Nederlandse Taalunie

President Venetiaan geeft startsein voor verrijkte Taalunie

Den Haag, 6 januari 2005

President Venetiaan geeft startsein voor verrijkte Taalunie

President Venetiaan geeft op 12 januari in Paramaribo het startsein voor een intensieve samenwerking tussen de Republiek Suriname, Vlaanderen en Nederland in Taalunieverband. De gebeurtenis wordt bijgewoond door de ministers van onderwijs van Nederland en Suriname, te weten de ministers Van der Hoeven en Sandriman. Vlaams minister van Cultuur, Anciaux, zal vertegenwoordigd worden door de heer Van Grembergen, voormalig Vlaams Cultuurminister.
In de daarop volgende dagen organiseert de Taalunie een congres over Onderwijs in en van het Nederlands in Suriname. Tijdens dit congres bespreekt de Taalunie met Surinaamse (praktijk)deskundigen hoe ze zinvolle initiatieven kan ontplooien om dit onderwijs te ondersteunen. De uitkomsten van de discussies vormen de basis voor een meerjarenwerkplan voor het onderwijs in Suriname.

Precies een jaar geleden tekenden het Comité van Ministers van de Taalunie en Minister Sandriman (Surinaams minister van Onderwijs en Volksontwikkeling) in Brussel een associatieovereenkomst tot samenwerking op het gebied van de Nederlandse taal binnen de Taalunie. Sinds begin december 2004 is de overeenkomst formeel bekrachtigd door de betrokken partijen. Dat maakt de weg vrij om concreet te gaan samenwerken.

Op 12 januari 2005 wordt de definitieve toetreding van Suriname tot de Taalunie gevierd, in Hotel Krasnapolsky te Paramaribo. Deze avond vormt meteen ook het begin van de specifieke samenwerking op het terrein van onderwijs in en van de Nederlandse taal in een meertalige context. De verwachtingen over de resultaten zijn hoog gespannen. De deelnemende (praktijk)deskundigen zullen een programma voorbereiden gericht op de ondersteuning van de kwaliteit van het onderwijs in en van het Nederlands in Suriname.

Uit alle onderwijsgeledingen zijn betrokkenen uitgenodigd. In drie stromen, lager onderwijs - secundair onderwijs - onderwijs in het binnenland, gaan de deelnemers inventariseren op welke terreinen de belangrijkste behoeften liggen als het gaat om het Nederlands als vak- en als instructietaal.

De Taalunie heeft bij het vormgeven van het congres intensief samengewerkt met een aantal Surinaamse deskundigen. De door Minister Sandriman ingestelde voorbereidingscommissie heeft hierbij een centrale rol gespeeld. De commissie bestaat uit mevrouw U. Adhin, mevrouw L. Gobardhan (voorzitter), mevrouw I. Krishnadath en mevrouw J. Smith. Daarnaast hebben mevrouw L. Asin en mevrouw S. Sitaldin een belangrijke bijdrage geleverd aan het congres.

Meer informatie over de samenwerking tussen Suriname, Vlaanderen en Nederland in Taalunieverband is te vinden op
www.taalunieversum.org/taalunie/.