Openbaar Ministerie

Persberichten
Den Haag, 4 januari 2005

Evaluatie Schiedammer Parkmoord

Het College van procureurs-generaal laat de opsporing en vervolging in de Schiedammer parkmoord evalueren.

Het doel van het evaluatieonderzoek is vast te stellen hoe de waarheidsvinding is verlopen, om er lering uit te trekken ter verhoging van de kwaliteit van de opsporing en vervolging. Het onderzoek richt zich op wat in het opsporingsonderzoek en de vervolging is gebeurd ten aanzien van de kwaliteit van de bewijsvergaring, bewijsanalyse en bewijspresentatie, zowel in het dossier als ter terechtzitting. Dit geldt zowel de behandeling in eerste aanleg bij de rechtbank in Rotterdam, als in hoger beroep bij het gerechtshof in Den Haag. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om naar zondebokken te zoeken, maar om aanknopingspunten voor verbeteringen van het proces van waarheidsvinding te vinden. De rol van de rechters wordt omwille van de onafhankelijkheid van de zittende magistratuur buiten beschouwing gelaten. De onderzoeker rapporteert aan het College van procureurs-generaal.

Om het onderzoek de nodige distantie te geven, wordt het uitgevoerd door een advocaat-generaal van een ander ressortsparket, mr. F. Posthumus uit Amsterdam. Hij wordt bijgestaan door twee externe deskundigen, prof. mr. Y. Buruma, hoogleraar aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, en dhr. A. de Vries, voorheen plv. korpschef van de politieregio Gelderland-Midden. Medewerking wordt verder verleend door een team van politiemensen die deel uitmaakten van het voormalig Landelijk Team Kindermoord (LTK), vanwege de bij hen opgebouwde expertise. Ook de voormalige LTK-officier van justitie, mr. E. van der Bijl, is betrokken bij het evaluatieonderzoek. Geen van de bij de evaluatie betrokken politiemensen en OMers heeft bemoeienis gehad in het bewuste onderzoek naar de Schiedammer parkmoord.

Zowel de politie Rotterdam-Rijnmond als het parket Rotterdam was al gestart met een evaluatieonderzoek, dat met het instellen van dit onderzoek is gestaakt. De bevindingen tot nu toe worden uiteraard beschikbaar gesteld aan mr. Posthumus.

Op 22 juni 2000 werd in het Beatrixpark in Schiedam een tienjarig meisje om het leven gebracht. De hoofdverdachte in deze zaak werd op 8 maart 2002 in hoger beroep tot 18 jaar gevangenisstraf en TBS veroordeeld. Inmiddels wijst nieuw DNA-onderzoek met een vrij grote mate van zekerheid in de richting van een andere verdachte, die in juli 2004 is aangehouden.