Algemeen Verbond Bouwbedrijf


Imago bouw beter dan verwacht

Het imago van de bouw onder de Nederlandse bevolking is gemiddeld genomen niet slecht. De bouw scoort hoog als het gaat om vakmanschap en kwaliteit. Daar staat tegenover dat openheid en betrouwbaarheid minder vaak aan de sector worden toegeschreven. Dit blijkt uit een onderzoek dat TNS NIPO eind vorig jaar in opdracht van Bouwend Nederland, de nieuwe vereniging van bouw- en infrabedrijven, heeft gehouden. De resultaten van het onderzoek zijn te lezen in het relatieblad âBouwend Nederland Podiumâ, dat morgen verschijnt.

Door middel van een representatieve steekproef is het imago onder het publiek in kaart gebracht. De respondenten werd gevraagd waar zij in eerste instantie aan denken bij het woord âbouwâ. 28 procent zei te denken aan het bouwen van woningen, 15 procent zei te denken aan âhuizenâ en 10 procent aan de bouw van bruggen en wegen. Maar liefst 26 procent zei als eerste te denken aan âfraudeâ als het woord bouw viel.

Ondanks deze associatie constateert het onderzoeksbureau dat het algemene oordeel bij het publiek âneutraalâ is. Op de keuzeschaal tussen de uitersten zeer negatief en zeer positief scoort de bouwsector precies in het midden. Interessant is hoe dit oordeel is opgebouwd. Het blijkt dat 20 procent van de ondervraagden vindt dat prijsafspraken het belangrijkste onderdeel is in hun oordeel. 18 procent vindt dat de bouw er voor zorgt dat er goede woningen worden gebouwd. Plezierig voor de bouw is dat dit percentage oploopt tot 27 procent bij ondervraagden die in de voorafgaande twaalf maanden een bouwopdracht hebben verstrekt. Voor 15 procent geeft het belang van de bouw voor de samenleving (economisch motief) de doorslag.

Vakmanschap en kwaliteit in de Nederlandse bouw worden hoog ingeschat. Van de ondervraagden vindt 76 procent dat er echte vakmensen in de bouw werken en 68 procent is de mening toegedaan dat het geleverde werk in de bouw goed is. De helft is bovendien van oordeel dat het geleverde werk steeds beter wordt. Toch is er nog veel voor verbetering vatbaar. Zo is 54 procent van mening dat er in de bouw veel dingen uit de losse pols worden gedaan en 49 procent vindt dat er gaandeweg het bouwproces veel mis gaat omdat er ondoordacht wordt gewerkt. Die percentages lopen fors op bij de ondervraagden die in het afgelopen jaar een bouwopdracht hebben verstrekt.

Nederlanders denken bij de bouw vooral aan kleine, lokale aannemers. Die krijgen een betrouwbaarheidspercentage van 59 procent, middelgrote ondernemingen krijgen 45 procent en de grote, ook internationaal opererende bouwbedrijven krijgen 21 procent. 58 procent van de respondenten geeft aan bouwvakkers betrouwbaar te vinden. Voor de bouwsector als geheel is dat percentage 41.

Hoewel het algemene beeld volgens de onderzoekers niet uitgesproken negatief is, ziet Bouwend Nederland in de cijfers alle reden om gericht verder te gaan werken aan imagoverbetering. Daarbij zullen gedragsverandering en het uitdragen van de kwaliteiten van de sector hand in hand moeten gaan. De bouwbedrijven en hun branchevereniging hebben daarin een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De resultaten van het TNS NIPO onderzoek bieden goede aanknopingspunten om gericht te gaan werken aan het gewenste imago.

woensdag 12 januari 2005; Bouwend Nederland