VPRO

'Deel Haagse tramtunnel onveilig'

'Er moet een nieuwe risicoanalyse gemaakt worden voor een deel van de Haagse tramtunnel'. Dat zegt ingenieur Ruud van Herpen, één van de opstellers van het 'Brandbeveiligingsconcept tramtunnel' uit 2001. Van Herpen was destijds verbonden aan het ingenieursbureau Cauberg-Huygen dat de veiligheidsplannen voor de tunnel heeft ontwikkeld.

'Als je op dit stuk tunnel moet vluchten, kom je er niet levend uit', zegt Van Herpen bij zijn recente bezoek aan de tunnel. 'Als dat stuk tunnel tussen Centraal Station en Station Spui belemmerd zou zijn door rook, is het moeilijk om daar nog levend uit te komen. Dat klinkt cynisch, maar ik denk dat het ook echt zo is, omdat je daar geen nooduitgangen hebt en het zicht belemmerd is in het geval van een brand. Dan kan ik me voorstellen dat je op een gegeven moment denkt, dat je een nooduitgang voorbij bent gelopen en dat je terugkeert en dan kom je er dus nooit meer uit, want je vindt ook helemaal niks in dat stuk tunnel'.

De Haagse tramtunnel heeft niet om de zestig meter nooduitgangen, zoals werd aanbevolen in twee brandbeveiligingsconcepten uit 2001, van respectievelijk ingenieursbureau Cauberg-Huygen en onder meer de brandweer Haaglanden. In de Bouwvergunning voor de tramtunnel is de gemeente Den Haag uitgegaan van het Bouwbesluit, waar gerekend wordt met nooduitgangen om de zestig meter. Nu moet een stuk van circa 230 meter worden overbrugd, zonder nooduitgang.

In een eerdere uitzending van Argos, op 15 oktober 2004, twijfelden diverse deskundigen aan de veiligheid van de tunnel bij brand. De gemeente Den Haag kwam direct na de uitzending met een persverklaring: 'De wettelijk vastgestelde norm voor vluchtwegen in tunnels voor niet-publiekstoegankelijke ruimten is 230 meter. Het niet-publiekstoegankelijke tunneldeel Muzenstraat-Kalvermarkt is slechts 150 meter en voldoet derhalve aan de wettelijke norm'. Desgevraagd zegt ingenieur Menso Molag, de tunnelexpert van TNO, die norm niet te kennen. Vervolgens bevestigt ook de Haagse brandweercommandant Rob Brons dat die norm op een misverstand berust.

De formele nooduitgang na 230 meter, is volgens ingenieur Art van Lohuizen van het bureau Cauberg-Huygen niet als zodanig te gebruiken. 'Daar zit een trap, alleen willen wij die trap niet als vluchtweg aanmerken omdat mensen die daar te laat gebruik van maken, toch door rook gaan vluchten en dat betekent een extra risico'.

Ingenieur Menso Molag van TNO: 'Ik vind hier gewoon een heleboel onduidelijkheid in zitten, in het hele vluchtgebeuren rond deze tunnel. Als er dus blijkbaar tussen ontwerper en gebruiker een verschil van mening is, dan lijkt me dat niet goed. Dan zul je dus op een of andere manier tot een eensluidend standpunt moeten komen, anders is er geen sprake van een goed veiligheidsconcept'.

De Haagse gemeenteraad reageerde verbaasd na de uitzending van Argos van 15 oktober. Joris Wijsmuller van de Haagse Stadspartij wilde weten: 'Hoe het gebrek aan nooduitgangen nu is opgelost. Daar vraag ik al twee maanden naar en ik krijg maar geen antwoord. We hebben nota bene in 2001 met de raad een veiligheidsconcept afgesproken waarin expliciet is afgeproken dat er om de zestig meter nooduitgangen zouden komen, daar hebben we miljoenen aan extra aanpassingen voor uitgetrokken'. De PvdA-er Rabin Baldewsingh: 'Heel simpel, zestig meter is zestig meter, geen tachtig meter, niet verder. Safety first, ook in dat gedeelte van de tunnel'.

Ook D66, Groen Links en de SP spreken hun verbazing uit over het ontbreken van nooduitgangen om de zestig meter. De partijen hadden eerder geïnformeerd willen worden en willen nu duidelijkheid van B&W over eventuele aanpassingen. Het CDA wil opheldering over de vluchtrichting in de tunnel.