'Vroege identificatie van potentiële dikkerds voorkomt Amerikaanse
taferelen'
Een op de tien kinderen in Nederland heeft last van overgewicht en dat
aantal neemt steeds verder toe. Slechte eetgewoontes, weinig beweging,
maar ook andere oorzaken liggen hieraan ten grondslag. Welke dat zijn,
moet verder worden onderzocht, vindt kinderarts van het Academisch
Ziekenhuis Groningen Jan Peter Rake. Want `vroege identificatie van
potentiële dikkerds voorkomt Amerikaanse taferelen.'
Mensen zijn zo gebouwd, dat ze energie uit voedsel kunnen opslaan. Erg
praktisch in tijden van weinig voedselaanbod, want dan kan het lichaam
de reserves aanspreken en zo de overlevingskans vergroten. De evolutie
heeft voor dit systeem gezorgd en alleen de evolutie kan het ook weer
veranderen. Dat is niet een kwestie van tientallen jaren. Er gaan
honderden generaties overheen, voordat we er iets van merken.
Slechte gewoonten
Zo bekeken moet de oorzaak van een steeds dikker wordende samenleving
in de laatste decennia ergens anders worden gezocht dan in verandering
van onze genen. Het moet dus exogeen zijn, aldus Rake. Slechte
eetgewoonten en weinig beweging zijn oorzaak nummer één, daarover
bestaat geen twijfel. `Ouders hebben het druk. Ze zetten de kinderen
zo lang mogelijk in een buggy, anders moeten ze zelf gaan drentelen.
Naar school wordt niet gefietst, want de auto is makkelijker. Als de
kinderen iets ouder worden, gaan ze met een zak chips voor de
televisie of een spelcomputer. En op school wordt steeds minder
gegymd. Dit beeld is in twee, misschien drie generaties ontstaan. Want
vroeger had je weinig tv en helemaal geen computers.'
Als dit het algemene beeld is, met hier en daar een uitzondering, dan
blijft de vraag waarom de één wel en de ander geen last van
overgewicht krijgt, ondanks een identiek slechte levensstijl. Hier
ligt de reden voor fundamenteel onderzoek, vindt Rake. Overgewicht is
altijd een combinatie van factoren. Behalve een verkeerd eetpatroon en
weinig bewegen, heeft ook de aflezing van ons genetisch systeem grote
invloed op ons gewicht. `Vroeger dachten we dat wat je meekrijgt aan
genen voor een groot deel bepaalt hoe je bent. Nu weten we dat sommige
genen actief zijn, sommige niet en anderen slechts een beetje. We
vermoeden dat dit complexe systeem zich als het ware afstelt op
omstandigheden.'
Afstelling
De afstelling van het stofwisselingssysteem, gebeurt waarschijnlijk
voor een groot deel in de zwangerschap en de eerste levensmaanden.
Neem bijvoorbeeld de kinderen geboren in de hongerwinter. Inmiddels is
duidelijk dat de vrouwen die werden geboren in de hongerwinter van
1944/1945 over het algemeen dikker zijn dan vrouwen van andere
generaties. Het is goed mogelijk dat hun systeem zich al in de
baarmoeder programmeerde, waardoor zo veel mogelijk voedingsstoffen
worden opgeslagen in vet. Tientallen jaren later, in een welvarende
samenleving, is die afstemming niet veel veranderd. Zo kan zelfs een
gemiddeld eetpatroon al overgewicht kan veroorzaken.
De consequenties van een verkeerd afgestemde stofwisseling reiken
verder dan een paar maten grotere kleding. Mensen worden dikker en
ontwikkelen hierbij vaak suikerziekte, met alle risico's op hart- en
vaatziekten van dien. Astma en kanker zijn eveneens ziekten die
gerelateerd zijn aan overgewicht. `Alles bij elkaar noemen we de
verzameling ziekteverschijnselen die samenhangt met de stofwisseling
het Metabole Syndroom. Steeds meer mensen krijgen er last van.'
Gezondheidszorg
Slechts vijf procent van de kinderen met overgewicht heeft een
monogenetische aandoening, een foutje in genen die het
verzadigingsgevoel en de vetopslag regelen. Bij de overige 95 procent
spelen dus andere factoren rol. `We moeten onderzoeken welke rol kan
worden toegedicht aan de afstemming van het stofwisselingssysteem
vroeg in het leven', zegt Rake. `Op die manier kunnen we moeders
voorlichten over de beste voeding en kinderen at risk vroegtijdig
signaleren en helpen met een aangepaste levensstijl. Doen we dat niet,
dan gaat Nederland Amerika achterna. Veel meer mensen krijgen te maken
met overgewicht en de hele Nederlandse samenleving draagt hiervan de
financiële gevolgen.'
Curriculum Vitae
Dr. Jan Peter Rake studeerde tot 1991 geneeskunde aan de RUG. Daarna
voltooide hij de opleiding tot kinderarts (2002) en promoveerde op een
onderzoek naar de behandeling van een zeldzame aangeboren
stofwisselingsziekte bij kinderen (2003). Rake is sinds 1994 verbonden
aan het Academisch Ziekenhuis Groningen. Sinds 1 januari voert hij
naast zijn functie als kinderarts stofwisselingsziekten de dagelijkse
leiding over het pas opgerichte Groningen Expert Centre for Childhood
Obesity (GECCO). Het GECCO heeft tot doel de oorzaken van overgewicht
bij kinderen te ontrafelen.
Informatie
dr. J.P. Rake, tel. (050) 361 41 47, e-mail: j.p.rake@bkk.azg.nl
Rijksuniversiteit Groningen