Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Speech van staatssecretaris Van Geel bij de ondertekening van de intentieverklaring uitvoeringsorganisatie bodemsanering midden- en kleinbedrijf op 10 januari 2005 in Den Haag.

Geachte aanwezigen,

U bent allemaal calculerende ondernemers. En dat is maar goed ook, want u bent verantwoordelijk voor de continuïteit van uw bedrijf en de werkgelegenheid van uw medewerkers. U bent daarnaast óók verantwoordelijk voor de effecten van uw ondernemerschap op de omgeving en het milieu. En dat kan natuurlijk wel eens een lastige combinatie zijn.

Een combinatie die soms wellicht een stuk eenvoudiger kan. Straks tekent u namelijk een intentieverklaring tussen de werkgeverskoepels VNO/NCW en MKB-Nederland, en de brancheorganisaties Bovag, Metaalunie,Netex en FME/CWM.
Voor initiator Rabobank is dat het startsein om een uitvoeringsorganisatie bodemsanering op te zetten. Deze organisatie moet het voor ondernemers in het midden- en kleinbedrijf mogelijk maken om de bodemsanering van hun bedrijfsterreinen nu eindelijk voortvarend aan te pakken.

Er is de afgelopen vijftien jaar veel gedaan om de bodemsanering van verontreinigde bedrijfsterreinen op basis van vrijwilligheid goed van de grond te krijgen. Helaas moeten we nu constateren dat het tempo van de sanering ver achterblijft bij de doelstelling. Ook de mogelijkheid om subsidie te krijgen voor saneringen, kan de meeste bedrijven blijkbaar niet over de streep trekken.
Dat is eigenlijk ook niet zo vreemd. Het beleid is in de loop van de tijd immers redelijk ingrijpend veranderd. En zolang niet duidelijk is hoe nieuwe inzichten zich zullen vertalen in beleid, is het goed te begrijpen dat concurrerende en calculerende bedrijven even willen afwachten alvorens zich in een ongewis avontuur te storten.

Ik ben dan ook blij dat het nieuwe beleid inmiddels zo goed als volledig is uitgekristalliseerd. Het initiatief van de hier aanwezige koepels en branches, samen met de Rabobank, toont wat mij betreft aan dat dit ook zo door de markt wordt ervaren.
We gaan In mijn beleid ga ik uit van een nuchtere én ambitieuze benadering van de bodemsanering . Dat betekent dat we zo snel mogelijk passende maatregelen nemen daar waar dat nodig is. Maar ook dat we, indien dat verantwoord is, volstaan met eenvoudige maatregelen en op die manier de risico's beheersen. DaarinOp deze wijze willen we de hele saneringsproblematiek vóór 2030 onder controle hebben. Daar hoort ook een omslag in de verantwoordelijkheidstoedeling bij. De overheid voelt zich in de eerste plaats medeverantwoordelijk voor de locaties waar bij het huidig gebruik van de bodem risico's bestaan. Vóór 2015 moeten alle bekende knelpunten van deze categorie zijn weggenomen.
Voor 2030 moeten alle nog blijkende knelpunten van huidig gebruik zijn aangepakt.
De risico's die aan het daglicht zullen treden bij een ander gebruik van de bodem zijn in de eerste plaats voor de initiatiefnemer. In zijn zakelijke afweging hoort ook een sanering naar de passende bodemkwaliteit.

De rol van de overheid is hier in de eerste plaats ondersteunend. Denk daarbij vooral aan informatie en know how en pas daarna aan eventuele financiële bijdragen. Overigens kent de bedrijvenregeling een tegemoetkoming voor alle saneringssituaties. Uw vertegenwoordigers hebben dus goed onderhandeld.
Kortom: alle 60.000 nu bekende locaties die gesaneerd moeten worden verdienen onze aandacht. Spoedeisende en bekende locaties met risico's bij huidig gebruik moeten vóór 2015 zijn aangepakt. Het moment van afronding voor de overige locaties ligt in principe voor 2030, maar afhankelijk van het voorgenomen gebruik kan het ook nog daarna.

Als ik kijk naar de hoofdcomponenten van het bodemsaneringsbeleid, dat dit jaar in werking is getreden, kan ik niet anders concluderen dan dat de randvoorwaarden voor het bedrijfsleven zo optimaal mogelijk zijn gemaakt. Ik realiseer me echter goed dat het, ondanks dit pakket, voor veel bedrijven nog steeds een groot probleem kan zijn om de verontreinigde terreinen daadwerkelijk aan te pakken. Vooral voor het midden- en kleinbedrijf.
Want juist de minder grote ondernemingen hikken niet alleen tegen een financiële, maar ook tegen een organisatorische drempel aan. Het aanbesteden, aansturen en financieren van een sanering legt bij deze bedrijven natuurlijk een relatief groot beslag op de middelen en menskracht.

Uw initiatief om een uitvoeringsorganisatie voor deze doelgroep op te zetten ondersteun ik dan ook van harte. Een uitvoeringsorganisatie zal voor deze bedrijven een enorme verlichting kunnen betekenen. Het scheelt naar mijn overtuiging veel organisatorische rompslomp, en het zal waarschijnlijk ook de kosten drukken. Standaardisatie van contracten, financiële producten op maat, schaalvoordelen en bundeling van kennis zullen op termijn immers leiden tot lagere kosten. Dit is niet alleen prettig voor de bedrijven die zullen deelnemen, maar ook voor de overheid.

En er is wat mij betreft nog een voordeel. Eén uitvoeringsorganisatie betekent dat er ook één aanspreekpunt is als het gaat om de kwaliteit van de werkzaamheden. Het zal ook makkelijker zijn om de uitvoering vaste vormen te geven. Dat is winst, en kan zo mogelijk zelfs leiden tot een standaardisatie in de uitvoering.

Het is overigens mooi om te zien hoe creatief de mogelijkheden zijn verkend om geld vrij te spelen voor bodemsanering. De mogelijkheid voor bedrijven om toegang te krijgen tot goedkopere vormen van financiering, zou voor veel bedrijven wel eens de doorslag kunnen geven.

Wat mij betreft hebben we hier dus te maken met een prachtig initiatief waar alle partijen baat bij hebben. Het toont aan dat het bedrijfsleven niet alleen zijn bedrijfsverantwoordelijkheid wil nemen, maar ook zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dat soort initiatieven maak ik graag van dichtbij mee, dus ben ik blij dat ik aanwezig kan zijn bij de ondertekening van de intentieverklaring; het begin van de uit voeringsorganisatie.Ikkanu mededelen dat ik, onder voorwaarden, bereid ben een subsidie van 2 miljoen euro te verschaffen voor de ontwikkelfase hiervan.

Ik zal u twee voorwaarden noemen. Allereerst moet tijdens deze ontwikkelfase duidelijk worden of de uitvoeringsorganisatie kans van slagen heeft. Dat betekent dat de organisatie zich binnen afzienbare tijd zelf zal moeten kunnen bedruipen. Ik verwacht dat de markt behoefte heeft aan een uitvoeringsorganisatie, maar mocht tijdens de ontwikkelfase blijken dat het project mislukt zonder structurele steun van de overheid, dan moeten wij ermee stoppen.

Een tweede voorwaarde komt eigenlijk uit Brussel. U weet dat we voor de subsidiëring goedkeuring moeten hebben van Brussel. Het mag immers geen staatssteun zijn. Zonder positief oordeel van Brussel, kan de subsidie dus niet worden verleend. Ik houd dus nog even een slag om de arm, hoewel het zeer waarschijnlijk is dat de Europese Commissie positief zal oordelen. U kunt er daarom zo goed als zeker van zijn dat de subsidie eraan komt. Voor de overige voorwaarden verwijs ik graag naar de subsidiebeschikking, die wij u op korte termijn hopen te kunnen geven.

Ik wens u tot slot veel succes met het onderzoek naar de levensvatbaarheid en de ontwikkeling van een uitvoeringsorganisatie bodemsanering voor het midden- en kleinbedrijf. Ik zie vele mogelijkheden, maar uw oordeel als ondernemers is straks veel belangrijker.

Ik dank u wel