Yonder/MTB
Onderzoek door de
RekenKamerCommissie
Maastricht
1. Voorwoord
Voor u ligt het eerste rapportvan de RekenKamerCommissie Maastricht (hierna: `de rekenkamer').
De rekenkamer is op 1 januari 2004 van start gegaan. Het eerste kwartaal van 2004 is met name gebruikt
voor hetregelen van allerlei praktische zaken rondom hetfunctioneren van de rekenkamer. Zo isonder meer
het Reglement van Orde vastgesteld, dat op grond van artikel 8 van de Verordening op de
RekenKamerCommissie Maastricht aan de gemeenteraad van Maastricht ter informatie is toegezonden.
Het werkvan de rekenkamer kenmerktzich door objectiviteit en onafhankelijkheid, dat wilzeggen onpartij-
dig en nietvooringenomen. De rekenkamer wilmethaar rapporten leer- en verbeterprocessen stimuleren en
aanbevelingen doen waardoor de gemeente Maastricht in het belang van de inwoners effectiever en effici-
ënter kan werken. De rekenkamer zietcommunicatie van onderzoeksresultaten alseen belangrijkmiddelom
de inwoners beter inzicht te geven in het werkvan de gemeente.
Op deze plaatspasteen woord van dankaan aldegenen die hebben meegewerktaan hetonderzoekvan de
rekenkamer naar Yonder/MTB.
Maastricht, december2004
Mathijs G.M.M.W. Mennen RA
VoorzitterRekenKamerCommissie Maastricht
---
RekenKamerCommissie Maastricht
Samenstelling:
· mevrouw drs. R. Ingrid Doerga RA
· de heer Mathijs G.M.M.W. Mennen RA (voorzitter)
· de heer drs. JanWillem A. van Giessen
· de heer Pie J.P.H. Frijns
· de heer drs. Will G.G. Lardenoije
· de heer drs. André Postema
Onderzoeksleider Yonder/MTB:
· mevrouw drs. R. Ingrid Doerga RA
Ambtelijksecretaris:
· de heer Maurice G.A. Cobben
Secretariaat:
Postadres Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht
Telefoon 043 350 43 13 / 06 21 53 37 83
Fax 043 350 40 10
E-mail maurice.cobben@maastricht.nl
2
Inhoudsopgave
1. Voorwoord 1
2. Organisatie van het onderzoek
2.1 Verzoekgemeenteraad 5
2.2 Doelstelling onderzoek 6
2.3 Onderzoeksvragen 6
2.4 Uitvoering van het onderzoek 6
2.5 Opzet rapportage 7
3. Ontwikkelingen Yonder/MTB tot en met 2003
3.1 Inleiding 9
3.2 Bestuurlijke en organisatorische ontwikkelingen 9
3.3 Financiële ontwikkelingen 15
3.4 Administratieve organisatie en managementinformatie 27
3.5 Besturing en toezicht 29
4. Conclusies en aanbevelingen
4.1 Inleiding 33
4.2 Conclusies 33
4.3 Aanbevelingen 35
5. Nawoord RekenKamerCommissie 37
Bijlagen
A. Begroting 2001-2003 versus werkelijkheid 41
B. Nadere analyse financiële positie en resultaatontwikkeling 2001-2003 51
C. Ontwikkelingen in de organisatiestructuur 1998-2003 77
D. Formeel besluitvormingsproces 83
E. Tussenrapportage gemeenteraad 91
F. Reacties belanghebbenden 97
---
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
2. Organisatie van het onderzoek
2.1 Verzoekgemeenteraad
De gemeenteraad van Maastricht heeft in zijn vergadering van 6 april 2004 een motie aangenomen, waarin
de rekenkamer wordtverzochtom onderzoekte verrichten naar de ontwikkelingen bij Yonder/MTB in hetver-
leden.
De tekstvan de motie luidt alsvolgt:
"De gemeenteraad van Maastricht, in vergadering bijeen op 6 april 2004;
gehoord de bespreking van de ontwikkelingen bij Yonderin de gecombineerde vergadering van de commis-
sies ESZ en Middelen van maart 2004;
overwegende:
· Datde contra-expertise, alsverzochtdoorde Algemene vergadering van Aandeelhoudersvan Yonder
en uitgevoerd door KPMG, zich vooralsnog heeft beperkt tot evaluatie van het beleid op basis van de
gekozen strategie;
· Dat de bij Yonderontstane situatie als problematisch wordt gekenschetst;
· Dat de raad zich overdrie maanden verderdientte beraden overeventuele verdergaande ondersteu-
ning van Yonder, waarbij de actuele situatie en hette overleggen operationele plan onderdeel van de
beraadslaging zal uitmaken,
Verzoekt de lokale rekenkamercommissie van Maastricht:
Onderzoekte verrichten naarde ontwikkelingen bij Yonderin hetverleden.
Gaarne ontvangt de raad de bevindingen en aanbevelingen van de lokale rekenkamercommissie. Onverlet
de onafhankelijke rol van de rekenkamercommissie verzoekt de raad daarbij onder andere aandacht te ge-
ven aan de vragen of:
· Het in de afgelopen drie jaar door de directie gevoerde beleid adequaat is geweest; zijn onder meer
de tot op heden genomen maatregelen om tot een gezonde situatie te komen afdoende doeltreffend
en doelmatig geweest en betreffen de reeds geconstateerde verliezen onvermijdbare opstart- en sa-
neringskosten welke onlosmakelijkvoortkomen uit de gekozen strategie;
· Het in de afgelopen drie jaar door de directie gevoerde beleid door de Raad van Commissarissen is
gesanctioneerd,
En gaat overtot de orde van de dag."
De rekenkamer heeftpositiefgereageerd op ditverzoek. De onderzoeksvraag voldoetaan minstenstwee van
de criteria die de rekenkamer hanteert bij de selectie van de onderzoeksonderwerpen.
Metname de criteria `maatschappelijkbelang' en `financieelbelang en risico' hebben zwaar gewogen bij de
door de rekenkamer gemaakte afwegingen.
Hetcriterium `maatschappelijkbelang' heeftbetrekking op de vraag ofeen onderwerp hetfunctioneren van
de lokale samenleving als geheel of belangen van omvangrijke of prominente doelgroepen sterkraakt.
De rekenkamer isvan mening datde sociale werkvoorziening een omvangrijke en prominente doelgroep van
de Maastrichtse en regionale samenleving bedient.
Het criterium `financieel belang en risico' heeft betrekking op het beleid waarin aanzienlijke sommen ge-
meentegeld omgaan en de gemeente grote financiële risico'sloopt. De gemeente Maastrichtbezitruim 70%
van de aandelen van de MTB Regio Maastricht NVen is daarmee de grootste risicodrager.
Totslotheeftde rekenkamer de criteria `gerede twijfelover doeltreffendheid' en `gerede twijfelover doelma-
tigheid', zoalsdie worden genoemd in de motie van de gemeenteraad, laten meewegen in de beslissing om
een onderzoekte starten. 5
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
2.2 Doelstelling onderzoek
In een briefvan 15 april2004 heeftde rekenkamer haar besluitom een onderzoekte starten naar de ontwik-
kelingen bij Yonder/MTB aan de gemeenteraad van Maastricht gemeld. Door de rekenkamer is vervolgens
een onderzoeksopzet gemaakt waarin onder andere de doelstelling van het onderzoek, de onderzoeksvra-
gen en de aanpakvan het onderzoekzijn uitgewerkt.
Het onderzoek heeft als doel om de gemeenteraad inzicht te verschaffen in de ontwikkelingen zoals deze
zich in de periode van 2001 tot en met 2003 bij Yonder/MTB hebben voorgedaan. Daarbij moet specifieke
aandacht worden besteed aan de rol van de Raad van Commissarissen en de aandeelhouders bij het toe-
zichthouden op en sanctioneren van het door de Raad van Bestuur gevoerde beleid. De bedoeling was dat
op basisvan ditdoor hetrekenkamer-onderzoekte verschaffen inzichtin hetverleden en hetdoor Yonder/MTB
op te stellen en door KPMG te toetsen operationeel plan voor de toekomst, de gemeenteraad in staat zou
worden gesteld om een weloverwogen besluitover de toekomstvan Yonder/MTB te kunnen nemen. Ditstre-
ven isnietgehaald aangezien hetonderzoekvan de rekenkamer aanzienlijkmeer doorlooptijd heeftgevergd
dan bij de start geraamd. Dit wordt in paragraaf 2.4 nader toegelicht.
2.3 Onderzoeksvragen
Na een globale verkenning heeft de rekenkamer, ten einde richting te geven aan het onderzoek, de volgen-
de vragen geformuleerd:
1. Wat heeft de strategie 2001-2004 behelsd en welke financiële uitkomsten waren beoogd?
2. Wat waren de argumenten om te komen tot de nieuwe strategie 2001-2004?
3. Welke resultaten zijn in 2001 toten met2003 gerealiseerd in relatie totde begroting zoalsvoorzien in de
nieuwe strategie 2001-2004?
4. Waaraan zijn de negatieve resultaten in de jaren 2002 en 2003 te wijten en in hoeverre bestaater samen-
hang met de nieuwe strategie 2001-2004?
5. Is de negatieve gang van zaken onverwacht gekomen voor de Raad van Bestuur, de Raad van
Commissarissen en de aandeelhouders?
6. Hoe hebben de Raad van Bestuur, de Raad van Commissarissen en de aandeelhoudersgefunctioneerd in
2001 tot en met 2003 in relatie tot de bedrijfsvoering?
2.4 Uitvoering van het onderzoek
Oplevering van heteindrapportwasaanvankelijkvoorzien in week26 (25 juni 2004). In een briefvan 24 mei
2004 heeft de rekenkamer aan de voorzitter van de gemeenteraad van Maastricht laten weten dat het be-
schikbaar krijgen van de noodzakelijk gegevens meer tijd in beslag neemt dan in de onderzoeksopzet was
voorzien. Dat betekende een vertraging van de oplevering van het eindrapport.
Op 30 juni 2004 heeft de rekenkamer een tussenrapportage uitgebracht bestemd voor de leden van de ge-
meenteraad van Maastrichtover de voortgang van hetonderzoek. Deze tussenrapportage beschreefhetpro-
cestot30 juni 2004 en wasinformatiefvan aard. De tussenrapportage isalsbijlage Ebij ditrapportgevoegd.
Vervolgens heeft de rekenkamer de planning aangepast. Oplevering van het eindrapport werd voorzien me-
dio november 2004.
Op 17 november 2004 heefthetPresidium van de gemeenteraad van Maastrichtaan de rekenkamer verzocht
de periode tussen hetopenbaar maken van heteindrapporten de behandeling daarvan in de gemeenteraad
zo kortmogelijkte houden. De rekenkamer heeftditverzoekgehonoreerd en besloten heteindrapportte pre-
senteren op 11 januari 2005.
Het onderzoeksteam bestond uit de leden van de rekenkamer, waarbij mevrouw Ingrid Doerga als onder-
zoeksleider isopgetreden. Ernst& Young isingehuurd om de rekenkamer te ondersteunen bij financiële ana-
lyses.
6
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Ten behoeve van het onderzoek is op uitgebreide schaal documentatie bestudeerd. Deze documentatie is
opgevraagd bij de Raad van Bestuur Yonder/MTB, het college van burgemeester en wethouders van
Maastricht en de voorzitter van hetWerkvoorzieningschap Eijsden, Maastricht, Margraten en Meerssen.
Na bestudering van de documentatie heefteen uitgebreide financiële analyse plaatsgevonden en iseen 15-
talinterviewsafgenomen metvoormalige en huidige sleutelfiguren binnen Yonder/MTB, vertegenwoordigers
van de Raad van Commissarissen, aandeelhoudersen adviseurs. De interviewshebben plaatsgevonden met
het doel de geïnterviewden te confronteren met eerste bevindingen van de rekenkamer en daarnaast aan-
vullende informatie te verkrijgen over specifieke onderwerpen van onderzoek. Van alle interviews zijn ver-
slagen gemaaktdie voor akkoord zijn ondertekend door de geïnterviewden. Een drietalgeïnterviewden heeft
hetverslag nietondertekend. Zij hebben opmerkingen gemaaktdie overigensvoor de rekenkamer geen aan-
leiding zijn geweesthetverslag aan te passen. Welheeftde rekenkamer besloten de opmerkingen toe te voe-
gen aan hetverslag.
2.5 Opzet rapportage
De opzet van de voorliggende rapportage is als volgt. Na het voorwoord en het onderhavige hoofdstukover
de opzetvan hetonderzoekvolgtin hoofdstuk3 een beschrijving van de ontwikkelingen binnen Yonder/MTB
tot en met 2003. Hierin komen zowel de bestuurlijke en organisatorische als de financiële ontwikkelingen
aan bod, alsmede een beschrijving van de ontwikkelingen in de administratieve organisatie en de manage-
mentinformatie. De rekenkamer heefthiermee getrachtde gebeurtenissen binnen Yonder/MTB op een voor
een ieder leesbare wijze weer te geven.
Vervolgens zijn in hoofdstuk 4 de conclusies en aanbevelingen opgenomen. In de bijlagen van het rapport
worden de diverse onderzoeksbevindingen in groter detail weergegeven.
Totslotvan deze paragraafwordtopgemerktdatde rekenkamer voor de herkenbaarheid consequentde be-
naming `Yonder/MTB' gebruikt, ookalsdeze naam wordtgenoemd in een passage van ditrapportdie betrek-
king heeft op een periode waarin nog geen sprake wasvan een naamsverandering van het bedrijf.
---
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
3. Ontwikkelingen Yonder/MTB tot en met 2003
3.1 Inleiding
In dithoofdstukzetde rekenkamer de belangrijkste bestuurlijke, organisatorische en financiële feiten en ge-
beurtenissen binnen en in de directe omgeving van Yonder/MTB op een rij. De onderzoeksopdracht van de
rekenkamer richtzich primair op de ontwikkelingen bij Yonder/MTB in de periode van 2001 toten met2003.
Om deze in perspectief te kunnen plaatsen begint de rekenkamer echter met een terugbliknaar de periode
van 1998 tot en met 2000. Vervolgens komt de periode 2001 tot en met 2002 aan bod. In een aparte para-
graaf reconstrueert de rekenkamer de gebeurtenissen in het jaar 2003. Het hoofdstuk gaat verder met een
beschrijving van de belangrijkste resultaten van de financiële analyses die de rekenkamer heeft gemaakt.
Tot slot wordt ingegaan op de administratieve organisatie en de managementinformatie.
3.2 Bestuurlijke en organisatorische ontwikkelingen
De periode 1998-2000
De jaren 1998, 1999 en 2000 hebben voor Yonder/MTB in het teken gestaan van de ontwikkeling van een
nieuwe strategie en de vertaling hiervan in een nieuwe juridische en organisatiestructuur.
Belangrijke aanleiding voor de nieuwe strategie en structuur waren de veranderingen in de wetgeving van de
sociale werkvoorziening en de toenemende spanningen op de arbeidsmarkt. De nieuwe WSWdie vanaf1998
van kracht is houdt in dat de indicatiestelling onafhankelijk en objectief dient plaats te vinden met als ge-
volg datde doelgroep van SW-bedrijven `verzwaart' in termen van minder verdiencapaciteiten meer behoef-
te aan begeleiding. Er hoeftechter per definitie geen causale relatie te zijn tussen onafhankelijkheid van in-
dicatiecommissie en verzwaring van de doelgroep.
Een tweede kenmerkvan de nieuwe wet is dat de SW-bedrijven zich meer dan voorheen (`baan voor het le-
ven') nadrukkelijkop doorstroming van cliënten naar een reguliere baan moeten gaan richten. Totslotwordt
concurrentie mogelijk gemaakt door de exclusiviteit van de uitvoering van de WSW weg te halen bij de be-
staande SW-bedrijven.
Tegen deze achtergrond wilYonder/MTB zich profileren alseen maatschappelijke onderneming die naastde
traditionele zorgfunctie nadrukkelijk een bedrijfseconomisch principe hanteert. Van een loutere uitvoerder
van de WSW wil Yonder/MTB zich ontwikkelen tot een multifunctioneel reïntegratiebedrijf. Eind 1999 is de
nieuwe missie voor Yonder/MTB vastgesteld, met een horizon van minimaalvier jaar. Deze luidde alsvolgt:
"Yonder/MTB wil een organisatie zijn, die gespecialiseerd isin hetop bedrijfsmatige basisbieden van zoveel
mogelijk passend werk en relevante werk(ervaring) (in eigen bedrijven van Yonder/MTB of extern) aan ge-
handicapten en aan personen meteen achterstand op de arbeidsmarkt. Yonder/MTB wil deze missie realise-
ren door een zo hoog mogelijk maatschappelijk rendement te halen in haar sociale opdracht en daarbij te
streven naareen optimale financiële balansverhouding en economisch rendement om hetvoorde continuï-
teit noodzakelijke weerstandsvermogen te realiseren en te behouden."
De nieuwe strategie die volgt uit deze missie bestond uit drie pijlers:
· het opnemen van alle doelgroepen met een achterstand op de arbeidsmarkt;
· het ontwikkelen van doorstroomactiviteiten voor de hele Yonder/MTB-organisatie;
· het herstructureren van de organisatie met meer verantwoordelijkheden voor de clusters.
De herstructurering van de organisatie heeft de naam gekregen van DoMiOn. Dit anagram staat voor de drie te
onderscheiden clustersvan activiteiten te weten Doel(mensen), Middel(bedrijven) en Ondersteuning (facilitei-
ten). Alle bedrijven van Yonder/MTB zijn in één van deze clustersondergebracht. De bedrijven maken onderdeel
uit van het Yonder/MTB-concern en worden aangestuurd vanuit de NV. De implementatie van de nieuwe struc-
tuur is, metondersteuning door Deloitte & Touche in 2000 gestarten de bedoeling wasde operatie in 2002 afte
ronden. Door hetvertrekvan de algemeen directeur, hetgezichtvan DoMiOn, begin 2001 en hetaantreden van
zijn opvolger per 1 aprildatjaar isDoMiOn feitelijkruim voor afronding in de ijskastbeland. Om de gevoerde stra- 9
tegie vanaf2001 in perspectiefte kunnen plaatsen wordthierna kortingegaan op de kernelementen van DoMiOn.
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Het cluster Doel is in wezen het reïntegratiebedrijf dat mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt
plaatstop leer/werkplekken bij bedrijven binnen hetYonder/MTB-concern ofandere partijen op de arbeids-
markt. Door een op het individu gerichte aanpak(trajectbegeleiding) wordt gewerkt aan uitstroom naar een
reguliere baan. Onderdelen van hetcluster doelzijn de stichting Phoenix, Prolabor en Yonder/MTB detache-
ringen.
Het Middel om het doel te bereiken vormen de bedrijven waar mensen geplaatst worden die (nog) niet bij
een externe werkgever geplaatstkunnen worden. De Yonder/MTB-bedrijven die deeluitmaken van ditcluster
(metaalbedrijf, montage en verpakkingen, grafisch bedrijf, hoveniersbedrijf, bouw- en bestratingsbedrijf, al-
gemene diensten en facilitair bedrijf) worden meer dan in hetverleden gezien alseen middel- werkervaring
opdoen - om hetdoel uitstroom - te bereiken. De bedrijven krijgen hiermee een dubbele opdracht. Aan de
ene kantmoeten zij zorgen voor begeleiding en opleiding van medewerkersgerichtop doorstroming, aan de
andere kant hebben zij een commerciële doelstelling om inkomsten te genereren uit bedrijfsactiviteiten.
Hetcluster Ondersteuning verzorgtde faciliteiten die nodig zijn om de missie van Yonder/MTB te realiseren.
In dit cluster wordt de financiële taakstelling van Yonder/MTB bewaakt. Het cluster treedt op als een soort
participatiemaatschappij, die op basisvan bedrijfsplannen afspraken maaktmetde Yonder/MTB-bedrijven
ofexterne partnersover financiering en te leveren resultaten. Hetcluster fungeertdaarnaastalsfaciliterend
bedrijvencentrum datde Yonder/MTB-bedrijven naasthuisvesting ookeen aantalondersteunende diensten
biedt, zoalscontrolling, financiële administratie en bestuurlijke informatievoorziening. De concentratie van
deze diensten beoogt eenduidigheid van het bedrijfsbeleid en synergievoordelen te realiseren.
Op 1 januari 2000 isformeel, na een grondige voorbereiding, de stichtingsvorm vervangen door de NV-vorm.
Mede op verzoekvan de lokale overheden isvoor deze vorm gekozen om de maatschappelijke, politieke en
bedrijfsmatige verantwoordelijkheden beter te kunnen scheiden.
Binnen deze structuur isde directie van Yonder/MTB Regio MaastrichtNVverantwoordelijkvoor de exploita-
tie van de vennootschap, zijn de individuele gemeenten aandeelhouder van de NVen treden gemeenten via
het Werkvoorzieningschap gezamenlijk op als inkoper van WSW-arbeidsplaatsen. Tien procent van de aan-
delen zijn in handen van de stichting Belangen Gehandicapten Yonder/MTB.
De stichting Phoenix wordt in deze constructie gezien als uitvoerder van WIW en REA-trajecten voor de aan
haar deelnemende gemeenten.
De uitvoering van de WSW is sinds 1 januari 1999 de verantwoordelijkheid van het Werkvoorzieningschap
Eijsden, Maastricht, Margraten en Meerssen. Daarvoor was er een gemeenschappelijke regeling (WGR) van
kracht. Het Schap heeft Yonder/MTB aangewezen als uitvoeringsorganisatie. Elk jaar maken het Schap en
Yonder/MTB afspraken met elkaar over de te leveren prestaties en de vergoeding die daar tegenover staat.
De afspraken worden vastgelegd in jaarlijkse uitvoeringsovereenkomsten. Door deze aanpak en de belan-
gen van de gemeenten als aandeelhouder van de NV is van concurrentie, die door de nieuwe WSW sinds
1998 mogelijkis, nog nauwelijks sprake.
De periode 2001-2002
Methetvertrekvan de heer L. Schunkper 1 februari 2001, algemeen directeur van Yonder/MTB sinds1988,
en het aantreden van de heer E. Scipio per 1 april 2001, wordt een belangrijkomslagpunt gemarkeerd in de
wijze van besturing van Yonder/MTB.
Zo alshiervoor beschreven isin 2000, na goedkeuring door de Raad van Commissarissen en de aandeelhou-
ders, een nieuwe koersingeslagen en gestartmetde invoering van een nieuwe organisatiestructuur. Metdit
gegeven ismen op zoekgegaan naar een nieuwe algemeen directeur. De heer Scipio heeftzich tijdensde se-
lectieprocedure en de periode direct na zijn aantreden geschaard achter de gemaakte keuzes.
Voor zover bekend heeft hij bij zijn aanstelling geen voorbehoud gemaakt bij de opdracht van de Raad van
Commissarissen om voortvarend aan de slag te gaan met de uitvoering van de gekozen strategie en de in-
voering van de nieuwe organisatiestructuur.
In de vergadering van aandeelhoudersop 23 mei 2001 presenteertde algemeen directeur zijn eerste indruk-
ken van Yonder/MTB. Hij noemt tijdens die gelegenheid Yonder/MTB een goed, solide en financieel gezond
bedrijf met een sterkimago, goede producten en enorm betrokken medewerkers.
10
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
De algemeen directeur presenteert mede namens het directieteam in augustus 2001 een nieuwe missie en
strategie (`Missie, visie en concernstrategie 2001-2004', hierna te noemen `de strategienota 2001-2004').
Voor het realiseren van de strategie is een zeer globale investeringsraming opgenomen voor een totaalbe-
drag van D 2,6 miljoen voor de periode 2001-2004. Het strategiedocument wordt in november van datzelf-
de jaar goedgekeurd door zowel de Raad van Commissarissen als de Algemene vergadering van
Aandeelhouders. De nieuwe missie wordt alsvolgt geformuleerd:
"Yonder/MTB Regio MaastrichtNV biedtvanuiteen all-care conceptmensen op de reïntegratiemarkthetper-
spectief op een arbeidsplaats, een werkervaringsplaats en de begeleiding naar dit perspectief. Als het toe-
gevoegde waarde heeft, zetYonder/MTB hierbij de eigen bedrijven in die actief zijn op de toeleveringsmarkt.
Centraal in de werkwijze staan de continuïteitvan arbeidsparticipatie, de ontwikkeling van talenten van men-
sen en hetzelf regelend vermogen van mensen. Yonder/MTB realiseertditmetgetalenteerde betrokken mede-
werkers die gemotiveerd zijn en plezierhebben in hun werk.
Heteffecthiervan zal financieel-economisch rendementzijn, waarmee de continuïteitvan Yonder/MTB op lan-
gere termijn wordt gegarandeerd."
In de nieuwe strategie wil Yonder/MTB zich profileren en positioneren als ambitieus reïntegratiebedrijf. De
Yonder/MTB-bedrijven in de industrie en de dienstverlening leveren de werkplekken voor mensen in een re-
ïntegratieproces. Yonder/MTB ontwikkelthiervoor een eigen reïntegratieconcept. Yonder/MTB ontplooitac-
tiviteiten op de publieke en private markt en wil op de consumentenmarkt een speler van formaat worden.
Om de strategische doelen te bereiken investeert Yonder/MTB in de periode tot en met 2004 in een aantal
speerpunten: innovatie en kwaliteit, marketing en PR, samenwerking metandere bedrijven (participatiesen
strategische allianties) en Human Resource Management. Met de kennis die nu beschikbaar is valt op dat
Yonder/MTB in 2001 investeringen in de informatievoorziening en -systemen niet als speerpunt definieert.
Deze worden blijkbaar niet alsvoorwaarde voor realisatie van de strategische doelen gezien of - meer waar-
schijnlijk- alsvoldoende aanwezig geacht.
De organisatiestructuur wordtin vergelijking metDoMiOn op een aantalpunten aangepast. Doelisde struc-
tuur optimaal te laten aansluiten op de marktstructuur en het zelfregelend vermogen van medewerkers te
stimuleren. Het besturingsmodel is te typeren als decentralisatie waar mogelijken centralisatie waar effici-
ënt. Door decentralisatie van sociale zaken en controlling, in ditgevalhettoevoegen van een personeelsad-
viseur en een controller per bedrijf, werd hetprincipe van integraalmanagementvormgegeven. Op concern-
niveau zijn de afdelingen Marketing en PR en Research en Developmentnieuw. Ter vergelijking worden hier-
na de beide organogrammen geschetst.
---
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Begin 2000 ten tijde van de operatie DoMiOn zag de organisatiestructuur er alsvolgt uit:
Raad van Bestuur
Cluster
Cluster Doel Cluster Middel Ondersteuning
Prolabor Montage en Financiële diensten
(uitzendbureau) verpakken (o.a. controlling)
Sichting Phoenix Grafisch bedrijf ICT diensten
Huisvestings-
MTB Detachering Metaal bedrijf diensten
Bouw- en Technische
bestratingsbedrijf ondersteuning
Facilitair bedrijf
Hoveniersbedrijf
Algemene diensten
De organisatiestructuur eind 2002 (anno 2004 nog actueel) kan schematisch alsvolgtworden weergegeven:
Raad van Bestuur
Marketing & PR Financiën & ICT
R & D Secretariaat
Zakelijke Preventie & Consumenten
Industrie Woon-zorg diensten
Dienstverlening Reïntegratie dienstverlening
Montage en
Hoveniersbedrijf MTB Detacheringen
verpakken
Bouw- en Grafisch Thieme Sichting Phoenix
bestratingsbedrijf Yonder Media (WIW, REA, ITB)
Facilitair bedrijf Prolabor
Metaal bedrijf (uitzendbureau)
Algemene diensten Rijwielen/wielen
Logistieke
dienstverlening
12
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Watopvaltisdatde organisatiestructuren in de kern nauwelijksvan elkaar verschillen. Hetcluster Middelen
is opgeknipt in een business unit zakelijke dienstverlening en een business unit industrie. In 2002 zijn aan
de structuur twee onderdelen toegevoegd, te weten consumentendienstverlening en woon-zorg diensten. In
beide onderdelen zijn nog nauwelijksactiviteiten ondergebracht. De uitbreiding van de organisatie middels
overnames en participaties heeft tot en met 2003 maar beperkt plaatsgevonden. De overnames van enige
omvang beperken zich tothethoveniersbedrijfOosterloo en de Maastrichtse Buurtbeheerbedrijven. In 2002
zijn Polygarde en Thieme Yonder overgenomen. Activiteiten van deze bedrijven zijn tot2004 zeer beperktvan
omvang gebleven.
De juridische structuur iszowelin 2000 alsin 2003 complexte noemen. Een grootaantalBV'sisop een niet
erg logische wijze opgehangen aan de holding. Transparantishetzeker niette noemen. De juridische struc-
tuur is nauwelijks te vertalen in de organisatiestructuur.
In de periode van 2000 tot en met 2003 is sprake van inkrimping van de directie. Het directieteam bestond
in 2000 uit vijf leden. Eind 2003 heeft de Raad van Bestuur twee leden. Het afscheid van minimaal twee di-
rectieleden gaat met een arbeidsconflict gepaard.
Een ander feit is medio 2002 het vertrek van de politieke bestuurders als leden van de Raad van
Commissarissen. Vanaf dat moment zijn de aandeelhouders niet langer via een wethouder vertegenwoor-
digd in de Raad van Commissarissen. Met ingang van 1 januari 2003 treedt een nieuwe president van de
Raad van Commissarissen aan.
Reconstructie van het jaar2003
Hetjaar 2003 isvoor Yonder/MTB alsbuitengewoon turbulentte bestempelen. Hieronder zetde rekenkamer
de belangrijkste gebeurtenissen op een rij. Belangrijke bron voor de reconstructie vormen de door
Yonder/MTB beschikbaar gestelde notulen van de vergaderingen van de Raad van Bestuur, Raad van
Commissarissen en aandeelhouders.
· In februari 2003 komt de Raad van Bestuur met een nota `Herijking missie, visie en strategie Yonder/MTB
2001-2004'. Van herijking iseigenlijkgeen sprake. De nota bevatmeer een bevestiging van de in 2001 ge-
kozen strategie. Er vindtgeen bijsturing plaatsnaar aanleiding van nieuwe inzichten, ontwikkelingen in de
omgeving ofgerealiseerde exploitatieresultaten. In de nota worden de in 2001 geformuleerde strategische
doelstellingen nietgeëvalueerd. De strategische doelstellingen toten met2004 worden onverkortoverge-
nomen. Deze zijn zeer ambitieuste noemen (bijvoorbeeld 50% omzetgroei toten met2004 in de industri-
ële markt, 50% omzetgroei in de dienstverlenende markt, 50% omzetgroei in de preventie- en reïntegra-
tiemarkt, groei van de eigen vermogenpositie naar 25% en financieelrendementvan 10%). Hetdocument
heeft meer het karakter van een organisatie- respectievelijk werkplan dan van een strategieplan.
Yonder/MTB zet nadrukkelijkin op de ontwikkeling richting een modern preventie- en reïntegratiebedrijf.
Onduidelijkiswatde relatie istussen hettraditionele SW-bedrijfen deze relatiefnieuwe en watbetreftom-
vang nog beperkte activiteiten. De diverse afwegingen die spelen bij een - hybride - bedrijfalsYonder/MTB
worden slechts impliciet gemaakt. De groeidoelstellingen moeten gerealiseerd worden door het aangaan
van strategische alliantiesen autonome groei. De lijstvan voorgenomen acquisitiesisomvangrijk. Een be-
drijfsplan per casus is door de rekenkamer niet aangetroffen.
· De aandeelhoudersstellen in de vergadering van 14 maart2003 de jaarrekening 2002 vast. Hetresultaat
isD343.000 negatief(exclusiefresultaatstichting Phoenix). Alsoorzaken worden genoemd de sterkachter-
blijvende omzetbinnen vooralde industriële sector alsgevolg van economische krimp, de implementatie
van de nieuwe strategie met daaraan gekoppeld de organisatieverandering en investeringen in het nieu-
we preventie- en reïntegratieconcept. De vooruitzichten voor het eerste kwartaal 2003 worden goed ge-
noemd. Een prognose voor heel2003 isniette geven. Mede geletop de ontwikkelingen in Irakisgeen voor-
spelling langer dan twee maanden te doen, aldus de Raad van Bestuur Yonder/MTB.
De gemeente Maastricht als aandeelhouder vraagt wat de gevolgen voor Yonder/MTB zijn van de ongun-
stige economische ontwikkelingen en veranderingen in hetkabinetsbeleid. Zij verzoekteen risicoanalyse
uitte werken. De gemeente vraagtzich ookafofde gekozen strategie moetworden bijgesteld. De Raad van
Bestuur antwoordthierop door te stellen datde gekozen strategie de juiste isom te groeien en antwoorden
te geven op de dynamiekvan de markt. Ditallesom de continuïteitvan hetbedrijfte kunnen waarborgen.
13
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
· Uitde notulen van de bijeenkomstvan de Raad van Commissarissen op 16 mei 2003valtop te maken dat
de Raad van Bestuur optimistisch is. Aan de Raad van Commissarissen wordt aangegeven dat het tekort
van heteerste kwartaal2003 ad D 31.000, conform begroting is. De prognose 2003 zieter goed uit. De or-
derportefeuille is goed gevuld. Het hele jaar zal, naar verwachting van de Raad van Bestuur, uitkomen op
het geprognosticeerde resultaat (kosten en inkomsten in evenwicht).
· De Raad van Bestuur geeft verder aan dat de komende periode prioriteit zal worden gegeven aan kosten-
reductie, waaronder het stopzetten van investeringen in concernprojecten. Door de Raad van
Commissarissen wordtin dezelfde bijeenkomstnog opgemerktdathetresultaatvertekend wordtdoor re-
latiefhoge rijksbijdrage ten opzichte van de loonkosten. De Raad van Bestuur merktop datde loonkosten
nagenoeg volledig gedektzullen worden door de te ontvangen subsidie.
· Op 22 september 2003 schetst de Raad van Bestuur onverkort een optimistisch beeld van de actuele si-
tuatie en hetperspectiefvan Yonder/MTB. Tijdenseen bijzondere bijeenkomstop KasteelRijckholt, waar-
voor vertegenwoordigersvan de aandeelhouderszijn uitgenodigd, wordtde nieuwe naam Yonder/MTB ge-
ïntroduceerd. Volgensaanwezigen wordtop geen enkele manier een signaalafgegeven dater sprake isvan
financiële problemen, in welke vorm en omvang dan ook.
· In de bijeenkomstvan de Raad van Commissarissen op 17 oktober 2003 wordtduidelijkdatYonder/MTB
in zwaar financieel weer terecht is gekomen. De resultaten van een gezamenlijk onderzoek door de huis-
accountant en de nieuw aangetreden concerncontroller worden gepresenteerd. De begroting 2003 blijkt
nietgeschiktalssturingsinstrument. De ramingen van kosten en inkomsten zijn dubieus. Analysesontbre-
ken en als ze er zijn komen deze veel te laat beschikbaar. Toelichting op financiële resultaten is te sum-
mier, betrouwbare prognoses ontbreken. De administratieve organisatie en de financiële systemen zijn
niet aangepastvoor het nieuwe decentrale besturingsmodel. Als financiële risico's worden genoemd: de-
biteurenbewaking, liquiditeitspositie, verplichtingen concernafdelingen, tussenrekeningen en onderhan-
den werken urenverantwoording.
Een voorspelling van de resultaten in 2003 is moeilijk te geven. Als voorzichtige raming wordt een nega-
tief resultaat van circa D 675.000 genoemd. Maar er zijn nog veel onzekerheden, onder andere de te ont-
vangen subsidies en inzicht in de aangegane verplichtingen. De Raad van Commissarissen verzoekt de
Raad van Bestuur om allesop alleste zetten om zo snelmogelijkeen betrouwbare prognose op te stellen.
In dezelfde bijeenkomst wordt ookgemeld dat de operationele financiële sturing begin oktober is wegge-
haald bij de directeur financiën en ondergebracht bij de voorzitter van de Raad van Bestuur.
De Raad van Commissarissen besluit om de aandeelhoudersvooralsnog niet te informeren over de finan-
ciële problemen. Zij acht dit met alle onzekerheden nog te vroeg.
· De begroting 2004 (3 december 2003) sluit, bij ongewijzigd beleid, meteen negatiefexploitatiesaldo van
D 3,6 miljoen De Raad van Bestuur schrijftditmetname toe aan de dalende rijkssubsidie WSW, waardoor
er onvoldoende dekking is voor de loonkosten WSW. Als oplossing voor het geraamde tekort worden aan
de aandeelhouders twee scenario's gepresenteerd:
- Een going concern aanpakzonder kostenmaatregelen, waarbij het tekort naar verwachting oploopt tot
D 4,7 miljoen in 2006 en een financieringsbehoefte te verwachten isvan in totaal D 13 miljoen.
- Hetdoorvoeren van kostenreductiesen hetontwikkelen van nieuwe business. Ditscenario resulteertin
een bescheiden positief resultaat in 2006, maar vergt ook een financieringsbehoefte van ruim D 8 mil-
joen.
· In de vergadering van 12 december 2003informeertde Raad van Bestuur de aandeelhoudersover de ont-
stane financiële problemen. De voorzitter van de Raad van Bestuur doetverslag van hetuitgevoerde onder-
zoekzoalsdatookop 17 oktober aan de Raad van Commissarissen isgepresenteerd. Hij verwachtnu een
negatiefresultaatvan minimaalD 800.000 en geeftaan dathettekortdoor diverse onzekerheden nog kan
oplopen met D 200.000. Als maatregelen die na constatering van de problemen zijn getroffen noemt hij
een vacaturestop, een investeringsstop, harde sturing op kosten en een projectvoor kwaliteitsverbetering
van de financiële informatie, administratieve organisatie en decentrale financiële processen. Op de vraag
waarom de aandeelhouders niet eerder zijn geïnformeerd antwoordt de voorzitter van de Raad van
Commissarissen dat in oktober 2003 het nog niet duidelijk was of er voor 2003 daadwerkelijk een nega-
tief resultaat zou worden geboekt. Reden hiervoor was enerzijds de definitieve subsidiebeschikking SW
14
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
die veelal bepalend is voor het uiteindelijke resultaat en anderzijds de onduidelijkheid die bestond over
de financiële sturing. Men wilde onnodige onrustvoorkomen.
De aandeelhouders besluiten om de begroting 2004 met daarin de twee genoemde scenario's te laten
toetsen door een externe partij. KPMG krijgtvan de Raad van Commissarissen van Yonder/MTB de opdracht
om het onderzoek(een quickscan) uitvoeren.
· Begin februari 2004komtKPMG metzijn bevindingen. KPMG blijktzeer kritisch over hetdoor Yonder/MTB
gevoerde beleid en geformuleerde plannen. Door Yonder/MTB zelf - maar ook in de politieke beraadsla-
gingen - wordt echter nadrukkelijkde aandacht gevraagd voor de constatering van KPMG dat de strategie
van Yonder/MTB principieel juist is.
Maar KPMG kraaktvervolgensharde noten over de ontwikkeling van de New Business(resultaten zijn zeer
ongewis, nauwelijks planmatige aanpak) en het relatief lage rendement van de lopende bedrijfsactivitei-
ten. Yonder/MTB kentin de ogen van de onderzoekerseen hoog risicoprofiel. Ookde begroting 2004 voor
de kernactiviteiten wordtzeer ambitieus genoemd.
Een aantal constateringen:
· De kern van de in 1999 geformuleerde missie en strategie staat, ondanks een aantal andere accenten,
anno 2004 nog steeds overeind. Zonder over te gaan tot tekstanalyse is de missie 2001 qua inhoud en
strekking nagenoeg identiekaan die van 1999.
· De organisatiestructuur die onder de vlag van DoMiOn in de steigersisgezetverschiltin de kern maar wei-
nig van de structuur die vanaf2001 onder regie van de nieuwe algemeen directeur isingevoerd. De juridi-
sche structuur (diverse BV's onder de NV) blijft onveranderd complex en weinig transparant. Het essenti-
ële verschilbestaatuithetbesturingsmodel. Hethuidige modelkenmerktzich door een vergaande decen-
tralisatie van bevoegdheden en ondersteunende diensten naar de businessunits/bedrijven. Het vorige
besturingsmodel ging uitvan centrale financiële sturing op concernniveau.
· De trendbreuk in 2001 lijkt veel meer te maken te hebben met tempo, besturingsmodel en leiderschaps-
stijl. Vanaf 2001 doet in jaarverslagen en nota's een modieus jargon zijn intrede. Yonder/MTB afficheert
zich steedsnadrukkelijker alseen normaalbedrijfen veelminder alseen specifiekbedrijfdatde WSWuit-
voert. Een nieuwe naam en huisstijl, veelaandachtvoor de ontwikkeling van de competentiesvan hetma-
nagement (management development), veel energie van het management gericht op samenwerking en
overnames en denken in termen van businessportfolio's en branding van het reïntegratieconcept passen
in dit beeld.
· In de strategie in hetkader van DoMiOn werd netalsnu Yonder/MTB alsreïntegratiebedrijfgepositioneerd,
met daarbij aandacht voor strategische allianties en participaties in andere bedrijven om de doelstellin-
gen te realiseren.
· Uit het strategiedocument van augustus 2001 wordt niet goed duidelijk waarom de eind 1999 uitgestip-
pelde koers moet worden verlegd en de ingezette organisatieverandering moet worden stilgelegd. Ookin
de beraadslaging door de Raad van Commissarissen en aandeelhouders wordt deze vraag niet gesteld.
3.3 Financiële ontwikkelingen
3.3.1 Inleiding
De rekenkamer heeftde ontwikkeling van de financiële positie en hetresultaatvan Yonder/MTB in kaartge-
bracht en vervolgens geanalyseerd. Hoewel de stichting Phoenix juridisch geen onderdeel uitmaakt van de
Yonder/MTB-organisatie, iszij welin hetonderzoekbetrokken. Reden hiervoor isdatYonder/MTB zelfde cij-
fersvan de stichting Phoenixin de meerjarenbegroting voor de jaren 2001-2004, als onderdeelvan de stra-
tegienota 2001-2004, heeft geconsolideerd. Bovendien maakt de stichting Phoenix functioneel onderdeel
uitvan de Yonder/MTB-organisatie.
15
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
In de paragrafen hierna worden in het kort de belangrijkste bevindingen ten aanzien van de financiële ana-
lyse van de ontwikkelingen binnen Yonder/MTB besproken. Achtereenvolgens komt de begroting versus re-
alisatie aan de orde alsmede de ontwikkelingen in de balansen de resultatenrekening. De volledige uitwer-
king van de analyses is opgenomen in de bijlagen A en B.
3.3.2 Begroting nieuwe strategie versus de werkelijkheid
De financiële paragraaf in de strategienota 2001-2004 bevat een meerjarenprognose Yonder/MTB Regio
MaastrichtNVen stichting Phoenixtezamen. De financiële onderbouwing van de gepresenteerde prognoses
over de jaren 2001 tot en met 2004 is gebrekkig. In feite bestaat de financiële paragraaf in het rapport uit:
· De gecomprimeerde projectie van de geconsolideerde exploitatierekening Yonder/MTB Regio Maastricht
NV, inclusief stichting Phoenix, voor de jaren 2001 tot en met 2004.
· De gecomprimeerde projectie van de geconsolideerde balansvan Yonder/MTB Regio MaastrichtNV, inclu-
sief stichting Phoenixvoor de jaren 2001 tot en met 2004.
· De investeringen 2002-2004, groot NLG 5.700.000, zijnde een gecomprimeerde weergave van de kosten
die samenhangen met de implementatie van de nieuwe strategie.
· Een gecomprimeerde en onsamenhangende weergave van de investeringen c.q. inspanningen in bepaal-
de bedrijfsonderdelen.
Bovenstaande projectiesvoor de jaren 2001 toten met2004 zijn op een hoog abstractieniveau beschreven,
een onderbouwing isnietaangetroffen. Eveneensontbreekteen nadere uitwerking in de vorm van gedetail-
leerde jaarplannen, op basis waarvan sturing en beheersing van de organisatie c.q. de processen kunnen
plaatsvinden. Hierdoor is slechts een globale analyse mogelijk van de verschillen tussen de begroting vol-
gensde strategienota 2001-2004 en de realisatie. Niettemin heeftde rekenkamer de oorspronkelijke begro-
tingen voor de jaren 2001 tot en met 2003 afgezet tegen de uitkomsten van de exploitatie in de jaren 2001
tot en met 2003.
2001
Het jaar 2001 is nagenoeg break-even afgesloten. Hetverliesvan de stichting Phoenix, groot (afgerond)
D 270.000, kon nagenoeg gecompenseerd worden met het positieve resultaat van Yonder/MTB Regio
Maastricht NV, groot (afgerond) D 238.000. Ten opzichte van de begroting betekent dit een afwijking in ne-
gatieve zin in het exploitatieresultaatvan (afgerond) D 1.130.000.
Het lagere resultaat is te verklaren uit het feit dat de toegevoegde waarde 2001 van Yonder/MTB (afgerond)
D 1.250.000 lager isuitgevallen dan begroot. Daar staattegenover datde overige opbrengsten van de stich-
ting Phoenix, bestaande met name uit de inleenvergoedingen, circa D 1 miljoen hoger zijn uitgevallen dan
begroot.
De bijdragen van het rijk en lagere overheden zijn in 2001 (afgerond) D 300.000 lager uitgekomen dan be-
groot. Per saldo betekentditdatde totale opbrengsten in 2001 (afgerond) D 500.000 lager zijn uitgekomen
dan oorspronkelijkbegroot. De totale bedrijfslasten zijn circa D 600.000 hoger dan begroot. Deze afwijking
ismetname te verklaren uit de toename van de loonkosten van hetpersoneel, nietzijnde de doelgroep, met
(afgerond) D 800.000.
2002
Over het jaar 2002 was een geconsolideerd exploitatieresultaat voorzien van nihil. Uiteindelijk is het jaar
2002 afgesloten met een negatief resultaat groot (afgerond) D 1,2 miljoen. Geconcludeerd kan worden dat
het lagere resultaat ten opzichte van de begroting met name veroorzaakt is door het achterblijven van de
groei van de toegevoegde waarde, terwijl de loonkosten van de personeelsleden, niet zijnde de doelgroep,
aanzienlijkzijn toegenomen. Bovendien namen de overige bedrijfskosten metD 300.000 sterker toe dan be-
groot. In de begroting wasoverigensreedsrekening gehouden metcirca D 900.000 aan kosten nieuwe stra-
tegie, terwijlvoortsin 2002 een activering van kosten heeftplaatsgevonden onder immateriële vaste activa
van (afgerond) D 400.000.
Door hetlaten vrijvallen van bepaalde voorzieningen c.q. reserveringen, kon hetnegatieve resultaatin 2002
nog enigszinsworden gematigd. Operationeelwasin 2002 in feitalsprake van een sterke stijging van de be-
drijfslasten (afgerond D 3,8 miljoen exclusiefvrijvalvoorzieningen), welke slechtsten dele goed gemaaktkon
16
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
worden door een toename van de opbrengsten (circa D 1,3 miljoen).
2003
In 2003 iseen zeer substantiële afwijking ontstaan tussen hetbegrote resultaatgrootD 400.000 en hetdaad-
werkelijke gerealiseerde resultaat, negatief (afgerond) D 3 miljoen (Yonder/MTB (afgerond) D 2.330.000 en
stichting Phoenix D 660.000). Deze negatieve afwijking van het exploitatieresultaat, groot (afgerond) D 3.4
miljoen kan alsvolgt worden verklaard.
De bijdrage van het Rijk is weliswaar afgenomen, maar deze afname is bij de stichting Phoenix gecompen-
seerd door extra inkomsten. Hierdoor isvoor Yonder/MTB en stichting Phoenixin 2003 geen zogenaamd gat
aanwezig tussen de van het rijkontvangen bedragen tezamen met de door stichting Phoenix gegenereerde
omzetten (metname inleenvergoedingen, REA-opbrengsten en opbrengsten jongerenloket), versusde loon-
kosten van de doelgroep inclusief additionele kosten.
Hetverschil tussen de begroting en de realisatie is dan ookmet name veroorzaakt door enerzijds de hogere
onkosten van personeelbij Yonder/MTB-Phoenix, nietzijnde de doelgroep, waartegenover gedeeltelijkextra
opbrengsten van de overheid (in casu de gemeente Maastricht) staan in de vorm van de inkomsten uitbuurt-
beheerbedrijven. De extra toegevoegde waarde uitnieuwe activiteiten c.q. marktgerichtere activiteiten, wel-
ke de hogere personeelskosten (meer dan) zouden moeten compenseren, isin 2003 nietgerealiseerd. Voorts
zijn de overige bedrijfskosten aanzienlijktoegenomen en dragen zij voor (afgerond) D 1,9 miljoen bij aan de
negatieve afwijking ten opzichte van de begroting.
Hierbij dient in aanmerking genomen te worden dat in de begroting reeds rekening was gehouden met een
aanzienlijke toename van de bedrijfskosten.
Kosten verbonden aan de uitvoering van de strategienota 2001-2004
Zoals reeds eerder aangegeven zijn de kosten verbonden aan de invoering van de nieuwe strategie slechts
zeer globaal onderbouwd en begroot. Gebleken is dat de Raad van Commissarissen en de aandeelhouders
de stellige overtuiging hadden dat de kosten beperkt zouden blijven tot het in de strategienota 2001-2004
genoemde bedrag van NLG 5.600.000 (D 2.541.169).
Een confrontatie van de begrote kosten van de nieuwe strategie en de in de jaren 2001 tot en met 2003 ge-
maakte kosten is niet mogelijk. Dit vanwege het ontbreken van gedetailleerde budgetten per kostensoort,
hetnietaanwezig zijn van een deugdelijke administratieve organisatie rond de (afzonderlijke) registratie van
de kosten verbonden met de nieuwe strategie en het onvoldoende benoemd zijn van de kosten samenhan-
gend met de nieuwe strategie. Voorts wordt door het frequent wijzigen van de waarderingsgrondslagen de
beoordeling bemoeilijkt.
Geconstateerd kan evenwel worden dat de totale kosten in de jaren 2001 tot en met 2003, welke toe te wij-
zen zijn aan de nieuw ingezette strategie, het bedrag van D 2.540.000 ruimschoots hebben overschreden.
Zo hebben de kosten van marketing, verbonden aan de inhuur van één leverancier, (afgerond) D 840.000
bedragen, ten opzichte van de begrote D 227.000. Van de investeringen in materiele vaste activa, in de ja-
ren 2001 tot en met 2003 een bedrag groot (afgerond) D 4.2 miljoen heeft naar schatting een bedrag groot
D 1.748.000 te doen metICT-investeringen verbonden aan de ingezette nieuwe strategie. Hetklant- en mede-
werkerstevredenheidsonderzoek heeft D 170.000 aan kosten met zich meegebracht, ten opzichte van een
begrote postvan D 113.000.
Gesteld kan worden datmetname in de jaren 2002 en 2003 de bedrijfskosten over de gehele linie duidelijk
zijn toegenomen. Incidenteeldan welstructureelzijn metname in de volgende kostenposten duidelijke toe-
names aangetroffen:
· (loon-)kosten personeel, nietzijnde de doelgroep
· kosten van medische/arbozorg
· reiskosten doelgroep
· werkkleding
· onderhoud ICT
· leasekosten/reiskosten personeel, nietzijnde de doelgroep
· accountantskosten
· kosten van consultants
· communicatiekosten
17
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
· vergader- en representatiekosten
· kosten van jaarverslagen
· pensioenpremies
3.3.3 Ontwikkelingen in de balans
Activering van activa
De door de jaren 2001 toten met2003 toegepaste waarderingsgrondslagen metbetrekking totde activering
van immateriële en materiële activa zijn niet consequent toegepast. Als voorbeeld hiervan zijn aan te voe-
ren de kosten van naamswijziging welke voor een bedrag groot D 401.000 in 2002 op de balanszijn geacti-
veerd, terwijl in de overige jaren dergelijke kosten ten laste van de exploitatierekening zijn gebracht. Door
deze werkwijze isin 2002 hetresultaatvoor D 330.000 ontlast, zijnde de geactiveerde kosten ad D 401.000,
onder aftrek van de ten laste van 2002 gebrachte afschrijvingslasten. Activering van de kosten verbonden
aan de strategienota 2001-2004 was in de oorspronkelijke begrotingen nietvoorzien.
In de jaren 2001 tot en met 2003 hebben meerdere investeringen in materiële vaste activa plaatsgevonden
welke betrekking hebben op de strategienota 2001-2004.
De begroting van betreffende investeringen in de strategienota 2001-2004 was echter hoofdzakelijk op
hoofdlijnen aangegeven. Hierdoor is niet eenduidig te bepalen welke investeringen in de jaren 2001 tot en
met 2003 directverband houden met de nieuwe strategie.
Eigen vermogen
Heteigen vermogen van Yonder/MTB issinds1998 gehalveerd (van D 4,4 miljoen eind 1998, naar D 2,1 mil-
joen eind 2003). In die periode is D 1,1 miljoen aan dividend, zijnde de positieve resultaten van de jaren
1999 en 2000, aan de aandeelhouders uitgekeerd.
Het eigen vermogen van de stichting Phoenix is eind 2003 gereduceerd tot nagenoeg nihil. Eind 2000 be-
droeg het eigen vermogen nog ruim D 1,8 miljoen.
Voorzieningen en reserveringen
Voorziening wachtgeld
De voorziening wachtgeld isin 1998 alsgevolg van een stelselwijziging gevormd ten laste van heteigen ver-
mogen. Het resultaat over 1998 is hierdoor niet beïnvloed. Tot en met 2001 is de voorziening gevoed door
storting van de (ingehouden) pseudo-premiesWWen wasdeze voorziening bestemd voor hetopvangen van
de kosten van de wachtgeldverplichtingen. Een onderbouwing van deze voorziening over de jaren 1998 tot
en met2001 wasnietvoorhanden. De huisaccountantheeftditin haar rapportageseveneensopgemerkt. De
directie heeftde huisaccountantdestijdsechter verzekerd datde voorziening noodzakelijkwas. De vorming
van een dergelijke voorziening is wettelijkniet toegestaan.
In 2002 heeft een stelselwijziging plaatsgevonden ten aanzien van de waardering van de voorziening. Tot
2002 wasde betreffende voorziening bedoeld om (ingegane) wachtgelduitkeringen te kunnen betalen. Vanaf
2002 is de voorziening gevormd ten behoeve van het opvangen van de kosten van afvloeiingsregelingen in
zijn algemeenheid. Hiervoor is in 2002 een bedrag ten laste van de resultatenrekening gedoteerd van
D 1.077.000, terwijlvoor D 555.000 betalingen van afvloeiingskosten ten laste van de voorziening hebben
plaatsgevonden.
In 2003 heeft wederom een stelselwijziging plaatsgevonden. De voorziening ultimo 2003 is uitsluitend ge-
vormd ten behoeve van de daadwerkelijkingegane wachtgeldverplichtingen. De facto heeftin 2003 een ont-
trekking aan de voorziening plaatsgevonden van geëffectueerde afvloeiingen, grootD 273.000, en heefteen
vrijval ten gunste van de resultatenrekening plaatsgevonden groot D 684.000.
Ultimo 2003 waren aanzienlijke kosten van afvloeiing van personeelte verwachten, uithoofde van vóór ba-
lansdatum genomen afvloeiingsbeslissingen. Hiervoor is ultimo 2003 geen voorziening gevormd, noch is
hiervan in de toelichting op de jaarrekening melding gemaakt.
18
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Voorziening groot onderhoud
De voorziening groot onderhoud is in 1998 gevormd ten laste van het eigen vermogen ten behoeve van het
plegen van groot onderhoud aan de onroerende zaken welke eigendom zijn van de onderneming.
De omvang van deze voorziening ultimo 1999 is volgens de huisaccountant, naar hen is medegedeeld, ge-
baseerd op een intern opgesteld onderhoudsplan uit 1999.
De voorziening is in 2001 evenals in 2000 niet gewijzigd. De voorziening ultimo 2001 is volgens de rappor-
tage van de huisaccountantgebaseerd op een beknoptintern opgesteld onderhoudsplan uitvoorgaande ja-
ren, dat niet geactualiseerd is.
In 2002 isde voorziening geheelvrijgevallen ten gunste van hetresultaaten in de jaarrekening verwerkton-
der de post `mutatie voorzieningen en verplichtingen'. Het onderhoud in de jaren 1998 tot en met 2002 is
overigens verantwoord via de onderhoudsuitgaven in de exploitatierekening en niet in mindering gebracht
op de voorziening.
De vrijvalvan de voorziening heeftvolgensde rapportage van de huisaccountantplaatsgevonden omdatmen
voornemens was om de bedrijfsgebouwen te verkopen en vervolgens bedrijfsruimte te huren. In 2002 en
2003 heeft deze verkoop niet plaatsgevonden. Het voornemen tot afstoten van onroerend goed vereist de
goedkeuring van de Raad van Commissarissen. De rekenkamer heeftgeen besluittotafstoting van de onroe-
rende zaken aangetroffen waaruit is af te leiden dat de vrijval van de voorziening voor groot onderhoud ge-
rechtvaardigd was.
De vrijval in 2002 uit de voorziening voor groot onderhoud, groot D 976.000, is in feite aangewend ter vor-
ming in 2002 van een voorziening voor in de vorige paragraaf genoemde afvloeiingskosten. In de jaarreke-
ning 2002 is dit in het hoofdstuk financiën als volgt verwoord: "de vrijval van deze voorziening wordt inge-
zet om een deelvan de kosten van de organisatieverandering te dekken".
Reservering vakantiegeld en vakantiedagen
De reservering vakantiegeld en vakantiedagen isin 1998 gevormd ten laste van heteigen vermogen. Hetre-
sultaat over 1998 is hierdoor niet beïnvloed. De mutaties in deze reserveringen zijn in de jaren 1999 (dota-
tie D 567.000) en 2002 (vrijval D 1.158.000) in de exploitatierekening verantwoord onder de post `mutatie
voorzieningen en verplichtingen'. In de overige jaren zijn de mutaties verantwoord onder de personeels-
kosten. Door deze inconsistente manier van verslaglegging is het inzicht in de ontwikkeling van de perso-
neelskosten (voor zowelWSW'ers als het eigen personeel) verminderd.
De vrijval van de reservering voor vakantiedagen in 2002 is mogelijk geweest door aanwending van tegoe-
den aan verlofdagen ter compensatie van verplichtingen van werknemers in het kader van een pc-privé-re-
geling (circa D 300.000), alsmede door het (succesvol) voeren van een intensief beleid in 2002 tot afbouw
van tegoeden aan verlofdagen. Laatstgenoemd beleid wasmede c.q. metname ingegeven door de wensom
de kosten van reorganisatie/nieuwe strategie te compenseren.
Zoalsin de voorgaande paragrafen aangegeven, heeftde verwerking van mutatiesin reserveringen en voor-
zieningen in de jaren 1998 tot en met 2003 niet op een consistente wijze plaatsgevonden. Bovendien zijn
bepaalde mutatiesingegeven door motieven van resultaatsturing. Hetgevolg hiervan isdatde kosten- en re-
sultaatontwikkeling uitde normale bedrijfsvoering, zoalsdeze uitde jaarrekening blijkt, vanaf2001 en met
name in 2002 beperkt inzichtelijkis geweest.
Indien deze (incidentele) baten in de jaren 2001 en 2002 niet zouden zijn verantwoord, dan zou over 2001
een verlieszijn geleden van circa D 124.000, terwijl hetverlies over 2002 (afgerond) ruim D 1,3 miljoen zou
hebben bedragen.
Schulden rijksbijdragen
Door de systematiekin de bevoorschotting en de eindafrekening aangaande de rijksbijdragen, ontstonden
bij Yonder/MTB grote (liquide) overschotten met bijbehorende terugbetalingsverplichtingen. Hierdoor was
Yonder/MTB lange tijd in staattekorten in de exploitatie c.q. ten opzichte van de begroting uit`eigen midde-
len' te financieren en leidden de overschrijdingen niet onmiddellijk tot liquiditeitskrapte c.q. -problemen.
Zonder voorfinanciering had Yonder/MTB eerder een beroep moeten doen op de aandeelhouders dan wel
verschaffersvan vreemd vermogen.
19
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
3.3.4 Ontwikkelingen in de resultatenrekening
Resultaten traditioneel bedrijf
De resultatenrekening van het traditionele bedrijf, in dit verband de onderneming zoals deze ultimo 1999
aanwezig was, is over de jaren 1998 tot en met 2003 alsvolgt weer te geven (in duizenden euro's):
Tabel 1: Resultatenrekening van het traditionele bedrijf Yonder/MTB
1998 1999 2000 2001 2002 2003
Omzet 14.017 14.465 15.961 16.249 17.432 17.406
Grond-/hulpstoffen en
uitbesteed werk 3.611 3.097 3.305 3.379 4.399 4.486
Toegevoegde waarde 10.406 11.368 12.656 12.870 13.033 12.920
Bijdragen/subsidies 25.663 26.661 28.114 29.340 29.884 31.723
Overige opbrengsten 16 -85 -301 -344 931 1.202
Totaal opbrengsten 36.085 37.944 40.469 41.866 43.848 45.845
Kosten WSW'ers 25.891 27.226 28.630 30.514 31.679 33.861
Loonkosten personeel NV 5.665 5.421 6.284 6.637 6.920 7.763
Afschrijvingen 1.299 1.599 1.399 1.500 1.879 1.854
Overige kosten 2.578 2.119 3.087 3.187 4.575 5.300
Mutatie reserveringen en
Voorzieningen 0 652 204 -362 -1.056 -684
Totaal bedrijfslasten 35.433 37.017 39.604 41.476 43.997 48.094
Bedrijfsresultaat 652 927 865 390 -149 -2.249
Rentebaten en lasten -414 -445 -263 -160 -236 -163
Resultaat deelnemingen -26 -1 -32 0 0 12
Belang derden 2 0 -1 -4 -4 0
Resultaat 214 481 569 226 -389 -2.400
Onderstaand worden de belangrijkste ontwikkelingen nader toegelicht. Op de ontwikkelingen in de bijdra-
gen/subsidies alsmede de loonkosten WSW'ers wordt in een latere paragraaf afzonderlijkingegaan.
Omzet en toegevoegde waarde
De stijging van de omzet in 1999 ten opzichte van 1998 is veroorzaakt door een toename van de omzet de-
tacheringen bij Prolabor BV. De stijgingen van de omzet in 2000, 2001 en 2002 zijn met name veroorzaakt
door stijgingen van de omzet detacheringen bij MTB Regio Maastricht NV. De toegevoegde waarde is vanaf
het boekjaar 2000 tot en met 2003 nagenoeg onveranderd op afgerond D 13 miljoen.
Overige opbrengsten
De toename van de overige opbrengsten in de jaren 2002 en 2003 bij MTB Regio Maastricht NV is veroor-
zaakt door de stijging van de aan de stichting Phoenix doorberekende kosten als gevolg van onder andere
de kosten van de nieuwe strategie. De doorberekende kosten werden toten met2001 in mindering gebracht
op de overige kosten.
Subsidies en bijdragen
De subsidies en bijdragen hebben betrekking op de rijksbijdragen (van het Ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid, hierna SZW) en de bijdragen van de lokale overheden (de deelnemende gemeenten).
20
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Loonkosten Personeel NV
De loonkosten van de PersoneelNVzijn in de jaren 1998 toten met2003 alsvolgtsamengesteld (in duizen-
den euro's):
Tabel 2: Loonkosten Personeel NV
1998 1999 2000 2001 2002 2003
Bruto lonen en salarissen 4.982 4.710 5.336 5.620 5.713 6.649
Sociale lasten en
Pensioenpremies 683 711 948 1.017 1.207 1.114
Totaal 5.665 5.421 6.284 6.637 6.920 7.763
Procentuele stijging 100% -4% 15,9% 5,6% 4,3% 12,2%
Zoalsreedseerder aangegeven zijn de loonkosten beïnvloed door mutatiesin voorzieningen en reserveringen.
Overige kosten
De toename van de kosten in 2002 ten opzichte van 2001, met (afgerond) D 1.388.000, is aan de hand van
de belangrijkste posten alsvolgt te verklaren (in duizenden euro's):
Tabel 3: Verklaring stijging kosten 2002 ten opzichte van 2001
Aan Stichting Phoenixdoorberekende kosten, welke vanaf 2002
onder overige opbrengsten zijn verantwoord en niet meer in mindering
op de kosten zijn gekomen. 651
Advies- en consultancykosten 448
Accountantskosten 60
Pr-kosten 114
Kosten voorziening dubieuze debiteuren 167
Totaal 1.440
De (verdere) toename van de kosten in 2003 ten opzichte van 2002, met (afgerond) D 725.000, is aan de
hand van de belangrijkste posten alsvolgt te verklaren:
Tabel 4: Verklaring stijging kosten 2003 ten opzichte van 2002
Advies- en consultancykosten 125
Accountantskosten 28
Communicatiekosten 43
Kosten voorziening dubieuze debiteuren -102
Kosten extern verslag 69
Reis- en verblijfkosten inclusief leasevoertuigen 90
Huur gebouwen 74
Gas-, water- en elektrakosten 75
Drukwerk 38
Totaal 440
21
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Vastgesteld is dat de bedrijfskosten in 2003 over het algemeen een stijgende lijn te zien geven.
Mutatie reserveringen en voorzieningen
Een specificatie van deze post is alsvolgt weer te geven (in duizenden euro's):
Tabel 5: Mutatie reserveringen en voorzieningen
1999 2000 2001 2002 2003
Dotatie wachtgeldvoorziening 114 204 0 1.077 0
Vrijval wachtgeldvoorziening 0 0 0 0 -684
Voorziening groot onderhoud 68 0 0 -976 0
Voorziening FUWA -227 0 0 0 0
Dotatie FUWA 85 0 0 0 0
Dubieuze debiteuren 45 0 0 0 0
Reservering vakantiedagen 567 0 0 -1.157 0
Vrijvalvoorziening GAK 0 0 -362 0 0
Totaal 652 204 -362 -1.056 -684
Negatieve bedragen betreffen ten gunste van de resultatenrekening gekomen bedragen.
Resultaten nieuwe activiteiten
De resultatenrekening van de nieuwe activiteiten, in ditverband de activiteiten welke vanaf2000 zijn toege-
voegd aan de onderneming, isover de jaren 1998 toten met2003 alsvolgtweer te geven (in duizenden eu-
ro's):
Tabel 6: Resultatenrekening nieuwe activiteiten
1998 1999 2000 2001 2002 2003
Omzet 0 0 264 202 473 2.322
Grond-/ hulpstoffen en
uitbesteed werk 0 0 184 153 196 665
Toegevoegde waarde 0 0 80 49 277 1.657
Bijdragen/ subsidies 0 0 0 0 571 1.870
Overige opbrengsten 0 0 0 0 0 180
Totaal opbrengsten 0 0 80 49 848 3.707
Kosten WSW'ers 0 0 0 0 -66 -45
Loonkosten personeel NV 0 0 2 2 674 2.820
Afschrijvingen 0 0 0 0 0 95
Overige kosten 0 0 39 34 194 797
Totaal bedrijfslasten 0 0 41 36 802 3.667
Bedrijfsresultaat 0 0 39 13 46 40
Rentebaten en lasten 0 0 -2 -1 0 -20
Belastingen 0 0 0 0 0 49
Resultaat 0 0 37 12 46 69
22
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
De resultaten over 2000 en 2001 hebben betrekking op de resultaten van Polygarde BVen MTB Krew BV.
De toegevoegde waarde over 2002 en 2003 is voornamelijk gerealiseerd door de Maastrichtse
Buurtbeheerbedrijven (2002: 84% en 2003: 55%) en in 2003 mede door HoveniersbedrijfOosterloo (38%).
Overige activiteiten aangaande de nieuwe strategie hebben niet tot nauwelijks geleid tot een toename van
de toegevoegde waarde.
De posten bijdragen/subsidies en overige opbrengsten hebben betrekking op de bijdrage van de gemeen-
te Maastricht ten aanzien van de Maastrichtse buurtbeheerbedrijven.
De stijging van de bedrijfslasten hangtsamen metde nieuwe activiteiten, waaronder metname begrepen de
Maastrichtse buurtbeheerbedrijven en Hoveniersbedrijf Oosterloo.
Uithetoverzichtisafte leiden datde omvang van de resultaten alsgevolg van nieuwe activiteiten minimaal
is te noemen.
Resultaten stichting Phoenix
Omzet en resultaat stichting Phoenix
De resultatenrekening bij de stichting Phoenixover de jaren 1998 tot en met 2003 isvolgt weer te geven (in
duizenden euro's):
Tabel 7: Resultatenrekening stichting Phoenix
1998 1999 2000 2001 2002 2003
Omzet en overige opbrengsten
Opbrengst jongerenloket 0 181 0 0 210 403
Opbrengsten WEP 36 95 114 335 67 64
Inleenvergoedingen 713 937 1.047 927 1.252 1.370
Diversen opbrengsten -34 34 178 69 284 659
Opbrengsten REA 0 0 25 227 563 631
Omzet UVI 225 0 197 105 77 113
Totaal 940 1.247 1.561 1.663 2.453 3.240
Bijdragen/subsidies
WIW normbedrag 2.364 2.637 2.456 2.219 1.707 2.818
WIW basisbedrag 4.817 4.842 4.575 4.069 3.331 1.306
WVA 2.068 2.129 1.888 1.595 1.109 671
Diverse bijdragen 92 61 0 132 0 0
Totaal 9.341 9.669 8.919 8.015 6.147 4.795
Totaal opbrengsten 10.281 10.916 10.480 9.678 8.600 8.035
Kosten doelgroep 8.379 9.014 8.575 7.687 6.304 5.301
Additionele kosten doelgroep 191 118 156 272 448 620
Loonkosten personeel 816 1.040 1.335 1.617 1.624 1.513
Afschrijvingen 55 59 58 40 39 28
Overige kosten 329 419 426 428 614 596
Mutatie reserveringen en
Voorzieningen 0 0 0 0 33 0
Diverse baten en lasten 16 6 -161 -17 466 636
Totaal bedrijfslasten 9.786 10.656 10.389 10.027 9.528 8.694
Bedrijfsresultaat 495 260 91 -349 -928 -659
Rentebaten en lasten 8 12 26 76 41 0
Resultaat 503 272 117 -273 -887 -659
23
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
De omzeten overige opbrengsten van Stichting Phoenixzijn in de jaren 2002 en 2003 forstoegenomen. Deze
toename ismetname toe te schrijven aan de stijging van inkomsten uitinleenvergoedingen en de opbreng-
sten uit de wet REA (Wet Reïntegratie Arbeidsgehandicapten).
Rijksbijdragen, overige bijdragen en kosten doelgroep
De Rijksbijdragen daalden met name in de jaren 2002 en 2003 fors als gevolg van de afbouw van de bijdra-
gen uithoofde van de wetWIW. Daarnaastheeftde afbouw van de bijdragen uithoofde van de wetWVA een
dalende inkomstenstroom veroorzaakt.
Geconstateerd kan worden datin 2002 en 2003 een aanzienlijktekortisontstaan tussen de Rijksbijdragen,
rechtstreeksverbonden aan de doelgroep en de directe kosten van de doelgroep. De substantiële toename
van de additionele kosten in 2002 en 2003 zijn hier mede debet aan. Betreffende toename is met name te
verklaren door een stijging van de kosten van scholing, studie en opleiding, van D 228.000 in 2001 naar
D 503.000 in 2003, een toename van D 275.000.
Zoals echter reeds aangegeven namen de overige inkomsten, als gevolg van een toename van vooral de in-
leenvergoedingen en de opbrengsten REA, aanzienlijk toe. Hiermee is bovenstaand tekort meer dan opge-
vangen kunnen worden, waardoor per saldo hetbedrag beschikbaar ter compensatie van de apparaatskosten
van de stichting in de jaren 2001 tot en met 2003 een stijgende lijn te zien heeft gegeven, ondanks de af-
bouw van de Rijksbijdragen.
Apparaatskosten en resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
Een nadere specificatie van de apparaatskosten van de stichting is alsvolgt (in duizenden euro's):
Tabel 8: Specificatie apparaatskosten
1998 1999 2000 2001 2002 2003
Loonkosten personeel 816 1.040 1.335 1.616 1.624 1.513
Kosten management-
ondersteuning 45 57 45 60 143 238
Huisvestingskosten 63 89 98 106 115 134
Afschrijvingskosten 55 60 59 40 39 29
Overige bedrijfskosten 221 273 283 262 356 224
Totaal 1.200 1.519 1.820 2.084 2.277 2.138
Geconcludeerd kan worden dat de apparaatskosten aanzienlijkzijn toegenomen, met name als gevolg van
een uitbreiding van hetpersoneelsbestand, alsmede alsgevolg van een stijging van de kosten van manage-
mentondersteuning en de kosten van onderhoud ICT. In de jaren 2001 en 2002 heeft dit geleid tot een ne-
gatief resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening, groot in beide jaren (afgerond) D 400.000.
In 2003 isde stijging van de apparaatskosten nagenoeg gecompenseerd door extra opbrengsten, waardoor
het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening nagenoeg nihil was.
Gegeven het karakter van de kostenstijgingen in 2001, 2002 en 2003, kan gesteld worden dat deze in be-
langrijke mate verband houden met de nieuwe strategie.
Diverse baten en lasten
Onder de buitengewone baten en lasten zijn in 2002 en 2003 met name opgenomen de door MTB Regio
Maastricht NV doorbelaste kosten in verband met de nieuwe strategie c.q. rechtstreeks ten laste van stich-
ting Phoenixgebrachte kosten inzake de nieuwe strategie.
24
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
3.3.5 Ontwikkeling subsidiegat Yonder/MTB
Een belangrijkargumentvoor de strategiewijziging isin hetverleden geweestde toename van hetzogenaam-
de subsidiegat, zijnde hetverschil tussen de rijksbijdrage voor de doelgroep en de loonkosten van de doel-
groep.
Tot en met 2003 kan geconstateerd worden dat betreffend subsidiegatvan jaar tot jaar verschilt, doch geen
trendmatige stijging laat zien. Wel is het zo dat de additionele kosten verbonden aan de doelgroep in 2002
en 2003 aanzienlijkzijn toegenomen.
Onderstaand wordtde ontwikkeling in hetsubsidiegattoegelicht. Een nadere verdieping treftu aan in bijla-
ge B.
Aantallen sociale werknemers
De aantallen `sociale' werknemers in de jaren 1998 tot en met 2003, verdeeld naar arbeidshandicap (licht,
matig en ernstig), heeft zich geleidelijk ontwikkeld. De in 1998 bediende doelgroep omvatte 1.219 FTE's,
welke in 2003 is gegroeid tot 1.276 FTE's. In 2003 was de verdeling ten opzichte van 1998 alsvolgt:
Tabel 9: Samenstelling sociale werknemers
1998 2003
Licht 0,6% 3,3%
Matig 99,1% 94,2%
Ernstig 0,3% 2,6%
De indeling naar arbeidshandicap is gedurende de jaren 1998 tot en met 2003 niet gewijzigd. Wel is de se-
lectie om in aanmerking te komen voor de sociale werkvoorziening stringenter geworden. Zo komen bijvoor-
beeld personen meteen sociale beperking meteen relatiefhoge verdiencapaciteitmoeilijker in aanmerking.
Uit deze cijfers blijkt onder andere datvan een aanmerkelijke verzwaring van de doelgroep geen sprake is.
Loonkosten doelgroep
Geconcludeerd kan worden datde loonkosten van de doelgroep een geleidelijke ontwikkeling te zien geven.
Grote mutaties ten opzichte van de verschillende jaren zijn met name toe te schrijven aan de mutaties in de
reservering voor vakantiedagen. De gemiddelde stijging bedraagt4,3%, exclusiefmutatiesin reservering va-
kantiedagen.
Additionele kosten doelgroep
De additionele kosten van de doelgroep kunnen worden verdeeld in kosten inzake de dienstbetrekking van
de WSW'ers, zoals reiskosten, opleidingskosten en dergelijke en kosten inzake de begeleiding van het per-
soneel.
De eerste categorie kosten wordtin de financiële administratie en de jaarverslagen afzonderlijkverantwoord.
De kosten inzake de begeleiding zijn niet afzonderlijk geadministreerd en zijn in de jaarverslagen verant-
woord onder de loonkosten van het personeel van de NV. Als gevolg van het ontbreken van de daartoe be-
nodigde gegevens (zoals een urenverantwoording) zijn de betreffende kosten niet meer vast te stellen.
Naar de rekenkamer is medegedeeld is de behoefte aan begeleiding van de doelgroep door personeel van
de NVtoegenomen, alsgevolg van de strengere indicatiecriteria, maar heeftgeen aanmerkelijke uitbreiding
van hetpersoneelsbestand ten behoeve van de begeleiding plaatsgevonden. De stijging van de loonkosten
van de Personeel N.V. kan derhalve niet worden toegerekend aan de doelgroep.
De additionele kosten van de WSW'ers, nietzijnde de begeleidingskosten, nemen in de jaren 2001 en 2002
fors toe. In het jaar 2003 stabiliseren deze kosten op het niveau van 2002. Per FTE bedroegen de kosten in
het jaar 2000 afgerond D 600, tegen afgerond D 1.300 in 2003.
25
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Ontwikkeling subsidiegat in de jaren 1998 tot en met 2003
De subsidies en bijdragen hebben betrekking op de rijksbijdragen (van het Ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid, hierna `SZW') en de bijdragen van de lokale overheden (de deelnemende gemeenten).
Indien de rijksbijdragen inzake de doelgroep worden afgezettegen de loonkosten en de additionele kosten,
dan levert dit hetvolgende beeld op (bedragen in duizenden euro's):
Tabel 10: Ontwikkeling subsidiegat
1998 1999 2000 2001 2002 2003
Bijdragen/ subsidies over het
betreffende boekjaar 25.292 26.775 27.996 29.131 29.981 31.488
Hierin opgenomen bijdrage
lokale overheid 844 1.124 1.077 1.128 1.079 904
Bijdragen/subsidies over het
betreffende boekjaar excl.
lokale overheid (A) 24.448 25.651 26.919 28.003 28.902 30.584
Totaal loonkosten doelgroep (B) 24.919 27.001 27.898 29.510 28.723 32.183
Totaal loonkosten doelgroep
exclusief mutatie reservering
vakantiedagen (C) 24.919 26.434 28.634 28.947 29.881 32.144
Subsidie-overschot/ tekort
incl. mutaties in reservering
vakantiedagen (A-B) -471 -1.350 -979 -1.507 179 -1.599
Subsidie-overschot/tekort
excl. mutaties in reservering
vakantiedagen (A-C) -471 -783 -1.715 -944 -979 -1.560
Indien de additionele kosten, zoalshiervoor besproken, mee in aanmerking genomen worden, dan ontstaat
het navolgende beeld (bedragen in duizenden euro's):
Tabel 11: Additionele kosten
1998 1999 2000 2001 2002 2003
Loonkosten doelgroep
exclusief mutatie reservering
vakantiedagen 24.919 26.434 28.634 28.947 29.881 32.144
Additionele kosten 971 792 732 1.003 1.734 1.635
Directe kosten doelgroep 25.890 27.226 29.366 29.950 31.615 33.779
Bijdragen/subsidies over het
betreffende boekjaar excl.
Lokale overheid 24.448 25.651 26.919 28.003 28.902 30.584
Subsidietekort incl.
additionele kosten 1.442 1.575 2.447 1.947 2.713 3.195
26
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Uit bovenstaande analyse is af te leiden dat:
· het verschil tussen de loonkosten van de doelgroep en de rijksbijdragen door de jaren fluctueert, doch
geen trendmatige stijging laatzien;
· de dotatiesc.q. vrijvaluitde reservering voor vakantiedagen, voorkomende uithetbeleid ten aanzien van
hetverbruiken c.q. opsparen van vakantiedagen, een aanmerkelijke invloed heeft op het subsidiegat;
· de additionele kosten van de doelgroep in 2002 en 2003 aanzienlijkzijn toegenomen, waardoor hetsub-
sidiegatinclusiefdeze kosten ten opzichte van de voorgaande jaren metcirca D 1 miljoen istoegenomen.
In voorgaande beoordeling van het subsidiegat is geen rekening gehouden met extra omzetten die door de
doelgroep worden gegenereerd.
3.4 Administratieve organisatie en managementinformatie
3.4.1 Inleiding
Yonder/MTB was tot en met medio 2001 een sterk centraal gestuurde organisatie waarin weliswaar sprake
was van verschillende business units (afdelingen, pijlers en dergelijke), maar waar in de praktijk de taken,
bevoegdheden en verantwoordelijkheden zeer beperkt gedecentraliseerd waren. Aansturing van de organi-
satie alsmede de beheersing van de organisatie-unitsvond centraalplaats. Ditbetekende datin de praktijk
de uitgaven van de organisatie in belangrijke mate door de concernstaf beoordeeld en geautoriseerd wer-
den. Daarnaastwasde cultuur bij Yonder/MTB alssober te bestempelen. De directie en hetmanagementga-
ven hierin hetvoorbeeld.
In de loop van 2001 isde kanteling van de organisatie ingezet. Zoalseerder besproken werd een nieuw con-
cept ingevoerd waarin de missie, visie en concernstrategie vormgegeven zouden worden gepaard aan een
sterke decentralisatie van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. De concerntop zou de organisa-
tie op afstand gaan besturen, waarbij zij zich met name zou profileren als strateeg, bestuurder en begelei-
der van veranderingsprocessen.
De activiteiten voortkomend uit de strategienota 2001-2004 zijn als veelomvattend te betitelen. Op basis
van de nieuwe strategie diende bedrijfsmatiger gewerkt te worden. Een sterke groei in marktgerichte acti-
viteiten op vele fronten wasvoorzien.
Daarnaastdiende volgensde visie, om succesvolte zijn in de markt, intern op een grootaantalgebieden ge-
ïnvesteerd te worden.
Nadrukkelijkwerden PR/marketing, kwaliteit, strategische samenwerkingen, human resource management,
een transformatie naar een multi-doelgroep leerwerkbedrijf en cultuurwijzigingen als aandachtsgebieden
genoemd.
Voor de Yonder/MTB-organisatie hield bovenstaande een rigoureuze wijziging in van een relatieftraditioneel
georganiseerd sociale werkvoorzieningbedrijf naar een dynamische organisatie die sterkmarktgericht ope-
reert. Om een dergelijkprocesmetsucceste kunnen beheersen iseen aanzienlijke investering in de interne
organisatie, met name op het gebied van (administratieve) organisatie en (management)informatie onont-
beerlijk. Tevens is een projectmatige aanpakvan hetveranderingsproces noodzakelijk.
Watin de strategienota 2001-2004 ontbreektisde wijze waarop deze besturingsfilosofie middelsdeelplan-
nen verankerd zou worden in de organisatie. In de strategienota zijn tal van punten opgesomd waarmee de
kanteling van de organisatie gerealiseerd zou kunnen worden. Echter, de concrete invulling van deze punten
vereist een uitgewerkt actieplan per component en de wijze waarop deze in de organisatie zou moeten wor-
den verankerd, met andere woorden, aangegeven moest worden wat, hoe en waarmee genoemde plannen
gerealiseerd konden worden.
Voorts is het evident dat de administratieve organisatie en de daaruitvoortvloeiende managementinforma-
tie aanzienlijkandersvormgegeven dientte worden in een decentraalgeleide organisatie metbestuur op af-
stand, ten opzichte van een sterkcentraal geleide organisatie.
27
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
3.4.2 Interne beheersing van processen vóórinvoering van de nieuwe strategie
Ookin de jaren waarin feitelijksprake wasvan een centraalaangestuurde organisatie wasde administratie-
ve organisatie en de interne beheersing niet optimaal. Door de huisaccountant wordt hier in haar rapporta-
ges ookop ingegaan. Een aantal aspecten die in de rapportages worden genoemd zijn:
· het ontbreken van analysesvan order- en afdelingsresultaten (voor- en nacalculaties en dergelijke);
· onduidelijkheid ten aanzien van waardering van onderhanden werk;
· het ontbreken van analysesvan tussenrekeningen;
· het ontbreken van onderbouwingen van voorzieningen;
· het niet up-to-date zijn van procesbeschrijvingen.
Tevensisdoor de huisaccountantaangegeven datbinnen Yonder/MTB weleen afzonderlijke medewerker is
belastmetactiviteiten op hetgebied van administratieve organisatie en interne controle, maar datdeze func-
tionaris zich met name richt op de juist en volledige verwerking van de salarismutaties en andere onderde-
len nog te weinig aan bod komen. In de rapportage over het jaar 2000 wordt ter verbetering van de interne
controle een onderzoeknaar de meest kritische bedrijfsprocessen en jaarrekeningposten aangekondigd.
Ondanks de hiervoor genoemde tekortkomingen in de administratieve organisatie en de interne controles
was de organisatie in deze periode toch beheersbaar, met name als gevolg van een strakke aansturing van
de concernstaf en directie, gekoppeld aan de zekerheid van een relatief stabiele rijksfinanciering.
3.4.3 Interne beheersing van processen na de invoering van de nieuwe strategie
In de loop van 2001 is het strategisch beleidsplan vastgesteld. Een belangrijk onderdeel van dit plan was
een nieuwe besturingsfilosofie. Deze besturingsfilosofie kenmerktzich door integraalmanagementvan be-
drijfsdirecteuren, waarbij de concernstaf wordt belast met de algehele strategie, kaderstelling en strategi-
sche financial controlling. Hierbij zou de concernstaf gaan steunen op balanced scorecard-achtige instru-
menten, waartoe verantwoordings- en verslaggevinginstrumenten ontwikkeld zouden moeten worden. Naast
hetimplementeren van een dergelijkbeheersingsinstrumentarium zou de administratieve organisatie en de
interne controle moeten worden aangepast aan de nieuwe organisatiestructuur.
In hetveranderingsproceszouden ijk-momenten, deadlinesen doelstellingen moeten worden benoemd die
gekoppeld zouden moeten worden aan de benodigde middelen.
Deze benodigde middelen zouden middelscentrale budgetten beschikbaar gesteld moeten worden tenein-
de een adequate kostenbeheersing te realiseren.
Uitde strategienota 2001-2004 blijktdatde financiële onderbouwing heeftplaatsgevonden middelseen ge-
consolideerde exploitatierekening en balansvan 1999 tot en met 2004, een opsomming van aandachtsge-
bieden met daaraan bedragen gekoppeld en een summiere opsomming van punten die nader uitgewerkt
zouden worden voor de implementatie.
Ditisniettoereikend om een cultuuromslag teweeg te brengen metde daarin ingebouwde checksen balan-
ces.
Uit het onderzoek maar ook uit de rapportages van de huisaccountant en de intern uitgevoerde audits kan
worden afgeleid datzowelhetaanpassen van de administratieve organisatie en de interne controlesalsook
hetontwikkelen van een adequaatmanagementinformatiesysteem nog nietheeftplaatsgevonden. Er isdus
feitelijksprake geweestvan een kanteling in de organisatie zonder datde beheerskadersen hetinstrumen-
tarium beschikbaar waren. De beheersing door de concernstafheefthierdoor nietplaatsgevonden, hetgeen
consequenties heeft gehad voor de juiste, volledige en tijdige informatieverschaffing. Hierdoor ontbrakhet
inzicht en kon bijsturing niet of nauwelijks plaatsvinden.
Voortsontbrakeen instructie vanuitconcernstafrichting de businessunitsover de wijze waarop de uitgaven
inzake het strategisch plan verantwoord moesten worden.
Eveneensontbrakgedurende hetveranderingsproceseen centrale bewaking van de beschikbare budgetten.
Door het niet consistentverantwoorden van de kosten (soms ten laste van exploitatie, soms geactiveerd en
28 soms ten laste van voorzieningen) en het ontbreken van een centrale bewaking, bestond niet of nauwelijks
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
inzicht in de omvang van de gemaakte kosten.
Daarnaastconstateertde rekenkamer datde Raad van Bestuur zich nietofnauwelijksheeftgerealiseerd dat
de wijziging van de strategie ookleidt totverhoging van andere kosten.
Kosten wijziging strategie betreffen kosten om de markt te bewerken, zoals haalbaarheidsonderzoeken,
klanttevredenheidsonderzoeken, naamswijziging, wijzigingen van of aanpassingen in (geautomatiseerde)
systemen, opleiding van personeel e.d. Verhoging van andere kosten heeft betrekking op nieuwe bedrijfs-
kleding, uitbreiding van het wagenpark, internetverbindingen, telefonie en dergelijke. Dit betreft dan geen
nieuwe kosten, maar een verhoging van bestaande kosten van de verschillende businessunits. De business
unitszijn elkop hun eigen manier gestart met de implementatie van het strategisch plan.
Uit de verslaggeving naar de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen blijkt dat de (tussentijdse)
financiële verslaglegging gedurende de periode 2001- 2003, met name in relatie tot het ingezette verande-
ringsproces, zwaar te wensen over liet. De verslaglegging beperkte zich met name door een zeer beknopte
weergave van de verschillen tussen de begroting en de gerealiseerde cijfers. Bovendien bleekde tussentijd-
se verslaglegging niet betrouwbaar.
Daarnaast is uit interviews gebleken dat er ook presentaties door de Raad van Bestuur werden gegeven ter
toelichting op de gepresenteerde cijfers. Voor de besturing van een organisatie is deze actie onvoldoende,
verschillen dienen zowel in de bedrijfsonderdelen als op concern niveau geanalyseerd te worden, verant-
woordelijken moeten voor zover mogelijktotbijsturing overgaan en vervolgensin de prognose van cijfersver-
werkt worden zodat de consequenties hiervan gedurende het jaar zichtbaar gemaakt worden.
Vanuitde Raad van Commissarissen iste kennen gegeven datde informatie in ieder gevalin 2003 ontoerei-
kend isgeweestom adequaatbij te sturen. Voortsisvanuitde toenmalige Raad van Commissarissen gemeld
dat het financiële toezicht op de Yonder/MTB-organisatie ook na de omzetting van de stichtingsvorm naar
een NV, gevoerd werd door het ambtelijkapparaatvan de gemeente Maastricht.
Derhalve kan gesteld worden datde (financiële) beheersing van hetveranderingsprocesabsoluutonvoldoen-
de is geweest. In 2001 en in sterkere mate in 2002 zijn de negatieve exploitatie-uitkomsten, ten opzichte
van de begrotingen/verwachtingen, nog enigszins gecompenseerd door gebruik te maken van voorzienin-
gen en reserveringen in de balans, welke (gedeeltelijk) vrij zijn gevallen ten gunste van de resultatenreke-
ning. Ultimo 2003 wasdeze mogelijkheid nietmeer voorhanden en wasbovendien de overschrijding ten op-
zicht van de verwachtingen van dien aard dat de gevolgen van de gebrekkige organisatie zich in volle om-
vang openbaarden.
3.5 Besturing en toezicht
Op basis van een analyse van de notulen van de Raad van Bestuur, de Raad van Commissarissen en de
Algemene vergadering van Aandeelhouders, alsmede op basis van de gehouden interviews met betrokke-
nen, komt de rekenkamer tot een aantal bevindingen. Deze bevindingen zijn alsvolgt weer te geven.
De Raad van Commissarissen keurt jaarlijks de begroting van Yonder/MTB goed; de Algemene vergadering
van Aandeelhouders stelt de begroting vast.
Daarnaastishetstrategienota 2001-2004 en de herijking daarvan vastgesteld, inclusiefde daarbij behoren-
de investeringsbegrotingen. Voor zowel de begrotingen, jaarrekeningen en strategische plannen geldt dat
deze zonder noemenswaardige discussiesdoor de Raad van Commissarissen en Algemene vergadering van
Aandeelhouderszijn vastgesteld.
Uit de notulen is niet op te maken of de Raad van Commissarissen en Algemene vergadering van Aandeel-
houders vraagtekens hebben gezet bij het door de Raad van Bestuur aanwenden van voorzieningen en re-
serveringen om de exploitatieresultaten positiever te doen uitvallen. Een ander voorbeeld van de meegaan-
de opstelling van Raad van Commissarissen en Algemene vergadering van Aandeelhouderszijn de begrotin-
gen in het kader van de new business. Deze zijn zeer globaal en zonder uitzondering buitengewoon
optimistisch. Risicoanalyses en ondernemingsplannen ontbreken. Investeringen worden nihil of zeer laag
29
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
geschat. Resultaten worden in enkele gevallen (bijvoorbeeld ODM) op 20% van de omzetgeraamd. Een nieu-
we dienst als Woonzorgdienstverlening en Mosa hebben een resultaat zonder omzet en investeringen.
Groeipercentagesvoor de omzetvan 50% komen regelmatig voor. Kortom: de Raad van Bestuur presenteert
zeer ambitieuze plannen zonder dat de Raad van Commissarissen en de Algemene vergadering van
Aandeelhouders hier kritische kanttekeningen bij plaatsen.
De statuten vermelden dat voor investeringen boven de D 100.000 goedkeuring vereist is van de Raad van
Commissarissen, maar ookvan de Algemene vergadering van Aandeelhouders. Uit de notulen blijkt dat al-
leen in 2001 éénmaal door zowel de Raad van Commissarissen als de Algemene vergadering van
Aandeelhouders is ingestemd met een door de Raad van Bestuur voorgenomen investering van meer dan
D 100.000.
Op basisvan de notulen steltde rekenkamer vastdatalle andere boven ditbedrag gedane investeringen niet
explicietzijn goedgekeurd door de Raad van Commissarissen en Algemene vergadering van Aandeelhouders.
Uitde notulen komthetbeeld naar voren datde voorzitter van de Raad van Bestuur en de president-commis-
saris van de Raad van Commissarissen de bijeenkomsten van de Raad van Commissarissen en Algemene
vergadering van Aandeelhouders sterk domineren. Een voorsprong in informatie en een Raad van
Commissarissen en Algemene vergadering van Aandeelhoudersdie van oudsher een afstandelijke houding
innemen, werken een dergelijke rol van de voorzitters in de hand. Wat ook zal hebben meegespeeld is dat
Yonder/MTB tot 2001 een stabiele en weinig risicovolle organisatie is gebleken waardoor commissarissen
en aandeelhouderszich een enigszins passieve en afstandelijke rol konden permitteren.
In de door de rekenkamer onderzochte periode van 2001 toten met2003 zijn de schriftelijke financiële (voort-
gangs)rapportages globaal en summier en worden zij vaak pas in of vlakvoor de vergadering uitgereikt. De
Raad van Bestuur geeft aan de Raad van Commissarissen en Algemene vergadering van Aandeelhouders
vooralmondeling toelichting op de financiële rapportages. De Raad van Bestuur ondervindtnauwelijkstegen-
spelvan de Raad van Commissarissen en Algemene vergadering van Aandeelhouders.
De rekenkamer stelt dat de informatievoorziening vanuit de Raad van Bestuur niet adequaat is geweest om
de Raad van Commissarissen haar toezichthoudende taak te kunnen laten vervullen. De Raad van
Commissarissen en Algemene vergadering van Aandeelhoudershebben ditoverigens, zo valtuitde notulen
op te maken, niet ter discussie gesteld. Pas in het vierde kwartaal van 2003, toen de financiële problemen
aan hetlichtkwamen, hebben de Raad van Commissarissen en Algemene vergadering van Aandeelhouders
hun onvrede en twijfel geuit over de financiële informatievoorziening. Daarvoor is van evaluatie van beleid
geen sprake geweest.
De vraag of, bijvoorbeeld naar aanleiding van de tegenvallende financiële resultaten, de strategie, missie
en/of het nagestreefde ambitieniveau moeten worden aangepast wordt niet expliciet gesteld. Op de enke-
le vragen in die richting die wel gesteld worden geeft de Raad van Bestuur algemene antwoorden, meestal
in de trant van: "geen aanleiding voor zorg, er wordt aan gewerkt". Wel wordt steeds opnieuw onderstreept
dat de gekozen strategie de juiste is.
De Raad van Bestuur heeftalstaakde risico'sverbonden aan de ondernemingsactiviteiten te beheersen door
hethanteren van een goed intern risicobeheer- en controlesysteem. De Raad van Commissarissen moeterop
toezien dat dit effectief gebeurt. Uit de notulen en de gesprekken is op te maken dat van beiden tot en met
2003 geen sprake is geweest.
Uit de notulen blijkt voorts dat Raad van Bestuur, Raad van Commissarissen en Algemene vergadering van
Aandeelhoudersnauwelijksspreken over de risico'svan de strategie en de verschillende scenario'sdie daar-
bij zijn te onderscheiden. Alleen de gemeente Maastricht vraagt een aantal malen nadrukkelijk naar een ri-
sicoanalyse van Yonder/MTB.
Uit de notulen blijkt niet dat de Raad van Commissarissen en Algemene vergadering van Aandeelhouders
zich serieuszorgen maakten over de risico'svan het door Yonder/MTB gevoerde beleid.
Uit de notulen en gesprekken maakt de rekenkamer op dat de Raad van Commissarissen en Algemene ver-
gadering van Aandeelhouders nauwelijks tot geen inzicht hebben gehad in de uitvoering van het investe-
30
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
ringsprogramma als onderdeel van de vastgestelde strategienota. Ook de Raad van Bestuur had maar be-
perkt inzicht in alle kosten die in het kader van de nieuwe strategie werden gemaakt. In het gekozen decen-
trale besturingsmodel was de bevoegdheid om uitgaven te doen mede bij de businessunits neergelegd. De
kaderstelling vanuithetconcern en de informatiesystemen waren nog nietaangepastaan deze nieuwe werk-
wijze. Met als gevolg dat de Raad van Bestuur `in het donker' moest sturen en de Raad van Commissarissen
en Algemene vergadering van Aandeelhouders in dezelfde duisternis hun toezichthoudende taak moesten
uitoefenen.
De bijeenkomsten van de Raad van Commissarissen en Algemene vergadering van Aandeelhouders zijn tot
september 2003 optimistisch van toon. De Raad van Bestuur krijgt, metsteun van de voorzitter van de Raad
van Commissarissen, alle ruimte om zich positief over de ontwikkelingen uit te laten. Tegenvallers worden
veelalafgedaan alsincidenteel, naar onderliggende oorzaken wordtnauwelijksgevraagd. Hetgebeurtregel-
matig dat onderwerpen ter uitwerking of voorbereiding worden doorgeschoven naar ambtelijk overleg tus-
sen met name de gemeente Maastricht en Yonder/MTB.
De jaarrekeningen van 2001 en 2002 aangevuld met de voor een controlerend accountant kritische mana-
gementlettersbevatten duidelijke signalen datde financiële gezondheid van hetbedrijfte wensen overlaat.
Voorbeelden hiervan zijn het snel afkalven van het eigen vermogen, de vrijval van omvangrijke voorzienin-
gen, hetontbreken van adequate informatiesystemen en de sterke groei van de personeelskosten van de NV.
Uitde notulen blijktnietdatdeze signalen alszodanig zijn herkend. De interviewsmetbetrokkenen bevesti-
gen ditbeeld. Pasin oktober 2003 wordtvoor alle partijen duidelijkdatde onderneming in zeer slechtfinan-
cieel weer was beland. De Raad van Bestuur, Raad van Commissarissen en Algemene vergadering van
Aandeelhouderszeggen dit op geen enkele manier te hebben zien aankomen.
De Raad van Commissarissen en Algemene vergadering van Aandeelhoudershebben in de vergaderingen op
geen enkelmomentgediscussieerd over de financiële consequentiesvan hetlaten vrijvallen van voorzienin-
gen en het aanwenden van nog te restitueren rijkssubsidie voor financiering van de onderneming. Er zijn
geen expliciete besluiten genomen, anders dan het vaststellen van begrotingen en jaarrekeningen. De re-
kenkamer heeftde indrukdatde risico'svan ditonderdeelvan hetfinanciële beleid nietgoed door Raad van
Commissarissen en Algemene vergadering van Aandeelhouderszijn doorzien. Ooknietnadatde accountant
in zijn managementletters, weliswaar technisch en daardoor voor nietfinancieelonderlegde personen moei-
lijk te doorgronden, op de risico's heeft gewezen. Een voorbeeld is het laten vrijvallen van de voorziening
voor groot onderhoud (bijna D 1 miljoen) in 2002 met als argument dat de bedrijfsgebouwen zouden wor-
den verkocht. Er is nimmer een formeel besluit geweest tot verkoop. Tot verkoop is het tot de dag van van-
daag ookniet gekomen.
Uit de notulen is niet op te maken dat de Raad van Commissarissen en Algemene vergadering van
Aandeelhouders zich realiseerden dat het resultaat uit normale bedrijfsvoering in 2002 eigenlijk nog veel
slechter was dan het genoteerde verlies dat uit de jaarrekening blijkt.
Watopvaltin de notulen isdatde Raad van Commissarissen en Algemene vergadering van Aandeelhouders
nauwelijksspreken over trendsin de SW-sector. De gekozen koersen prestatiesvan Yonder/MTB worden niet
vergeleken met die van andere SW-bedrijven. Dit terwijl door de brancheorganisatie jaarlijks een uitgebreid
benchmarkonderzoek wordt uitgevoerd. De kengetallen uit de benchmark bieden voor bestuurders en toe-
zichthouders de mogelijkheid om de onderneming in perspectief te plaatsen.
Op welke fronten presteert Yonder/MTB boven of onder de benchmark en wat zijn hiervan de verklaringen?
Deze exercitie iszinvolom de gevoerde strategie en bedrijfsresultaten te toetsen en na te gaan waar en hoe
verbeteringen gerealiseerd kunnen worden.
De rekenkamer heeft niet kunnen constateren dat op een dergelijke manier het presteren van Yonder/MTB
is beoordeeld.
31
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
4. Conclusies en aanbevelingen
4.1 Inleiding
Door de gemeenteraad van Maastrichtisin zijn vergadering van 6 april2004 een motie aangenomen metbe-
trekking tot het verzoek aan de rekenkamer om een onderzoek te starten naar de ontwikkelingen bij
Yonder/MTB in de afgelopen jaren.
De oorzaakvan hetverzoektoteen onderzoekmoetworden gevonden in de onverwachtslechte exploitatie-
resultaten zoals deze in het laatste kwartaalvan 2003 door Yonder/MTB werden gepresenteerd.
Hetonderzoekheefttotdoelom de gemeenteraad inzichtte verschaffen in de ontwikkelingen zoalsdeze zich
in de periode van 2001 tot en met 2003 bij Yonder/MTB hebben voorgedaan. Daarbij moet specifieke aan-
dacht worden besteed aan de rol van de Raad van Commissarissen en de aandeelhouders bij het toezicht
houden op, en sanctioneren van het door de Raad van Bestuur gevoerde beleid.
Na een globale verkenning heeft de rekenkamer, ten einde richting te geven aan het onderzoek, de volgen-
de vragen geformuleerd:
1. Wat heeft de strategie 2001-2004 behelsd en welke financiële uitkomsten waren beoogd?
2. Wat waren de argumenten om te komen tot de nieuwe strategie 2001-2004?
3. Welke resultaten zijn in 2001 toten met2003 gerealiseerd in relatie totde begroting zoalsvoorzien in de
nieuwe strategie 2001-2004?
4. Waaraan zijn de negatieve resultaten in de jaren 2002 en 2003 te wijten en in hoeverre bestaater samen-
hang met de nieuwe strategie 2001-2004?
5. Is de negatieve gang van zaken onverwacht gekomen voor de Raad van Bestuur, de Raad van
Commissarissen en de aandeelhouders?
6. Hoe hebben de Raad van Bestuur, de Raad van Commissarissen en de aandeelhouders gefunctioneerd
in 2001 tot en met 2003 in relatie tot de bedrijfsvoering?
In de voorliggende rapportage worden deze vragen beantwoord. Naar aanleiding daarvan komtde rekenka-
mer met de volgende conclusies.
4.2 Conclusies
1. Het realiseren van de strategienota 2001-2004 van Yonder/MTB blijkt ingrijpender en omvattender dan
de aandeelhouders, de Raad van Commissarissen en de organisatie zelfhebben beseft. Men wasonvol-
doende doordrongen van de gevolgen en risico's. Bovendien heeft de uitvoering van de strategienota
2001-2004 parallel gelopen aan een ingrijpende wijziging van de stijl van management, alsmede aan
een wijziging in de aansturing van de organisatie van zeer sterkcentraal geleid naar decentraal, waarbij
taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden in belangrijke mate op unit-niveau zijn gebracht.
De rekenkamer stelt dat de organisatie niet toegerust was op bovengenoemd veranderingsproces. Dit is
metname van toepassing op de administratieve organisatie en de daaruitvoortvloeiende management-
informatie, alsmede op de capaciteiten van bepaalde managers. Bovendien heefthetontbroken aan een
systematische aanpakvan hetveranderproces.
2. Op basisvan de strategienota 2001-2004 zijn binnen de organisatie veelzaken radicaalin beweging ge-
zet. Dit heeft geleid tot aanzienlijke investeringen, wijzigingen in de organisatiestructuur, juridische wij-
zigingen van de organisatie, naamswijziging, (potentiële) overnamesvan bedrijven c.q. activiteiten, als-
mede een aanzienlijke toename van de bedrijfskosten. Hoofddoelstelling van de strategienota 2001-
2004 was de organisatie meer marktgericht te maken. De organisatie diende in de periode 2001 tot en
met 2004 een aanzienlijke stijging van de toegevoegde waarde (netto-omzet) te realiseren.
De rekenkamer concludeert dat tot en met 2003 de groei van deze toegevoegde waarde niet is gereali-
seerd.
---
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
3. Ten aanzien van de kosten samenhangend met de strategiewijziging zoals omschreven in de strategie-
nota 2001-2004 steltde rekenkamer datdeze in de perceptie van de voornaamste belanghebbenden een
bedrag van NLG 5,7 miljoen (circa D 2,6 miljoen) zouden bedragen. Dit bedrag is aanzienlijk overschre-
den. Echter een volledig overzichtvan de in de jaren 2001 toten met2003 gemaakte kosten, die verband
houdend met de strategie, is niet te geven. Ditvanwege:
a. de gebrekkige benoeming van kosten verbonden aan de nieuwe strategie;
b. hetfeitdatde kosten door de gehele organisatie verspreid en zich zeer divershebben voorgedaan en
dienovereenkomstig zijn verantwoord;
c. het feit dat er geen separate (projectmatige) vastlegging van de aan de strategie verbonden kosten
heeft plaatsgevonden;
d. het feit dat over nagenoeg de gehele linie een aanzienlijktoename van de kosten geconstateerd is.
4. De organisatie is gedurende de jaren 2001 tot en met 2003 onvoldoende op de hoogte geweest van de
daadwerkelijk in verband met de nieuwe strategie gemaakte kosten. Er was slechts een globale begro-
ting van de kosten van de nieuwe strategie aanwezig en er heeft, zoalsreedsvermeld, geen aparte (pro-
jectmatige) vastlegging plaatsgevonden van de daadwerkelijkgemaakte kosten.
Ten aanzien van de financiële verslaglegging concludeert de rekenkamer dat deze, gegeven het ingezet-
te veranderingstraject van de organisatie, absoluut onvoldoende is geweest. De tussentijdse financiële
verslaglegging was niet betrouwbaar, gedurende een bepaalde periode niet beschikbaar en gaf onvol-
doende zicht op de gemaakte kosten, verband houdende met de nieuwe strategie en de verplichtingen
die voortvloeiden uit de acties aangaande de nieuwe strategie. Dit heeft er onder andere toe geleid dat
de resultaten zoalsdeze uiteindelijkuitde jaarrekeningen over de jaren 2002 en 2003 zijn gebleken, aan-
merkelijkafweken van eerdere prognoses c.q. tussentijdse verslagleggingen. Ten aanzien van het boek-
jaar 2002 stelt de rekenkamer dat de tegenvallende resultaten nog enigszins gemaskeerd c.q. verzacht
konden worden door middel van het laten vrijvallen van bepaalde reserveringen en voorzieningen ten
gunste van de resultatenrekening, alsmede door hetactiveren c.q. doorberekenen van bepaalde kosten.
Voor het boekjaar 2003 waren deze mogelijkheden niet langer voorhanden.
5. Ten aanzien van de negatieve resultaten over de jaren 2001 toten met2003 steltde rekenkamer datdeze
met name het gevolg zijn van:
a. de kostenontwikkeling verbonden aan de nieuw ingezette strategische koers;
b. het uitblijven van de verwachte groei van de toegevoegde waarde;
c. in mindere mate de stijging van de (additionele) kosten verbonden aan de doelgroep, in relatie totde
baten uit rijksbijdragen.
6. De rekenkamer steltdatde kostenoverschrijdingen niette maken hebben metopstart- en saneringskosten
verbonden aan de nieuwe strategie. Het kostenniveau van de onderneming is structureel op een hoger
niveau komen te liggen.
7. De methode van voorfinanciering van rijksbijdragen heeftYonder/MTB lange tijd in staatgesteld de kas-
stroomproblematiek, voortkomende uit de negatieve exploitatieontwikkeling, intern op te lossen.
8. De Raad van Commissarissen en aandeelhoudersvan Yonder/MTB iszich onvoldoende bewustgeweest
van de roldie van hen verwachtmochtworden na conversie van de stichtingsstructuur naar de NV-struc-
tuur. Metname ten aanzien van hetfinancieeltoezichtwerd teveelgeleund en gerekend op de expertise
en daadkrachtvan hetambtelijkapparaatvan de gemeente Maastricht, waar deze in ieder gevalformeel,
geen rol meer bij het toezicht speelt.
9. Ten aanzien van hetstrategische veranderingstraject2001-2004 blijktdatde Raad van Commissarissen
onvoldoende doordrongen is geweest van de omvang en ingrijpendheid van de daaruit voortvloeiende
actiesen de (mogelijke) gevolgen en risico'sverbonden aan betreffende acties. Men had metname aan-
dachtvoor specifieke projecten, alsonderdeelvan hetstrategietraject, maar heeftonvoldoende aandacht
gehad voor de financiële verantwoording, beheersing en bijsturing van hettotale trajectdoor de Raad van
Bestuur van Yonder/MTB. Het aanspreken van de Raad van Bestuur op haar taakuitoefening in verband
met de procesbeheersing van de strategienota 2001-2004 had het uit de hand lopen van de kosten mo-
gelijkin een eerder stadium kunnen voorkomen.
34
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
10.Aangaande de Raad van Bestuur van Yonder/MTB concludeertde rekenkamer, datookzij de strategieno-
ta 2001-2004 onderschat heeft. De acties die werden ondernomen in het kader van de strategienota
2001-2004 zijn zowelin omvang alsdiversiteitsubstantieelte noemen. De uitwerking van deze actiesop
de organisatie als zodanig zijn onderschat. Binnen de organisatie was onvoldoende kennis en ervaring
aanwezig om hettrajectin hetgekozen tijdsverloop metsucceste kunnen doorstaan, ditondanksde in-
tensieve externe ondersteuning. Metname de financiële beheersing van hetstrategische veranderingstra-
ject 2001-2004 heeft tekort geschoten. Daarnaast heeft het ontbroken aan kostenbewustheid waarvan
de consequenties, als gevolg van gebreken in de administratieve organisatie en financiële verslagleg-
ging, zich relatief laat openbaarden. Het optimisme om via overnames en het aangaan van strategische
allianties de financiële resultaten te verbeteren was niet gebaseerd op een reëel inzicht in de mogelijk-
heden in de markt en de aanwezige competenties en systemen binnen het bedrijf. De rekenkamer stelt
dat de Raad van Bestuur de Raad van Commissarissen in de jaren 2002 en 2003 onvoldoende heeft be-
trokken bij de feitelijke financiële uitkomsten van het strategische veranderingstraject 2001-2004.
Ditbetreftmetname hetgebrekaan betrouwbare, tussentijdse financiële verslaggeving en hetuitde hand
lopen van de bedrijfskosten in relatie tot eerdere begrotingen. Vooral ten aanzien van de jaarrekening
2002 bestaat de indrukdat, door onder andere de activering van kosten en het muteren van voorzienin-
gen en reserveringen, getrachtisde tegenvallende exploitatie-uitkomsten, verbonden aan metname het
strategisch veranderingstraject 2001-2004 te verzachten dan wel te verhullen.
De rekenkamer stelt voorts vast dat zowel de Raad van Commissarissen als de aandeelhouders zich re-
latief passief hebben opgesteld ten aanzien van de Raad van Bestuur.
11.De statuten vermelden dat voor investeringen boven de D 100.000 goedkeuring vereist is van de Raad
van Commissarissen, maar ookvan de Algemene vergadering van Aandeelhouders. Uit de notulen blijkt
dat alleen in 2001 eenmaal door zowel de Raad van Commissarissen als de Algemene vergadering van
Aandeelhoudersisingestemd meteen door de Raad van Bestuur voorgenomen investering van meer dan
D 100.000.
Op basisvan de notulen steltde rekenkamer vastdatalle andere boven ditbedrag gedane investeringen
niet expliciet zijn goedgekeurd door de Raad van Commissarissen en Algemene vergadering van
Aandeelhouders.
4.3 Aanbevelingen
1. De gemeenteraad dientzich te vergewissen datYonder/MTB het gekozen hoge ambitieniveau kan waar-
maken.
Hierbij dientde ontwikkeling van de organisatie Yonder/MTB zowelintern (cultuuromslag, decentrale aan-
sturing, administratieve organisatie en competenties personele bezetting) als extern (marktoriëntatie,
maar zeker ook het waarborgen van de maatschappelijke functie) geëvalueerd te worden. Naar aanlei-
ding van deze evaluatie dient bezien te worden of binnen de organisatie aan alle randvoorwaarden kan
worden voldaan om de gekozen strategie verantwoord te kunnen uitvoeren.
2. Gelet op het ontbreken van transparantie, tijdige, juiste en volledige financiële verantwoording geeft de
rekenkamer partijen in overweging een zogenaamd audit-committee te vormen. Ditaudit-committee be-
staatuitleden van de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur. Leden van hetcommittee en de
Raad van Commissarissen moeten een financiële achtergrond hebben. Bovendien moet daarbij in acht
worden genomen, datde voorzitter van de Raad van Commissarissen nietde voorzitter van hetaudit-com-
mittee mag zijn. De externe accountant kan voorzover punten op de agenda daartoe aanleiding geven,
ookaanwezig zijn.
3 De Raad van Commissarissen zalzich (pro-)actiever moeten opstellen bij hettoezichthouden op hetbe-
leid van Yonder/MTB zoals dat door de Raad van Bestuur wordt ontwikkeld en uitgevoerd. De houding
van de Raad van Commissarissen ten opzichte van de Raad van Bestuur dient kritisch te zijn, vanuit een
professionele distantie, zonder op de stoelvan de Raad van Bestuur te gaan zitten. De financiële compe-
tenties van de Raad van Commissarissen hebben de afgelopen jaren tekort geschoten. Versterking van
de Raad van Commissarissen op ditterrein isnoodzakelijk. Ookkennisvan de ontwikkelingen in de SW-
branche en de reïntegratiesector isvoor verbetering vatbaar. Investeren in hetkennisniveau, de vaardig-
35
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
heden en houding van de leden van Raad van Commissarissen is noodzakelijk om als Raad van
Commissarissen de gewenste rolvan sparring partner van de Raad van Bestuur te kunnen spelen.
4. De Raad van Commissarissen dientte overwegen om jaarlijkseen managementcontractmetde Raad van
Bestuur af te sluiten waarin, zoveel mogelijkin meetbare termen, afspraken worden gemaakt over te le-
veren prestaties op de verschillende voor Yonder/MTB relevante resultaatvelden (financiële resultaten,
werkgelegenheid en doorstroming doelgroep, tevredenheid opdrachtgeversen medewerkers, relatie met
de stake/shareholders, etc.). De Raad van Commissarissen dient minimaal eenmaal per jaar functione-
ringsgesprekken te voeren met de Raad van Bestuur als team en met de individuele leden.
5. De Raad van Commissarissen zalzijn toezichthoudende rolmetname moeten spelen alshetgaatom de
new business activiteiten van Yonder/MTB. Deze zijn omgeven met een groot aantal onzekerheden en
gaan gepaard met aanzienlijke risico's voor het bedrijf. Dit geldt vooral voor financiële participaties en
overnames. Elke participatie of overname dient afzonderlijk door de Raad van Commissarissen te wor-
den gesanctioneerd. Goed onderbouwde ondernemingsplannen, gedegen risico-analysesen de inzetvan
specialisten zijn de voorwaarden voor een goede besluitvorming door de Raad van Commissarissen.
6. De betrokkenheid van hetbestuur en de raad van de gemeente Maastrichtalsgrootaandeelhouder bij de
uitvoering van de WSW, dientte worden verbeterd. Hetwerkvoorzieningschap, waarin meerdere gemeen-
ten samenwerken, onderhandelt met Yonder/MTB over de te leveren prestaties en financiële voor-
waarden, ontvangt de rijkssubsidie en legt aan het ministerie verantwoording af over de besteding van
de middelen. De rolvan de gemeenten bij de uitvoering van de WSWwordtdoor deze constructie gemak-
kelijkeen rolop afstand. Hetrijkerkentditprobleem hetgeen één van de redenen isom de sociale werk-
voorziening te moderniseren.
7. In het kader van de aanstaande modernisering van de WSW wordt gekeken hoe de sturing van gemeen-
ten op de uitvoering van de WSWverder kan worden versterkt. Voor hetzover iszalde gemeente Maastricht
haar rol als grootaandeelhouder en de bevoegdheden die daarbij horen maximaal dienen te benutten
om Yonder/MTB kritisch te volgen bij de ontwikkeling en uitvoering van het beleid. De rol van aandeel-
houder zalop bestuurlijkniveau moeten worden ingevuld. Uiteraard isdaarbij deskundige en professio-
nele ambtelijke ondersteuning noodzakelijk. De gemeente zal zich bewust moeten zijn van de spagaat
die zij maaktalshetgaatom hetbewaken van hetbedrijfseconomische belang in Yonder/MTB en hetbe-
lang van Yonder/MTB alsinstrumentin hetwerkgelegenheidsbeleid. Deze belangen kunnen in sommige
situaties strijdig met elkaar zijn.
36
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
5. Nawoord rekenkamer
Op grond van artikel 10, lid 8 van de Verordening op de RekenKamerCommissie Maastricht heeft de reken-
kamer belanghebbenden in de gelegenheid gesteld hun reactie op het concept-rapport kenbaar te maken.
Daarbij is gevraagd een onderscheid te maken tussen de zienswijze van belanghebbenden en feitelijke on-
juistheden in het rapport.
De rekenkamer heeft als belanghebbenden aangewezen:
· de Raad van Bestuur Yonder/MTB
· de Raad van Commissarissen Yonder/MTB
· het College van Burgemeester en Wethoudersvan Maastricht
· het bestuur van de stichting Phoenix
· de accountantvan Yonder/MTB, Deloitte & Touche
De reactiesvan belanghebbenden zijn integraal opgenomen in het rapport als bijlage F.
Op basis van de zienswijze van belanghebbenden hebben geen inhoudelijke correcties van het rapport
plaatsgevonden, noch aanpassingen van de conclusies en aanbevelingen.
De aangedragen feitelijke onjuistheden zijn door de rekenkamer zorgvuldig getoetst. Daar waar de rekenka-
mer de gestelde onjuistheden kan onderschrijven, zijn deze onjuistheden in hetonderhavige rapportgecor-
rigeerd. In bijlage Fvan het rapportzijn de gecorrigeerde onjuistheden met een *gemerkt.
37
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Bijlage A
Begroting 2001-2003 versus werkelijkheid
39
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Bijlage A: Begroting 2001-2003 versus werkelijkheid
Algemeen
Het Rapport van de Yonder/MTB inzake de nieuwe strategie dat in augustus 2001 is uitgebracht onder de
naam "missie, visie en concernstrategie 2001-2004", bevateen opeenstapeling van feiten, statements, aan-
names, vooruitzichten aangaande de positie van Yonder/MTB Regio Maastricht NV.
Ditheeftmede alsinputgediend ter bepaling van de visie van de organisatie op de toekomsten de strategi-
sche doelen die men zich naar aanleiding hiervan voor de jaren 2001 tot en met 2004 heeft gesteld.
De directie van vóór 2001 had eveneens tot doel marktgerichter te gaan werken. Hiertoe was de zogenaam-
de "actie Domion" ontwikkeld. De nieuwe "de strategienota 2001-2004" bevat elementen van "actie
Domion", maar beschrijft een veelverdergaande en ingrijpendere koerswijziging van de organisatie.
De financiële paragraafzoalsdeze in hoofdstuk12 van de strategienota isopgenomen betreftde meerjaren-
prognose Yonder/MTB Regio Maastricht NV en stichting Phoenix tezamen. De financiële onderbouwing van
de weergegeven prognoses over de jaren 2001 tot en met 2004 is gebrekkig. In feite bestaat de financiële
paragraaf in het rapport uit:
· De gecomprimeerde projectie van de exploitatierekening Yonder/MTB Regio MaastrichtNVgeconsolideerd,
inclusief stichting Phoenix, voor de jaren 2001 tot en met 2004.
· De gecomprimeerde projectie van de balansvan Yonder/MTB Regio MaastrichtNVgeconsolideerd, inclu-
sief stichting Phoenixvoor de jaren 2001 tot en met 2004.
· De investeringen 2002-2004 generiek, betreffende een bedrag groot NLG 5.700.000, zijnde een gecom-
primeerde weergave van de kosten die samenhangen met de implementatie van de nieuwe strategie.
· Een gecomprimeerde en onsamenhangende weergave van de investeringen c.q. inspanningen in bepaal-
de bedrijfsonderdelen.
Bovenstaande projectiesvoor de jaren 2001 toten met2004 zijn op een hoog abstractieniveau beschreven,
een nadere onderbouwing is niet aangetroffen. Eveneens ontbreekt een nadere uitwerking in de vorm van
gedetailleerde jaarplannen, op basis waarvan sturing en beheersing van de organisatie c.q. de processen
dienen plaats te vinden
Gegeven het bovenstaande is een analyse van de verschillen tussen de begroting volgens de strategienota
2001-2004 en de realisatie slecht globaal mogelijkop hoofdlijnen.
De in het navolgende verwerkte exploitatie-uitkomsten van de stichting Phoenix over het jaar 2003 betref-
fen door Yonder/MTB verstrekte cijfers, waarvan nietduidelijkisofhierop accountantscontrole heeftplaats-
gevonden.
Begroting 2001-2003 versus realisatie 2001-2003
In onderstaand overzichten zijn de oorspronkelijke begrotingen voor de jaren 2001 toten met2003 afgezet
tegen de uitkomsten van de exploitatie in de jaren 2001 tot en met 2003. Een analyse van de verschillen is
bijgevoegd.
41
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Tabel 1: Begroting 2001-2003 versus realisatie 2001-2003
Jaar 2001 Bedragen x 1000 euro
MTB NV MTB NV MTB NV
geconsolideerd geconsolideerd geconsolideerd
incl. St. Phoenix incl. St. Phoenix incl. St. Phoenix
Prog. 2001 Werkelijk2001 Verschil 2001
Omzet 17.220 16.450 -770
Inkoop/ uitbesteed 3.049 3.531 482
Toegevoegde waarde 14.171 12.919 -1.252
Bijdrage rijk 35.095 34.666 -429
Bijdrage LO 971 1.094 123
Bijdragen overheid 36.066 35.760 -306
Overige opbrengsten 641 1.663 1.022
Totaal opbrengsten 50.878 50.342 -536
Loonkosten WSW/ WIW 35.493 35.602 109
Additionele WSW/ WIW 1.448 1.276 -172
Loonkosten NVpersoneel 7.550 8.361 811
Afschrijvingen 1.387 1.541 154
Overige bedrijfskosten 4.082 3.887 -195
Additionele lasten strategie
Overige bedrijfskosten incl. addition. kosten 4.082 3.887 -195
Rentelasten 186 85 -101
Diverse baten en lasten -17 -17
Voorziening -363 -362 1
Totaal bedrijfslasten 49.783 50.373 590
Bedrijfsresultaat 1.095 -31 -1.126
Belastingen
Aandeel derden -4 -4
Exploitatieresultaat 1.095 -35 -1.130
Op basisvan deze bovenstaande cijfers isde navolgende analyse van begroting versusrealisatie te maken.
Het jaar 2001 is nagenoeg break-even afgesloten. Hetverliesvan de stichting Phoenix, groot (afgerond)
D 270.000, kon nagenoeg gecompenseerd worden met het positieve resultaat van Yonder/MTB Regio
Maastricht NV, groot (afgerond) D 238.000. Ten opzichte van de begroting betekent dit een afwijking in ne-
gatieve zin in het exploitatieresultaatvan (afgerond) D 1.130.000.
Het lagere resultaat is te verklaren uit het feit dat de toegevoegde waarde 2001 van Yonder/MTB (afgerond)
D 1.250.000 lager isuitgevallen dan begroot. Daar staattegenover datde overige opbrengsten van de stich-
42
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
ting Phoenix, bestaande met name uit de inleenvergoedingen, circa D 1 miljoen hoger zijn uitgevallen dan
begroot.
De bijdragen van het rijk en lagere overheden zijn in 2001 (afgerond) D 300.000 lager uitgekomen dan be-
groot. Per saldo betekentditdatde totale opbrengsten in 2001 (afgerond) D 500.000 lager zijn uitgekomen
dan oorspronkelijkbegroot. De totale bedrijfslasten zijn circa D 600.000 hoger dan begroot. Deze afwijking
ismetname te verklaren uit de toename van de loonkosten van hetpersoneel, nietzijnde de doelgroep, met
(afgerond) D 800.000.
Tabel 2: Begroting 2001-2003 versus realisatie 2001-2003
Jaar 2001 Bedragen x 1000 euro
MTB NV MTB NV MTB NV
geconsolideerd geconsolideerd geconsolideerd
incl. St. Phoenix incl. St. Phoenix incl. St. Phoenix
TKS2002 Werkelijk2002 Verschil 2002
Omzet 20.245 17.905 -2.340
Inkoop/ uitbesteed 4.878 4.594 -284
Toegevoegde waarde 15.367 13.311 -2.056
Bijdrage rijk 35.587 34.598 -989
Bijdrage lo 953 1.079 126
Bijdragen overheid 36.540 35.677 -863
Overige opbrengsten 979 2.616 1.637
Totaal opbrengsten 52.886 51.604 -1.282
Loonkosten WSW/ WIW 36.404 35.076 -1.328
Additionele WSW/ WIW 1.571 2.182 611
Loonkosten NVpersoneel 7.760 9.273 1.513
Afschrijvingen 1.713 1.918 205
Overige bedrijfskosten 4.050 5.214 1.164
Additionele lasten strategie 862 -862
Overige bedrijfskosten
incl. additionele kosten 4.912 5.214 302
Rentelasten 363 194 -169
Diverse baten en lasten -5 -5
Voorziening 163 -1.022 -1.185
Totaal bedrijfslasten 52.886 52.830 -56
Bedrijfsresultaat 0 -1.226 -1.226
Belastingen
Aandeel derden -4 -4
Exploitatieresultaat 0 -1.230 -1.230
43
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Over het jaar 2002 was een geconsolideerd exploitatieresultaat voorzien van nihil. Uiteindelijk is het jaar
2002 afgesloten met een negatief resultaat groot (afgerond) D 1,2 miljoen. De verklaring van deze afwijking
is alsvolgt (bedragen in duizenden euro's).
Tabel 3: Verklaring afwijking 2002
D x1.000 D x1.000
Lagere toegevoegde waarde 2.000
Af :hogere overige opbrengsten als
gevolg van met name inleenvergoedingen,
opbrengsten jongerenloket en opbrengsten
REA bij stichting Phoenix -1.600
A 400
Bij:lagere bijdrage overheid 1.000
Af :lagere loonkosten doelgroep -700
B 300
A + B 700
Bij: hogere loonkosten personeel nietzijnde doelgroep 1.500
Bij: hogere overige bedrijfskosten 300
C 1.800
A + B + C 2.500
Af :hogere vrijvalvoorzieningen -1.200
Per saldo een afname van het resultaat
Ten opzichte van begroting groot 1.300
Geconcludeerd kan worden dat het lager resultaat ten opzichte van de begroting met name veroorzaakt is
door het achterblijven van de groei van de toegevoegde waarde, terwijl de loonkosten van de personeelsle-
den, nietzijnde de doelgroep, aanzienlijkzijn toegenomen. Bovendien namen de overige bedrijfskosten met
D 300.000 sterker toe dan begroot. In de begroting was reeds rekening gehouden met circa D 900.000 aan
kosten nieuwe strategie, terwijlvoortsin 2002 een activering van kosten heeftplaatsgevonden onder imma-
teriële vaste activa, van (afgrond) D 400.000.
Door hetlaten vrijvallen van bepaalde voorzieningen c.q. reserveringen, kon hetnegatieve resultaatin 2002
nog enigszinsworden gematigd. Operationeelwasin 2002 in feitalsprake van een sterke stijging van de be-
drijfslasten (afgerond D 3,8 miljoen exclusiefvrijvalvoorzieningen), welke slechtsten dele goed gemaaktkon
worden door een toename van de opbrengsten (circa D 1,3 miljoen).
44
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Tabel 4: Begroting 2001-2003 versus realisatie 2001-2003
Jaar 2003 Bedragen x 1000 euro
MTB NV MTB NV MTB NV
geconsolideerd geconsolideerd geconsolideerd
incl. St. Phoenix incl. St. Phoenix incl. St. Phoenix
VWS2003 Werkelijk2003 Verschil 2003
Omzet 23.323 19.728 -3.595
Inkoop/ uitbesteed 7.176 5.152 -2.024
Toegevoegde waarde 16.147 14.576 -1.571
Bijdrage rijk 36.619 34.970 -1.649
Bijdrage LO 944 2.973 2.029
Bijdragen overheid 37.563 37.943 380
Overige opbrengsten 979 3.393 2.414
Totaal opbrengsten 54.689 55.912 1.223
Loonkosten WSW/ WIW 37.354 36.813 -541
Additionele WSW/ WIW 1.617 2.254 637
Loonkosten NVpersoneel 8.070 11.603 3.533
Afschrijvingen 1.863 1.977 114
Overige bedrijfskosten 4.154 6.420 2.266
Additionele lasten strategie 862 -862
Overige bedrijfskosten incl.
additionele kosten 5.016 6.420 1.404
Rentelasten 363 183 -180
Diverse baten en lasten 397 397
Voorziening -684 -684
Totaal bedrijfslasten 54.283 58.963 4.680
Bedrijfsresultaat 406 -3.051 -3.457
Belastingen 49 49
Aandeel derden 12 12
Exploitatieresultaat 406 -2.990 -3.396
45
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
In 2003 is een zeer substantiële afwijking ontstaan tussen het begrote resultaat groot D 400.000 en het
daadwerkelijke gerealiseerde resultaat, negatief(afgerond) D 3 miljoen. Deze negatieve afwijking van hetex-
ploitatieresultaat, groot (afgerond) D 3,4 miljoen, kan alsvolgt worden verklaard.
Tabel 5: Verklaring afwijking 2003
D x1.000 D x1.000
Lagere toegevoegde waarde 1.600
Af :hogere overige opbrengsten, met name als gevolg
van hogere opbrengsten bij stichting Phoenix -2.400
A -800
Bij:lagere bijdrage rijk 1.600
Bij:hogere kosten doelgroep 100
B 1.700
A + B 900
Bij:hogere loonkosten personeel nietzijnde doelgroep 3.500
Af: bijdrage lagere overheid:
- inzake buurtbeheerbedrijven -1.900
- overige -100
C 1.500
A + B + C 2.400
Bij:hogere overige bedrijfskosten en diverse lasten 1.850
Bij:hogere afschrijvingen 100
D 1.900
Af: lagere rentelasten -200
Af: vrijvalvoorzieningen -700
3.400
De bijdrage van het rijk is weliswaar afgenomen maar deze afname is bij de stichting Phoenix gecompen-
seerd door extra inkomsten. Hierdoor isvoor Yonder/MTB en stichting Phoenixin 2003 geen zogenaamd gat
aanwezig tussen de van het rijkontvangen bedragen tezamen met de door stichting Phoenix gegenereerde
omzetten (metname inleenvergoedingen, REA-opbrengsten en opbrengsten jongerenloket), versusde loon-
kosten van de doelgroep inclusief additionele kosten.
Hetverschil tussen de begroting en de realisatie is dan ookmet name veroorzaakt door enerzijds de hogere
onkosten van personeelbij Yonder/MTB-Phoenix, nietzijnde de doelgroep, waartegenover gedeeltelijkextra
opbrengsten van de overheid (in casu de gemeente Maastricht) staan in de vorm van de inkomsten uitbuurt-
beheerbedrijven. De extra toegevoegde waarde uitnieuwe activiteiten c.q. marktgerichtere activiteiten, wel-
ke de hogere personeelskosten (meer dan) zouden moeten compenseren, is in 2003 niet gerealiseerd.
Voortszijn de overige bedrijfskosten aanzienlijktoegenomen en dragen zij voor (afgerond) D 1,9 miljoen bij
aan de negatieve afwijking ten opzichte van de begroting.
46
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Kosten verbonden aan de uitvoering/invoering nieuwe strategie
Zoals reeds eerder aangegeven zijn de kosten verbonden aan de invoering van de nieuwe strategie slechts
zeer globaal onderbouwd en begroot. Gebleken is dat de Raad van Commissarissen en de aandeelhouders
de stellige overtuiging hadden dat de kosten beperkt zouden blijven tot het in onderstaande schema opge-
nomen bedrag, groot NLG 5.600.000 (D 2.541.169).
De kosten van de nieuwe strategie zoals opgenomen in de strategienota 2001-2004 volgen hierna.
Tabel 6: Kosten verbonden aan uitvoering/ invoering nieuwe strategie
Aandachtsgebied Initiëel/Structureel Volgens begroting
NLG D
Marketing Ondersteuning marketingbrand-strategy I
Ondersteuning interne en externe
PR & communicatie I
Ondersteuning bedrijfsplannen I
Training, scholing management I
Ontwikkeling klanttevredenheid
meetsysteem I 500.000 226.890
Kwaliteit Ontwikkeling kwaliteitssysteem I
Verdere uitvoering RIE S 300.000 136.134
Human Resources Ontwikkeling generieke functies HRM I 300.000 136.134
Management development S 500.000 226.890
Scholing, training opleiding add. 1% I 900.000 408.402
Ontwikkeling management pool S 100.000 45.378
816.804
Cultuur Ontwikkeling medewerkertevredenheid
systeem S 250.000 113.445
ICT CRM systemen/klantvolgsystemen I 1.300.000 589.914
Mobile ICT gereedschap I 100.000 45.378
Werkplekvernieuwing incl. S 750.000 340.335
E-commerce activiteiten S 200.000 90.756
1.066.384
Besturingsvisie Begeleiding veranderingsproces 400.000 181.512
Totaal 5.600.000 2.541.169
Een confrontatie van de begrote kosten van de nieuwe strategie en de in de jaren 2001 tot en met 2003 ge-
maakte kosten is niet goed mogelijk. Ditvanwege het ontbreken van gedetailleerde budgetten per kostens-
oort, hetnietaanwezig zijn van een deugdelijke administratieve organisatie rond de (afzonderlijke) registra-
tie van de kosten verbonden metde nieuwe strategie en hetonvoldoende benoemd zijn van de kosten samen-
hangend met de nieuwe strategie.
Geconstateerd kan evenwel worden dat de totale kosten in de jaren 2001 tot en met 2003, welke toe te wij-
zen zijn aan de nieuw ingezette strategie, het bedrag van D 2.540.000 ruimschoots hebben overschreden.
Zo hebben de kosten van marketing, verbonden aan leverancier INC21, (afgerond) D 840.000 bedragen, ten
opzichte van de begrote D 227.000. Van de investeringen in materiele vaste activa, in de jaren 2001 tot en
met 2003 een bedrag groot (afgerond) D 4,2 miljoen, heeft naar schatting een bedrag groot D 1.748.000 te 47
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
doen met ICT-investeringen verbonden aan de ingezette nieuwe strategie. Het klant- en medewerkerstevre-
denheidsonderzoek heeft D 170.000 aan kosten met zich meegebracht, ten opzichte van een begrote post
van D 113.000.
Gesteld kan worden datmetname in de jaren 2002 en 2003 de bedrijfskosten over de gehele linie duidelijk
zijn toegenomen. Incidenteeldan welstructureelzijn metname in de volgende kostenposten duidelijke toe-
names aangetroffen:
· loon-)kosten personeel, nietzijnde de doelgroep
· kosten van medische/arbozorg
· reiskosten doelgroep
· werkkleding
· onderhoud ICT
· leasekosten/reiskosten personeel, nietzijnde de doelgroep
· accountanskosten
· kosten van consultants
· communicatiekosten
· vergader- en representatiekosten
· kosten van jaarverslagen
· pensioenpremies.
48
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Bijlage B
Nadere analyse financiële positie en resultaatontwikkeling 2002-3003
49
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Bijlage B:
Nadere analyse financiële positie en resultaatontwikkeling 2001-2003
Algemeen
Ter beantwoording van de onderzoeksvragen zijn de financiële positie en de ontwikkeling hierin, alsmede
de resultaatontwikkeling van Yonder/MTB, inclusief stichting Phoenix, in kaart gebracht en geanalyseerd.
Hierbij is ten behoeve van het totaalbeeld en ter onderkenning van trendmatige ontwikkelingen mede be-
trokken de periode vanaf 1998.
Bijzondere ontwikkelingen en feitelijke bevindingen, welke naar aanleiding van de analyse naar voren zijn
gekomen, worden in dit hoofdstukbesproken.
Ten behoeve van deze analyse ismetname gebruikgemaaktvan de door MTB/Yonder en de stichting Phoenix
aangeleverde informatie zoals:
· jaarrekeningen over de jaren 1998 tot en met 2003;
· jaarrekeningrapporten en managementlettersover de jaren 1998 toten met2003 (opgesteld door de huis-
accountant);
· consolidatiestaten over de jaren 1998 tot en met 2003;
· kolommenbalansen over de jaren 1998 tot en met 2003;
· interne balansdossiers over de jaren 1998 tot en met 2003 (voor zover beschikbaar);
Daarnaast is informatie verkregen:
· uit interviews met personen uitverschillende gremia;
· uit archieven van (voormalige) betrokkenen;
· van hetWerkvoorzieningschap.
Naast de hierboven vermelde gegevens is gebruik gemaakt van de geboden mogelijkheid om de financiële
administratie te raadplegen.
De jaarrekening 2003 was ten tijde van het onderzoek nog niet definitief vastgesteld. Bij het onderzoek is
uitgegaan van de concept-jaarrekening 2003, welke is ontvangen op 1 juli 2004.
De grootboekrekeningen in de jaren 1998 toten met2003 zijn nietaltijd op dezelfde wijze gerubriceerd. Ook
zijn grootboekrekeningen in de loop van de jaren inhoudelijk op verschillende wijze gebruikt. Om een ana-
lyse te kunnen maken, heeft ten behoeve van dit onderzoekwaar nodig een herrubricering en inhoudelijke
analyse van de grootboekrekeningen plaatsgevonden.
Er is (en was) bij Yonder/MTB geen accounting manual in gebruik. Er zijn in de jaren 1998 tot en met 2003
geen strikte criteria inzake de activering, afschrijving (zoals investeringsnormen en richtlijnen voor afschrij-
vingspercentages) en vorming van reserves en voorzieningen gehanteerd.
In het onderstaande wordt, tenzij anders aangegeven, gesproken over de geconsolideerde cijfers van MTB
Regio Maastricht NVc.q. haar rechtsvoorganger stichting MTB.
Bijzondere ontwikkelingen in de balans
In bepaalde balansposten hebben zich ontwikkelingen voorgedaan welke nadere vermelding verdienen.
Onderstaand worden betreffende zaken nader toegelicht.
51
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Materiële en immateriële vaste activa
Algemeen
De door de jaren 2001 tot en met 2003 toegepaste waarderingsgrondslagen, aangaande de activering van
immateriële en materiële activa zijn nietconsequenttoegepast. Alsvoorbeeld hiervan zijn aan te voeren de
kosten van naamswijziging welke voor een bedrag groot D 401.000 in 2002 op de balans zijn geactiveerd,
terwijlin de overige jaren dergelijke kosten ten laste van de exploitatierekening zijn gebracht. Door deze werk-
wijze isin 2002 hetresultaatvoor D 330.000 ontlast, zijnde de geactiveerde kosten ad D 401.000, onder af-
trekvan de ten laste van 2002 gebrachte afschrijvingslasten.
Activering van de kosten verbonden aan de strategienota 2001-2004 wasin de oorspronkelijke begrotingen
nietvoorzien.
Immateriële vaste activa
In 2002 zijn zoalsvermeld onder de immateriële vaste activa kosten inzake hetstrategisch plan geactiveerd,
voor een bedrag van D 401.000. Afschrijving vindtplaatsin 3 jaar, ingaande 2002. Hetverloop van deze post
kan alsvolgt worden weergegeven (in duizenden euro's):
Tabel 1: immateriele vaste activa
Activering in 2002 401
Afschrijving 2002 (33%, circa half jaar) -71
Boekwaarde 31 december 2002 330
Afschrijving 2003 (33%) -134
Boekwaarde 31 december 2003 196
Materiële vaste activa
Onder de materiële vaste activa is in 2002 een bedrag ad D 297.000 geactiveerd inzake de kosten strate-
gisch plan.
In de jaren 2001 tot en met 2003 hebben meerdere investeringen in materiële vaste activa plaatsgevonden
welke betrekking hebben op de strategienota 2001-2004. De begroting van betreffende investeringen in het
rapportvan augustus2001 aangaande de strategienota 2001-2004 wasechter hoofdzakelijkop hoofdlijnen
aangegeven. Hierdoor isnieteenduidig te bepalen welke investeringen in de jaren 2001 toten met2003 di-
rectverband houden met de nieuwe strategie.
52
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Een totaaloverzichtvan de investeringen is alsvolgt (in duizenden euro's):
Tabel 2: Investeringen materiele vaste activa
1998 1999 2000 2001 2002 2003
Aankoop grond 274 0 0 0 0 0
Infrastructuur 136 0 0 0 0 0
Vervoermiddelen 164 65 298 52 134 0
Windows 95 146 0 0 0 0 0
Neocycle (machines etc.) 168 135 117 9 12 44
Verbouwing 0 1.103 0 0 0 0
Verpakkingsautomaat 0 67 0 0 0 0
Drukpers 0 103 0 0 0 0
AS400 0 0 111 0 0 0
Aansluitingen internet/telefonie 0 0 0 683 0 0
Bewerkingscenter 0 0 0 207 0 0
In uitvoering/bestelling 0 0 0 0 208 36
Nieuwe pc's etc. 0 0 0 0 584 0
Inhoud multihal 0 0 0 0 138 0
Strategie concern 0 0 0 0 297 0
ICT Neocycle 0 0 0 0 0 121
Parkeerterreinen 0 0 0 0 0 126
Buurtbeheer 0 0 0 0 94 25
Oosterloo 0 0 0 0 0 205
Overige 527 539 549 405 707 116
Totaal 1.415 2.012 1.075 1.356 2.174 673
53
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Eigen vermogen
Het verloop van het eigen vermogen van MTB Regio Maastricht NV (voorheen stichting MTB), gedurende de
jaren 1998 tot en met 2003, is alsvolgt weer te geven (in duizenden euro's):
Tabel 3: Eigen vermogen
Stand 1-1-1998 8.654
Bijdrage niet-deelnemende gemeenten 9
Af: mutatie i.v.m. stelselwijziging -4.427
Bij: resultaat 1998 214
Stand 31-12-1998 4.450
Overig mutaties 108
Mutatie aandeel derden 12
Bij: resultaat 1999 481
Stand 31-12-1999 5.051
Mutatie aandeel derden 0
Dividenduitkering over 1999 -481
Bij: resultaat 2000 606
Stand 31-12-2000 5.176
Mutatie aandeel derden 4
Dividenduitkering over 2000 -606
Bij: resultaat 2001 238
Stand 31-12-2001 4.812
Mutatie aandeel derden 4
Bij: resultaat 2002 -343
Stand 31-12-2002 4.473
Mutatie aandeel derden -12
Bij: resultaat 2003 -2.331
Stand 31-12-2003 2.130
In hetjaar 1998 heefteen stelselwijziging plaatsgevonden, waardoor onder meer ten laste van heteigen ver-
mogen bepaalde voorzieningen en reserveringen zijn getroffen. In de jaren 2000 en 2001 zijn de resultaten
over de boekjaren 1999 en 2000 als dividend aan de aandeelhouders uitgekeerd.
54
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Voorzieningen en reserveringen
Gedurende de jaren 1998 toten met2003 zijn voorzieningen en reserveringen gevormd welke nader worden
toegelicht.
Voorziening wachtgeld
Hetverloop van de voorziening wachtgeld in de jaren 1998 tot en met 2003 kan alsvolgt worden weergege-
ven (in duizenden euro's):
Tabel 4: Voorziening wachtgeld
Stand 1 januari 1998 0
Dotatie 1998 136
Stand 31 december 1998 136
Dotatie 1999 114
Stand 31 december 1999 250
Dotatie 2000 204
Stand 31 december 2000 454
Mutaties 2001 0
Stand 31 december 2001 454
Dotatie 2002 1.077
Onttrekkingen 2002 -555
Stand 31 december 2002 976
Dotatie 2003 100
Onttrekkingen 2003 -273
Vrijval 2003 -684
Stand 31 december 2003 119
Deze voorziening is in 1998 als gevolg van een stelselwijziging gevormd ten laste van het eigen vermogen.
Het resultaat over 1998 is hierdoor niet beïnvloed.
Toten met2001 isde voorziening gevoed middelsstorting van de (ingehouden) pseudo-premiesWWen was
deze voorziening bestemd voor hetopvangen van de kosten van de wachtgeldverplichtingen. Een onderbou-
wing van deze voorziening over de jaren 1998 toten met2001 wasnietvoorhanden. De huisaccountantheeft
dit in haar rapportages eveneens opgemerkt. De directie heeft de huisaccountant destijds echter verzekerd
datde voorziening noodzakelijkwas. De vorming van een dergelijke voorziening iswettelijkniettoegestaan.
In 2002 heeft een stelselwijziging plaatsgevonden ten aanzien van de waardering van de voorziening. Tot
2002 wasde betreffende voorziening bedoeld om (ingegane) wachtgelduitkeringen te kunnen betalen. Vanaf
2002 is de voorziening gevormd ten behoeve van het opvangen van de kosten van afvloeiingsregelingen in
zijn algemeenheid.
Hiervoor is in 2002 een bedrag ten laste van de resultatenrekening gedoteerd van D 1.077.000, terwijlvoor
D 555.000 betalingen van afvloeiingskosten ten laste van de voorziening hebben plaatsgevonden.
In 2003 heeft wederom een stelselwijziging plaatsgevonden. De voorziening ultimo 2003 is uitsluitend ge-
vormd ten behoeve van de daadwerkelijkingegane wachtgeldverplichtingen. De facto heeftin 2003 een ont-
trekking aan de voorziening plaatsgevonden van geëffectueerde afvloeiingen, grootD 273.000, en heefteen
vrijval ten gunste van de resultatenrekening plaatsgevonden groot D 684.000.
---
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Ultimo 2003 waren aanzienlijke kosten van afvloeiing van personeelte verwachten, uithoofde van vóór ba-
lansdatum genomen afvloeiingsbeslissingen. Hiervoor is ultimo 2003 geen voorziening gevormd.
Voorziening groot onderhoud
Hetverloop van de voorziening grootonderhoud in de jaren 1998 toten met2003 kan alsvolgtworden weer-
gegeven (in duizenden euro's):
Tabel 5: Voorziening groot onderhoud
Stand 1 januari 1998 0
Dotatie 1998 908
Stand 31 december 1998 908
Dotatie 1999 68
Stand 31 december 1999 976
Mutaties 2000 0
Stand 31 december 2000 976
Mutaties 2001 0
Stand 31 december 2001 976
Vrijval 2002 -976
Stand 31 december 2002 0
Mutaties 2003 0
Stand 31 december 2003 0
Deze voorziening isin 1998 gevormd ten laste van heteigen vermogen ten behoeve van hetplegen van groot
onderhoud aan de onroerende zaken welke eigendom zijn van de onderneming MTB. De omvang van deze
voorziening ultimo 1999 isvolgens de huisaccountant gebaseerd op een intern opgesteld onderhoudsplan
uit 1999. De voorziening is in 2001 evenals in 2000 niet gewijzigd.
De voorziening ultimo 2001 isvolgensde rapportage van de huisaccountantgebaseerd op een beknoptintern
opgesteld onderhoudsplan uitvoorgaande jaren dat niet geactualiseerd is.
In 2002 isde voorziening geheelvrijgevallen ten gunste van hetresultaaten in de jaarrekening verwerkton-
der de post `mutatie voorzieningen en verplichtingen'. Het onderhoud in de jaren 1998 tot en met 2002 is
overigens verantwoord via de onderhoudsuitgaven in de exploitatierekening en niet in mindering gebracht
op de voorziening.
De vrijvalvan de voorziening heeftvolgensde rapportage van de huisaccountantplaatsgevonden omdatmen
voornemens was om de bedrijfsgebouwen te verkopen en vervolgens bedrijfsruimte te huren. In 2002 en
2003 heeft deze verkoop niet plaatsgevonden. Het voornemen tot afstoten van onroerend goed vereist de
goedkeuring van de Raad van Commissarissen. De rekenkamer heeftgeen besluittotafstoting van de onroe-
rende zaken aangetroffen waaruit is af te leiden dat de vrijval van de voorziening voor groot onderhoud ge-
rechtvaardigd was.
De vrijval in 2002 uit de voorziening voor groot onderhoud, groot D 976.000, is in feite aangewend ter vor-
ming in 2002 van een voorziening voor in de vorige paragraaf genoemde afvloeiingskosten. In de jaarreke-
ning 2002 isditin hethoofdstukfinanciën alsvolgtverwoord: `de vrijvalvan deze voorziening wordtingezet
om een deelvan de kosten van de organisatieverandering te dekken'.
56
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Reserveringen
Onder de kortlopende schulden zijn diverse reserveringen voor verplichtingen opgenomen, welke een bij-
zonder karakter c.q. verloop hebben. Hetverloop van betreffende reserveringen in de jaren 1998 toten met
2003 kan alsvolgt worden weergegeven (in duizenden euro's):
Tabel 6: Reserveringen
Reservering Reservering Voorziening Totaal
vakantiegeld vakantiedagen 2% GAK reserveringen
Stand 1 januari 1998 0 0 362 362
Vorming reserveringen in 1998 1.418 1.861 0 3.279
Stand 31 december 1998 1.418 1.861 362 3.641
Mutaties 1999 -108 567 0 459
Stand 31 december 1999 1.310 2.428 362 4.100
Mutaties 2000 124 -736 0 -612
Stand 31 december 2000 1.434 1.692 362 3.488
Mutaties 2001 73 563 -362 274
Stand 31 december 2001 1.507 2.255 0 3.762
Mutaties 2002 150 -1.158 0 -1.008
Stand 31 december 2002 1.657 1.097 0 2.754
Mutaties 2003 94 39 0 133
Stand 31 december 2003 1.751 1.136 0 2.887
Reserveringen voorvakantiegeld en vakantiedagen
Deze voorziening is in 1998 gevormd ten laste van het eigen vermogen. Het resultaat over 1998 is hierdoor
nietbeïnvloed. De mutatiesin deze reserveringen zijn in de jaren 1999 (dotatie D 567.000) en 2002 (vrijval
D 1.158.000) in de exploitatierekening verantwoord onder de post `mutatie voorzieningen en verplichtin-
gen'. In de overige jaren zijn de mutatiesverantwoord onder de personeelskosten. Door deze inconsistente
manier van verslaglegging is het inzicht in de ontwikkeling van de personeelskosten (voor zowel WSW'ers
als het eigen personeel) verminderd.
De vrijval van de reservering voor vakantiedagen in 2002 is mogelijk geweest door aanwending van tegoe-
den aan verlofdagen ter compensatie van verplichtingen van werknemers in het kader van een pc-privé-re-
geling (circa D 300.000), alsmede door het (succesvol) voeren van een intensief beleid in 2002 tot afbouw
van tegoeden aan verlofdagen. Laatstgenoemd beleid wasmede ingegeven door de wensom de kosten van
reorganisatie/nieuwe strategie te compenseren.
Voorziening 2% GAK
Deze reservering had betrekking op de nog over 1995 te betalen premiesziektewet. In 2001 isdeze post(als
gevolg van verjaring) vrijgevallen ten gunste van de resultatenrekening en opgenomen onder de post muta-
tie voorzieningen en verplichtingen.
Verantwoording mutaties in voorzieningen en reserveringen
Zoalsin de voorgaande paragrafen aangegeven, heeftde verwerking van mutatiesin reserveringen en voor-
zieningen in de jaren 1998 tot en met 2003 niet op een consistente wijze plaatsgevonden.
Bovendien zijn bepaalde mutaties ingegeven door motieven van resultaatsturing. Het gevolg hiervan is dat
de kosten- en resultaatontwikkeling uitde normale bedrijfsvoering, zoalsdeze uitde jaarrekening blijkt, van- 57
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
af 2001 en met name in 2002 beperkt inzichtelijkis geweest.
Indien deze (incidentele) baten in de jaren 2001 en 2002 niet zouden zijn verantwoord, dan zou over 2001
een verlieszijn geleden, grootcirca D 124.000, terwijlhetverliesover 2002 afgerond ruim D 1,3 miljoen heb-
ben bedragen.
Langlopende leningen
In 2002 isde lening verstrektdoor de Gemeente Maastricht, grootD 3,6 miljoen, afgelost. In 2003 isdoor de
Gemeente Maastricht een nieuwe lening verstrekt aan MTB Regio Maastricht NV, ad D 2,5 miljoen.
Schulden aan rijksbijdragen
Door de systematiekin de bevoorschotting en de eindafrekening aangaande de rijksbijdragen, ontstonden
bij Yonder/MTB grote (liquide) overschotten met bijbehorende terugbetalingsverplichtingen. Hierdoor was
Yonder/MTB lange tijd in staattekorten in de exploitatie c.q. ten opzichte van de begroting `uiteigen midde-
len' te financieren en leidden de overschrijdingen niet onmiddellijk tot liquiditeitskrapte c.q. -problemen.
Zonder voorfinanciering had Yonder/MTB eerder een beroep moeten doen op de aandeelhouders dan wel
verschaffersvan vreemd vermogen.
In de jaarrekeningen over de jaren 1998 tot en met 2002 zijn de terug te betalen bedragen inzake de te veel
ontvangen rijksbijdragen verantwoord onder de kortlopende schulden.
In de jaarrekening 2003 iseen deelopgenomen alslanglopende schuld (over meer dan één jaar afte lossen)
en het restant opgenomen als kortlopende schulden (terug te betalen binnen één jaar).
In totaliteitvertoont hetverloop van de schuld inzake de rijksbijdrage hetvolgende beeld (in duizenden eu-
ro's):
Tabel 7: Schulden aan rijksbijdragen
1998 1.022
1999 2.490
2000 4.065
2001 5.340
2002 5.235 (in 2002 is bijna D 2,6 miljoen aan SZW terugbetaald)
2003 7.202
Ontwikkelingen in de resultatenrekening
In dit hoofdstuk wordt een beknopt inzicht gegeven in de omzet en resultaatontwikkeling gedurende de ja-
ren 1998 tot en met 2003. Hierbij is onderscheid gemaakt naar:
· het traditionele MTB-bedrijf;
· de nieuwe activiteiten vanaf 2001;
· stichting Phoenix.
De stichting Phoenix is hierin betrokken gegeven het feit dat de stichting operationeel door MTB wordt be-
heerd en ookin de `missie, visie en concernstrategie 2001-2004' alseen integraalonderdeelvan MTB wordt
behandeld.
58
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Omzet en resultaattraditioneel bedrijf MTB
De resultatenrekeningen van de volgende vennootschappen zijn onderstaand gerubriceerd alsresultatenre-
kening van het traditionele MTB-bedrijf:
· MTB Regio Maastricht NV(voorheen stichting MTB);
· MTB Holding BV;
· Polycycle BV;
· Neocycle BV;
· Polyvita BV;
· Prolabor BV(ingaande 2003 Yonder P+R);
· Beaumont BV
De resultatenrekening van het traditionele bedrijf over de jaren 1998 tot en met 2003 zijn als volgt weer te
geven (in duizenden euro's):
Tabel 8: Resultatenrekening van het traditionele bedrijf MTB
1998 1999 2000 2001 2002 2003
Omzet 14.017 14.465 15.961 16.249 17.432 17.406
Grond-/hulpstoffen en
uitbesteed werk 3.611 3.097 3.305 3.379 4.399 4.486
Toegevoegde waarde 10.406 11.368 12.656 12.870 13.033 12.920
Bijdragen/subsidies 25.663 26.661 28.114 29.340 29.884 31.723
Overige opbrengsten 16 -85 -301 -344 931 1.202
Totaal opbrengsten 36.085 37.944 40.469 41.866 43.848 45.845
Kosten WSW'ers 25.891 27.226 28.630 30.514 31.679 33.861
Loonkosten personeel NV 5.665 5.421 6.284 6.637 6.920 7.763
Afschrijvingen 1.299 1.599 1.399 1.500 1.879 1.854
Overige kosten 2.578 2.119 3.087 3.187 4.575 5.300
Mutatie reserveringen en
Voorzieningen 0 652 204 -362 -1.056 -684
Totaal bedrijfslasten 35.433 37.017 39.604 41.476 43.997 48.094
Bedrijfsresultaat 652 927 865 390 -149 -2.249
Rentebaten en lasten -414 -445 -263 -160 -236 -163
Resultaat deelnemingen -26 -1 -32 0 0 12
Belang derden 2 0 -1 -4 -4 0
Resultaat 214 481 569 226 -389 -2.400
Een nadere toelichting is alsvolgt.
Omzet en toegevoegde waarde
De stijging van de omzet in 1999 ten opzichte van 1998 is veroorzaakt door een toename van de omzet de-
tacheringen bij Prolabor BV. De stijgingen van de omzet in 2000, 2001 en 2002 zijn met name veroorzaakt
door stijgingen van de omzet detacheringen bij MTB Regio Maastricht NV.
De toegevoegde waarde isvanaf het boekjaar 2000 tot en met 2003 nagenoeg onveranderd op afgerond
D 13 miljoen.
Bijdragen/subsidies en kosten WSW-ers
Betreffende de bijdragen/subsidies en de kosten WSW-ers wordtverwezen naar hoofdstuk3.
59
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Overige opbrengsten
De overige opbrengsten zijn in de jaren 1998 toten met2003 alsvolgtsamengesteld (in duizenden euro's):
Tabel 9: Overige opbrengsten
1998 1999 2000 2001 2002 2003
Opbrengsten MTB Regio Maastricht NV 16 393 72 117 1.224 1.337
Overige 0 7 1 0 -2 74
Eliminatie doorberekende kosten 0 -485 -374 -461 -292 -209
Totaal 16 -85 -301 -344 930 1.202
De toename van de overige opbrengsten in de jaren 2002 en 2003 bij MTB Regio Maastricht NV is veroor-
zaakt door de stijging van de aan de stichting Phoenix doorberekende kosten als gevolg van onder andere
de kosten van de nieuwe strategie. De doorberekende kosten werden toten met2001 in mindering gebracht
op de overige kosten.
Loonkosten personeel NV
De loonkosten van hetpersoneelNVzijn in de jaren 1998 toten met2003 alsvolgtsamengesteld (in duizen-
den euro's):
Tabel 10: Loonkosten Personeel NV
1998 1999 2000 2001 2002 2003
Bruto lonen en salarissen 4.982 4.710 5.336 5.620 5.713 6.649
Sociale lasten en
pensioenpremies 683 711 948 1.017 1.207 1.114
Totaal 5.665 5.421 6.284 6.637 6.920 7.763
Percentuele stijging 100% -4% 15,9% 5,6% 4,3% 12,2%
Zoalsreedseerder aangegeven zijn de loonkosten beïnvloed door mutatiesin voorzieningen en reserveringen.
Overige kosten
De overige kosten bedroegen per bedrijf (in duizenden euro's):
Tabel 11: Overige kosten
1998 1999 2000 2001 2002 2003
MTB NV 1.935 1.865 2.592 2.584 4.058 4.716
Neocycle 1.027 726 958 1.028 939 467
Eliminatieposten -565 -708 -688 -790 -604 -134
Overige 181 236 225 365 182 251
Totaal 2.578 2.119 3.087 3.187 4.575 5.300
60
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
De eliminatieposten hebben betrekking op de eliminatie van de doorberekende kosten aan dochteronder-
nemingen.
De stijging van de overige kosten bij MTB Regio Maastricht NV in 2000, met D 727.000, is veroorzaakt door
de toename van de huisvestingskosten (circa D 288.000 inzake onderhoud, bewaking en energie) en een
stijging van de controle-, advies- en consultancykosten (met circa D 109.000). De resterende stijging, ad
D 330.000, is niet specifiek toe te wijzen aan één kostensoort. In feite is bij vrijwel alle kosten sprake van
een toename.
De toename van de kosten in 2002 ten opzichte van 2001, met(afgerond) D 1.388.000, isaan de hand van
de belangrijkste posten alsvolgt te verklaren (in duizenden euro's):
Tabel 12: Verklaring stijging kosten 2002 ten opzichte van 2001
Aan stichting Phoenixdoorberekende kosten, welke vanaf 2002 onder overige
opbrengsten zijn verantwoord en niet meer in mindering op de kosten zijn gekomen. 651
advies- en consultancykosten 448
Accountantskosten 60
Pr-kosten 114
Kosten voorziening dubieuze debiteuren 167
Totaal 1.440
De (verdere) toename van de kosten in 2003 ten opzichte van 2002, met (afgerond) D 725.000, is aan de
hand van de belangrijkste posten alsvolgt te verklaren (in duizenden euro's):
Tabel 13: Verklaring stijging kosten 2003 ten opzichte van 2002
Advies- en consultancykosten 125
Accountantskosten 28
Communicatiekosten 43
Kosten voorziening dubieuze debiteuren -102
Kosten extern verslag 69
Reis- en verblijfkosten incl. leasevoertuigen 90
Huur gebouwen 74
Gas-, water- en elektrakosten 75
Drukwerk 38
Totaal 440
Vastgesteld is dat de bedrijfskosten in 2003 over het algemeen een stijgende lijn te zien geven.
De daling van de kosten bij Neocycle in 2003 ismetname veroorzaaktdoor een daling van de kosten van in-
huur van WSW'ers (van D 399.000 over 2002 naar D 20.000 over 2003).
61
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Mutatie reserveringen en voorzieningen
Een specificatie van deze post is alsvolgt weer te geven (in duizenden euro's):
Tabel 14: Mutatie reserveringen en voorzieningen
1999 2000 2001 2002 2003
Dotatie wachtgeldvoorziening 114 204 0 1.077 0
Vrijval wachtgeldvoorziening 0 0 0 0 -684
Voorziening groot onderhoud 68 0 0 -976 0
Voorziening FUWA -227 0 0 0 0
Dotatie FUWA 85 0 0 0 0
Dubieuze debiteuren 45 0 0 0 0
Reservering vakantiedagen 567 0 0 -1.157 0
Vrijvalvoorziening GAK 0 0 -362 0 0
Totaal 652 204 -362 -1.056 -684
Zoals reeds eerder aangegeven zijn de mutaties in de reservering voor vakantiedagen, behalve in 1999 en
2002, verwerkt onder de personeelskosten.
62
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Omzet en resultaat nieuwe activiteiten
De resultatenrekeningen van de volgende vennootschappen zijn onderstaand gerubriceerd alsresultatenre-
kening inzake de nieuwe activiteiten:
· Combi Bike BV;
· Grafi Media Team Limburg BV(Thieme Yonder);
· Polygarde BV;
· MTB Krew BV(Yonder Bouw);
· Sensire BV(Hoveniersbedrijf Oosterloo);
· Polyservice BV;
· Maastrichtse Buurtbeheerbedrijven BV.
De resultatenrekening van de nieuwe activiteiten over de jaren 1998 tot en met 2003 zijn als volgt weer te
geven (in duizenden euro's):
Tabel 15: Resultatenrekening nieuwe activiteiten
1998 1999 2000 2001 2002 2003
Omzet 0 0 264 202 473 2.322
Grond-/ hulpstoffen en
uitbesteed werk 0 0 184 153 196 665
Toegevoegde waarde 0 0 80 49 277 1.657
Bijdragen/ subsidies 0 0 0 0 571 1.870
Overige opbrengsten 0 0 0 0 0 180
Totaal opbrengsten 0 0 80 49 848 3.707
Kosten WSW'ers 0 0 0 0 -66 -45
Loonkosten personeel NV 0 0 2 2 674 2.820
Afschrijvingen 0 0 0 0 0 95
Overige kosten 0 0 39 34 194 797
Totaal bedrijfslasten 0 0 41 36 802 3.667
Bedrijfsresultaat 0 0 39 13 46 40
Rentebaten en -lasten 0 0 -2 -1 0 -20
Belastingen 0 0 0 0 0 49
Resultaat 0 0 37 12 46 69
De resultaten over 2000 en 2001 hebben betrekking op de resultaten van Polygarde BVen MTB Krew BV.
De toegevoegde waarde over 2002 en 2003 is alsvolgt samengesteld (in duizenden euro's):
Tabel 16: Toegevoegde waarde
2002 2003
Polygarde BV 36 34
Maastrichtse Buurtbeheerbedrijven BV 234 910
Sensire BV(Hoveniersbedrijf Oosterloo) 0 631
Grafi Media Team Limburg BV(Thieme Yonder) 7 82
Totaal 277 1.657 63
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
De posten bijdragen/subsidies en overige opbrengsten hebben betrekking op de bijdrage van de gemeen-
te Maastricht ten aanzien van de Maastrichtse buurtbeheerbedrijven. Bij de effectuering van de overdracht
van de buurtbeheerbedrijven is een bedrag van D 435.000 als extra bijdrage van de gemeente Maastricht
ontvangen. Dit bedrag is in 2003 onder bijdragen/subsidiesverantwoord
De stijging van de bedrijfslasten hangtsamen metde nieuwe activiteiten, waaronder metname begrepen de
Maastrichtse buurtbeheerbedrijven en Hoveniersbedrijf Oosterloo.
Omzet en resultaatstichting Phoenix
De resultatenrekening bij de stichting Phoenix over de jaren 1998 tot en met 2003 is, naar de indeling
Yonder/MTB, alsvolgt weer te geven (in duizenden euro's):
Tabel 17: Resultatenrekening stichting Phoenix
1998 1999 2000 2001 2002 2003
Omzet en overige opbrengsten
Opbrengst jongerenloket 0 181 0 0 210 403
Opbrengsten WEP 36 95 114 335 67 64
Inleenvergoedingen 713 937 1.047 927 1.252 1.370
Diversen opbrengsten -34 34 178 69 284 659
Opbrengsten REA 0 0 25 227 563 631
Omzet UVI 225 0 197 105 77 113
Totaal 940 1.247 1.561 1.663 2.453 3.240
Bijdragen/ subsidies
WIW normbedrag 2.364 2.637 2.456 2.219 1.707 2.818
WIW basisbedrag 4.817 4.842 4.575 4.069 3.331 1.306
WVA 2.068 2.129 1.888 1.595 1.109 671
Diverse bijdragen 92 61 0 132 0 0
Totaal 9.341 9.669 8.919 8.015 6.147 4.795
Totaal opbrengsten 10.281 10.916 10.480 9.678 8.600 8.035
Kosten doelgroep 8.379 9.014 8.575 7.687 6.304 5.301
Additionele kosten doelgroep 191 118 156 272 448 620
Loonkosten personeel 816 1.040 1.335 1.617 1.624 1.513
Afschrijvingen 55 59 58 40 39 28
Overige kosten 329 419 426 428 614 596
Mutatie reserveringen en
Voorzieningen 0 0 0 0 33 0
Diverse baten en lasten 16 6 -161 -17 466 636
Totaal bedrijfslasten 9.786 10.656 10.389 10.027 9.528 8.694
Bedrijfsresultaat 495 260 91 -349 -928 -659
Rentebaten en lasten 8 12 26 76 41 0
Resultaat 503 272 117 -273 -887 -659
De omzeten overige opbrengsten van stichting Phoenixzijn in de jaren 2002 en 2003 forstoegenomen. Deze
toename ismetname toe te schrijven aan de stijging van inkomsten uitinleenvergoedingen en de opbreng-
sten uit de wet REA.
64
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Rijksbijdragen en overige bijdragen
De rijksbijdragen daalden met name in de jaren 2002 en 2003 fors als gevolg van de afbouw van de bijdra-
gen uithoofde van de WetWIW. Daarnaastheeftde afbouw van de bijdragen uithoofde van de WetWVA een
dalende inkomstenstroom veroorzaakt.
Een confrontatie van hetverloop van de loonkosten van de doelgroep van stichting Phoenixversus de rijks-
bijdragen is alsvolgt weer te geven (in duizenden euro's):
Tabel 18: rijksbijdragen
1998 1999 2000 2001 2002 2003
Rijksbijdragen/ subsidies 9.341 9.669 8.919 8.015 6.146 4.795
Loonkosten doelgroep 8.380 9.014 8.576 7.687 6.304 5.301
Resultaat 961 655 343 328 -158 -506
Additionele kosten doelgroep 191 118 156 272 448 620
Overschot/ tekort 770 537 187 56 -606 -1.126
Geconstateerd kan worden dat in 2002 en 2003 een aanzienlijktekort is ontstaan tussen de rijksbijdragen,
rechtstreeksverbonden aan de doelgroep en de directe kosten van de doelgroep. De substantiële toename
van de additionele kosten in 2002 en 2003 zijn hier mede debet aan. Betreffende toename is met name te
verklaren door een stijging van de kosten van scholing, studie en opleiding, van D 228.000 in 2001 naar
D 503.000 in 2003, een toename van D 275.000.
Zoals reeds aangegeven namen de overige inkomsten, als gevolg van een toename van vooral de inleenver-
goedingen en de opbrengsten REA, aanzienlijktoe. Hiermee isbovenstaand tekortopgevangen kunnen wor-
den.
Een en ander is alsvolgt weer te geven (in duizenden euro's):
Tabel 19: Compensatie tekort
1998 1999 2000 2001 2002 2003
Overschot/ tekort 770 537 187 56 -606 -1.126
Omzet en overige
opbrengsten 940 1.247 1.561 1.663 2.453 3.240
Bedrag ter compensatie
van de apparaatskosten 1.710 1.784 1.748 1.719 1.847 2.114
Geconstateerd kan derhalve worden dat het bedrag ter compensatie van de apparaatskosten van de stich-
ting in de jaren 2001 toten met2003 een stijgende lijn te zien geeft, ondanksde afbouw van de rijksbijdra-
gen.
65
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Apparaatskosten en resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
Een nadere specificatie van de apparaatskosten van de stichting is alvolgt (in duizenden euro's):
Tabel 20: Specificatie apparaatskosten
1998 1999 2000 2001 2002 2003
Loonkosten personeel 816 1.040 1.335 1.616 1.624 1.513
Kosten management-
ondersteuning 45 57 45 60 143 238
Huisvestingskosten 63 89 98 106 115 134
Afschrijvingskosten 55 60 59 40 39 29
Overige bedrijfskosten 221 273 283 262 356 224
Totaal 1.200 1.519 1.820 2.084 2.277 2.138
Het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening laatvervolgens hetvolgende beeld zien (in duizenden euro's):
Tabel 21: Resultaat gewone bedrijfsvoering
1998 1999 2000 2001 2002 2003
Bedrag ter compensatie
van de apparaatskosten 1.710 1.784 1.748 1.719 1.847 2.114
Apparaatskosten 1.200 1.519 1.820 2.084 2.277 2.138
Resultaat uit gewone
bedrijfsuitoefening 510 265 -72 -365 -430 -24
Geconcludeerd kan worden datde apparaatskosten vanaf2001 aanzienlijkzijn toegenomen, metname als
gevolg van een uitbreiding van het personeelsbestand, alsmede als gevolg van een stijging van de kosten
van managementondersteuning en de kosten van onderhoud ICT. In de jaren 2001 en 2002 heeft dit geleid
tot een negatief resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening, welk negatief resultaat in 2003 nagenoeg is ge-
compenseerd door extra opbrengsten. De kostenstijgingen in 2001, 2002 en 2003 houden in belangrijke
mate verband met de nieuwe strategie.
Resultaat na buitengewone baten en lasten
Het resultaat na buitengewone baten en lasten is alsvolgt (in duizenden euro's):
Tabel 22: Resultaat na buitengewone baten en lasten
1998 1999 2000 2001 2002 2003
Resultaat uit gewone
bedrijfsuitoefening 510 265 -72 -365 -430 -24
Rente-inkomsten 8 12 27 76 41 0
Voorzieningen 0 0 0 0 -33 0
Buitengewone baten
en lasten -16 -6 161 17 -465 -636
Resultaat 502 271 116 -272 -887 -660
66
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Onder de buitengewone baten en lasten zijn in 2002 en 2003 met name opgenomen de door MTB Regio
Maastricht NV doorbelaste kosten in verband met de nieuwe strategie, c.q. rechtstreeks ten laste van stich-
ting Phoenixgebrachte kosten inzake de nieuwe strategie.
Ontwikkelingen in de primaire doelgroep MTB
Aantallen sociale werknemers
Het aantal sociale werknemers in de jaren 1998 tot en met 2003, verdeeld naar arbeidshandicap (gewicht)
heeftzich alsvolgt ontwikkeld:
Tabel 23: Aantallen sociale werknemers
1998 1999 2000 2001 2002 2003
FTE SE FTE SE FTE SE FTE SE FTE SE FTE SE
Licht 7,5 7,5 27,1 27,1 46,8 46,8 44,4 44,4 38,6 38,6 41,7 41,7
Matig 1208 1208 1209 1209 1205 1205 1211 1211 1196 1196 1202 1202
Ernstig
(x1,25) 3,6 4,5 16,3 20,4 30,1 37,6 26,7 33,4 28,1 35,1 32,5 40,6
Totaal 1219 1220 1252 1256 1282 1290 1282 1289 1263 1270 1276 1284
Het aantal FTE's betreft het gemiddeld aantal werknemers uitgaande van een werkweekvan 36 uur.
SE staat voor de standaardeenheid volgens het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het aan-
talSE's is gebaseerd op het aantal FTE's vermenigvuldigd met de bij de arbeidshandicap behorende factor.
De factoren voor de categorieën lichten matig zijn 1. De factor voor de categorie ernstig is1,25 (dus1 FTEis
1,25 SE).
De indeling naar arbeidshandicap is gedurende de jaren 1998 tot en met 2003 niet gewijzigd. Wel is de se-
lectie om in aanmerking te komen voor de sociale werkvoorziening stringenter geworden. Zo komen bijvoor-
beeld personen meteen sociale beperking meteen relatiefhoge verdiencapaciteitmoeilijker in aanmerking.
67
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Loonkosten doelgroep
De navolgende overzichten zijn opgesteld uitgaande van de ontvangen financiële informatie en rekening hou-
dende met de mutaties in de reserveringen voor vakantiedagen.
De loonkosten van de WSW'erszijn alsvolgt te specificeren (in duizenden euro's):
Tabel 24: Loonkosten doelgroep
1998 1999 2000 2001 2002 2003
Bruto loon doelgroep 21.081 22.487 24.467 24.836 25.446 26.767
Mutatie reservering vakantiedagen 0 567 -736 563 -1158 39
Bruto loonkosten (incl.
mutaties reserveringen) 21.081 23.054 23.731 25.399 24.288 26.806
Sociale lasten en pensioenpremies 3.838 3.947 4.167 4.111 4.435 5.377
Totaal loonkosten doelgroep 24.919 27.001 27.898 29.510 28.723 32.183
Totaal loonkosten doelgroep
exclusief mutatie reservering
vakantiedagen 24.919 26.434 27.162 28.947 29.881 32.144
Loonkosten doelgroep incl.
reserveringen per FTE 20,4 21,6 21,8 23 22,7 25,2
Mutatie in % t.o.v. voorgaand jaar 5,9% 0,9% 5,5% -1,3% 11,0%
Loonkosten doelgroep
exclusief reserveringen per FTE 20,4 21,1 22,3 22,6 23,7 25,2
Mutatie in % t.o.v. voorgaand jaar 3,4% 5,7% 1,4% 4,9% 6,3%
De stijging van de sociale lasten en pensioen in 2003 ten opzichte van de voorgaande jaren ismetname ver-
oorzaakt door een daling van de werknemersbijdragen (over 2002: 5,1%, over 2003: 3,2%).
Geconcludeerd kan worden datde loonkosten van de doelgroep een geleidelijke ontwikkeling te zien geven.
Grote mutaties ten opzichte van de verschillende jaren zijn met name toe te schrijven aan de mutaties in de
reservering voor vakantiedagen. De gemiddelde stijging bedraagt4,3%, exclusiefmutatiesin reservering va-
kantiedagen.
Additionele kosten doelgroep
De additionele kosten van de doelgroep kunnen worden verdeeld in kosten inzake de dienstbetrekking van
de WSW'ers, zoals reiskosten, opleidingskosten en dergelijke en kosten inzake de begeleiding van het per-
soneel.
De eerste categorie kosten wordtin de financiële administratie en de jaarverslagen afzonderlijkverantwoord.
De kosten inzake de begeleiding zijn niet afzonderlijk geadministreerd en zijn in de jaarverslagen verant-
woord onder de loonkosten van hetpersoneelvan de NVAlsgevolg van hetontbreken van de daartoe beno-
digde gegevens (zoals een urenverantwoording) zijn de betreffende kosten niet meer vast te stellen.
68
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
De additionele kosten van de WSW'erszijn alsvolgt te specificeren (in duizenden euro's):
Tabel 25: Additionele kosten doelgroep
1998 1999 2000 2001 2002 2003
Vervoerskosten 261 260 324 382 384 462
Opleiding 96 149 85 197 158 230
Werkkleding 0 13 15 12 162 96
Arbovoorziening en medische kosten 375 231 237 304 407 566
PC-privé-project 0 0 0 0 306 0
Overige personeelskosten 239 58 66 64 39 197
Indicatiekosten 0 81 5 44 278 84
Totaal 971 792 732 1.003 1.734 1.635
Kosten per FTE 0,8 0,6 0,6 0,8 1,4 1,3
In voorgaand overzichtzijn de volgende opmerkelijke zaken zichtbaar:
· stijging van de vervoerskosten in 2003 ten opzichte van 2002 met D 78.000. Volgens de interne jaarreke-
ning 2003 is in 2003 een naverrekening, groot D 60.000, inzake 2002 verwerkt;
· de opleidingskosten en de overige personeelskosten fluctueren sterkvan jaar tot jaar;
· in 2002 zijn de kosten van werkkleding sterkgestegen door de naamswijziging van MTB naar Yonder.
· In 2003 isten opzichte van 2001 bijna sprake van een verdubbeling van de kosten inzake arbovoorzienin-
gen en medische kosten. Dit is, naar ons is medegedeeld, veroorzaakt door de invoering van de Wet
Poortwachter waardoor Yonder/MTB als werkgever meer activiteiten op gebied van ziekte en herintreding
dient te verrichten.
69
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Subsidies en bijdragen
De subsidies en bijdragen hebben betrekking op de rijksbijdragen (van het Ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid, hierna `SZW') en de bijdragen van de lokale overheden (de deelnemende gemeenten).
De bijdragen/subsidieszijn alsvolgt te specificeren (in duizenden euro's):
Tabel 26: Subsidies en bijdragen
1998 1999 2000 2001 2002 2003
Rijksbijdrage 24.448 25.666 27.099 28.228 29.243 30.888
Bijdrage lokale overheid 844 1.124 1.077 1.128 1.079 904
Doorbetaling subsidie
Begeleid werken 0 -15 -132 -225 -305 -268
Niet-deelnemende gemeenten 0 0 -48 0 -36 -36
Bijdragen/subsidies over het
betreffende boekjaar 25.292 26.775 27.996 29.131 29.981 31.488
Bijdragen lokale overheid inzake
indicatie commissie 272 0 0 0 0 235
Subsidie Buurtbeheerbedrijven 0 0 0 0 474 1.870
Afrekeningen rijkssubsidie
Afrekeningen over 1994 20 0 0 0 0 0
Afrekeningen over 1995 79 79 0 0 0 0
Afrekeningen over 1996 0 -16 0 0 0 0
Afrekeningen over 1997 0 -177 -92 0 0 0
Afrekeningen over 1998 0 0 263 0 0 0
Afrekeningen over 1999 0 0 0 204 0 0
Afrekeningen over 2000 0 0 -53 5 0 0
Totaal afrekeningen 99 -114 118 209 0 0
Totaal 25.663 26.661 28.114 29.340 30.455 33.593
Zoalsuitvoorgaand overzichtkan worden afgeleid zijn vooralin de jaren 1998 toten met2001 afrekeningen
over voorgaande jaren verantwoord waardoor het resultaat over het betreffende boekjaar is beïnvloed. De
afrekeningen worden overigensveelal pas na enige jaren ontvangen.
De verschillen tussen de definitieve afrekeningen en de in de betreffende boekjaren verantwoorde bedragen
zijn veelalveroorzaakt doordat MTB het niet realiseren van de taakstellingen, naar de mening van de subsi-
dieverstrekker, onvoldoende heeft kunnen motiveren. De hiervoor opgelegde kortingen worden na lande-
lijke ijking (achteraf) vastgesteld.
70
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Ontwikkeling subsidiegat in de jaren 1998 tot en met 2003
Indien de rijksbijdragen inzake de doelgroep worden afgezettegen de loonkosten en de additionele kosten,
dan levert dit hetvolgende beeld op (bedragen in duizenden euro's):
Tabel 27: Ontwikkeling subsidiegat
1998 1999 2000 2001 2002 2003
Bijdragen/ subsidies over het
betreffende boekjaar 25.292 26.775 27.996 29.131 29.981 31.488
Hierin opgenomen bijdrage
lokale overheid 844 1.124 1.077 1.128 1.079 904
Bijdragen/subsidies over het
betreffende boekjaar excl.
lokale overheid (A) 24.448 25.651 26.919 28.003 28.902 30.584
Totaal loonkosten doelgroep (B) 24.919 27.001 27.898 29.510 28.723 32.183
Totaal loonkosten doelgroep
exclusief mutatie reservering
vakantiedagen (C) 24.919 26.434 28.634 28.947 29.881 32.144
Subsidie-overschot/tekort (A-B) -471 -1.350 -979 -1.507 179 -1.599
Subsidie-overschot/tekort (A-C) -471 -783 -1.715 -944 -979 -1.560
Indien de additionele kosten, zoalshiervoor besproken, mee in aanmerking genomen worden, dan ontstaat
het navolgende beeld (bedragen in duizenden euro's):
Tabel 28: Additionele kosten
1998 1999 2000 2001 2002 2003
Loonkosten doelgroep
exclusief mutatie reservering
vakantiedagen 24.919 26.434 28.634 28.947 29.881 32.144
Additionele kosten 971 792 732 1.003 1.734 1.635
Directe kosten doelgroep 25.890 27.226 29.366 29.950 31.615 33.779
Bijdragen/subsidies over het
betreffende boekjaar excl.
lokale overheid 24.448 25.651 26.919 28.003 28.902 30.584
Subsidietekort incl.
additionele kosten 1.442 1.575 2.447 1.947 2.713 3.195
71
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Op basis van de subsidie en kosten per SE is het overzicht als volgt (de bedragen in rij A zijn verstrekt door
hetWerkvoorzieningschap)
1998 1999 2000 2001 2002 2003
A
SE 1219,8 1256,3 1289,7 1288,6 1270,1 1284,3
Rijksbijdrage per SE 20.042,63 20.417,89 20.872,30 21.731,34 22.755,69 23.813,75
Stijging in % 1,87% 2,23% 4,12% 4,71% 4,65%
B
Loonkosten doelgroep
excl. mutatie reservering
vakantiedagen per SE 20.428,76 21.041,15 22.202,06 22.463,91 23.526,49 25.028,42
Stijging in % 3,00% 5,52% 1,18% 4,73% 6,38%
C
Loonkosten doelgroep
incl. additionele kosten
doelgroep per SE 21.224,79 21.671,58 22.769,64 23.242,28 24.891,74 26.301,49
Stijging in % 2,11% 5,07% 2,08% 7,10% 5,66%
(A-B) -386,13 -623,26 -1.329,77 -732,58 -770,81 -1.214,67
(A-C) -1.182,16 -1.253,68 -1.897,34 -1.510,94 -2.136,05 -2.487,74
Uit bovenstaande analyse is af te leiden dat:
· het verschil tussen de loonkosten van de doelgroep en de rijksbijdragen door de jaren fluctueert, doch
geen trendmatige stijging laatzien;
· de dotatiesc.q. vrijvaluitde reservering voor vakantiedagen, voorkomende uithetbeleid ten aanzien van
hetverbruiken c.q. opsparen van vakantiedagen, een aanmerkelijke invloed heeft op het subsidiegat;
· de additionele kosten van de doelgroep in 2002 en 2003 aanzienlijkzijn toegenomen, waardoor hetsub-
sidiegatinclusiefdeze kosten ten opzichte van de voorgaande jaren metcirca D 1 miljoen istoegenomen.
In voorgaande beoordeling van het subsidiegat is geen rekening gehouden met de extra omzetten die door
de doelgroep worden gegenereerd.
72
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Bijlage C
Ontwikkelingen in de organisatiestructuur 1998-2003
73
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Bijlage C: Ontwikkelingen in de organisatiestructuur 1998 - 2003
Bij het in kaart brengen van de organisatiestructuur en de mutaties hierin in de jaren tot en met 2003 is ge-
bruikgemaaktvan de in de jaarrekeningen over 1998 tot en met 2003 opgenomen informatie.
Organisatiestructuur op 1 januari 1998
De juridische structuur van de MTB was op 1 januari 1998 alsvolgt weer te geven:
Stichting MTB
MTB Holding BV Sichting Phoenix
100%
Polycycle BV Polyvita BV
100% 100%
Neocycle BV Neovita BV Beaumont BV ProLabor BV Polygarde BV
100% 5% 60% 100% 50%
Vanuitde drie hoofdentiteiten, stichting MTB, MTB Holding BVen stichting Phoenix, worden in hetkader van
de WSW (Wet Sociale Werkvoorziening) en de WIW (Wet Inschakeling Werkzoekenden) arbeidsplaatsen ge-
creëerd. MTB Holding BVisin 1995 opgerichtmetalsdoelnieuwe activiteiten te ontwikkelen, continuïteitte
bieden, bedrijfsrisico's beter te kunnen spreiden en strategische allianties aan te kunnen gaan.
De bedrijfsactiviteiten van de MTB vinden plaats binnen drie zelfstandige units: de buitendivisie, detache-
ringen en de binnendivisie. Binnen deze unitszijn de activiteiten weer verder verdeeld.
75
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Daarnaast is er een aantal ondersteunende en stafafdelingen (directie, financiën, sociale zaken en de tech-
nische dienst). De juridische structuren zijn in de operationele structuur verweven. In onderstaand schema
is dit nader weergegeven.
Staf en ondersteu-
nende diensten
(directie, financiën,
techn. dienst etc.)
Hoveniersbedrijf (aanleg, onderhoud en beheer groenvoorzieningen)
Bouw- en bestratingsbedrijf
Buitendivisie
(vanaf 1999
Dienstverlening) Algemene diensten (zwerfvuil, bewaking, beheer milieuparken)
Facilitair bedrijf (schoonmaak, receptie, bewaking, restaurant, bode)
MTB
Detacheringen (WSW)
Detacheringen
(vanaf 1999 Stichting Phoenix (WIW)
Detacheringsbedrijf)
ProLabor (uitzendbureau)
Metaalbedrijf (rijwielen, rolstoelen, opbergsystemen)
Binnendivisie
(vanaf 1999 Montage & verpakkingen (electro, varia, VAL )
Industrie)
Grafisch bedrijf (lay-out, drukwerk, inbinden, restauratie)
Ontwikkeling organisatie vanaf 1998 tot en met 2003
Vanaf1999 isde organisatie MTB volop in ontwikkeling. De wijzigingen gedurende de jaren 1998 toten met
2003 worden in deze paragraaf beknopt opgesomd.
2000: Per 1 januari 2000 isde vennootschap MTB Regio MaastrichtNVopgerichten isde organisatie in het
kader van de aanpak `DoMiOn' verdeeld in een drietal clusters, namelijk Doel, Middel en
Ondersteuning.
De cluster Doelrichtzich primair op het(re)activeren van hetarbeidspotentieelvan cliënten meteen
afstand tot de arbeidsmarkt. De cluster komt voort uit de voormalige unit Detacheringbedrijf (voor-
heen Detacheringen).
De unitsIndustrie (voorheen Binnendivisie) en Dienstverlening (voorheen Buitendivisie) zijn samen-
gevoegd tot de cluster Middel.
De cluster Ondersteuning fungeert als participatiemaatschappij die de financiële taakstelling van
MTB bewaakt en anderzijds als bedrijvencentrum dat zorgt voor huisvesting en ondersteunende
diensten. Dit betreft dus feitelijkde staf en ondersteunende diensten.
Het aandeel in Polygarde BVis uitgebreid van 50% naar 100%.
2001: De clustervorming is weer teruggedraaid en de MTB is weer teruggekeerd naar een indeling in 3 pij-
lers, namelijk Dienstverlening, Industrie en Reïntegratie (voorheen Detacheringdienst). In 2001 is
door Polyvita BVde vennootschap MTB Krew BVopgericht.
76
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
2002: Naar aanleiding van de verdere uitwerking van de veranderde besturingsvisie is een nieuwe opera-
tionele structuur ingericht waarin 5 business units voorkomen: Preventie & Reïntegratie, Industrie,
Zakelijke Dienstverlening (B to B), Consumenten Dienstverlening (B to C) en Woon-Zorg-Diensten.
De units worden vanuit een klein concern aangestuurd. Was de aansturing voorheen sterk centraal
geregeld, als onderdeel van de nieuwe strategie zijn in 2002 de taken, bevoegdheden en verant-
woordelijkheden in belangrijke mate overgedragen aan de business units.
De business unit Preventie & Reïntegratie bestaat uit de stichting Phoenix, MTB Detacheringen en
ProLabor. In feite is deze business unit de opvolger van de pijler Reïntegratie (voorheen
Detacheringdienst).
De business unit `Industrie' komt voort uit de pijler Industrie en de business unit Zakelijke
Dienstverlening (B to B) uit de pijler Dienstverlening. De business units Consumenten Dienstverle-
ning (B to C) en Woon-Zorg-Diensten zijn nieuw en ultimo 2002 nog in ontwikkeling.
In 2002 zijn de volgende vennootschappen opgericht dan wel aangekocht:
· Sensire BV(55% dochter van Polyvita BV);
· Polyservice BV(100% dochter van MTB Holding BV);
· Maastrichtse Buurtbeheerbedrijven BV(100% dochter van Polyservice BV);
· Combi Bike BV(100% dochter van Polycycle BV);
· Thieme Yonder Media BV/Grafi Media Team Limburg BV(51% dochter van Polycycle BV).
De 5% deelneming in Neovita BVis in 2002 door Polyvita BVverkocht.
2003: De namen van Prolabor BV, Sensire BV en MTB Krew BV zijn gewijzigd in Yonder Preventie &
Reïntegratie BV, Hoveniersbedrijf Oosterloo BVen Yonder Bouw BV.
In 2003 is ODM (Onderhoud Dienst Maastricht BV) opgericht door MTB Holding BV.
Organisatiestructuurultimo 2003
De organisatiestructuur (juridisch) ultimo 2003 kan alsvolgt worden weergegeven:
MTB Regio
Maastricht NV
MTB Holding BV Sichting Phoenix
100%
ODM Onderhoud Polycycle BV Polyvita BV Polyservice BV
Dienst Maastricht BV 100% 100% 100%
Neocycle BV Combi Bike BV Thieme Yonder Maastr. Buurt-
100% 100% Media BV 100% beheerbedrijven
BV 100%
Oosterloo BV Yonder Bouw BV Beaumont BV Yonder Polygarde BV
(voorheen: (voorheen: 60% Preventie & 100%
Sensire BV) MTB Krew BV) Reïnregratie BV
55% 100% (voorheen:
ProLabor BV)
100%
---
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
De operationele structuur ultimo 2003 is alsvolgt weer te geven:
Concern
(directie, financiën, techn. dienst etc)
Zakelijke Consumenten
Preventie & Industrie Woon-Zorg
Dienstverlening Dienstverlening
Reïntegratie Diensten
(B to B) (B to C)
Sticting Phoenix Rijwielen/Wielen Hoveniersbedrijf
(WIW, REA, ITB)
MTB Detachering Metaalbedrijf Bouwbedrijf
(WSW)
ProLabor Logistieke dienst- Bestratingsbedrijf
uitzendbureau verlening
Montage en Facilitair Bedrijf
Verpakken
Thieme Yonder Algemene Diensten
Media
Conclusie beoordeling ontwikkeling organisatiestructuur
Uithetvoorgaande blijktdater bij MTB in de loop van de jaren behoorlijkwatmutatieshebben plaatsgevon-
den. Deze mutatieshebben echter in de jaren 2001 toten met2003 feitelijkin beperkte mate geleid toteen
uitbreiding van activiteiten. Er was sprake van het optuigen van de organisatie door het oprichten van ven-
nootschappen en hetwijzigen van de organisatorische structuur. De uitbreiding van de activiteiten in de vorm
van participaties/overnames, heeft tot en met het jaar 2003 slechts in zeer geringe mate plaatsgevonden.
De overname van de Maastrichtse Buurtbeheerbedrijven en HoveniersbedrijfOosterloo zijn de belangrijkste
aangelegenheden in dit verband. Daarnaast is de overname van Polygarde en Thieme Yonder in 2002 gere-
aliseerd, doch beide activiteiten zijn van zeer beperkte omvang en hebben tot en met 2003 beperkt bijge-
dragen aan een stijging van de toegevoegde waarde.
In grote lijnen kon en kan de MTB derhalve worden opgekniptin twee hoofdactiviteiten namelijk: de preven-
tie en reïntegratietakdie verantwoordelijkisvoor de uitvoering van sociale wetgeving (WIW, WSWetc.) en de
min of meer commerciële tak waarin de diverse bedrijven zijn ondergebracht. Daarnaast functioneren de
ondersteunende afdelingen (directie, administratie etc.). Er is geen `één-op-één relatie' tussen deze opera-
tionele structuur en de organisatiestructuur (juridisch).
Belangrijk is het om te constateren dat tot 2002 de organisatie sterk centraal aangestuurd werd.
Bevoegdheden en verantwoordelijkheden waren slechts in beperkte mate door de concerndirectie gedele-
geerd. Vanaf 2002 is hierin een duidelijke wijziging opgetreden. Vergaande decentralisatie van taken, ver-
antwoordelijkheden en bevoegdheden heeftplaatsgevonden, waarbij men zich op concernniveau metname
beperkte totzaken van strategische aard, R&D-activiteiten (research and development), concerncontrolling
en managementvan hetveranderingsproces.
78
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
BijlageD
Formeel besluitvormingsproces
79
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Bijlage D: Formeel besluitvormingsproces
Inleiding
De formele besluitvorming en verantwoordingstructuur van Yonder/MTB (MTB Regio MaastrichtNV) zijn vast-
gelegd in de volgende documenten:
a. Akte van omzetting MTB Regio Maastricht NV(5 april 2000).
b. Bestuursdocument"Gedragscode Raad van Commissarissen Raad van Bestuur" Yonder/MTB (augustus
2003).
c. UitvoeringsovereenkomstWerkvoorzieningschap Eijsden, Maastricht, Margraten, Meerssen en MTB Regio
Maastricht NV(overeenkomst wordt jaarlijks afgesloten).
In dithoofdstuklichtde rekenkamer deze documenten toe voor zover relevantvoor de geformuleerde onder-
zoeksvragen. Op basisvan bestudering van notulen en de gevoerde gesprekken geeftde rekenkamer aan in
hoeverre de formeelvastgelegde afspraken in de praktijkvanaf 2001 zijn nageleefd.
Akte van omzetting MTB Regio Maastricht NV
Bij de omzetting van de stichting Maastrichtse Toeleveringsbedrijven in een naamloze vennootschap ge-
naamd MTB Regio Maastricht NVzijn op 5 april 2000 de statuten opnieuw vastgesteld. In het kader van het
onderzoekvan de rekenkamer worden hier de relevante artikelen genoemd.
In artikel 2 lid 3 wordt het doel van Yonder/MTB geformuleerd. Uit de formulering komt duidelijk de "hybri-
de" opzet van Yonder/MTB naar voren. Doel is zoveel mogelijkwerken mogelijkheden voor werkervaring te
bieden aan personen meteen achterstand op de arbeidsmarkt. Yonder/MTB wildeze maatschappelijke doel-
stelling realiseren door op een bedrijfsmatige basiste opereren. Economisch rendementisnoodzakelijkom
de continuïteitvan het bedrijfveilig te stellen.
Het doelvan Yonder/MTB wordt in de statuten alsvolgt geformuleerd:
a. Het instandhouden en beheren van een organisatie die gespecialiseerd is in het op bedrijfsmatige basis
bieden van zoveelmogelijkpassend werken relevante werkervaring aan gehandicapten en aan personen
met een achterstand op de arbeidsmarkt.
b. Het halen van een zo hoog mogelijk maatschappelijk rendement in haar sociale opdracht en daarbij te
streven naar optimale balansverhoudingen en economisch rendement om hetvoor de continuïteit nood-
zakelijke weerstandsvermogen te realiseren en behouden.
Voor zover dienstbaar aan de genoemde doelstellingen kan Yonder/MTB volgensde statuten (artikel2 lid 4)
meewerken aan het oprichten en verwerven van, het deelnemen in, het samenwerken met, het voeren van
hetbestuur over, alsmede het(doen) financieren van andere in een groep methaar verbonden ondernemin-
gen, in welke rechtsvorm dan ook.
Artikel16 Cvermeldtvoor welke besluiten de goedkeuring van de Raad van Commissarissen nodig is. In het
kader van dit onderzoekwil de rekenkamer met name wijzen op de besluiten die betrekking hebben op het
doen van investeringen, het deelnemen in andere vennootschappen en hetvaststellen van de begroting en
het (strategisch) beleidsplan.
a. Het aangaan van, ingrijpend wijzigen of verbreken van duurzame samenwerkingsverbanden met andere
ondernemingen die van wezenlijkbelang zijn voor de vennootschap of een afhankelijke maatschappij.
b. Het stichten, slopen, verkrijgen, vervreemden en/of bezwaren van registergoederen.
c. Het deelnemen in of op andere wijze belang nemen bij andere vennootschappen of ondernemingen, het
vervreemden of bezwaren van een deelneming, en het uitoefenen van het aan de vennootschap toeko-
mende stemrecht op aandelen in andere vennootschappen.
d. Het doen van investeringen boven een limietvan D 100.000.
e. Het verstrekken of aangaan van geldleningen, alsmede het opnemen van kredieten in rekening courant
bij banken of andere instellingen voor bedragen groter dan D 100.000. 81
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
f. Hetaangaan van langjarige contracten zoalsop hetgebied van lease en huur van vastgoed, voor zover de
hiermee samenhangende verplichtingen een bedrag van D 50.000 per jaar te boven gaan.
g. Hetverlenen van procuratie.
h. Het aannemen en ontslaan van leden van het directieteam en werknemers met een salaris boven de ter-
zake toepasselijke CAO salarisnormen.
i. Hetvaststellen van hetreglementwaarin taken en bevoegdheden van hetdirectieteam nader worden om-
schreven.
j. Het beëindigen van de dienstbetrekking met een aanmerkelijkaantal werknemers.
k. Ingrijpende wijzigingen in de arbeidsomstandigheden.
l. De vaststelling van de begroting, het strategisch beleidsplan en een voortschrijdend meerjaren en jaar-
beleidsplan.
m. Hetvaststellen van wijzigingen van de algemene arbeidsvoorwaarden voor het personeel.
n. Hetaangaan van borgstellingen, garantieovereenkomsten ofhetverbinden van de vennootschap alshoof-
delijkschuldenaar.
Voor de hierna te noemen besluiten isvolgensde statuten de goedkeuring van de Algemene vergadering van
Aandeelhouders nodig zijn (artikel 16 D). Het betreft met name besluiten die een financiële consequentie
hebben van meer dan D 100.000.
a. Het aangaan van, ingrijpend wijzigen of verbreken van duurzame samenwerkingsverbanden met andere
ondernemingen die van wezenlijk belang zijn voor de vennootschap of een afhankelijke maatschappij,
alsmede hetdeelnemen in ofop andere wijze belang nemen bij andere vennootschappen ofondernemin-
gen, hetvervreemden of bezwaren van een deelneming, en het uitoefenen van het aan de vennootschap
toekomende stemrecht op aandelen in andere vennootschappen, met een financieel belang groter dan
D 100.000 of een ander door de Algemene vergadering van Aandeelhouders vastgesteld en aan het be-
stuur meegedeeld bedrag.
b. Het stichten, slopen, verkrijgen, vervreemden en/of bezwaren van registergoederen, met een financieel
belang groter dan D 100.000 of een ander door de Algemene vergadering van Aandeelhouders vastge-
steld en aan het bestuur meegedeeld bedrag.
c. Hetdoen van investeringen boven een limietvan D 100.000, ofeen ander door de Algemene vergadering
van Aandeelhoudersvastgesteld en aan het bestuur meegedeeld bedrag.
d. Het verstrekken of aangaan van geldleningen, alsmede het opnemen van kredieten in rekening courant
bij banken of andere instellingen voor bedragen groter dan D 100.000, of een ander door de Algemene
vergadering van Aandeelhoudersvastgesteld en aan het bestuur meegedeeld bedrag.
e. Hetaangaan van langjarige contracten zoalsop hetgebied van lease en huur van vastgoed, voor zover de
hiermee samenhangende verplichtingen een bedrag van D 100.000 per jaar te boven gaan, of een ander
door de Algemene vergadering van Aandeelhoudersvastgesteld en aan hetbestuur meegedeeld bedrag.
f. Hetverlenen van procuratie.
g. De vaststelling van de begroting, het strategisch beleidsplan en een voortschrijdend meerjaren en jaar-
beleidsplan.
Het bestuur van Yonder/MTB is opgedragen aan het bestuur, bestaande uit één of meer personen (artikel
16A). De bestuurders worden door de Algemene vergadering van Aandeelhouders benoemd, op basis van
een bindende voordracht door de Raad van Commissarissen. De bestuurders kunnen te allen tijde door de
Algemene vergadering van Aandeelhouders worden geschorst en ontslagen. Het bestuur is bevoegd één of
meer personen volmachtte verlenen om de vennootschap binnen de in de volmachtomschreven grenzen te
vertegenwoordigen. Het bestuur is bevoegd één of meer personen de titel directeur te verlenen. Personen
metde titeldirecteur zijn geen lid van hetbestuur van de vennootschap en hebben geen statutaire taken. Zij
maken deel uitvan het directieteam. De taken en bevoegdheden worden nader geregeld in het door het be-
stuur vast te stellen directieteamreglement (artikel 16G).
De Raad van Commissarissen heeft tot taaktoezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de alge-
mene gang van zaken binnen Yonder/MTB en de met haar verbonden ondernemingen. De Raad van
Commissarissen staat het bestuur met raad ter zijde. Bij de vervulling van hun taakrichten de commissaris-
sen zich naar hetbelang van de vennootschap en de methaar verbonden ondernemingen (artikel17, lid 3).
82
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
De Raad van Bestuur van Yonder/MTB verschaft de Raad van Commissarissen tijdig de voor uitoefening van
dienstaaknoodzakelijke gegevens, en isverplichtde vergaderingen van de Raad van Commissarissen bij te
wonen zo dikwijls het daartoe wordt uitgenodigd (artikel 17, lid 4). De Raad van Commissarissen kan zich
ten behoeve van de uitoefening van zijn taakvoor rekening van de vennootschap doen bijstaan door een re-
gisteraccountant en kan uit zijn midden een gedelegeerde aanwijzen die in het bijzonder belast is met het
dagelijkse toezichtop hetbeleid van hetbestuur (artikel17, lid 5). De Raad van Commissarissen isbevoegd
tot schorsing van een bestuurder (artikel 17, lid 14).
In artikel 17 A worden de bevoegdheden van de Algemene vergadering van Aandeelhouders opgesomd:
a. Het besluiten tot uitgifte van aandelen.
b. Het benoemen, schorsen en ontslaan van de bestuurders als bedoeld in artikel 16A.
c. Het benoemen, schorsen en ontslaan van de commissarissen als bedoeld in artikel 17.
d. Het goedkeuren van bestuursbesluiten als bedoeld in artikel 16 D, waaronder begrepen de begroting en
het meerjarenplan waarin ondermeer de strategische uitgangspunten zijn opgenomen.
e. De vaststelling van de jaarrekening.
f. Hetvaststellen van de winstbestemming.
g. Het besluiten tot statutenwijziging, fusie, splitsing of ontbinding van de vennootschap.
BestuursdocumentGedragscode Raad van Commissarissen Raad van Bestuur Yonder/MTB
Vanaf 1 januari 2004 is de Gedragscode van kracht. Het bestuursdocument is opgesteld op grond van de
binnen het overleg van Raad van Commissarissen en Raad van Bestuur vastgestelde richtlijnen inzake cor-
porate governance. Het eerste artikel stelt dat de regels en afspraken de statutaire rechten, verplichtingen
en verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur onverlet laten. Onduidelijk is of dit ook geldt voor de
Raad van Commissarissen en de aandeelhouders.
Hetdocumentiseen nadere concretisering van de statuten watbetreftde taken, bevoegdheden en werkwij-
ze van de Raad van Bestuur, in het bijzonder de voorzitter, de taken en werkwijze van de Raad van
Commissarissen en de relatie tussen beide organen. De rekenkamer merkt op dat het bestuursdocument
nogalwatdubbelingen kentmetde statuten. De indrukwordtgewektdathetdocumentenigszinslosvan de
statuten tot stand is gekomen. Hierna worden de belangrijkste artikelen opgesomd.
Artikel 3 Taken, bevoegdheden en werkwijze Raad van Bestuur.
a De taken van de Raad van Bestuur alsstatutair bestuur zijn vastgelegd in de wet, statuten van Yonder/MTB
en in dit bestuursdocument.
b. De Raad van Bestuur is een collegiaal bestuur en bestaat uit drie leden en streeft er naar haar besluiten
te nemen door middelvan consensus tussen de leden van de Raad van Bestuur.
c. De algehele leiding van de Raad van Bestuur in casu de onderneming ligt bij de voorzitter.
d. Yonder/MTB wordt vertegenwoordigd door de Raad van Bestuur. De voorzitter is gevolmachtigd bestuur-
der en aldus zelfstandig bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen. De twee andere bestuurders
zijn samen bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen.
e. De Raad van Bestuur is in ieder geval belast met de volgende taken
· het bestuur en de dagelijkse leiding van Yonder/MTB en aan het concern verbonden rechtspersonen.
· hetzorgdragen voor de realisering van de doelstellingen van Yonder/MTB, zoalsomschreven in de sta-
tuten.
· het ontwikkelen van de strategie van de onderneming en de uitvoering daarvan.
· het ter goedkeuring voorleggen aan de Raad van Commissarissen van:
- de (geconsolideerde) begroting per jaar, de meerjarenramingen waarin opgenomen liquiditeits- en
investeringsbegrotingen alsmede een financieringsplan, de verbeteracties en, na verkregen goed-
keuring, de uitvoering daarvan;
- de (geconsolideerde) jaarrekening van Yonder/MTB, waaronder begrepen een evaluatie van hetge-
voerde beleid.
· hetaangaan van transactiesmetfinanciële gevolgen binnen de goedgekeurde begroting. Voor hetaan-
gaan van transactiesmetfinanciële gevolgen buiten de goedgekeurde begroting, heeftde directie voor-
afgaande goedkeuring nodig van de Raad van Commissarissen;
· hetvoorbereiden en (doen) uitvoeren van besluiten van de Raad van Commissarissen;
83
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
· het onderhouden van externe contacten, voor zover deze niet aan andere functionarissen binnen
Yonder/MTB zijn opgedragen;
· het beheersen van de risico'sverbonden aan de ondernemingsactiviteiten;
· hetzorgen voor de financiering van de vennootschap;
· het hanteren van een goed intern risicobeheersings- en controlesysteem;
· het naleven van de wet- en regelgeving.
f. Een bestuurder bezit niet meer dan twee commissariaten bij andere vennootschappen. Commissariaten
bij dochtermaatschappijen van de eigen vennootschap worden niet meegeteld. Het besluit van een be-
stuurder om zich als commissaris bij een andere vennootschap kandidaat te stellen is aan goedkeuring
van de Raad van Commissarissen onderworpen.
Artikel 4 Aandachtsveldenverdeling.
a De verantwoordelijkheid voor elkvan de hier bovengenoemde taken zal, conform het beginsel van colle-
giaal bestuur, bij alle leden van de Raad van Bestuur liggen. Ter wille van een efficiënte en effectieve be-
sturing van Yonder/MTB zullen de leden van de Raad van Bestuur een aandachtsveldverdeling hanteren.
Deze verdeling is een interne aangelegenheid van de Raad van Bestuur.
b. De leden van de Raad van Bestuur zijn verplicht elkaar te consulteren of een bestuursvergadering te be-
leggen, indien zij kennisdragen ofkrijgen van de voor Yonder/MTB van belang zijnde zaken en beslissin-
gen die ter zake genomen dienen te worden.
c. Onverlet het beginsel van collegiaal bestuur s de voorzitter van de Raad van Bestuur eindverantwoorde-
---
lijkvoor de coördinatie binnen de Raad van Bestuur en eindverantwoordelijkvoor de algehele leiding van
de onderneming.
d. De voorzitter van de Raad van Bestuur isverantwoordelijkvoor het overleg met de voorzitter van de Raad
van Commissarissen.
Artikel 5 Besluitvorming Raad van Bestuur.
a. De Raad van Bestuur streeft ernaar om op basis van consensus besluiten te nemen. Indien er geen con-
sensusbestaatover een te nemen besluit, wordtditbesluitdoor de Raad van Bestuur genomen metmeer-
derheid van stemmen. Bij het staken van de stemmen beslist de voorzitter.
b. Van iedere vergadering worden notulen gemaakt, waarin tenminste de behandelde onderwerpen en de in
de vergadering genomen besluiten zijn opgenomen.
Artikel 6 Taken en werkwijze Raad van Commissarissen.
a. De Raad van Commissarissen heefttottaaktoezichtte houden op de Raad van Bestuur en op de algeme-
ne gang van zaken in de vennootschap en de met haar verbonden ondernemingen. De Raad van
Commissarissen isverantwoordelijkvoor de kwaliteitvan zijn eigen functioneren.
b. Tot de algemene taken van de Raad van Commissarissen worden gerekend toezicht op onder andere:
· de realisatie van de doelstellingen van de vennootschap;
· de strategie en de risico'sverbonden aan de ondernemingsactiviteiten;
· de opzet en werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen;
· het financiële verslaggevingproces;
· hetvaststellen van de arbeidsvoorwaarden van de Raad van Bestuur;
· de naleving van de wet- en regelgeving.
c. De Raad van Commissarissen vergadertvolgens een vastgesteld rooster, tenminste tweemaal per jaar en
voortszo dikwijlsde Raad van Bestuur of(twee van) de leden van de Raad van Commissarissen ditnodig
achten.
d. De Raad van Commissarissen bespreektin ieder gevaléénmaalper jaar de strategie en de risico'sverbon-
den aan de onderneming en de uitkomsten van de beoordeling door de Raad van Bestuur van de opzeten
werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen, alsmede significante wijzigingen hierin.
e. De Raad van Commissarissen bespreekt tenminste éénmaal per jaar buiten aanwezigheid van de Raad
van Bestuur zowelzijn eigen functioneren alsdatvan de individuele leden van de Raad, en de conclusies
die hieraan moeten worden verbonden. Tevens wordt het gewenste profiel, samenstelling en competen-
tie van de Raad van Commissarissen besproken. De Raad van Commissarissen bespreektvoorts tenmin-
ste éénmaalper jaar buiten de aanwezigheid van de Raad van Bestuur zowelhetfunctioneren van de Raad
van Bestuur als college als dat van individuele leden, en de conclusies die hieraan moeten worden ver-
bonden.
84
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
f. De belangrijkste resultaatgebieden van de Raad van Commissarissen zijn:
· hetzorgdragen voor een optimale bezetting van de Raad van Bestuur;
· het toezicht houden op de performance van de onderneming;
· het bewaken van de continuïteitvan de Yonder/MTB;
· het bewaken van het imago en de maatschappelijke waarden en normen;
· het door wisselwerking met de Raad van Bestuur leveren van een bijdrage aan een lange termijn visie
en strategie voor de concern;
· hetzijn van een waardevol en gewaardeerd klankbord voor de Raad van Bestuur;
· het- als afgeleide van de strategie- vaststellen van prestatiemaatstaven voor de Raad van Bestuur.
g. Belangrijkste resultaatgebieden van de voorzitter van de Raad van Commissarissen:
· hetvoorbereiden en leiden van de vergaderingen van de Raad van Commissarissen hettoezien op een
goede beraadslaging en verslaglegging;
· het bewaken van een open, constructief-kritische en respectvolle communicatie binnen de Raad van
Commissarissen en tussen de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur. Indien nodig dient
hij hierin corrigerend te interveniëren;
· het onderhouden van tussentijdse contacten met de voorzitter van de Raad van Bestuur als vertrou-
wenspersoon en als eerste meldpunt bij bijzondere gebeurtenissen;
· het initiëren van de jaarlijkse evaluatie van het functioneren van de Raad van Commissarissen;
· het initiëren van de jaarlijkse evaluatie van het functioneren van de Raad van Bestuur en van de indi-
viduele leden.
Artikel 7 Samenwerking Raad van Bestuur met de Raad van Commissarissen
a. Met inachtneming van het in dit reglement bepaalde en ter wille van een éénduidige communicatie be-
hoort de verantwoordelijkheid voor de informatievoorziening van Raad van Bestuur naar de Raad van
Commissarissen bij de voorzitter van de Raad van Bestuur. Deze informatievoorziening vindtplaatsop on-
der meer de volgende wijzen:
· het aanbieden van het (meerjaren)beleidsplan, de begroting, de verbeteracties, het jaarverslag en de
jaarrekening;
· hetverstrekken van voorstellen, verslagen, voortgangsrapportagesen andere informatie, zoalshetvoor-
nemen tothetaangaan van strategische alliantiesmetandere organisaties, ten behoeve van de verga-
deringen van de Raad van Commissarissen;
· het door de Raad van Bestuur bijwonen van de vergaderingen van de Raad van Commissarissen;
· het voeren van periodiek overleg door de voorzitter van de Raad van Bestuur met de voorzitter van de
Raad van Commissarissen.
b. De voorzitter van de Raad van Commissarissen en de voorzitter van de Raad van Bestuur bepalen in over-
leg de agenda van de Raad van Commissarissen, alsmede welke onderliggende stukken met de agenda
worden meegezonden. De voorzitter van de Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het uiterlijk 7 da-
gen voor de te houden vergadering verstrekken van alle voor de vergadering noodzakelijke stukken aan
de leden van de Raad van Commissarissen.
c. De voorzitter van de Raad van Commissarissen en de voorzitter van de Raad van Bestuur overleggen min-
stens eenmaal per twee maanden ter bespreking van de algemene zaken binnen Yonder/MTB en verder
zo vaakals een van beiden dit nodig of wenselijkacht.
Artikel 8 Goedkeuring Raad van Commissarissen
Naastde in de statuten en in artikel3 van ditreglementgenoemde onderwerpen, die de goedkeuring van de
Raad van Commissarissen behoeven, dientde Raad van Bestuur ookbesluiten van de Raad van Bestuur over
de navolgende onderwerpen ter goedkeuring aan de Raad van Commissarissen voor te leggen:
a. Het opheffen van een afdeling of organisatieonderdeel, dat ingrijpende effecten op financieel terrein of
op het te voeren strategisch beleid heeft.
b. Het aangaan van strategische allianties.
c. Het voeren van processen, met uitzondering van incasso processen, processen in kort geding of proces-
sen betreffende aanstellingen/arbeidsovereenkomsten.
d. De aanvraag van faillissement of surseance van betaling.
e. Wijzigingen in dit bestuursdocument.
f. Het wijzigen van de statuten van Yonder/MTB.
85
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Artikel 9 De (Algemene vergadering van) Aandeelhouders
De Algemene vergadering van Aandeelhouders dient zodanige invloed te kunnen uitoefenen op het beleid
van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen van de vennootschap, dat zij een volwaardige rol
speelt in het systeem van "check and balances"in de vennootschap. De Algemene vergadering van
Aandeelhouders benoemt en ontslaat de leden van de Raad van Commissarissen en Raad van Bestuur.
UitvoeringsovereenkomstWerkvoorzieningschap en Yonder/MTB
In de uitvoeringsovereenkomst maken het Werkvoorzieningschap Eijsden, Maastricht, Margraten en
Meerssen en Yonder/MTB afspraken over door Yonder/MTB als uitvoeringsorganisatie van WSW te leveren
diensten. Zo neemtYonder/MTB de taakstelling op zich om minimaal1.290 SEte plaatsen en een doorstroom-
percentage van 1% te realiseren op jaarbasis. De uitvoeringsovereenkomst bevat geen afspraken over de
wijze waarop Yonder/MTB de bestuurlijke besluitvorming en de bedrijfsvoering zou moeten inrichten. De ma-
nier waarop Yonder/MTB tot de afgesproken resultaten komt is in de ogen van het schap de verantwoorde-
lijkheid van Yonder/MTB zelf.
Yonder/MTB levert binnen 4 weken na afloop van een kwartaal een rapportage ten behoeve van het schap.
Deze rapportage bevat in ieder geval de volgende gegevens over hetvoorafgaand kwartaal:
a. Totaal aantalSE en personen in WSW-dienstverband werkzaam bij het schap.
b. Het aantalSE en personen datvanuit de wachtlijst is geplaatst op een arbeidsplaats bij het schap.
c. Het aantalSE en personen op de wachtlijst.
d. Een overzichtvan de wachtduur op de wachtlijst.
e. De gemiddelde wachtduur bij uitstroom en bij einde kwartaal.
f. Het aantal personen op de wachtlijst met een IOP.
g. Het gemiddelde verhoudingsgetal WSW-werknemers en begeleiders van WSW-werknemers, het aantal
personen werkzaam in de staf.
h. Totale uitstroom, weergegeven in percentage van het totaalzowel als in aantalSE.
i. De reden van uitstroom.
j. Overzicht van inspanningen die de uitvoeringsorganisatie heeft verricht in het kader van de doorstroom-
taakstelling.
k. Ziekteverzuimgegevens.
86
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Bijlage E
Tussenrapportage aan de Gemeenteraad
87
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Bijlage E: Tussenrapportage aan gemeenteraad
Inleiding
In uw vergadering van 6 april 2004 is een motie aangenomen met betrekking tot een verzoek aan de
RekenKamerCommissie Maastricht(RKCM) om te komen toteen onderzoekrondom de ontwikkelingen in de
afgelopen jaren bij de MTB Regio Maastricht NV(Yonder/MTB).
Wij hebben uw verzoek getoetst aan de criteria zoals opgenomen in artikel 10, lid 6 van het Reglement van
Orde voor de RKCM. Metonze briefvan 15 april2004 hebben wij u meegedeeld uw verzoekte honoreren en
hebben wij tevens de vastgestelde onderzoeksopzet ter kennisneming toegezonden.
Uit de onderzoeksopzet blijkt dat oplevering van het eindrapport was voorzien in week 26-2004 (de week
van 21 juni 2004). Metonze briefvan 24 mei 2004 hebben wij de voorzitter van uw raad laten weten dathet
beschikbaar krijgen van noodzakelijke informatie meer tijd in beslag neemtdan in de onderzoeksopzetwas
voorzien. Dit betekent dus dat de oplevering van het eindrapport wordtvertraagd.
Op grond van artikel 10, lid 2 van de Verordening op de RekenKamerCommissie Maastricht hebben wij be-
sloten de gemeenteraad tussentijdste informeren over de voortgang van hetonderzoek. Deze tussenrappor-
tage beschrijft het proces tot nu toe. Deze rapportage bevat nog geen conclusies en aanbevelingen over de
inhoud van het onderzoek.
Onderzoeksopzet
De onderzoeksopzet bevat informatie over de doelstelling van het onderzoek, de probleemstelling en de
onderzoeksvragen. Vervolgens wordt de onderzoeksmethode en het onderzoeksproces beschreven.
Door de RKCM zijn de onderzoeksvragen nader uitgewerkt in een werkprogramma. Dit werkprogramma be-
vat tot in detail de noodzakelijke informatie die beschikbaar moet zijn om de onderzoeksvragen te kunnen
behandelen.
Beschikbaarstelling informatie
Door de RKCM isde nodige informatie/documenten opgevraagd, waarbij alsuitgangspuntisgehanteerd dat
de informatie werd opgevraagd bij de eigenaar van de documenten. Tevens werd uitgegaan van volledige
medewerking door de betrokken instanties.
Bij drie instellingen is informatie opgevraagd:
a. Hetcollege van burgemeester en wethoudersvan de gemeente Maastrichtalseigenaar van documenten
rondom raadsbesluiten, raadscommissiebesprekingen, collegebesluiten e.d.
b. de raad van bestuur MTB regio Maastricht NV (Yonder/MTB) als eigenaar van documenten rondom jaar-
rekeningen, jaarverslagen, financiële gegevens, strategienota e.d.
c. de voorzitter van hetwerkvoorzieningschap Maastricht, Eijsden, Margraten en Meerssen alseigenaar van
documenten rondom informatie over de sociale werkvoorziening.
De opgevraagde informatie bij het college van burgemeester en wethouders van Maastricht en bij de voor-
zitter van het werkvoorzieningschap was snel beschikbaar en toegankelijk.
De informatievoorziening door Yonder/MTB verliep en loopt nog steeds moeizaam. Door de RKCM is steeds
helder en duidelijk de gevraagde informatie tot in detail benoemd; immers vanuit zorgvuldigheidsoverwe-
gingen mag geen onduidelijkheid zijn over de inhoud van de vraag.
Onderstaand volgteen opsomming van de correspondentie tussen de RKCM en Yonder/MTB metbetrekking
tot het aanleveren van informatie.
a. Nog vóórdat de RKCM een besluit neemt tot instelling van een onderzoekbij Yonder/MTB is op 23 maart
2004 een eerste informatieverzoekverstuurd ten aanzien van begrotingen, jaarrekeningen, strategie en 89
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
structuur van Yonder/MTB. Ervan uitgaande datdeze documenten "grijpklaar" lagen isverzochtde stuk-
ken op 26 maart 2004 aan te leveren.
Op 25 maart reageert Yonder/MTB met de mededeling dat alle medewerking wordt verleend aan het op
handen zijnde onderzoeken datgevraagde stukken zullen worden geleverd. Yonder vraagtechter om uit-
stelvan aanlevering van de documenten met twee weken.
b. De RKCM besluit met briefvan 26 maart 2004 uitstelvan aanlevering van het grosvan de gevraagde do-
cumenten te verlenen tot uiterlijk29 maart 2004. Voor enkele documenten wordt uitstelverleend tot 30
maart 2004.
c. Op 29 respectievelijk30 maart 2004 zijn alle door de RKCM gevraagde documenten aangeleverd.
d. Met brief van 15 april 2004 wordt het besluit van de RKCM tot het instellen van een onderzoek bij
Yonder/MTB meegedeeld aan de raad van bestuur van Yonder/MTB methetverzoekookde raad van com-
missarissen en de algemene vergadering van aandeelhouders daarover in te lichten. Tevens vraagt de
RKCM om praktische overwegingen toestemming aan Yonder/MTB om rechtstreeksdocumenten in te zien
en/of op te vragen bij de accountantvan Yonder.
e. Op 5 mei 2004 wordt met de accountant van Yonder/MTB een afspraak gepland om te overleggen over
de wijze waarop metname financiële informatie snelen eenvoudig uitde dossiersvan de accountantbe-
schikbaar kan komen. Een en ander vergemakkelijkt het onderzoek en zal de belasting voor het bedrijf
Yonder/MTB doen afnemen.
f. Op 29 april 2004 wordt de afspraak van 5 mei 2004 door de accountant van Yonder/MTB geannuleerd.
Op 29 april 2004 wordt de intentie van de afspraakvan 5 mei 2004 aan de accountant van Yonder/MTB
nog eens uitgelegd door de RKCM. De afspraak is uitsluitend bedoeld om in overleg met de accountant
na te gaan ofde gevraagde informatie sneltoegankelijkis. De RKCM doeteen dringend beroep op de ac-
countant om de afspraakop 5 mei door te laten gaan.
g. De afspraakop 5 mei 2004 gaatdoor en door de accountantvan Yonder/MTB wordteen besprekingsver-
slag aangeboden. Onderdeel van dat verslag is de eis van de accountant van Yonder om een zg. "hold
harmless letter" op te stellen.
De belangrijkste punten daaruit zijn dat de accountant schriftelijk wil meewerken en dat de accountant
een vrijwaring voor aansprakelijkheid vraagt.
De RKCM geeft in het gespreknadrukkelijkaan geen verklaring vrijwaring aansprakelijkheid af te geven;
immers door de eigenaar van de documenten (Yonder/MTB) is toestemming verleend om rechtstreeks
documenten in te zien en/of op te vragen die onder beheer van de accountant berusten.
De accountant bevestigd dat de gevraagde informatie bij Yonder/MTB aanwezig moetzijn.
h. Omdatde aanlevering van metname financiële gegevensstroefverloop maaktde RKCM op 28 mei 2004
gebruikvan haar bevoegdheid, neergelegd in artikel 184, lid 2 Gemeentewet, om stukken te vorderen.
Yonder/MTB bevestigtnogmaalsdatvan hun kantalle medewerking zalworden verleend. Hetbedrijfheeft
haar eigen accountantverzocht alle relevante informatie ter beschikking te stellen van de RKCM.
i. Op 1 juni 2004 wordtvan de zijde van Yonder/MTB andermaal gesteld alle medewerking aan het onder-
zoekte verlenen en de gevraagde infomatie beschikbaar te stellen. Yonder/MTB geeftaan voor een deel
van de gevraagde informatie afhankelijkte zijn van haar accountant.
j. Op 2 juni 2004 stelt de RKCM vast dat de gevraagde informatie nog steeds niet is aangeleverd. Voor de
helderheid en om misverstanden over de gevraagde informatie te voorkomen, wordt door de RKCM een
overzichtverstrektaan Yonder/MTB van de gevraagde informatie en de stand van zaken ten aanzien van
de aanlevering. Uitstelvan aanlevering wordtverleend tot 7 juni 2004.
k. Op 8 juni 2004 werd wederom door de RKCM vastgesteld dat de gevraagde informatie nog steeds niet
compleet is. De nog niet aangeleverde documenten zijn nogmaals door de RKCM benoemd. Uitstel voor
aanlevering wordtverleend tot 11 juni 2004.
90
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Tevens geeft de RKCM aan teleurgesteld te zijn over de gang van zaken, te meer vanwege de meerdere
malen herhaalde toezegging van Yonder/MTB tot medewerking aan het onderzoek.
l. Met brief van 11 juni 2004 onderkent Yonder/MTB dat het ter beschikking krijgen van informatie meer
tijd en energie kost dan aanvankelijkgedacht.
m. Op 11 juni 2004 wordt door de RKCM vastgesteld dat nog steeds een aantal gegevens ontbreken. Voor
de duidelijkheid worden de ontbrekende gegevens nog maar eens benoemd.
n. Op 21 juni 2004 isnogmaalsgewezen op de ontbrekende gegevensen istevensmeer gedetailleerde aan-
vullende informatie gevraagd.
o. Op woensdag 30 juni 2004 is, naar aanleiding van hetbovenstaande, een gesprekgeweestmetde voor-
zitter en secretarisvan de raad van bestuur Yonder/MTB teneinde vanuitde RKCM een ultieme poging te
doen de gevraagde informatie compleet aan te leveren.
Al met al kan worden vastgesteld dat de aanlevering van documenten zeer traag en moeizaam verloopt.
Op basis van de ervaringen zoals bovenstaand beschreven, het karakter van de opgevraagde gegevens, de
bevindingen tijdens de werkzaamheden alsmede de gevoerde besprekingen is bij de RKCM de indruk ont-
staan dat de aanlevering van gegevens en informatie door Yonder/MTB te wensen overlaat, dan wel zijn in
de administratie c.q. de administratieve dossiers bij Yonder/MTB lacunes aanwezig.
Uit het gesprekop 30 juni 2004 met een delegatie van de raad van bestuur Yonder/MTB is gebleken dat bo-
venstaande conclusie van de RKCM niet wordt onderschreven. De raad van bestuur is van mening dat door
Yonder/MTB alles in het werk is gesteld de gevraagde informatie compleet ter beschikking te stellen. Met
name door hetontbreken van voldoende duidelijkheid over de benodigde informatie isnaar de mening van
de raad van bestuur vertraging ontstaan.
In elkgeval wordt een vlotte doorloop van het onderzoekin zijn verschillende fasen forsvertraagd.
Mede met het oog op de komende vakantieperiode in de maanden juli en augustus verwachten wij dat het
eindrapportvan de RKCM over Yonder/MTB niet eerder dan in het najaar 2004 beschikbaar zalzijn.
Einde tussenrapportage.
91
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
Bijlage F
Reacties belanghebbenden
93
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
95
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
96
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
97
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
98
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
---
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
*
100
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
101
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
102
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
103
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
*
*
*
*
*
104
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
105
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
*
*
106
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
107
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
108
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
109
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
110
RekenKamerCommissie Maastricht Onderzoek Yonder/MTB
---- --
Gemeente Maastricht