Nederlandse Vereniging van journalisten

Brief aan omroepwerkgevers
Betreft: CAO Omroep 2004
(6 januari 2005)

Geachte heer Marechal,

Wij ontvingen uw brief van 20 december 2004 inzake de CAO voor het Omroeppersoneel. De inhoud van uw brief hebben wij bestudeerd en met elkaar besproken. Helaas moeten wij constateren dat de werkgevers volharden in hun standpunten en niet bereid zijn op enige wijze tegemoet te komen aan de wensen van werknemersorganisaties.

Al sinds februari 2004 zijn de voorstellen van werknemersorganisaties voor de nieuwe CAO voor het Omroeppersoneel bij u bekend. Juist omdat wij op de hoogte waren en zijn van de sociaal-economische situatie in Nederland en van de specifieke problematiek waarmee de Publieke Omroep zich geconfronteerd ziet, zijn wij uiterst terughoudend geweest met onze voorstellen. Als er sprake was van inkomensverbetering, dan was het karakter van de verbetering eerder incidenteel dan structureel. In materiële zin waren de voorstellen zonder meer beperkt.

De voorstellen van de werkgevers van de Publieke Omroep, gingen uit van maar 1 opdracht: bezuinigen. In het eerste overleg dat heeft plaatsgevonden op 16 april 2004, hebben wij aangegeven dat wij, op basis van dit bezuinigingsvoorstel van Publieke Omroep, geen aanleiding zagen om de onderhandelingen voor een nieuwe CAO te starten. Met een effectieve koopkrachtdaling, een substantiële verslechtering van de pensioenregeling en een groot verlies aan werkgelegenheid in de komende jaren, zijn wij van mening dat het personeel al in voldoende mate heeft bijgedragen (en bij zal dragen) aan mogelijke oplossingen van de bestaande problematiek.

Voor de werkgeversdelegatie kennelijk niet voldoende, al was u uiteindelijk bereid de voorstellen voor de CAO voor 2004 aan te passen. Overigens op uitdrukkelijk verzoek van werknemersorganisaties. Ook van onze zijde was er de bereidheid om te zoeken naar oplossingen. Wij hebben dan ook alle voorstellen voor de CAO met een materieel karakter van tafel gehaald. Wat restte was een aantal verbetervoorstellen, die geen beslag leggen op loonruimte, maar die medewerkers in ieder geval het gevoel konden geven dat de werkgevers hen serieus wensten te nemen. Voorstellen die, naar onze mening medewerkers meer zekerheid konden bieden in zeer onzekere tijden. Feitelijk zijn het voorstellen die, als het HR-beleid op orde is, al geregeld hadden moeten zijn.

Uw reactie van 20 december gaat volledig voorbij aan onze argumenten om, als er geen financiële ruimte is, in ieder geval kwaliteitsafspraken te maken. Ronduit stuitend is uw opmerking dat werknemersorganisaties niet doordrongen zouden zijn van de urgentie van de situatie. Meer dan wie ook, zijn het juist vakbonden die te maken krijgen met de individuele, soms ronduit schrijnende situaties waarin mensen terecht komen.

Uw suggestie om 2004 maar te laten voor wat het is, om vervolgens voor 2005 met een schone lei te beginnen, is wat ons betreft niet aan de orde. Het kan niet zo zijn dat we weer van voor af aan gaan beginnen, zonder dat er een absolute toezegging is van de zijde van de werkgevers over onderwerpen waar wij concrete afspraken kunnen en zullen maken. Overigens zouden wij ons totale voorstellenpakket dan in heroverweging moeten nemen, omdat we spreken over een horizon van nog 12 maanden. Deze heroverweging zou dan hoogstwaarschijnlijk ook een materiele component bevatten.

Wat ons betreft, blijft onze brief van 22 oktober 2004 dan ook het uitgangspunt voor verdere onderhandelingen. Wij hebben, zij het selectief, onze achterban hier overigens over geraadpleegd.

Ook ons is het ernst. Een structurele oplossing vereist in onze optiek echter meer dan alleen een sluitende begroting. Van de werkgevers binnen de Publieke Omroep verwachten wij dat zij ook laten zien dat zij hun verantwoording kunnen en durven nemen. Ook wanneer dit verder gaat dan alleen het eigen belang.

De tot nu toe door omroepwerkgevers ingenomen standpunten dienen de Publieke Omroep noch zijn werknemers. Wij kunnen ons dan ook niet aan de indruk onttrekken dat omroepwerkgevers doelbewust uit zijn op escalatie. En wij betreuren dat. Indien wij binnen 10 dagen geen reactie ontvangen die aan het voorgaande recht doet behouden wij ons het recht voor acties te organiseren.

Hoogachtend,

NVJ
FNV Kiem
CNV Media
De Unie