Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Toespraak

Directie:
Voorlichting

Publicatiedatum:
12-01-2005

Status:
Informatie

Toespraak op nieuwjaarsbijeenkomst Dienst Stedelijk Onderwijs in Rotterdam

N.B.: Alleen het gesproken woord geldt

Speech door staatssecretaris van OCW Mark Rutte bij de nieuwjaarsreceptie in Hotel New York in Rotterdam op 12 januari 2005

Dames en heren,

Intro
Altijd als ik hier ben, hier in Hotel New York, moet ik denken aan de mensen die vanuit dit gebouw destijds aan boord gingen van de schepen van de Holland-Amerika-lijn. Die sfeer is hier nog bijna tastbaar aanwezig. Ik zie die mensen voor me. Veel van hen gingen een totaal onbekende, nieuwe toekomst tegemoet. Een toekomst in een land dat ze meestal alleen kenden uit de verhalen. Een toekomst vol onzekerheden, maar vooral ook vol verwachtingen, vol gouden bergen zelfs, waarop ze natuurlijk hoopten.

Wat dat betreft, die verwachtingen, die gehoopte gouden bergen, lijkt het wel een beetje op het moment waarop scholieren een keuze maken voor hun opleiding
Het moment dat ze, na de basisschool of na de middelbare school, kiezen voor een beroepsopleiding. Een nieuwe, onbekende toekomst tegemoet.
Vaak hebben ze ook dan niet meer dan de verhalen Ze zien de buurjongen: snelle auto, mooie laptop, mobieltje van de zaak, en ze denken: IT, dát is wel iets voor mij!
Maar weten ze wel wat de opleiding inhoudt?
Wat je met die opleiding kunt?
Komen die gouden bergen écht binnen je bereik
Of blijkt in de praktijk die opleiding toch minder geschikt en stop je misschien halverwege zodat je in het bakje komt met voortijdige schoolverlaters?

Schooladvies op maat
U begrijpt het al: het is ontzettend belangrijk dat jongeren goed geïnformeerd worden over de opleidingsmogelijkheden. En dan bedoel ik niet de lijstjes met welke opleidingen je kan doen bij ROC Zadkine en welke bij de Hogeschool Rotterdam.
Nee, dan bedoel ik informatie over de opleidingen zélf. En dan bedoel ik gedegen schooladvies op maat. Dus in hoeverre een opleiding echt bij je past.
En dan bedoel ik het maatwerk dat instellingen kunnen bieden dat nodig is om mensen op de juiste plek te krijgen.

Nu is het bieden van maatwerk makkelijker gezegd dan gedaan. Ik heb onze eigen koersdocumenten ns onder de loep genomen. Omdat ik nog eens wilde checken wat daarin nu precies staat over het leveren van maatwerk in het onderwijs.
De Koers voor het primair onderwijs, die voor het voortgezet onderwijs en voor het beroepsonderwijs. En ook het HOOP, voor het hoger onderwijs.

Maatwerk in Koers Primair onderwijs
In Koers Primair Onderwijs: Ruimte voor de school staat dat de scholen voor primair onderwijs maatwerk willen bieden. Maar dat dat niet zo maar kan.
Immers: als een school het onderwijs beter wil laten aansluiten op de verschillende behoeften en verschillende talenten van de leerlingen, dan moeten scholen dus ook van elkaar kunnen verschillen. En dat is iets waar ook de Onderwijsinspectie rekening mee moet houden. En ook moeten scholen het onderwijsteam zo kunnen samenstellen, dat ze kunnen inspelen op die verschillende behoeften van de verschillende leerlingen.

Maatwerk in Koers Voortgezet onderwijs
Dan Koers Voortgezet Onderwijs: De leerling geboeid, de school ontketend. Wat staat daarin over maatwerk?
Ik lees dat scholen meer ruimte nodig hebben om maatwerk te kunnen leveren en naar eigen inzichten te kunnen werken aan verbeteringen en vernieuwingen van hún onderwijs.
Het gaat daarbij om ruimte op het gebied van onderwijsaanbod, programmering, duale trajecten, doorlopende leerlijn, inrichting van het onderwijs, onderwijstijd en examinering.
Minister Van der Hoeven handhaaft nadrukkelijk het centraal examen, maar wel met verbeteringen die maatwerk mogelijk maken. De examenprogrammas worden globaler en voor sommige vakken zal er minder stof in het centraal examen komen. Ook krijgen scholen de mogelijkheid in het voorexamenjaar in één of meerdere vakken centraal examen af te nemen. Verder komt er een pilot waarbij op meerdere momenten per jaar centraal examen kan worden gedaan. In de beroepsgerichte leerwegen van het vmbo zijn al grote veranderingen in gang gezet met het afnemen van een centraal schriftelijk en praktisch examen (het cspe) en het gebruik van de computer bij de afname van de algemene vakken.

Maatwerk in Koers BVE
In Koers BVE: het regionale netwerk aan zet staat dat mensen steeds meer zelf hun leven kunnen en willen vormgeven. Oók op het gebied van onderwijs. Mensen combineren leren en werken en dat vraagt om maatwerk van de onderwijsinstellingen, maar óók van de werkgevers. Eén van de manieren om tot maatwerk te komen, is de invoering van competenties in het beroepsonderwijs: mensen leren niet alleen om hun vak uit te oefenen, maar ook om samen te werken, problemen op te lossen, verder te leren, enzovoort.
Zo zijn ze beter voorbereid op de veranderende wensen van arbeidsmarkt en maatschappij.

Maatwerk in het HOOP
In het HOOP ten slotte, het Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan 2004, is aangegeven dat instellingen de ruimte moeten hebben om studenten écht te laten kiezen en de juiste student op de juiste plek te krijgen. Maatwerk dus.

Ik weet het, we vragen nogal wat van de scholen. Maar, maatwerk is écht nodig om mensen op de juiste plek te krijgen. Ik heb vandaag kennis kunnen maken met allerlei projecten die daar een bijdrage aan leveren. Vooral als het gaat om jongeren die buiten de boot dreigen te vallen.

Uitdaging
Nu is het niet alleen voor elke scholier, elke student zélf belangrijk om op de juiste plek te zitten. Dat is het óók voor onze kenniseconomie.
Immers: als mensen worden uitgedaagd om te leren, zullen ze eerder doorstromen van VMBO naar MBO en van MBO naar HBO. Die uitdaging bereiken we onder meer door de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Als departement en instellingen hebben we niet stilgezeten om daar aan te werken.
In de nieuwe wet op het hoger onderwijs, bijvoorbeeld, verankeren we de functie van het HBO als kennisontwikkelaar en kennisbrug tussen onderwijs en bedrijfsleven.
En eind vorig jaar heb ik al samen met de HBO-raad het convenant voor de lectoren getekend, waarmee de toekomst voor die lectoren zeker is gesteld.
Daarnaast zullen in 2005 de projecten in het kader van RAAK worden gestart. Deze projecten moeten een nieuwe impuls geven aan de samenwerking tussen instellingen en het bedrijfsleven (en dan met name het MKB).

Bedrijven: kom nu eens over de brug!
Wat betreft die samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven zeg ik daarom nu: Bedrijven nu is het jullie beurt! Nu moeten jullie óók over de brug komen!
Want ondernemers, jullie kunnen nu toch niet blíjven volhouden dat er te weinig gebeurt, dat het onderwijs zich niet richt op het bedrijfsleven!
Natuurlijk draagt het bedrijfsleven al een heleboel bij aan het beroepsonderwijs.
Bedrijven bieden leerlingen van VMBO, MBO en HBO stageplaatsen en leer-werkplaatsen.
Bedrijven zorgen, via brancheorganisaties en kenniscentra beroepsonderwijs-bedrijfsleven, voor de eindtermen van het MBO. Bedrijven werken samen met onderwijsinstellingen in tal van projecten, al dan niet onder de vlag van de technocentra. En we hebben afspraken gemaakt met het MKB over het realiseren van leerbanen.

Toch is dat niet genoeg.
Dat blijkt bij voorbeeld als de conjunctuur wat minder is en er opeens te weinig leerplaatsen zijn.
Dat blijkt óók als we de kennistransfer goed op poten willen zetten die we nodig hebben voor een echte kenniseconomie. Kortom, het is een platitude, zeker hier in Rotterdam, maar ik zeg het toch: Ondernemers, het is nu tijd voor Geen woorden, maar daden!

Convenanten Rdam-Rijk
Tot slot de twee convenanten die Rotterdam met het Rijk heeft gesloten. Twee mooie en aansprekende voorbeelden van samenwerking:
1. Rotterdam zet door met meerdere departementen en
2. Beroepsonderwijs ontketend met het ministerie van OCW.

In beide convenanten gaat het om te komen tot een sluitende aanpak én om te voorkomen dat jongeren tussen wal en schip vallen. Dit is overigens ook een belangrijk onderwerp bij de Operatie Jong: een samenwerkingsverband van alle ministeries die zich bezighouden met jeugdbeleid.

Wat me opvalt in beide convenanten is vooral de gekozen echt Rotterdamse daadkrachtige aanpak: Rotterdam brengt eerst zelf zijn mogelijkheden in kaart en lost vervolgens de problemen op door alle krachten te mobiliseren en met elkaar in lijn te brengen. Pas waar dat tegen grenzen van wet- en regelgeving aanloopt, komt de rijksoverheid in beeld.
En ik hoop, nee ik weet zeker, dat dit ook een aanpak is die kan werken in andere regios!
Maar ook hier zeg ik opnieuw: waar twee departementen, (SZW en OCW) en het departement en de gemeente uitstekend samenwerken, daar mogen de stake holders (waaronder het bedrijfsleven) natuurlijk niet achterblijven!

Slot
Goed, dames en heren,
Rotterdam en omstreken leveren op veel terreinen een belangrijke bijdrage. Dát heb ik vandaag hier wel gezien. Ik ben daarvan onder de indruk en ik wil jullie daarvoor enorm bedanken. En jullie uiteraard, tot slot, een heel goed en actief onderwijs-2005 toewensen!