Meer informatie: dienst Interne en Externe Communicatie, tel. 071-5273282
Nieuwjaarsbijeenkomst voor bestuurders en directeuren van de
Universiteit Leiden op 4 januari 2005
Tekst van de toespraak door de vice-voorzitter Joris van Bergen
Dames en heren,
Twee jaar geleden sprak ik wat ironisch over de Nieuwe Politiek van
het kabinet Balkenende I, een jaar geleden met enige verwachting over
het nieuwe HOOP-plan van staatssecretaris Nijs en nu wil ik u
voorhouden dat wij eens te meer op onszelf zijn teruggeworpen of -
beter geformuleerd - voor de uitdaging staan consistent onze koers te
blijven volgen.
Geen nieuwe politiek liet ons land zien in het afgelopen jaar, maar
een politiek in verwarring, balancerend tussen oorlogszuchtige taal
tegen islamieten en op cohesie gerichte toespraken.
Zoals gebruikelijk in de politieke cultuur is onze voormalige
staatssecretaris Annette Nijs niet gevallen in een politieke strijd om
hoger onderwijs-beleid, maar op percepties over politieke risicos in
het spel tussen kabinet en Kamer.
Wij begonnen overigens al bijna van haar te gaan houden wegens het
doorbreken van het taboe op differentiatie en selectie, toen zij werd
vervangen door Mark Rutte.
Een nieuwe onderwijsbekostiging komt op ons af, bedoeld voor meer
vraagsturing. Geen bekostiging meer voor niet-EU studenten in ruil
voor te weinig beurzen. Gelijke behandeling als het HBO, maar weinig
aandacht voor onderzoek. Of de nieuwe staatssecretaris iets anders in
universiteiten ziet dan zoveel mogelijk mensen zo snel mogelijk af te
laten studeren blijft nog een vraagteken.
Dames en heren,
Voorzover iemand van u daar nog aan twijfelde, wij moeten het echt
zelf voor elkaar krijgen en houden als universiteit. Dat betekent dat
wij geen oplossingen van anderen verwachten, maar ons uiteraard wel
verbinden in gemeenschappelijke belangen met anderen, de overheid
daarbij inbegrepen
Alle reden dus om elkaar aan het begin van het nieuwe jaar sterkte toe
te wensen. Daarvoor zijn goede gezondheid en vertrouwde en
inspirerende sociale relaties belangrijke voorwaarden. Die wensen wij
als college u en uw dierbaren toe en via u ook aan alle medewerkers.
Als het u allen goed gaat, gaat het de universiteit goed.
Wat valt er zoal over het afgelopen jaar te zeggen !
De vele aktiviteiten die ik vorig jaar als vermeldenswaard noemde zijn
verder uitgewerkt of doorgevoerd of hebben zichtbaar vorm gekregen.
Enkele voorbeelden zijn: de start van het Pre-University College, de
oprichting van het nieuwe International Office per 1 januari, de
voorbereiding van de Master-opleidingen, de in gebruik neming van het
Kamerling Onnes gebouw etc.
Ik zal ze niet allemaal herhalen, maar hierop reflecterend realiseren
wij ons hoe belangrijk het is een goede balans te vinden tussen nieuwe
initiatieven en de uitvoering daarvan.
Laten wij bij onze terugblik met het onderzoek beginnen.
De Leidse natuurkunde behoort tot de wereldtop samen met Delft
gelukkig - .
Dat zegt een internationaal samengestelde peer group in het kader van
het nieuwe beoordelingsprotocol. Dat geldt ook voor belangrijke delen
van het onderzoek in de faculteit Letteren, voorzover ondergebracht in
de onderzoekschool CNWS. Zoals bedoeld geeft de onderzoekbeoordeling
ook adviezen over de ten opzichte van onze ambities zwakkere plekken,
zoals bij Informatica.
Letteren, Archeologie en Godgeleerdheid ontvingen meer dan de te
verwachten NWO-subsidies, hetgeen ook haar matchingsvermogens te boven
dreigde te gaan.
Rien van IJzendoorn liet met het behalen van een Spinozapremie zien
dat Leiden ook in de gedragswetenschappen op topniveau kan meedoen.
Voorts hebben wij met de benoeming van vijf leden van de nieuwe Jonge
Akademie en drie VICIs bij Geneeskunde, W&N en Letteren - weer meer
dan evenredig gepresteerd.
Dit alles geeft weer houvast in de ranking-lijstjes-gekte die
overigens wel een gewoonte zal worden. Laten wij ons daar maar op in
stellen. Misschien helpt de omvangrijke opdracht aan Ton van Raan voor
de meting van wetenschappelijke prestaties van de EU-landen iets om er
meer helderheid in te brengen. In ieder geval hoopt hij het belang van
ranglijsten te relativeren zoals ook Trouw vanmorgen meldde onder de
kop Welke universiteit is de beste ?. Dit artikel gaat in op het wat
en hoe van de verschillende ranglijsten die momenteel opgeld doen.
Genuanceerd en to the point.
Dit alles doet overigens niets af aan de noodzaak onszelf qua
prestaties aktiever te promoten.
Bij ons publiciteitsprobleem ging het vooral om onderwijs en dat heeft
ons nogal wat te denken en te doen gegeven. Enkele lessen daaruit
zijn:
Beoordelingen van onderwijs spreken maatschappelijk meer tot de
verbeelding dan van onderzoek en bepalen daarmee het totale imago van
de universiteit. Nuancering in ambities ten aanzien van onderwijs
enerzijds en onderzoek anderzijds komt niet over.
Vooral bij onderwijsbeoordeling zijn ook percepties feiten en het is
moeilijk negatieve percepties direkt te weerleggen of bevestigd te
krijgen met hardere gegevens Dat noodzaakt ons in ieder geval tot twee
typen akties: 1) Beter zichtbaar maken op welke
relevante kwaliteitscriteria wij ons richten en ervoor zorgen dat het
daar goed mee staatnbsp; Bij dit alles speelt ons
kwaliteitszorgsysteem een belangrijke rol.
Slecht scoren in één gebied beinvloedt ook de rest Dat vraagt om meer
gemeenschappelijke verantwoordeljkheid voor kwaliteit over de gehele
universiteit heen. Meer uitwisseling van best practices en onderlinge
evaluatie en ondersteuning kan daar uitdrukking aan geven.
Alles bijeen genomen vraagt dit extra aandacht over de gehele linie en
laten wij vooral onze studenten daar goed bij betrekken.
Wat onze nieuwe onderzoekmasters betreft ging het accreditatieproces
niet geheel van een leien dakje, maar over de resultaten dertien
goedgekeurde opleidingen - mogen wij niet ontevreden zijn.
Met name bij de faculteit Letteren gaf het voorbereidingsproces nieuwe
kristallisatiepunten voor onderlinge samenwerking.
De relatie tussen onderwijs en onderzoek is het afgelopen jaar
onderwerp geweest van veel discussie in het kader van de herijking van
onze strategie en terecht.
Hoe is het gegaan met het strategisch document Kiezen voor Talent ?
Uit de discussies in de faculteiten is ons gebleken dat de
geformuleerde doelen en perspectieven appeleren aan ambities die breed
in de universiteit leven. Met de Universiteitsraad moeten wij de
discussie hierover nog afronden.
Het debat ging steeds over de mogelijkheden en belemmeringen en de
condities die nodig zijn om de ambities te realiseren. Dat ging soms
met uitingen van emotie gepaard in de trant van Dit willen wij
natuurlijk al lang, maar wij hebben de ruimte niet naast reacties als
Goed dat een zo duidelijk perspectief wordt geschetst. Laten we het nu
gaan doen en de consequenties nemen. Dat is volstrekt begrijpelijk.
Het is nu aan ieder van ons met bestuurlijke verantwoordelijkheid om
de ruimte die er is zichtbaar te maken en te doen benutten en waar
nodig nieuwe ruimte vrij te maken. Uiteindelijk wordt het meedoen of
niet meer meedoen. Aan de kant staan en van alles roepen leidt tot
niets en kunnen we ons niet meer permitteren.
Het komende jaar zal geheel in het teken staan van het verder
vormgeven aan de nu aangescherpte koers. Noch onze eigen mensen noch
de maatschappelijke omgeving laten ons veel tijd om tot zichtbare
resultaten te komen.
Dames en heren,
Ik realiseer mij dat ik mij van het pad der vermeldenswaardige zaken
uit het afgelopen jaar steeds laat meevoeren naar de wolken van
beschouwingen over het landschap en klimaat waarin wij ons bevinden.
Wellicht staat die neiging in verband met mijn naderend afscheid.
Laten wij toch de weg met mijlpalen weer opzoeken.
Op basis van het rapport Kwaliteit en Capaciteit is er in korte tijd
een konkreet plan opgesteld voor experimenteel onderzoek naar de
validiteit en hanteerbaarheid van selectie-instrumenten. Daarvoor is
ook aanzienlijke financiële steun van de overheid verkregen.
Complimenten voor alle betrokkenen zijn hierbij zeker op hun plaats.
Wij gaan deze akties uitvoeren bij de opleidingen Geschiedenis, Duits,
Italiaans, Frans, Psychologie en Rechten.
Laten wij ook bij dit maatschappelijk gevoelig onderwerp zorgvuldig
zijn in de interne en externe communicatie. Het gaat erom dat wij
onderzoek willen doen ten behoeve van bestuurlijke besluiten over
selectie aan de poort. Wij zien daarbij het belang van het verder
liggende doel van sterkere betrokkenheid van studenten en universiteit
op elkaar.
Het gaat ons dus niet om een afwijzingsinstrument maar om verbetering
van het proces van studiekeuze dat moet leiden tot een duidelijker
commitment tussen de aanstaande student en de opleiding en daardoor
tot betere studieresultaten.
De notie van commitment is ook de essentie van de invoering van de
Resultaat- en Ontwikkelingsgesprekken in dit jaar. Natuurlijk,
wederzijdse betrokkenheid regel je niet met procedures op zich. Maar
een jaarlijks gesprek over iemands bijdrage aan de organisatie en haar
of zijn persoonlijke ontwikkeling is een uitdrukking van het op elkaar
betrokken zijn van medewerker en organisatie.
Ook ons commitment aan de regio heeft weer veel aandacht gekregen het
afgelopen jaar en vereist een lange adem alvorens tot zichtbare
resultaten te leiden. Samen werken in Life meets science, in de
kennisalliantie Zuid-Holland, de ruimtelijke ontwikkeling van
Rijnfront en de Leeuwenhoek is voor de verankering van onze
universiteit van groot belang. Het gaat er daarbij ook om zichtbaar te
maken welke bijdragen wij kunnen leveren aan economische en
maatschappelijke innovatie.
In dit jaar zullen wij in samenwerking met het LUMC een kleine
service-organisatie opzetten om onze wetenschappers te ondersteunen.
Uiteindelijk zullen enkele van de hier genoemde zaken ook financiële
ruimte opleveren.
Samen met de gemeente Leiden en het ROC glasvezel in de grond leggen
en beheren levert in ieder geval al dit jaar besparingen op.
Dat brengt mij op het ICT-gebied. Wij hebben recent in het ICT-beraad
de tussenbalans opgemaakt van de uitvoering van het Meerjarenplan
2003-2006.
De conclusie was unaniem dat we globaal op schema zitten met de
realisatie van de vele plannen. Blackboard funktioneert langzamerhand
als een onmisbaar werktuig met meer dan 15000 gebruikers. Momenteel
wordt gewerkt aan een grootscheepse operatie om in twee jaar tijd
nagenoeg alle werkplekken te standaardiseren. Dat levert een betere
beheersbaarheid en voor de faculteiten gezamenlijk een besparing van
een miljoen euro per jaar.
Een goed funktionerende en aantrekkelijke website en meer profijt
halen uit ICT in het onderwijs blijven de ambities voor de komende
jaren.
Met de feestelijke opening van het Kamerling Onnes gebouw voor onze
rechtenfaculteit hebben wij zichtbaar voor iedereen het hardnekkige
misverstand verjaagd dat deze faculteit altijd minder bedeeld zou
zijn.
De opgave om ook in onderwijs en onderzoek zichtbaar beter te worden
ligt bij de faculteit zelf. De reeds ingezette koers is goed en ook
het vernieuwde faculteitsbestuur onder leiding van Carel Stolker kan
zich verzekerd weten van de de steun van de gehele universiteit.
Voorts zijn met de feestelijke naamgeving van de gerenoveerde gebouwen
Lipsius en Snellius weer stappen gezet in het scheppen van een
aantrekkelijk werk- en studieklimaat. In het komend jaar verwachten
wij de oplevering van het nieuwe onderzoekgebouw van het LUMC, waarmee
optimale condities voor continuering van hoge onderzoekprestaties
verzekerd zijn.
Dames en heren,
Het zal u zijn opgevallen dat ik bij het terugblikken vaak ook al heb
gesproken over wat ons te wachten staat. Dat kan ook niet anders.
Nieuwjaar is tenslotte een arbitraire rituele cesuur.
Maar laten we nog een moment stilstaan bij enkele personele en
organisatorische veranderingen per begin dit jaar.
Zoals gezegd gaat per heden het nieuwe International Office van start
onder leiding van Robert Coelen. Dit is een nieuwe fase in ons proces
van internationalisering.
Per 1 februari begint de nieuwe bibliothecaris Kurt de Belder om samen
met de nieuwe adjunct Josje Calff en Janus Linmans de
wetenschappelijke informatievoorziening doelmatig en toekomstgericht
te organiseren. Daarbij zal ook de schatkamer van bijzondere
collecties maximaal zichtbaar en toegankelijk worden gemaakt.
Els van Eijck en Jan van der Boon zijn in het afgelopen jaar de
leiding van het Bestuursbureau komen versterken. Zij hebben samen met
Piet van Slooten de zware taak om al onze bestuurlijke opgaven
inhoudelijk en vooral planmatig te ondersteunen, uitdrukkelijk samen
met de facultaire staven.
Ook in de faculteiten verwelkomen wij nieuwe personen met een
bestuurlijke taak en danken anderen voor het verrichtte werk.
Opleiden en wetenschap bedrijven draait om mensen, besturen ook. Met
alle terechte aandacht voor individuele prestaties blijven wij ons
realiseren dat teamwork daarvoor een nuttige en vaak onmisbare
voorwaarde is. Breder gezien is het gehele klimaat van samenwerking en
wederzijds respect in een organisatie van belang. Dat geldt zeker ook
voor het besturen en leiding geven.
Afgaande op signalen uit vergelijkbare organisaties mogen wij ons
verheugen in een kritisch constructieve werksfeer. Daarin zijn de
bereidheid om samen te werken en aandacht aan elkaars én
gemeenschappelijke zaken te besteden in ruime mate aanwezig.
Dat is geen doel op zich maar een onmisbare voorwaarde om de zaken aan
te pakken die voor de gehele universiteit van belang zijn en dus
uiteindelijk ook voor alle onderdelen.
Laten wij bij het werken aan hogere prestaties en verbetering van de
besturing deze waarden koesteren.
En met de inspanning van u allen kunnen wij vol vertrouwen onze koers
verder ontwikkelen.
U vindt ons in 2005 weer aan uw zijde, ook om samen het 86e lustrum te
vieren en wij rekenen daarbij ook op u.