Gerechtelijke organisatie

Raad van State: De "Zwarte Madonnaâ in Den Haag mag worden gesloopt

Den Haag, 12 januari 2005 - Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag heeft terecht vergunning verleend om het wooncomplex de "Zwarte Madonnaâ in het centrum van Den Haag te slopen. Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (12 januari 2005). De rechtbank van Den Haag kwam in maart 2004 al tot hetzelfde oordeel (AO5793). Bewoners van het wooncomplex stelden hoger beroep in tegen deze uitspraak, maar de Raad van State heeft nu de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd.

Net als de rechtbank oordeelt de Raad van State dat het college van burgemeester en wethouders geen reden had om de sloopvergunning te weigeren. In de Bouwverordening van de gemeente Den Haag is bepaald wanneer een sloopvergunning moet worden geweigerd. Dit is het geval als voor het slopen een vergunning op grond van de Monumentenwet is vereist, maar niet is verleend, of als de veiligheid tijdens het slopen of de bescherming van nabijgelegen gebouwen en hun gebruikers onvoldoende is gewaarborgd. In navolging van de rechtbank oordeelt de Raad van State dat de gemeente de sloopvergunning alleen mocht weigeren als zich een van deze weigeringsgronden had voorgedaan.

De bewoners hebben in deze procedure aangevoerd dat de verlening van de sloopvergunning voorbarig is, omdat het bestemmingsplan âWijnhavenkwartierâ nog niet definitief is. Met dit bestemmingsplan, dat onder meer betrekking heeft op het gebied waar de "Zwarte Madonnaâ staat, wil de gemeente een gedeelte in de Haagse binnenstad vernieuwen en onder meer woningen, kantoorruimte en horeca ontwikkelen.

Volgens de bewoners moest de sloopvergunning worden vernietigd, omdat voor de geplande nieuwbouw die op de plaats van de "Zwarte Madonnaâ komt, voldoende alternatieve locaties zijn en omdat de sloop in hun ogen onaanvaardbaar is vanwege een enorm gebrek aan goede en betaalbare huurwoningen.

De uitspraak van vandaag maakt duidelijk dat deze argumenten geen grond voor weigering van de sloopvergunning kunnen opleveren.

LJ Nummer

AS2158