---
>datum: 04-01-2005
---
Bouwbonden sommeren werkgevers vakantiebon te handhaven
De actie van bouwwerkgevers tegen de vakantiebon is juridisch niet
houdbaar. Doordat eind december over de hoogte van de premie voor het
Vakantiefonds overeenstemming was, kan er geen sprake zijn van
opblazen van dit fonds. Dat standpunt hebben de bouwbonden aan Bouwend
Nederland laten weten. Zij sommeren de werkgevers het systeem te
handhaven. Zo nodig spannen de bonden daarvoor een kort geding aan.
Ook nu moeten bouwbedrijven normaal vakantierechten storten in het
Vakantiefonds, voor al hun werknemers die vallen onder de bouw-CAO. Ze
zijn dat juridisch verplicht, zoals FNV Bouw, Hout- en Bouwbond CNV en
Vakvereniging Het Zwarte Corps in hun sommatie duidelijk aangeven.
Immers, op 21 december waren de bonden bereid de premie van het
Vakantiefonds vast te stellen volgens het voorstel van de werkgevers,
ondanks andersluidende adviezen van de onafhankelijke adviseurs van
het fonds. Daarmee is in het bestuur van het Vakantiefonds feitelijk
de premie voor 2005 tot stand gekomen. Dat staat los van de vraag of
en hoe voor andere fondsen de premie wordt vastgesteld. Overigens: ook
met een verlaging van de premie van het Risicofonds voor vorstverlet
waren de bonden bereid in te stemmen. Alleen voor de drie overige
premies, voor onderzoek en ontwikkeling, scholing en aanvulling WW,
wilden de bonden het CAO-overleg afwachten; tot die tijd wilden zij
deze premies op het huidige niveau houden. De patstelling ontstond
doordat werkgevers overeenstemming eisten over álle premies en dan ook
nog uitsluitend volgens hún model, ondanks de onafhankelijke adviezen.
Tot nu toe is slechts van één bedrijf, Ballast Nedam, bekend dat het
zijn werknemers onder de bouw-CAO voorlopig een voorschot wil betalen;
dit in afwachting van verdere ontwikkelingen rond de bouw-CAO. Over
deze actie bellen boze leden hun bond. Zij beseffen goed dat niet de
bonden de vakantiebon opblazen. Zij zijn dan ook verontwaardigd dat
werkgevers kennelijk proberen langs deze weg een van hun
CAO-voorstellen binnen te halen. FNV Bouw, Hout- en Bouwbond CNV en
HZC vinden dat een volstrekt fout signaal naar de werknemers. Nog
afgezien van de juridische grond zijn er immers méér redenen voor
handhaving van de vakantiebon. Zo is het systeem bij uitstek voor deze
ene bedrijfstak het maatwerk waarom werkgevers telkens zo nadrukkelijk
vragen. Werknemers in de bouw hechten er groot belang aan; ook
jongeren zien het als een aantrekkelijke arbeidsvoorwaarde. Het biedt
immers zekerheid, het hele jaar door controleerbaar, over de
vakantierechten. Velen zien het ook als een aantrekkelijk spaarpotje.
De bouwbonden vinden dan ook dat werkgevers spoedig bij zinnen moeten
komen: welke bedrijfstak schaft nu een arbeidsvoorwaarde af die over
een paar jaar hard nodig is in de concurrentie om schaarse jonge
werknemers!
---
FNV Bouw