Gemeente Breda

Gemeente legt vestiging van smart-, grow- en belshops aan banden

Het college wil de overlast rond inrichtingen als smart-, grow-, head- en belshops, internetcafés en horecabedrijven terugdringen door de vestiging van dit soort zaken te regelen in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). In een nieuwe regeling woon- en leefklimaat krijgt het college de bevoegdheid gebieden aan te wijzen, waarin voor de exploitatie van genoemde winkels en bedrijven een vergunning van de burgemeester nodig is. Het college wijst de gebieden pas aan, zodra er sprake is van aantasting van het woon- en leefklimaat. Naast deze nieuwe APV-regeling zal de vestiging van genoemde bedrijven ook geregeld worden in nieuwe bestemmingsplannen.
Het college legt dit voorstel voor aan de gemeenteraad.

Er bestaat een dringende behoefte om de vestiging van smart-, grow-, head en belshops, internetcafés en horecabedrijven te reguleren. Deze vestigingen zorgen er namelijk in grote mate voor dat het woon- en leefklimaat in straten en wijken achteruitgaat. Dit heeft niet alleen te maken met de uitstraling die de winkels en bedrijven hebben, maar ook door het publiek dat er op afkomt. Of iemand een vergunning krijgt voor een winkel of bedrijf, zoals hierboven genoemd, wordt getoetst aan een aantal vooraf vastgestelde criteria voor het betrokken gebied. Het aantal vestigingen of de afstand tussen twee vergelijkbare vestigingen kunnen daarbij een rol spelen. Ook aan de persoon van de exploitant kunnen eisen worden gesteld. Zo kan er bijvoorbeeld een onderzoek in het kader van de Wet Bevordering Integriteitsbeoordeling door het Openbaar Bestuur (BIBOB) worden uitgevoerd. Op basis van deze wet heeft de gemeente de mogelijkheid om een vergunning te weigeren of in te trekken als het ernstige vermoeden bestaat dat die bestemd is voor criminele personen of gebruikt wordt voor criminele activiteiten. Het besluit BIBOB noemt smart- en growshops expliciet als inrichtingen waarvoor een BIBOB-toets is toegestaan.

Breda, 12 januari 2005