persbericht / nr. 1795
27-december-2004
Mestakkoord drukt inkomens
Het Mestakkoord dat Nederland in juli 2004 sloot met de EU leidt in
eerste instantie tot een lager inkomen en een groter stikstofoverschot
dan het Minas-systeem. Binnen de grenzen van het akkoord zijn er
echter nog wel mogelijkheden om de kosten te drukken en het
milieurendement te verhogen. Omdat nog niet helemaal duidelijk is hoe
het akkoord zal worden vertaald in praktische maatregelen, is de
uiteindelijke omvang van het mestoverschot nog onzeker. Dat blijkt uit
een onderzoek van het LEI (onderdeel van Wageningen UR) in opdracht
van het Ministerie van LNV. Het onderzoeksrapport is op 17 december
jl. door minister Veerman aangeboden aan de Tweede Kamer.
Extra kosten
Het akkoord dat staatssecretaris van Geel en minister Veerman sloten
met Eurocommissaris Wallström gaat uit van gebruiksnormen in plaats
van overschotnormen zoals in het Minas-systeem. Een nieuw akkoord was
noodzakelijk omdat het Europese Hof het gebruik van Minas heeft
afgewezen. Het nieuwe gebruiksnormenstelsel zal voor veel
veehouderijbedrijven leiden tot extra kosten voor de afzet van mest en
daarmee tot een lager inkomen dan onder Minas. Gemiddeld zal het
daarbij in 2009 gaan om bedragen van naar schatting EUR 2.600 per
melkveebedrijf tot EUR 10.400 per varkensbedrijf. Bedrijven die de
mest accepteren, krijgen te maken met lagere kosten van de aangevoerde
mest, maar daar staan ook lagere opbrengsten tegenover door
aanpassingen in het teeltplan. Per saldo wordt voor akkerbouwbedrijven
gerekend op een gemiddeld voordeel van EUR 3.450. De extra kosten of
opbrengsten kunnen per bedrijf sterk van deze gemiddelden afwijken,
afhankelijk van bedrijfsgrootte, intensiteit en grondsoort. Voor alle
Nederlandse bedrijven samen kan het mestakkoord leiden tot extra
kosten (na aftrek van de voordelen) tot een bedrag van EUR 73 miljoen
in 2009.
Beperkt milieurendement
Vergeleken met de situatie in 2004, toen het Minas-systeem gold, zal
het gebruiksnormenstelsel leiden tot een stijging van het
stikstofoverschot in 2006 en enige daling in 2009. De aanvankelijke
stijging komt vooral doordat melkveebedrijven meer natuurlijke mest
moeten afvoeren en daarvoor in de plaats kunstmeststikstof zullen
kopen. Doordat kunstmeststikstof tot aanzienlijke uitspoeling kan
leiden, zou het milieueffect wel eens kleiner kunnen zijn dan beoogd
en is de regeling in dit opzicht minder effectief dan Minas.
Het fosfaatoverschot zal zowel in 2006 als 2009 aanzienlijk dalen.
Kunstmestfosfaat viel buiten het normenstelsel van Minas, maar is nu
wel opgenomen in het nieuwe gebruiksnormenstelsel. Daardoor is het
nieuwe systeem effectiever dan Minas waar het gaat om de vermindering
van het fosfaatoverschot.
Werken aan mestoverschot
Door het nieuwe gebruiksnormenstelsel zullen veehouderijbedrijven meer
mest moeten afzetten. Omdat de acceptatiegraad niet veel zal
veranderen, neemt het landelijk mestoverschot toe. Dit leidt tot
hogere afzetkosten, waardoor een aantal intensieve
veehouderijbedrijven in de problemen zal komen. Naar verwachting zou
het aantal varkens- en pluimveebedrijven daardoor tot 2009 met 5 à 10%
extra kunnen dalen en de betreffende veestapels met 3 à 5%.
Bedrijfsleven en overheid kunnen bijdragen aan een vermindering van
het landelijk mestoverschot, bijvoorbeeld door het bevorderen van
voeraanpassingen en door het binnen de milieurandvoorwaarden
stimuleren van het gebruik van dierlijke mest in plaats van kunstmest.
Hierdoor zullen tevens de kosten voor de bedrijven dalen en de
milieueffecten van het beleid verbeteren.
---
Effecten in 2006 en 2009 van Mestakkoord en nieuw EU-Landbouwbeleid.
Het rapport bestellen 'rapport6.04.23'.
LEI