Veilig Amsterdam

Politie Amsterdam-Amstelland - nieuwjaarstoespraak hoofdcommissaris Welten

03/01/2005 - Nieuwjaarstoespraak 2005 van drs B.J.A.M.Welten, hoofdcommissaris politie Amsterdam-Amstelland

Ik heet u van harte welkom op deze persconferentie en ik wens u een zeer voorspoedig nieuwjaar.

Ik bekleed de positie die tot voor kort werd ingenomen door mijn collega Kuiper. Het is mooi terug te komen en zeker in een korps waar onder mijn voorganger zoveel tot stand is gebracht. Ik kende het korps en nu ik er weer werk, maakt het opnieuw indruk. Iedereen pakt hier zijn verantwoordelijkheid.

Kuiper wist samen met van Riessen visie te koppelen aan gedrevenheid en doortastendheid. Met deze kwaliteiten zijn zij erin geslaagd om ons bijna 6.000 mensen sterke bedrijf met bezieling en enthousiasme haar werk te laten doen. Deze drijfveren horen bij het karakter van dit korps. De inspanningen van dit korps zijn gericht op het behalen van resultaat. En ze hebben effect: de veiligheid neemt toe. Ik zal u zo de resultaten van het afgelopen jaar melden. Het is een eer om dit mooie korps te mogen leiden. Altijd gebeurt in dit vak het onverwachte. In deze regio nog meer dan elders. Dat maakt het werk extra boeiend en verantwoordelijk.

Al op mijn eerste werkdag kreeg ik te maken met een echtpaar dat zich genoodzaakt voelde te vertrekken uit de Diamantbuurt. Zij zagen geen andere mogelijkheid meer. Ik meen dat niemand in een dergelijke situatie zou mogen komen. Het past bij een beschaafde samenleving dat het voldoende veilig en leefbaar is.

Op mijn tweede werkdag stond ik 's ochtends bij het ontzielde lichaam van Theo van Gogh. Met de kogels en de messteken die hem vermoordden, heeft terreur ontegenzeglijk zijn intrede gedaan in ons land. Ik kom hier straks nog op terug. Ik wil echter beginnen met een terugblik op ons werk in 2004.

De resultaten in 2004
Voor het vijfde jaar op rij is de regio opnieuw veiliger geworden. Het aantal aangiften daalde in 2004 met 10%. In 2003 werden nog ruim 106.000 aangiften gedaan, in 2004 is dit afgenomen tot 96.000. Twee jaar eerder dan toegezegd, hebben we de grens van 100.000 aangiften gepasseerd. Ruimschoots zelfs.

De Politiemonitor Bevolking laat zien dat de aangiftebereidheid licht is afgenomen, van 27 naar 24%. Dit is teleurstellend, omdat we proberen het de burger steeds makkelijker te maken om aangifte te doen. Aangiften konden in 2004 ook telefonisch gedaan worden. In de loop van dit jaar kan dat ook via internet.

Het aantal moorden is in het afgelopen jaar met eenderde afgenomen: in 2003 hadden we 43 slachtoffers in onze regio, afgelopen jaar werden 27 mensen om het leven gebracht. Bijna de helft van de zaken hebben we inmiddels opgelost. We weten uit ervaring dat het oplossen van liquidaties meer tijd kost. Wij zullen dan ook niet ophouden te zoeken naar de daders en de eventuele opdrachtgevers.

In het verkeer vielen vorig jaar 17 dodelijke slachtoffers, tegen 21 in 2003. Het aantal aangiften van huiselijk geweld is opnieuw toegenomen, dit jaar met 18% tot ruim 5.500 zaken. Uit die stijging is af te lezen dat de slachtoffers van huiselijk geweld vertrouwen hebben in de aanpak van politie. Deze verborgen problematiek wordt steeds beter zichtbaar. Winkeldiefstallen namen afgelopen jaar nog verder af, ditmaal met 13%. Hetzelfde geldt voor diefstal en inbraak in bedrijven: hier bedroeg de daling 26%. In 2004 hebben we opnieuw ruim 50.000 mensen gearresteerd. Voor uw beeld: dat zijn een kleine 1.000 mensen per week. Wat neerkomt op 137 arrestanten per dag.

In totaal maakten wij in 2004 873.000 processen verbaal op. Ruim de helft daarvan waren in het kader van Streetwise, waarbij in drie van de vijf gevallen is staande gehouden. Wij besteedden 218.000 mensuren aan zogenaamd grootschalig optreden. Deze behoorlijke toename van 37% wordt veroorzaakt door de extra inzet voor bewaking en beveiliging. In 2003 bedroeg deze inzet nog minder dan 35.000 mensuren, in 2004 is dit toegenomen tot ruim 104.000 uur. Dit betekent dat 35 collega's dagelijks bezig zijn met bewakingstaken.

Ik constateer dat de belangrijke doelstellingen gehaald zijn. Ruimschoots gehaald zijn zelfs. Deze resultaten komen niet uit de lucht vallen. Dit korps heeft er het afgelopen jaar hard voor gewerkt. Ondanks de hoge werkdruk is het ziekteverzuim (inclusief WAO) in het korps opnieuw afgenomen. Het daalde van 8,7 % in 2003 tot 7,1 % in het afgelopen jaar.

De aanpak in 2005
De aanpak van de afgelopen jaren is zeer succesvol. De criminaliteit in onze regio is fors afgenomen. We houden dan ook vast aan de ingeslagen koers. Tegelijk gaan we in 2005 enkele nieuwe uitdagingen aan.

Een probleemgerichte aanpak
Er wordt reeds op behoorlijke schaal samengewerkt met gemeenten, openbaar ministerie en andere instellingen. In tal van projecten heeft samenwerking de afgelopen jaren gestalte gekregen. Dat is goed. Maar voor het nóg verder omlaag brengen van de criminaliteitscijfers, is niet alleen sámenwerken in programma's van belang, maar is een nadrukkelijke regie op die samenwerking een vereiste.

Tal van problemen waar we mee kampen, overstijgen de competentie en opdracht van de afzonderlijke organisaties. Ik geef een tweetal voorbeelden. De overlast van verslaafden in onze samenleving, een meer dan 25 jaar oud probleem. Én de opvang van mensen die verward zijn en een gevaar voor zichzelf of hun omgeving betekenen. Wat de tijd geleerd heeft is dat een ongestuurde inzet van de partners niet leidt tot structurele oplossingen. Iedere instantie doet waar hij voor is, maar dat leidt in de praktijk niet tot het oplossen van het probleem. Niet de instanties moeten centraal staan, maar het probleem. Het verdient aanbeveling iemand eigenaar van het probleem te maken die, als dat nodig is, zeggenschap krijgt over relatief onafhankelijke instanties. Een soort baas van de keten. Deze manier van werken is in onze regio inmiddels gerealiseerd bij de crisisopvang van verwarde mensen.

Hulpverleningsinstellingen, GG & GD en de politie hebben hun werkwijze en faciliteiten gezamenlijk op dit probleem afgestemd. Ons korps ontving hiervoor de Politie Innovatieprijs 2004. De politie krijgt de prijs, maar zeker ook de hulpverleningsinstanties en de GG & GD zouden er recht op hebben gehad. Het vereist moed om iets van de eigen autonomie in te leveren ten faveure van het resultaat.

De verantwoordelijkheid voor integrale veiligheid ligt allereerst bij de gemeenten. Het Kabinet heeft daar heldere uitspraken over gedaan. Nogmaals, laten we er naar handelen. Een probleemgerichte aanpak vraagt een regisseur. Wie stuurt aan? Wat is het te behalen resultaat? En wat is de bijdrage van de verschillende ketenpartners?

En die bijdrage mag niet vrijblijvend zijn. Ik hecht er belang aan dat we op de voet volgen of de toezeggingen worden nagekomen. En, niet in de laatste plaats, dat we elkaar kunnen aanspreken op de behaalde resultaten. Ik ben er van overtuigd dat met gezamenlijke programma's de cijfers nog meer de goede kant opgaan. Een gezamenlijk opererende overheid zal ook meer vertrouwen wekken bij de burger.

Een regionale aanpak
Samenwerkingsverbanden moeten in de buurt blijven van de probleemgebieden waarvoor zij bedoeld zijn. In 1993 is de grootste overheidsfusie in de Nederlandse geschiedenis gerealiseerd door de politie regionaal te organiseren. Doel was om de politie slagvaardiger en efficiënter te laten werken. Dat is gelukt. Het is aantoonbaar veiliger geworden sindsdien. Zo beschouw ik ook de vorming van veiligheidsregio's als een goede ontwikkeling in gezamenlijk opereren. Ons korps zal zich loyaal en actief inzetten bij deze regionale afstemming.

Ik voorzie echter problemen als we onze sturing verleggen van het regionale naar het nationale niveau. Zeker, op het terrein van CAO, automatisering of de striping van de politieauto is het goed om zaken landelijk te regelen. Maar de kernvraag is of de burger er met een landelijke aansturing beter van wordt. Ik zie dat niet gebeuren. Overal waar men in Europa aan het centraliseren is geweest, is de burger niet bepaald meer tevreden geworden over háár, ik zeg nadrukkelijk, háár politie.

Als een bestelwijziging overwogen wordt, laten dan allereerst duidelijk zijn voor welk probleem een oplossing gezocht wordt. Laten we ervoor waken om van een politiek probleem een veiligheidsprobleem te maken. Ik vrees dat we de winst die we afgelopen jaren geboekt hebben, dan weer inleveren. De politie hoort dichtbij haar burger te staan.

Politiewerk is maatwerk. Zo hebben de afgelopen jaren in onze regio ruim 200 buurtregisseurs 'het dorp' in de stad teruggebracht. Ik vind hun rol uitermate belangrijk. Zij zijn het aanspreekpunt voor de burger. Zij zijn dé autoriteit in de publieke ruimte. Ze zijn er ook om als voelhorens in de buurt radicalisering en polarisatie te onderkennen. Na 2 november werd dat eens te meer bewezen. Zij genieten ook het vertrouwen. Niet alleen van de bewoners, maar ook van het bestuur. De buurtregisseur bewaart de vrede in zijn buurt. Zij kunnen wat mij betreft een nog actievere rol krijgen bij de uitvoering van de veiligheidsplannen van de gemeente. De buurtregisseur kan wellicht bevoegdheid krijgen om rechtstreeks gemeentelijke diensten aan te spreken. Voorbeelden zijn het laten opruimen van zwerfvuil of straatwerk herstellen. Dit zou de afstemming tussen de partners in het dagelijkse werk verregaand bevorderen.

Grenzen stellen
Naast het bewaren van de vrede heeft de politie natuurlijk een belangrijke taak bij de rechtshandhaving. Ik wil een schone omgeving. Ik wil een veilige omgeving. Ik wil bovenal een beschaafde omgeving. Beschaafd wil voor mij ook zeggen dat mensen rekening houden met elkaar. We zullen optreden wanneer gedrag de leefomgeving van anderen aantast. Alles waar je niets van zegt, is de nieuwe norm. Dan mag het kennelijk. We zullen ons daarom ook richten op gebieden die zich proberen te onttrekken aan de invloed van het gezag. Voor dergelijke vrijplaatsen is geen ruimte meer.

Het komend jaar intensiveren we de controles. En we worden steeds trefzekerder. Dankzij technische hulpmiddelen kunnen we steeds gerichter controleren. We zijn uitstekend in staat om in verkeersstromen die auto's te selecteren waarvan de eigenaar vaker met ons in aanraking komt. Naarmate mensen meer overtredingen of misdrijven begaan, kunnen zij rekenen op nog meer aandacht van ons. Deze selectieve benadering treft vooral hen die het verdienen. Op die manier maken we het onveilig voor veelplegers.

Burgers hebben tal van rechten, die zij kunnen verspelen bij misbruik. Dat kan zelfs het ontnemen van een elementair recht als bewegingsvrijheid betreffen. Zo wordt een zakkenroller het recht ontnomen om gebruik te maken van het openbaar vervoer. Iemand die zich misdraagt in het verkeer, levert het rijbewijs in. Inmiddels kennen we ook zwembadverboden, en winkelverboden. Kortom, rechten zijn 'vervreemdbaar' indien de eigenaar daar aanleiding toe geeft. Deze inperkingen zijn juridisch bekrachtigd en hebben onze maatschappelijke instemming.

Hoe anders zijn de reacties wanneer het gaat om het recht op privacy. De weerstand hiertegen is uiteraard invoelbaar. Er is echter een spanningsveld tussen deze weerstand en het verlangen naar een veiliger samenleving. Als wij moeten 'waken tegen het kwaad', moet het kwaad in het licht worden gezet. Zo wil ik mensen die stelselmatig rechten schenden, op de voet kunnen volgen.

Meer dan nu mogelijk is, dienen we veelplegers aan de anonimiteit te onttrekken. Als we met elkaar vinden dat veiligheid een gedeelde verantwoordelijkheid is, moeten we ook in staat gesteld worden om onze partners erbij te betrekken. Zo kunnen winkeliers adequater reageren als zij zicht hebben op 'hun' veelplegers. Scholen kunnen alerter zijn op spijbelen van deze bijzondere groep.

Dit betekent een inperking van het privacyrecht bij veelplegers. Ik zie graag de maatschappelijke discussie op gang komen over de condities waarbij dit mogelijk gemaakt wordt. Ik heb in het begin reeds iets gezegd over de moord op Theo van Gogh. We waren geschokt omdat een burger op een vreselijke wijze om het leven was gebracht. En we waren geschokt door de motieven. Deze daad roept principiële vragen op. Moeten we bang zijn voor extremisten? Moeten we rekenen op nog meer geweld? Wat kunnen we hieraan doen? Ik kan u melden dat het korps veel aandacht heeft voor deze dreiging. We leren van onze collega's die eerder met terroristische daden te maken kregen, wereldwijd. We hebben nauwe contacten met collega's in onder andere Londen, New York en Madrid. We leren in snel tempo op welke signalen we moeten letten. Onze mensen op straat zijn alert. En we verbinden ons met allerlei partijen. We instrueren bijvoorbeeld bedrijven en instellingen. Waar kunnen ze op letten? Waar kunnen z e hun vragen stellen of vermoedens kwijt. En wat kunnen ze zelf ondernemen in de strijd tegen terreur? Extremistische uitingen van geweld vragen onze aandacht en zijn zorgwekkend. Maar ik ben ook trots om te zien hoe de inwoners van onze regio hun kalmte na dit vreselijke incident hebben bewaard.

Tot slot
Een aantal jaren geleden heeft dit politiekorps gezegd: we gaan het gevecht aan met de opvatting dat in Amsterdam alles moet kunnen. Neen dus. Dit is wat wij Streetwise noemen: grenzen stellen aan normoverschrijdend gedrag. Overtreders krijgen niet alleen een bekeuring. Belangrijker is nog dat zij persoonlijk worden aangesproken op hun gedrag. Streetwise is aantoonbaar werkzaam. Zo heeft de aandacht voor kleinere verkeersovertredingen inmiddels een forse bijdrage aan veiligheid geleverd.

Ik sluit me aan bij de opvatting dat de huidige discussie over normen en waarden niet is ontstaan omdat het zo slecht gesteld is met onze normen. We voeren de discussie nu, omdat we niet langer de schending van normen willen accepteren.

Wanneer je regels overtreedt, zeg je tegen je medeburgers dat de regels niet voor jou gelden. Dat je niets te maken hebt met de afspraken die met elkaar gemaakt zijn. Ik vind dit een uiting van gebrek aan respect voor elkaar. In ons privé-leven of op ons werk ervaren we het schenden van gedragsregels als een gebrek aan beschaving. Volgens mij is dit in het publieke domein niet anders. We mogen het niet normaal vinden dat mensen zoveel overlast ondervinden dat het verlaten van hun woning en buurt nog als enige oplossing wordt ervaren. Wij leven in een beschaafd land en onze regio is niet kapot te krijgen. Dat betekent voor ons twee dingen: binden en grenzen stellen.

Ik zal me inzetten om inbreuken op onze beschaving te weren.