Federale regering Belgie


Reactie op de uitlatingen van dokter Beaucourt over de hulpverlening in Azië
(2005-01-03)

Persdienst Buitenlandse Zaken

De Belgische regering is verbolgen over de onterechte uitspraken van dokter Beaucourt naar aanleiding van de Belgische hulpverlening in Azië. De uitlatingen van Beaucourt zijn een kaakslag voor alle mensen die zich dag en nacht hebben ingezet om onze landgenoten in het getroffen gebied bij te staan of te lokaliseren en voor diegenen die de bredere hulpverlening op gang brengen.

Brussel, 3/01/2005.

Betreft: uitlatingen van dokter Beaucourt over de hulpverlening in Azië.

De Belgische regering is verbolgen over de onterechte uitspraken van dokter Beaucourt naar aanleiding van de Belgische hulpverlening in Azië. De uitlatingen van Beaucourt zijn een kaakslag voor alle mensen die zich dag en nacht hebben ingezet om onze landgenoten in het getroffen gebied bij te staan of te lokaliseren en voor diegenen die de bredere hulpverlening op gang brengen.

De dokter beweert dat hij het enige aanspreekpunt voor België was in het getroffen rampgebied en b.v. voor de brandstof van de Belgische vliegtuigen moest zorgen. Dit is volstrekt onjuist en toont aan dat Beaucourt vooral begaan is met de publiciteit omtrent zijn eigen persoon. De Belgische ambassade heeft reeds op de eerste dag van de ramp een medewerker ter plaatse gestuurd, waarna deze zeer spoedig de nodige versterking gekregen heeft. Deze ploeg was dan ook van in het begin het aanspreekpunt voor de Belgische regering. Het opzoeken van landgenoten werd door de Belgische ambassade en de daarbij betrokken vrijwilligers waargenomen.

Men heeft verschillende instrumenten om te beantwoorden aan de noden na een grote natuurramp. Inzake B-FAST kan uitdrukkelijk gesteld worden dat er van enig "communautair gekrakeel" en "loodzware bureaucratie" geen sprake geweest is. De betrokken ministers stonden in permanent contact en ook de raad van bestuur van B-FAST is samengekomen.

B-Fast integreert zich in een breder internationaal kader dat de VN- en de EU-regels respecteert. Er moet b.v. gewezen worden op het feit dat een urgentie ploeg van B-FAST des te efficiënter kan optreden wanneer ze gestuurd wordt na een vraag van de lokale regeringen, waarin de specifieke behoeften opgesomd worden.

Om de hulpverlening spoedig ter plaatse te krijgen werd daarom beslist om in eerste instantie te werken door het vrijmaken van middelen via het budget dringende noodhulp (500.000 Euro voor het Rode Kruis). Na het verkrijgen van specifieke aanvragen vanwege de getroffen landen werd, via een financiering van B-FAST, het vervoer van noodhulp van UNICEF en Artsen Zonder Grenzen voor Sri Lanka en Indonesië georganiseerd (255.000 Euro). Het resultaat was dat België bij de allereerste landen ter plaatse was met hulpgoederen voor Sri Lanka en voor Indonesië.

De vliegtuigen van het Belgische leger zijn vervolgens op vraag van UNICEF en van Artsen Zonder Grenzen geland in Sri Lanka en in Indonesië, vermits daar de grootste behoefte bestond en nog steeds bestaat voor hulpverlening; niet zozeer in Thailand waar dokter Beaucourt zich bevond. Vliegtuigpiloten moeten internationale regels inzake het aantal vlieguren respecteren, om evidente veiligheidsredenen, die niets met "bureaucratie" te maken hebben.

Onze landgenoten in Thailand hebben het land spoedig kunnen verlaten door ofwel een vliegtuig van de touroperatoren vanuit Phuket te nemen, hetzij door hun retourticket om te boeken met hulp van de Belgische ambassade te Bangkok. De vliegtuigen van het Belgische leger hebben vervolgens de weinige Belgen uit Thailand en Sri Lanka teruggebracht die niet op deze wijze konden terugkeren. Er zijn op dit ogenblik geen Belgen in Thailand die wensen terug te keren maar daartoe niet in de mogelijkheid zouden verkeren.

De voltallige identificatieploeg van de Federale Politie (DVI) werd op vraag van de Thaise overheden, dankzij een financiering en logistieke steun van B-FAST, ter plaatse gestuurd.

Er kan tevens op gewezen worden dat verschillende overheden van ons land tot nu toe reeds 12 miljoen Euro vrijgemaakt hebben voor de slachtoffers van de ramp. Meer middelen zullen binnenkort aangekondigd worden.

Dit alles neemt niet weg dat dit soort rampen, zoals elke crisistoestand, ons in staat stelt ons dispositief telkens nog beter af te stellen op de behoeften.

De regering wenst haar waardering te herhalen voor al de vrijwilligers die zich, in de anonimiteit, ten volle ingezet hebben en verder schitterend werk leveren. Het gaat o.a. om het crisiscentrum, dat op 24 uren per dag ten dienste stond van de Belgische bevolking.