parlementaire stukken - Antwoorden op kamervragen over beveiliging
Antwoorden op kamervragen over beveiliging
4 januari 2005
Antwoorden op kamervragen van het lid Externe link Wilders (Groep
Wilders) aan de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties over beveiliging. (Ingezonden 9 december 2004).
---
1. Vraag
Deelt u de mening dat het - voor het democratische proces - niet
aanvaardbaar is indien het oprichten van een nieuwe politieke
beweging/partij wordt belemmerd omdat medewerkers, sympathisanten en
aspirant-Kamerleden veiligheidsproblemen hebben en in hun activiteiten
worden ontmoedigd mede doordat «bronnen binnen de
veiligheidsdiensten» 1) anoniem aan de media meedelen dat betrokkenen
een vergelijkbaar veiligheidsrisico als ondergetekende lopen? Wist u
hiervan? Zo ja, wat zult u doen om dit in de toekomst te vermijden?
Bent u van mening dat het correcter zou zijn geweest indien de
overheid dergelijke veiligheidsproblemen eerst direct met mij zou
bespreken?
2. Vraag
Deelt u de mening dat het evenmin aanvaardbaar is dat mensen worden
ontmoedigd door dan wel namens de overheid, mede door hen nadrukkelijk
te waarschuwen voor de gevaren van het sympathiseren met mij en mijn
nieuwe politieke beweging? 2) Wist u hiervan? Wat zult u doen om dit
in de toekomst te vermijden?
1. en 2. Antwoord
Het staat buiten kijf dat vrije partijvorming wezenlijk is voor het
democratisch proces en dat ontmoediging van medewerkers,
sympathisanten en aspirant-kamerleden dit kan belemmeren. De vraag
veronderstelt echter feiten voor de waarheid waarvan wij geen
aanwijzingen hebben. Mitsdien kan de vraag niet beantwoord worden. De
inlichtingen- en veiligheidsdiensten hebben ten doel de democratie te
beschermen. Overigens deel ik de mening geheel dat als er
beveiligingsproblemen zijn het correct is dat er rechtstreeks contact
moet worden opgenomen en geen contact gezocht moet worden via de
media. Dat geldt voor alle betrokkenen. Van de zijde van de overheid
wordt die gedragslijn gevolgd.
3. Vraag
Kan de minister van Justitie toelichten dat hij zegt dat hij tijdens
een gesprek met mij aan mij zou hebben gevraagd of ik problemen had
met de veiligheid van de organisatie van mijn partij 3), nu het
tegendeel het geval is?
3. Antwoord
De minister van Justitie kan niet instaan voor de wijze waarop zijn
woorden worden weergegeven. De minister van Justitie heeft tegen de
betreffende journalist en in het AO van 8 december jl. gezegd dat hij
gevraagd heeft of de beveiliging van de persoon van dhr. Wilders
afdoende geregeld was om hem in staat te stellen om te functioneren en
dat het antwoord daarop bevestigend was.
4. Vraag
Is de minister van Justitie werkelijk van mening dat bewaking als een
«statussymbool» 4) wordt gezien? Denkt de minister echt dat intensieve
persoonsbeveiliging met alle - negatieve - persoonlijke gevolgen van
dien statusverhogend is? Suggereert hij hiermee dat thans beveiligde
personen niet meer in gevaar zijn en dat dus alle
veiligheidsmaatregelen kunnen worden opgeheven of neemt hij zijn
opmerkingen terug?
4. Antwoord
Nee. De minister van Justitie heeft juist nadrukkelijk gesteld dat het
geen statussymbool is en dat derhalve de besluitvorming daarover
berust op concrete aanwijzing van dreiging of een evaluatie van het
risico.
5. Vraag
Bent u bereid - liefst op de kortst mogelijke termijn - over alles
betreffende de veiligheid van mijn nieuwe politieke beweging en
daaraan verbonden personen met mij een gesprek te voeren? Zo neen,
waarom niet? Wilt u deze vragen nog deze week beantwoorden?
5. Antwoord
De vraagsteller weet uit eigen ervaring dat ieder van de betrokkenen
van overheidszijde steeds beschikbaar is voor contact over de
beveiliging. De minister van Justitie alsook de minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn steeds bereid tot het
voeren van een gesprek, een daartoe strekkend verzoek is tot op heden
niet ontvangen.
1 NOS Journaal, 1 december jl.
2 NRC Handelsblad en Elsevier (weblog Leon de Winter), 7 december jl.
3 de Volkskrant, 9 december jl.
4 NRC Handelsblad, 8 december jl.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties