Algemene Rekenkamer
- 13 januari 2005 -
Persbericht 1
Succes WSNS te veel afhankelijk van andere geldstromen
Zorgleerlingen basisschool krijgen nog niet de zorg die ze nodig hebben
Ruim twintig procent van de leerlingen op de basisschool heeft extra zorg nodig. Scholen slagen er echter (nog) niet in om leerlingen die zorg te geven omdat ze er niet genoeg tijd en geld voor hebben. Wel kunnen scholen beter inschatten of een leerling extra zorg nodig heeft, en zijn ze beter ingesteld op het verlenen van zorg. Dit blijkt uit het onderzoek van de Algemene Rekenkamer Weer samen naar school. Zorgleerlingen in het basisonderwijs dat op 13 januari 2005 verschijnt.
Weer Samen Naar School (WSNS)
WSNS beoogt de integratie van speciaal onderwijs in het regulier basisonderwijs. Hierdoor krijgen zoveel mogelijk leerlingen die extra zorg nodig hebben een plaats binnen het regulier basisonderwijs. Het gaat met name om leerlingen met dyslexie, autisme, ADHD en om hoogbegaafde kinderen. Reguliere scholen en scholen voor speciaal basisonderwijs vormen samenwerkingsverbanden die beslissen hoe, waar en met welke middelen deze leerlingen begeleid worden. In totaal zijn er 248 samenwerkingsverbanden, die gemiddeld uit 29 reguliere scholen en twee scholen voor speciaal basisonderwijs bestaan. Nederland heeft momenteel ongeveer 7000 reguliere basisscholen en 350 scholen voor speciaal basisonderwijs. De Algemene Rekenkamer onderzocht 20 samenwerkingsverbanden en 60 scholen, er werden 237 leerlingdossiers in het onderzoek betrokken.
Bereiken doel WSNS afhankelijk van andere geldstromen
De omvang van het zorgbudget (280 miljoen) is bevroren in 1998 bij de invoering van de Wet op het Primair Onderwijs. Het is gebaseerd op het idee dat 5 procent van de leerlingen zorg nodig heeft: 2 procent krijgt die zorg op een speciale basisschool, de rest op een reguliere scholen. In de praktijk blijkt al vele jaren rond de 3,2 procent naar het speciaal basisonderwijs te gaan (ongeveer 50.000 van de 1,6 miljoen basisschoolleerlingen). Dat gaat ten koste van het zorgbudget van de reguliere scholen. Het ministerie van OCW heeft niet onderzocht of basisscholen met de rest van het zorgbudget voldoende zorg kunnen verlenen. Uit het Rekenkameronderzoek blijkt verder dat ruim 20 procent van de leerlingen als zorgbehoevend geregistreerd staat op de reguliere basisscholen. Scholen geven aan dat ze meer personeel willen hebben om de noodzakelijke zorg te kunnen bieden. Eenderde vindt dat ze over te weinig expertise beschikt. Om toch aan de zorgvraag te kunnen voldoen, zetten scholen andere middelen in, zoals onderwijsachterstandgelden en geld voor klassenverkleining. Daarmee wordt het bereiken van het doel van WSNS te veel afhankelijk van andere geldstromen. De minister zou de verschillende beleidsoperaties gericht op verbetering van de zorg (zoals klassenverkleining, onderwijsachterstandenbeleid en leerlinggebonden financiering) moeten integreren in één zorgbeleid.
Definitie zorg op maat onduidelijk, meer toezicht noodzakelijk
Er is geen eenduidige definitie van het begrip zorgleerling, en het is niet duidelijk wat de minister bedoelt met zorg op maat voor probleemleerlingen. Dit geeft de scholen enerzijds vrijheid om te handelen naar eigen inzichten, maar het leidt anderzijds ook tot onduidelijkheid. Of zorgleerlingen al dan niet verwezen worden naar het speciaal basisonderwijs is afhankelijk van het samenwerkingsverband waarbinnen ze naar school gaan. De minister zou beter moeten aangeven wat ze van de scholen verwacht op het gebied van zorgverlening. Verder is het toezicht op de uitvoering van WSNS onvoldoende. De Inspectie van het Onderwijs oefent nauwelijks controle uit op de samenwerkingsverbanden. Zij beoordeelt op de scholen niet of iedere leerling de gewenste zorg krijgt. Er zou meer toezicht moeten komen op de werking van de zorgstructuur en het toezicht moet meer inhoud krijgen.
Reactie minister van OCW
In haar reactie geeft de minister aan dat zij de conclusies zal meenemen in de brede evaluatie van WSNS met de Tweede Kamer. Ze vindt dat het onderzoek laat zien dat scholen veel hebben bereikt om de integratie van leerlingen die extra zorg nodig hebben te bevorderen. De minister wil de doelstelling zorg op maat niet expliciet maken. Ze vindt dit niet passen bij de bewuste keuze om samenwerkingsverbanden de ruimte te bieden hun verantwoordelijkheid te nemen. De Algemene Rekenkamer vindt het wenselijk dat de verantwoordelijkheid van scholen voor te verlenen zorg afgebakend wordt en wacht de beleidskeuzen van de minister af.
Algemene Rekenkamer