Vrije Universiteit Amsterdam

Informatie voor de pers. Vrije Universiteit Amsterdam. 11/01/2005


---

Hulpdilemma beperkt carrièremogelijkheden van vrouwen in de fysica Haar old boys network heet "stimuleringsprogramma"

De definitie van het concept "wetenschappelijk talent", zoals die wordt gebezigd in de fysica, is aan herziening toe. De definitie is namelijk een construct van de masculiene cultuur in dit wetenschappelijk werkveld van de wetenschap en berust vooral op een aanname die net zo geaccepteerd als achterhaald is in de mannencultuur zelf: talent bewijst zichzelf. Dat is één van de conclusies uit het onderzoeksrapport van wetenschappers van de afdeling Cultuur, Organisatie en Management van de Faculteit der Sociale wetenschappen. Centraal in het onderzoek stond de vraag waarom vrouwen in de natuurkunde sneller afhaken en, zeker in de hogere functies, in het werkveld ondervertegenwoordigd zijn.

Zowel mannen als vrouwen in de natuurkunde zijn het er over eens: een groter aandeel vrouwen in de fysica zal zorgen dat "vrouwzijn" minder een issue wordt, dat er meer vrouwelijke rolmodellen komen en dat er een beter werkklimaat ontstaat. Stimuleringsfondsen voor dit doel leiden echter tot het zogeheten hulpdilemma: positieve actie is nodig, maar tegelijkertijd schadelijk voor de vrouwen die hiervan gebruik maken. Want mannen, maar vooral vrouwen zelf, staan kritisch tegenover speciale programma"s voor vrouwen, omdat onderzoekskwaliteiten zichzelf zouden moeten bewijzen. Uit interviews kwam onder meer naar voren dat vrouwen die zonder "speciale steun" hoogleraar zijn geworden, gelden als positieve voorbeelden, terwijl degenen die wel hulp ontvingen, hopen dat iedereen dat snel vergeet.

Bijzonder detail is dat de studie ook laat zien dat hulp bij mannelijke fysici onderling veel voorkomend en geaccepteerd is. Zo zien mannen vriendendiensten verlenen en actief netwerken als logische carrière-instrumenten. Deze opstapjes krijgen geen negatief label vanwege het vanzelfsprekende karakter ervan. Volgens de onderzoekers ontstaat zo een paradox: mannen krijgen effectieve carrièrebegeleiding, terwijl vrouwen op eigen kracht hun carrière moeten opbouwen en dus extreem getalenteerd en gemotiveerd moeten zijn, om een topfunctie te bereiken.

In de dagelijkse praktijk blijkt het begrip "wetenschappelijke kwaliteit" een sociale constructie van de mannencultuur: fFfysici meten kwaliteit met masculiene waarden. Het beeld van de succesvolle wetenschapper is die van lonely hero at the top, zelfverzekerd, recht door zee, zeer gemotiveerd en hooggetalenteerd. Dat imago botst met de culturele beelden van vrouwen: zij communiceren beter, maar wel veel minder direct. Daarnaast ziet men vrouwen als accuraat, systematisch en zeer hard werkend, maar ook minder zelfverzekerd. Een en ander levert vrouwen een carrièretechnisch nadeel op: in deze mannencultuur wordt motivatie namelijk afgelezen aan de mate waarin je hardop durft te zeggen hoe goed je bent. Ook botst de wetenschappelijke norm dat een fysicus meer dan fulltime beschikbaar moet zijn, met de Nederlandse norm dat vrouwen parttime behoren te werken. Zelfs het idee dat fysica niet voor vrouwen is, bestaat in Nederland nog steeds.

Dr Lineke Stobbe leidde het onderzoek, uitgevoerd in opdracht van de Commissie FOm/v van de Stichting Fundamenteel Onderzoek der Materie (FOM). De primaire opdracht was de culturele beelden in kaart te brengen die vrouwelijke natuurkundigen belemmeren in hun wetenschappelijke carrière . Lineke Stobbe: "Vrouwen in de fysische wetenschappen hebben geen liefdadigheid nodig, maar gelijke kansen. Dat is nu niet het geval. Vrouwen moeten nog steeds vechten tegen vooroordelen, én tegelijkertijd beter en op eigen krachten presteren, terwijl mannen steevast geholpen worden."