Gemeente Hengelo
Inwonertal Hengelo weer in de lift
De bevolking van de gemeente Hengelo is vorig jaar toegenomen met meer dan
200 personen. Voorlopige cijfers laten een toename zien tot bijna 81.200
inwoners op 1 januari 2005. In de jaren 2002 en 2003 kende Hengelo
nauwelijks groei en bleef het inwonertal net onder de 81.000 steken. De
groei is echter nog niet zo sterk als in de periode 1997 tot en met 2001.
Toen groeide de Hengelose bevolking gemiddeld met 680 inwoners per jaar.
Groei te danken aan geboorten
Dat het aantal inwoners in 2004 is toegenomen, wordt vooral
veroorzaakt door natuurlijke groei. Het aantal geboorten (1.065) was
beduidend hoger dan het aantal overledenen (739). Dit betekent een
geboorteoverschot van 326.
Negatief Migratiesaldo
Naast geboorte en sterfte zijn voor het aantal inwoners ook de
verhuisstromen van belang. In 2004 vestigden zich 2.949 personen in
Hengelo. Iets meer Hengeloërs (3.049) vertrokken echter naar elders.
Met andere woorden: Hengelo had in 2004 een negatief migratiesaldo van
-100 personen. Ook in 2003 en 2002 kende Hengelo al een negatief
migratiesaldo, maar toen was het beduidend groter (-300 per jaar). Op
dit punt lijkt dus sprake van een positieve wending.
Nog steeds verhuizen er meer personen van Hengelo naar Duitsland (127)
dan omgekeerd (64), maar het verschil is niet meer zo sterk als in de
jaren 2002 en 2003. In die twee jaren 'verloor' Hengelo per jaar
gemiddeld 160 inwoners aan Duitsland. Het saldo van 2004 (-63) is
beduidend lager.
Woningvoorraad
In 2004 zijn zo'n 390 nieuwbouwwoningen opgeleverd. Aangezien er
daarnaast ook sprake was van sloop (50), bedroeg de totale toename van
de woningvoorraad in 2004 zo'n 340.
De ambitie voor de komende jaren is om gemiddeld 360 tot 560
nieuwbouwwoningen per jaar op te leveren. De verwachting is dat als
gevolg hiervan het aantal inwoners de komende jaren verder groeit.
Een toename van het aantal inwoners trad vorig jaar op in de wijken
Slangenbeek (+401), Woolde (+273) en Hengelose Es (+76). In de andere
wijken is het aantal (licht) dalend.