Ministerie van Buitenlandse Zaken

van het lid Karimi over Palestijnse reisrestricties

Beantwoording kamervragen van het lid Karimi over Palestijnse reisrestricties

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4
Den Haag

Directie Noord Afrika en Midden-Oosten
Afdeling Midden-Oosten
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag

Datum

7 januari 2005

Behandeld

Roger van Laak

Kenmerk

DAM- 001/05

Telefoon

+31 (0)70-3485192

Blad


1/2

Fax

+31 (0)70-3486639

Bijlage(n)


1

E-Mail

dam@minbuza.nl

Betreft

Vragen van het lid Karimi over Palestijnse reisrestricties

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Karimi aan de minister van Buitenlandse Zaken over Palestijnse reisrestricties. Deze vragen werden ingezonden op 14 december 2004, met kenmerk 2040504860.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot

Bijlage: Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Karimi (Groen Links) over Palestijnse reisrestricties.

Vraag 1
Is het waar dat dr. Mutstafa Barghouthi, een prominente democratische kandidaat voor de Palestijnse presidentiële verkiezingen, is mishandeld door Israëlische soldaten bij een checkpoint vlakbij Jenin?
1) Wat is de reden van deze mishandeling?

Vraag 2
Is het waar dat dit al de tweede maal is dat Mustafa Barghouthi niet mag reizen tussen steden in de West-Bank en mishandeld c.q. bedreigd wordt door Israëlische soldaten? Hoe reageert de Israëlische regering op Palestijnse klachten over deze vernederende reisrestricties en de mishandelingen?

Antwoord
Op basis van dezerzijds bekende informatie moet worden aangenomen dat zich op 9 december jl. een incident heeft voorgedaan bij een Israëlische controlepost nabij Jenin waarbij dr. Marwan Barghouthi betrokken was. Deze heeft zich na afloop bij een ziekenhuis gemeld. De precieze toedracht van het incident is mij verder niet bekend. Eerder, op 6 december jl., werd de heer Barghouthi doorgang geweigerd bij een controlepost nabij Hebron.

Dezerzijds werd van de Israëlische autoriteiten vernomen dat klachten zeer serieus worden genomen. Indien de klacht betrekking heeft op een gebied dat onder militair bestuur staat onderzoekt het Israëlische Central Command de zaak, in andere gebieden de Israëlische politie. Er wordt naar gestreefd binnen 24 uur te reageren op mogelijke klachten. Terzake zijn er voorts contacten met de Palestijnse Central Election Commission. In het bovengenoemde geval van de heer Barghouthi is, aldus de Israëlische autoriteiten, geen klacht ontvangen.

Vraag 3
Wanneer worden Palestijnse reisrestricties (gedeeltelijk) opgeheven ten behoeve van de Palestijnse presidentiële verkiezingen, zoals de Israëlische regering beloofd heeft? Is er sprake van Israëlische welwillendheid deze reisrestricties op te heffen? Zo ja, op welke concrete wijze uit zich dat?

Vraag 4
Op welke wijze kunnen presidentskandidaten campagne voeren en de bevolking toespreken nu vele dorpen en steden niet bereikbaar zijn?

Vraag 5
Deelt u de mening dat bij deze reisrestricties de Palestijnse bevolking straks fysiek niet bij machte is te stemmen? Zo neen, waarom niet?

Vraag 6
Deelt u de mening dat de strenge reisrestricties en het mishandelen van kandidaten, niet bijdragen aan eerlijke en transparante verkiezingen?

Vraag 7
Bent u bereid de Israëlische regering in EU-verband te wijzen op het feit dat eerlijke en transparante verkiezingen alleen kunnen plaatsvinden zonder reisrestricties en met constructieve steun van andere landen in de vorm van verkiezingswaarnemers, registratieprocedures etc? Zo neen, waarom niet?

Antwoord
De Europese Unie heeft reeds in een vroeg stadium de Israëlische regering gewezen op de noodzaak voldoende bewegingsvrijheid voor kandidaten en Palestijnse burgers te garanderen bij de komende presidentsverkiezing. Zonder een dergelijke vrijheid zijn immers geen eerlijke en transparante verkiezingen mogelijk. Eventuele mishandeling van kandidaten zou uiteraard evenmin bijdragen aan een goed verloop van het verkiezingsproces.

De noodzakelijke bewegingsvrijheid is tevens één van de aandachtspunten van de grote Europese verkiezingswaarnemingsmissie ter plaatse, die onder leiding staat van de Franse oud-premier Rocard.

De Israëlische regering heeft bij herhaling aangegeven dat met het oog op de verkiezingen het reizen voor Palestijnen zal worden vergemakkelijkt. Het is echter nog niet duidelijk op welke wijze Israël daadwerkelijk overgaat tot verlichting van de reisbeperkingen. In algemene zin kan wel gesteld worden dat de uitvoering van afspraken op het hoogste niveau in de praktijk nog niet hun volledige weerslag hebben gevonden. De Israëlische autoriteiten hebben inmiddels wel laten weten dat het Israëlische leger zich op de dag voor, tijdens en de dag na de verkiezingen zal terugtrekken uit de Palestijnse steden en dorpen.

Voorzover dezerzijds bekend is het Israëlische beleid er op gericht alle Palestijnse presidentskandidaten vrije doorgang te geven bij controleposten. Voorwaarde is wel dat van te voren door de kandidaten gecoördineerd wordt met het Israëlische leger (coördinatie die in het bovengenoemde geval van dr. Barghouti niet plaats lijkt te hebben gevonden).

Vooralsnog heb ik geen aanleiding te denken dat de Palestijnse bevolking op 9 januari 2005 fysiek niet bij machte zal zijn te stemmen.


1) The Palestine Monitor, 8 december 2004 `Presidential Candidate Attacked by Israeli Forces'.