepunt
bestaat weinig animo. In de toelichting geven scholen aan, dat men
anonimiteit en extra bureaucratie vreest.
De minister van Onderwijs heeft aangekondigd dat schoolbesturen en
de gemeenten om de tafel moeten gaan zitten om niet-vrijblijvende
afspraken te maken hoe ze samen de segregatie op scholen gaan be-
strijden en de integratie gaan bevorderen.
Uit de enquête blijkt dat openbare scholen iets vaker voorstander
zijn van het maken van bindende afspraken tussen de gemeenten en de
schoolbesturen om tot een betere spreiding van leerlingen te komen
dan de bijzondere scholen, hoewel bijna de helft hier wel een goede
mogelijkheid in ziet. Orthodoxe scholen voelen hier helemaal niets
voor.
Ondanks vele middelen en methodes waar scholen voorstander van
zijn om zo een bijdrage te leveren aan het samen naar school laten gaan
van kinderen, is de helft van de openbare en bijzondere en maar liefst
40 procent van de orthodoxe scholen van mening dat gemengde scho-
len vanzelf ontstaan al er gemengde wijken zijn.
Voor een evenwichtige samenleving is dus naast samen scholen ook
samen wonen van eminent belang. Het is ook een voorwaarde om
iedereen gelijke kansen te geven in de samenleving en de segregatie in
het onderwijs te bestrijden.
22
Resultaten
2.4 Eigen school en omgeving
In de derde cluster vragen is ingegaan op de gegevens van de eigen Vraag: In mijn gemeente
school en de omgeving van de school. Ook zijn er vragen gesteld over staan er in hetzelfde
de rol en de functie van het gemeentebestuur. voedingsgebied wittere of
zwartere scholen dan op
De eerste vraag ging over de samenstelling van de scholen die in het-
grond van de samenstelling
zelfde voedingsgebied staan. Vaak staan witte en zwarte scholen naast
elkaar in dezelfde wijk die dan vaak gemengd is qua bevolking. van de leerlingpopulatie van
Dat bleek ook het geval bij veel scholen die deelnamen aan de de wijk te verwachten is.
enquête.
In 54 procent van de scholen bleek dat in de desbetreffende ge-
meente `wittere' of `zwartere' scholen te staan dan op grond van de
samenstelling van leerlingpopulatie van de wijk te verwachten zou
zijn. In slechts 11 procent van de ondervraagde scholen was dat niet
het geval. 13 procent van de respondenten weet het niet en 19 procent
geeft aan dat het verschijnsel verwaarloosbaar is. In 2 procent van de
gevallen was deze vraag niet van toepassing omdat er geen gemengde
wijk bleek te zijn.
nee
ja
onbekend
verwaarloosbaar
n.v.t.
% 0 10 20 30 40 50 60 70 80
Tabel: In de gemeente staan zwartere of wittere scholen
dan de samenstelling van het voedingsgebied
23
Samen aan de basis
Vraag: Mijn eigen school is Op de vraag of de eigen school van de respondent `witter' of `zwarter'
witter of zwarter dan op is dan op grond van de samenstelling van leerlingpopulatie van de wijk
te verwachten is, zegt een even groot deel `ja' als `nee'.
grond van de samenstelling
Opvallend is wel hoe hoog het percentage ligt. In ruim 40 procent
van leerlingpopulatie van de van de gevallen blijkt de school geen afspiegeling van het voedings-
wijk te verwachten is. gebied te zijn.
40 procent is wel evenredig samengesteld en zijn wel een afspiege-
ling van de wijk
16 procent noemt het verschil te verwaarlozen en voor 3 procent
van de scholen gaat deze vraag niet op.
nee
ja
verwaarloosbaar
n.v.t.
0,0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5
Tabel: Onevenredige samenstelling van de eigen school
Vraag: Er zijn in mijn Het meest bekende probleem met betrekking tot segregatie is de
gemeente basisscholen die zogenaamde `witte vlucht'. Dit proces waarbij autochtone ouders
de zwarter wordende scholen ontvluchten, ziet 82 procent van de
leerlingen verliezen door
ondervraagde scholen inmiddels optreden. Ouders brengen hun
`witte vlucht'. kind desnoods met de auto naar een verderop gelegen school, met
alle problemen rond verkeerschaos van dien. Een deel van de
meestal hoger opgeleide allochtone ouders vlucht inmiddels mee.
Bij 16 procent van de scholen is dit niet het geval.
Aangenomen wordt dat het proces van witte vlucht vrijwel altijd
ontstaat als scholen meer dan 40 procent allochtone leerlingen krijgen.
24
Resultaten
nee
ja
onbekend
0,0 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0
Tabel: Gevolgen witte vlucht
De rol van de overheid in het bestrijden van segregatie is belangrijk. Vraag: In mijn gemeente
De landelijke politiek heeft daarbij de gemeente als primaire actor aan- wordt de schoolsegregatie
gewezen. De gemeente moet met de schoolbesturen om de tafel gaan actief bestreden
zitten om niet-vrijblijvende afspraken te maken om de segregatie aan
te pakken.
Een actieve rol van de gemeente zoals in Rotterdam komt echter
nog weinig voor. Maar liefst 86 procent van de ondervraagde scholen
geeft aan dat de gemeente niets doet om de schoolsegregatie actief te
bestrijden en slechts 12 procent geeft aan dat de gemeente wel actief is
op dat gebied. 2 procent onthoudt zich van mening.
nee
ja
onbekend
0,0 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0
Tabel: Gemeente is actief in bestrijden segregatie
25
Samen aan de basis
Vraag: In mijn gemeente Hoewel weinig gemeenten een actieve rol spelen, vindt er wel overleg
wordt overlegd over de plaats tussen gemeenten en schoolbesturen over mogelijkheden om de
schoolsegregatie te (gaan) bestrijden.
mogelijkheden om de
Bijna 40 procent van de ondervraagde scholen geeft aan dat de ge-
schoolsegregatie te gaan meente overleg voert met de schoolbesturen over de mogelijkheden,
bestrijden. maar de meerderheid van de gemeenten doet dat niet. 2 procent weet
het niet.
nee
ja
onbekend
0,0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6
Tabel: Gemeente overlegt met schoolbesturen over segregatie
26
Conclusies
3. Conclusies
Het basisonderwijs speelt een belangrijke rol in het tegengaan van
segregatie tussen allochtone en autochtone Nederlanders. De SP heeft
met een enquête onder basisscholen in (middel)grote gemeenten ge-
vraagd of en hoe zij de toenemende segregatie zouden willen bestrij-
den. Ruim vijfhonderd scholen hebben meegewerkt aan de enquête.
Naast feitelijke vragen over hun eigen situatie op school en in de
gemeente, is er ook gevraagd middelen en methodes die ingezet kun-
nen worden om de toenemende segregatie te bestrijden, te beoordelen
op bruikbaarheid.
Bijna alle scholen (95 procent) van de openbare en Rooms Katholieke
scholen, 90 procent van de Protestants Christelijke scholen) zijn van
mening dat in een gemengde wijk de basisschool gemengd hoort te
zijn. Het aantal gemengde scholen neemt echter af tegenover een toe-
name van witte en zwarte scholen. Meer dan 80 procent van de respon-
denten meldt dat er `witte vlucht' in zijn gemeente is. Ruim 55 procent
van de scholen geeft aan dat de school geen afspiegeling is van de wijk.
Gemeenten doen weinig tegen deze ontwikkeling. Maar liefst
86 procent van de scholen geeft aan dat de gemeente het witter en
zwarter worden van scholen op zijn beloop laat.
Toch willen scholen graag dat de samenstelling gemengd is. 80 pro-
cent wil graag, dat autochtone en allochtone kinderen samen naar
school gaan. Dat willen niet alleen de openbare scholen, maar ook
27
Samen aan de basis
80 procent van de PC- en 80 procent van de RK-scholen is ervoor.
Alleen de orthodoxe scholen zijn tegen (4 procent).
Het meest opvallende is dat de Protestant Christelijke scholen en de
Rooms Katholieke scholen veel verder gaan in het willen bestrijden
van de segregatie dan tot nu toe werd aangenomen. 70 procent van de
Openbare, PC- en RK-scholen is voor `ingrijpen'. Ingrijpen is bedrei-
gend voor de autonomie van scholen en toch meent een overgrote
meerderheid dat dit nodig is. Het is dan ook opmerkelijk te noemen dat
een meerderheid van het bijzonder onderwijs voor het invoeren van
een acceptatieplicht is (56 procent). Het is verrassend dat ook nog
20 procent van de orthodoxe scholen voor het invoeren van een alge-
hele acceptatieplicht is.
Over de weg waarlangs scholen gemengd kunnen worden wordt ver-
schillend gedacht.
Naast de al genoemde acceptatieplicht voor het bijzonder onderwijs
is er de mogelijkheid van het maken van bindende afspraken tussen
gemeenten en scholen. Of artikel 23, dat onder andere regelt dat bij-
zondere scholen mogen selecteren en openbare niet, daarvoor gemo-
derniseerd moet worden staat ter discussie. Minister van der Hoeven
spreekt in dit verband van `niet-vrijblijvende afspraken', die binnen
artikel 23 gemaakt kunnen worden. Daarbij kan gedacht worden aan
het periodiek afstemmen door scholen van de inschrijvingen per
school of een centraal inschrijfpunt. Ook een leerlingenstop voor scho-
len die de `witte vlucht' opvangen met dubbele wachtlijsten wordt als
een mogelijkheid gezien, evenals het afspreken van een vaste datum of
leeftijd voor inschrijving. Het koppelen van vroeg- en voorschoolse
educatie aan een witte school heeft als voordeel, dat de allochtone leer-
ling goed Nederlands om zich heen hoort, maar als nadeel, dat de witte
school minder vertrouwd is met de methode. Extra voorzieningen op
zwarte scholen kunnen enerzijds de allochtone kinderen meer onder-
steuning en buitenschoolse activiteiten bieden en anderzijds aantrek-
kelijk zijn voor witte ouders. Gemengde wijken bevorderen het ont-
staan van gemengde scholen, maar dat gaat niet altijd vanzelf.
28
Conclusies
Het is van groot belang om verder te discussiëren met de scholen over
wettelijke en praktische mogelijkheden en belemmeringen.
De SP houdt begin 2005 een bijeenkomst met respondenten en des-
kundigen over lokale maatregelen en gewenste wetgeving.
29
Samen aan de basis
Tweede-Kamerfractie, Plein 2, Postbus 20018, 2500 EA `s-Gravenhage
T (070) 318 30 44 F (070) 318 38 03 E kamer@sp.nl I www.sp.nl
30
---- --