Commissariaat voor de Media

Hilversum, 30 december 2004

Zendtijd Islam vastgesteld, nog niet toegedeeld Commissariaat herverdeelt zendtijd omroepen op kerkelijke en geestelijke grondslag.


---

Het Commissariaat voor de Media heeft de zendtijdaanvragen van kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijke grondslag (Mediawet artikel 39f) voor de nieuwe licentieperiode die op 1 september 2005 ingaat, beoordeeld en besloten welke instellingen zendtijd krijgen toegewezen. Ook is op basis van de eerder dit jaar vastgestelde nieuwe beleidslijn de hoeveelheid zendtijd voor radio en televisie op basis van een nieuwe verdeelsleutel toegewezen. Het Humanisme en het Protestantisme leveren zendtijd voor radio en televisie in ten gunste van de overige stromingen. Het Hindoeïsme levert enige radiozendtijd in.

Voor de Islam is wel de hoeveelheid zendtijd vastgesteld maar er is nog geen beslissing genomen over de organisatie waarnaar die zendtijd toegaat. Het Commissariaat heeft bij belanghebbende organisaties aangedrongen op samenwerking en zal op 10 januari 2005 horen in hoeverre men erin is geslaagd om daarin stappen te nemen. Waarna uiteindelijk over de zendtijdtoewijzing besloten zal worden.

Zendtijd is toegewezen aan de Boeddhistische Unie Nederland, de Stichting Organisatie voor Hindoe Media, de Humanistische Omroepstichting, het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap, het Rooms-Katholiek Kerkgenootschap en de Stichting Verzorging Kerkelijke Zendtijd. De aanvragen van de verschillende overige hindoe-organisaties zijn afgewezen. De aanvragen van de Stichting Afro-Surinaamse levensbeschouwing en spiritualiteit (Winti), de UNO/PAN Omroep Stichting (Pantheïsten) en de Nederlandse Unie van Christenen uit het Midden Oosten (Christendom in het Midden Oosten) zijn afgewezen omdat deze organisaties naar het oordeel van het Commissariaat geen religieuze hoofdstroming in de Nederlandse samenleving vormen.

Bij de herverdeling van de zendtijd is ervan uitgegaan dat kleinere genootschappen redelijk herkenbaar en vindbaar moeten zijn en dat de hoeveelheid zendtijd een afspiegeling vormt van de omvang van de geestelijke stroming in de Nederlandse samenleving. Om de vindbaarheid en herkenbaarheid van de programma´s te bevorderen is gekozen voor een per organisatie gelijk te verdelen vaste voet van 25% van de totaal beschikbare zendtijd en een proportioneel, afhankelijk van

de grootte van de achterban, verdeelde zendtijd. De omvang van de achterban is onderverdeeld in drie grootteklassen. Er wordt een overgangsperiode van twee jaar in acht genomen. De organisaties die er door de herverdeling meer dan 20% in zendtijd op achteruit dreigden te gaan zijn gecompenseerd.

|Overzicht verdeling zendtijd in uren per   |           |
|jaar                                       |           |
|                   |       |    |       |           |
|                   |Huidige      |Toegewezen ( na     |
|                   |zendtijd     |overgangsperiode van|
|                   |       |    |2 jaar )            |
|                   |Radio  |TV  |Radio  |TV         |
|Boeddhisme         |52     |13  |78     |25         |
|Hindoeïsme         |104    |20  |91     |25         |
|Humanisme          |160    |40  |130    |           |
|                   |       |    |       |32         |
|Islam              |156    |52  |195    |           |
|                   |       |    |       |65         |
|Jodendom           |13     |10  |78     |25         |
|Katholicisme       |234    |86  |286    |94         |
|Protestantisme     |338    |130 |286    |104        |
|                   |       |    |       |           |
|Totaal             |1057   |351 |1144   |370        |
Noot voor de redactie,