NIMA
Persbericht 10 januari 2005
Van kenniseconomie naar kennissamenleving
Amstelveen - Nederland moet meer ondernemend en ook dynamischer
worden. Wim Kok, onze oud minister-president en nu voorzitter van de
High Level Group van de Europese Commissie, wil met deze boodschap
doordringen tot elke Europese huiskamer. De High Level Group is door
de Commissie aangesteld om de doelstellingen van Lissabon 2000 te
verwezenlijken. In 2000 hebben de Europese regeringsleiders in
Lissabon als doel gesteld om voor 2010 Europa te ontwikkelen als de
meest concurrerende en dynamische kenniseconomie ter wereld. In het
eindrapport van de 'Groep Kok' onder de titel 'Facing the challenge'
komt duidelijk naar voren dat er nog een hoop moet gebeuren. Vraag die
hierbij om de hoek komt kijken is: Hoe kunnen wij dit ambitieuze doel
bereiken en - vooral - wie moeten het doen? Als een van de oplossingen
geeft Kok aan dat het onderwijs moet voorkomen dat kinderen zonder
diploma van school gaan en het 'levenslang leren' moet worden
gestimuleerd. Een andere oplossing is om 'ondernemerschap en het
aanleren van een ondernemende en marktgerichte houding' in het
onderwijs sterker - dan nu het geval is - te benadrukken.
In de visie van het NIMA (Nederlands Instituut voor Marketing) is het
Nationaal VMBO-congres van 19 januari 2005 een uitstekende kans om
over dit thema duidelijke en concrete afspraken te maken. De Kamer van
Koophandel voelde zich eind 2004 geroepen door de 'bevlogen woorden'
van Wim Kok en heeft vast de eerste stap gezet. Aan leerlingen van het
VMBO/MBO van het Noorderpoort College werd alvast een digitale
starterspel overhandigd om ze voor te bereiden op het zelfstandig
ondernemerschap. Een zeer zinvol initiatief, maar het is tevens
belangrijk dat ook docenten en leerlingen in het (beroeps)-onderwijs
ervan doordrongen worden, om meer ondernemend en marktgericht te gaan
denken. Voor het NIMA is de dynamisering van Nederland als
ondernemersland bij uitstek, waarbij marketing hoog in het vaandel
staat en aan de top geborgd binnen het bedrijfsleven, de doelstelling
van de toekomst. Of het aanbieden van een digitale starterspel het
onderwijs c.q. de samenleving ondernemender of dynamischer maakt, valt
nog te betwijfelen.
Zelfredzaamheid
Op dit moment is er in Nederland een aantal ontwikkelingen gaande die
zeer interessant is. Mede door het Innovatieplatform, onder bezielende
leiding van Jan Peter Balkenende, ondergaat de Nederlandse samenleving
ingrijpende veranderingen en transformeert ons land steeds meer van
een Kenniseconomie naar een Kennissamenleving. De start is gemaakt
mede door het Innovatieplatform, maar het tempo moet worden verhoogd.
Het NIMA heeft nu zelf een aantal initiatieven opgevat om van een
Kenniseconomie naar een Kennissamenleving te gaan. En zal deze ideeën
ook gaan doorgeven aan het Innovatieplatform. Door toenemende
concurrentie, Europese schaalvergroting en afspraken EU-top Lissabon
2000 worden (overheids)-organisaties gedwongen zich marktgerichter en
bedrijfsmatiger te profileren. In de nieuwe economie nemen
ondernemerschap, ondernemend leiderschap, innovatie, het werken met
competenties (talenten), zelfredzaamheid en zelfmarketing toe. Kortom,
hoe verkoop ik mijzelf of de organisatie!
Vooral het onderwijs krijgt hier mee te maken en springt hierop in met
werkvormen als activerende didactiek, competentiegericht leren en
'Kennis als Gereedschap' (KAG-AL).
De arbeidsmarkt in de Kenniseconomie vraagt steeds meer ondernemende,
zelfstandige en verantwoordelijke mensen, waarbij een ondernemende en
marktgerichte houding centraal staat. Optimale betrokkenheid en vòòral
meedenken met de klant, wordt door alle partijen als absolute noodzaak
gezien. Jonge mensen die een eigen bedrijf beginnen òf die later in
loondienst gaan werken, hebben baat bij een ondernemende en
pro-actieve houding. Kernpunt is een optimale dienstverlening naar 'de
klant' in een competitieve markt, waarbij in het onderwijs het
aanbieden van professionele en inspirerende 'ontwikkeltrajecten' een
vereiste is. Ook de noodzaak van een andere managementstijl is
belangrijk. Managers van de toekomst moeten meer betrokkenheid en
compassie tonen, waarbij de 'community-gedachte' een centrale plaats
inneemt. Managers lopen 'bij calamiteiten niet in de weg'. Er ligt nu
teveel nadruk op de wetenschappelijke kant van het managen, op
analyse, op het 'academisch denken'.
Managers kunnen niet in de schoolbanken worden gecreëerd. Inzicht,
mensenkennis en ervaring zijn ook belangrijk. De samenleving wil
betrokkenheid voelen en daadkracht zien. Er is behoefte aan een nieuwe
managementstijl, nl. 'Entrepreneurial Leadership' of te wel
Ondernemend Leiderschap'.
Ondernemende en marktgerichte houding
Vanuit het bedrijfsleven wordt er van het onderwijs en van de
leerlingen en docenten veel meer 'een ondernemende en marktgerichte
houding' verwacht. Het bedrijfsleven heeft dringend behoefte aan
gemotiveerd en gekwalificeerd personeel. Vooral de technische en
dienstverlenende sector zit te springen op deskundig personeel.
Momenteel volgt circa 60% van de leerlingen in het onderwijs een
VMBO/MBO-traject en de behoefte aan een nauwe koppeling met de
praktijk wordt als noodzaak gezien. Momenteel worden hiervoor
instrumenten zoals praktijkopdrachten, stages en programma's als
Bizzkid gebruikt, waarbij leerlingen ondernemersvaardigheden en ook
marketing leren. In de visie van het NIMA is het duidelijk. Wil
Nederland weer marktgericht worden dan zijn niet alleen de voorgaande
zaken belangrijk, maar zeker ook een vereenvoudiging en verlaging van
de belastingheffing voor ondernemingen. Minder regelgeving en ook een
vermindering in verkokerd en ambtelijk denken, moeten snel
gerealiseerd worden. Nederland is zijn regelgeving, ten opzichte van
de ons omringende landen, veel te ver doorgeschoten en dat komt de
dynamiek van onze samenleving niet ten goede. Zonder éxtra
investeringen in hoger- en beroepsonderwijs en het stimuleren van
ondernemerschap zal Nederland in de toekomst aan welvaart verliezen en
is de wens van een concurrerende Kenniseconomie met de Verenigde
Staten een utopie. Naast het feit dat het NIMA al volop aan de slag is
in de ondernemingen 'marketing' meer te verankeren, wordt nu de
laatste hand gelegd aan de ontwikkeling van meer competentiegerichte
toetsingen. Vanaf april 2005, toetst het NIMA op diverse niveaus naast
de kennis - en de toepassingen, ook de competenties van kandidaten
voor marketing, sales en communicatie. Het NIMA wil zich via haar
Vereniging van 3.000 Leden, waarvan 500 bedrijfsleden zich actief gaan
inzetten, om samen met de CWI's, programma's te gaan ontwikkelen om
(werkeloze) jongeren zo snel mogelijk aan de slag te krijgen. Met name
via omscholing en om ze ook in te gaan zetten bij de
NIMA-bedrijfsleden in de Regio's. Op dit moment loopt al een dergelijk
initiatief met 'Parc Spelderholt'. Deze - fysiek gehandicapte -
jongeren krijgen weer de kans om terug te keren naar de markt. Om dit
succesvol te laten verlopen, vraagt het NIMA aan haar bedrijfsleven,
om zogenaamde 'stageplekken' beschikbaar te stellen. Ook voor jonge
ondernemers zet het NIMA zich in. Samen met VNO-NCW ontwikkelt het
NIMA een nieuw examen 'Marketing & Ondernemen', om zo ook de jongeren
succesvoller te laten zijn in hun business. Indien jonge ondernemers
weten hoe ze een bedrijf succesvol kunnen runnen, dan zullen er op den
duur ook minder faillissementen komen.
Het NIMA heeft 'die handschoen opgepakt' heeft 'marketing en
ondernemen' in een van haar strategische doelen staan voor 2005 e.v.
en doet in die zin een concrete handreiking naar het
bedrijfsleven.
Concurrerende Kenniseconomie
Wil Nederland meedoen als een belangrijke speler in de concurrerende
kenniseconomie, dan is een verankering van het vak 'marketing' in de
top van een onderneming noodzaak. Om een faillissement te voorkomen
weet de ondernemer hoe te handelen om te kunnen overleven. Met name
voor de Midden en Kleinbedrijf-ondernemer is het van essentieel
belang, dat hij/zij weet hoé de producten of diensten te vermarkten.
Marketing moet in de top van de organisatie verankerd worden en het
vult de 'missing link' in tussen leverancier en klant. Marketing is
strategisch denken en waarbij de organisatie voor de invulling van een
ondernemende en marktgerichte samenleving een enorme baat heeft.
Noodzaak is wel dat iedereen daar ook van overtuigd is en daar ook
naar handelt.
Door de implementatie van de NIMA-examens ook binnen het reguliere
onderwijs (in de particuliere sector is het NIMA reeds jaren verankerd
en is dé standaard voor marketing, sales en communicatie), gaan
schoolverlaters steeds meer aansluiten op de wens van de ondernemer,
en worden beroepsgekwalificeerde en professionele kandidaten.
Afsluitend wil het NIMA duidelijk stellen dat het belang en de
mogelijkheden van het marktgericht denken en functioneren in alle
sectoren van het bedrijfsleven (profit en not-for-profit) en overige
organisaties onvoldoende erkend wordt. Het NIMA wil
als Beroepsverening een adviserende rol spelen bij het verder onder
de aandacht brengen en promoten van de marketing expertise, waarbij
leiderschap, inspiratie, stimulatie en interactie de pijlers zijn.
Het NIMA speelt adequaat in op de behoefte vanuit het Bedrijfsleven en
is overtuigd van de noodzaak tot maatschappelijk verantwoord
ondernemen. Naast deze nationale inspanningen om het bedrijfsleven
meer te betrekken bij marketing, speelt het NIMA internationaal via
het Vice-Chairmanship in de Board van de EMC, European Marketing
Confederation ook een grote rol en heeft binnen het Europese veld,
actieve samenwerkingsverbanden met SME-Union (Small and Medium
Enterprises) en met de EEI (European Enterprise Institute) beiden in
Brussel en geeft het NIMA de kans nationaal en internationaal een link
te leggen naar het bedrijfsleven. Mét de internationale erkenning in
2005 van de NIMA-diploma's, heeft het NIMA-diploma een absolute added
value voor het bedrijfsleven en de kandidaten die daarin werkzaam
zijn. De afzet van de NIMA-examens ook nu al in het buitenland,
verstevigen het bovenstaande eens te meer.
---