Geen nieuw onderzoek Bombardement Nijmegen
Er is geen nieuw wetenschappelijk onderzoek nodig naar het
bombardement van Nijmegen in februari 1944. Een dergelijk onderzoek
levert naar verwachting geen nieuwe feiten op die de algemene
conclusies uit eerdere onderzoeken weerleggen. Dit heeft de
Begeleidingscommissie Bombardement Nijmegen 1944 vastgesteld. Het
college van burgemeester en wethouders van Nijmegen neemt deze
conclusies over. De commissie gaat nu na of er geld te vinden is om te
onderzoeken hoe Nijmegen is omgegaan met de gevolgen van het
bombardement.
De begeleidingscommissie is vorig jaar ingesteld omdat nog niet alle
vragen over het bombardement bevredigend waren beantwoord. Dit ondanks
uitgebreid historisch onderzoek. Vooral het feit dat het op die fatale
22^e februari in Nijmegen helder weer was en de stad zeer herkenbaar
op de zuidoever van de Waal ligt, bleek voor velen een aanhoudende
bron van onzekerheid over de toedracht van het bombardement.
Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen heeft daarom
laten onderzoeken of er zestig jaar na deze gebeurtenis mogelijk
nieuwe bronnen zijn die hier een antwoord op kunnen geven. Dat is
volgens de commissie niet het geval.
De commissie baseert haar oordeel op een door de gemeente geïnitieerd
onderzoek door het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie
(NIOD) naar het bombardement. Het NIOD beschouwt het eerdere onderzoek
door Alphons Brinkhuis nog steeds als hèt standaardwerk over het
bombardement.
Daaruit blijkt dat de bommenwerpers hun dodelijke lading voor een
industriegebied in Midden Duitsland bij zich droegen. Door slecht weer
moesten ze echter voordat ze bij hun bestemming kwamen rechtsomkeer
maken. De instructie luidde dat de vliegers in zon geval een geschikt
gelegenheidsdoel in Duitsland moesten bombarderen. Daarbij leidden de
massale manoeuvreerbewegingen in de lucht, de toen nog minder
geavanceerde navigatieapparatuur en het feit dat Nijmegen op een paar
kilometer van de Duitse grens ligt, tot dit fatale bombardement.
De begeleidingscommissie ziet in navolging van het NIOD geen
aanleiding te twijfelen aan deze conclusie. Wel adviseert de
begeleidingscommissie om een nader onderzoek te laten verrichten naar
de wijze waarop Nijmegen met de gevolgen van het bombardement is
omgegaan. Het college van burgemeester en wethouders heeft de
commissie gevraagd aan te geven of hiervoor mogelijk externe
financiering is aan te boren.
Ook wil het college de studie van Alphons Brinkhuis integraal
beschikbaar stellen via de internetpagina van de gemeente Nijmegen. De
studie van Brinkhuis is niet meer in de boekhandels verkrijgbaar.
De begeleidingscommissie bestaat uit: Prof. Dr. R.A.M. Aerts,
hoogleraar geschiedenis aan de Radboud Universiteit te Nijmegen; drs.
N.D.J. Barnouw, onderzoeker en voorlichter van het NIOD; drs. W.
Lenders, directeur van het Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945 in
Groesbeek; drs. R. De Winter, hoofd Sectie Luchtmachthistorie van de
Koninklijke Luchtmacht in Den Haag en staat onder leiding van
voorzitter prof. Dr. F. Keverling Buisman, directeur van het Gelders
Archief.
bestand ophalen Vooronderzoeksrapport NIOD
Met een klik op het PDF-icoontje opent u het document.
Gemeente Nijmegen