Antwoorden op kamervragen over toenemende winkelcriminaliteit
Antwoorden op kamervragen over toenemende winkelcriminaliteit
3 januari 2005
Vragen van het lid Externe link Smeets (PvdA) aan de minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, de minister van Justitie en
de staatssecretaris van Economische Zaken over toenemende
winkelcriminaliteit.
---
Vraag 1
Kent u het artikel «Criminaliteit en agressie in grote steden nemen
toe»?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe verklaart u de toename van de winkelcriminaliteit in de vier grote
steden?
Vraag 3
Hoe is het te verklaren dat in de grote steden het aantal gevallen van
afpersing, bedreiging en inbraak in 2004 is gestegen met 6 procentpunt
ten opzichte van 2003?
Vraag 4
Hoe is het te verklaren dat de agressiviteit ten opzichte van
winkelmedewerkers volgens de ondernemers in de grote steden in 2004
eveneens is toegenomen?
Antwoorden 2, 3 en 4
Het artikel is gebaseerd op onderzoek, dat is uitgevoerd in opdracht
van Mitex (branchevereniging van ca. 13.000 ondernemers met winkels in
mode-, schoenen- en sportartikelen). Voor dit onderzoek zijn enquêtes
uitgevoerd onder Mitexleden uit het hele land: 556 ondernemers in 2003
en 493 ondernemers in 2004. De in het onderzoek gehanteerde steekproef
is te gering van omvang en te eenzijdig van samenstelling om de
conclusie dat de winkelcriminaliteit in de vier grote steden alsmaar
toeneemt, te kunnen dragen. Ook wij onderkennen echter dat hier een
indringend maatschappelijk probleem aan de orde is, dat met gevoel
voor urgentie om een gezamenlijke aanpak vraagt.
Uit eigen onderzoek dat in het voorjaar van 2004 in opdracht van de
ministeries van BZK en Justitie is verricht naar slachtofferschap van
diefstal bij de detailhandel , blijkt dat het aantal diefstallen
bij de gehele detailhandel in de periode van mei 2003 tot mei 2004 2,9
miljoen bedraagt, waarvan 23 % heeft plaatsgevonden in de vier grote
steden. Daarom zijn forse inspanningen nodig om de problemen van de
detailhandel flink aan te pakken. Hiertoe zijn, voortkomend uit het
Veiligheidsprogramma en het Actieplan Veilig Ondernemen, een aantal
concrete trajecten in gang gezet, waarover u structureel wordt
geïnformeerd in voortgangsrapportages. Een opvolgend eigen onderzoek
vindt thans plaats (zie het antwoord op vraag 6 voor een nadere
toelichting hierop).
Vraag 5
Wat zijn volgens u de redenen dat ondernemers in een kwart van de
gevallen ontevreden zijn over het politieoptreden?
Vraag 7
Hoe beoordeelt u het rapportcijfer van 4,5 voor het optreden van
politie en overheid als het gaat om «veilig ondernemen», indien u in
ogenschouw neemt dat de 20 gemaakte afspraken tussen u en de
detailhandel over het terugdringen van winkelcriminaliteit zijn
afgerond?
Antwoorden 5 en 7
Soms is gebrek aan kennis over elkanders organisatie en werkwijze een
achterliggende reden van ontevredenheid. Een betere samenwerking en
informatiedeling is daarvoor de oplossing. Het is dus belangrijk dat
bestuur en politie de belangen en problemen van het bedrijfsleven
onderkennen en daar goed op inspelen. Daarnaast is het van belang dat
onze private partners weten wat de mogelijkheden en onmogelijkheden
van bestuur en politie zijn. Wanneer zij knelpunten tegenkomen of over
het optreden niet tevreden zijn, kan dat worden besproken,
bijvoorbeeld in het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing (NPC)
of op regionaal niveau bij de daarvoor ingerichte Regionale Platforms
Criminaliteitsbeheersing (RPC's). Daarnaast dient de politie haar
dienstverlening naar ondernemers toe te verbeteren. Dit is ook een
actiepunt uit het Actieplan Veilig Ondernemen. Daar is de politie ook
mee bezig. Denk hierbij bijvoorbeeld aan internetaangifte, een
afloopbericht voor aangiften met opsporingsindicatie en de aangiftemap
met daarin informatie over de werkwijze van politie en justitie. Ik
verwacht dat dit bijdraagt aan de tevredenheid over het
politieoptreden.
Vraag 6
Wat zijn de gevolgen voor de nulmeting «criminaliteit bedrijfsleven»
die plaatsvindt in het najaar van 2004, als ondernemers de politie
steeds minder inschakelen bij winkeldiefstal? Is de nulmeting dan nog
representatief?
Antwoord 6
Het onderzoek naar diefstal bij de detailhandel (zie antwoorden op
vragen 2, 3 en 4) geldt voor wat betreft de diefstallen bij de
detailhandel als nulmeting. Voor de voortgangsrapportage van het
Veiligheidsprogramma wordt thans een onderzoek uitgevoerd naar
criminaliteit bij het bedrijfsleven: de Monitor Criminaliteit
Bedrijfsleven (MCB). In dat onderzoek wordt opnieuw gekeken naar
diefstal bij de detailhandel, evenals naar andere vormen van
criminaliteit, waaronder geweld. Ook wordt daarin gekeken naar het
meldingsgedrag bij de politie. Uit de MCB zal blijken of de
detailhandel inderdaad minder diefstallen bij de politie meldt. De
uitkomsten zullen begin 2005 a andeTweedeKamerwordentoegezonden.
Vraag 8
Welke gevolgen hebben de cijfers op het «Actieplan bedrijfsoverdracht»
als 1 op de 5 ondernemers stelt dat het moeilijker wordt een opvolger
te vinden door de hoge criminaliteit?
Antwoord 8
Bedrijfsoverdracht is in alle sectoren moeilijk. Hoewel het ministerie
van Economische Zaken daar geen cijfers over heeft, is het
voorstelbaar dat criminaliteit hierbij een rol speelt. Maar er is ook
een aantal andere factoren dat hierbij een belangrijke rol speelt. De
verwachting is dat in de komende 10 jaar ongeveer 100.000 ondernemers
hun bedrijf gaan overdragen, mede als gevolg van de vergrijzing. 10
tot 30 % van de bedrijfsoverdrachten mislukt onnodig, onder andere
door gebrekkige voorbereiding. Deze voorbereiding blijkt in de
praktijk zeker 5 jaar te kosten. Dit geldt in bijzondere mate voor
ondernemers die verwachten dat de bedrijfsoverdracht moeilijk zal
zijn. Het kabinet werkt aan twee fronten aan de problemen. Ten eerste
met de aanpak van criminaliteit tegen bedrijven geformuleerd in het
eerdergenoemde Veiligheidsprogramma en Actieplan Veilig Ondernemen.
Ten tweede met het `Actieplan bedrijfsoverdracht' van EZ, dat erop is
gericht om bedrijfsoverdracht in het algemeen te vergemakkelijken. In
dat kader is aan alle ondernemers (boven de 55 jaar met minder dan 20
werknemers) een brief met een antwoordkaart gestuurd, in totaal
130.000 stuks. Met een antwoordkaart konden de ondernemers een
informatiepakket aanvragen. De respons is overweldigend: er zijn
inmiddels meer dan 30.000 pakketten uitgestuurd vanuit de KVK en EZ.
Het vinden van een opvolger wordt door de meeste ondernemers als
probleem beschouwd. Er zijn vaak meer ondernemers die hun bedrijf
willen overdragen dan ondernemers die een bedrijf willen overnemen.
Bovendien is de `markt' van vraag en aanbod weinig transparant. De
Vereniging van Kamers van Koophandel heeft samen met private partijen
de elektronische zoekbeurs Externe link www.ondernemingsbeurs.nl
opgezet. Deze zal met steun van EZ worden verbeterd en in ieder geval
tot eind 2007 in de lucht zijn.
Vraag 9
Bent u voornemens om een gesprek aan te gaan met de desbetreffende
brancheorganisaties over de gesignaleerde problemen? Welke rol ziet u
weggelegd voor het in juni 2004 gestarte Centrum voor
Criminaliteitspreventie en Veiligheid?
Antwoord 9
Er vindt geregeld goed overleg plaats met vertegenwoordigers van de
detailhandel. Zo is de detailhandelsbranche vertegenwoordigd in het
NPC. Het NPC vergadert twee keer per jaar, waarvan de laatste
bijeenkomst plaatsvond op 15 november jl.. Het NPC biedt een goede
structuur om problemen van bijvoorbeeld de detailhandel structureel te
bespreken. Voorts heeft op 23 november jl. apart overleg
plaatsgevonden tussen de staatssecretaris van Economische Zaken en
vertegenwoordigers van de detailhandel. Daarbij is ook gesproken over
het in opdracht van Mitex uitgevoerde onderzoek.
Het Centrum voor Criminaliteitsbestrijding en Veiligheid (CCV) heeft
een belangrijke rol in de uitvoering van projecten ter verhoging van
veiligheid. Zo zal het CCV projecten aanjagen, als kenniscentrum
dienen en best practices breed bekend stellen. Met betrekking tot
winkelcriminaliteit verspreidt het CCV bijvoorbeeld informatie over de
aanpak van criminaliteit in winkelgebieden, een wegwijzer
winkelcriminaliteit voor gemeenten en detailhandel en het `Convenant
Tegengaan Winkeldiefstal Binnenstad". Daarnaast heeft het CCV een
centrale rol bij het Keurmerk Veilig Ondernemen in winkelgebieden is
het nauw betrokken bij het project Urgente Bedrijvenlocaties. In de
nabije toekomst zal de rol van het CCV toenemen.
Diefstal detailhandel, 2004; 3.310 respondenten uit de gehele
detailhandel.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties