Consument weer positiever over woningmarkt
DEN HAAG, 20041227 -- Uit de VBO Woonindex van het vierde kwartaal 2004 blijkt dat het vertrouwen in de woningmarkt langzaam weer terugkomt. In tegenstelling tot het derde kwartaal waarbij de index nog stond op -15,2 laat het vierde kwartaal een stijging tot -13,6 zien. Er is met name sprake van een groeiend zelfvertrouwen van verkopers. Deze zien hun positie op de woningmarkt sterker worden en zijn van mening dat de markt wat meer in evenwicht komt.Ten opzichte van het derde kwartaal van 2004 is de Woonindex iets gestegen. Wel worden zowel kopers als verkopers pessimistischer over de economische situatie in Nederland en ook over de financiële positie van het eigen huishouden. De Woonindex wordt nog steeds op de been gehouden door de aantrekkelijkheid van het hypotheekrentepercentage en de hoogte van het hypotheekbedrag dat maximaal kan worden opgenomen.
"Wij moeten ons realiseren dat een Woonindex van - 13,6 op een schaal van + 100 tot - 100 helemaal niet zo dramatisch is, zeker de conjunctuur in ogenschouw genomen. Bovendien is het gelukkig zo dat door het gunstige hypotheekrentepercentage de vastgoedmarkt overeind blijft", aldus Michiel Goofers, secretaris/ directeur van VBO Makelaars.
Ten opzichte van het vorige kwartaal denken minder kopers dat zíj de macht in handen hebben. Er is nog wel sprake van een duidelijke kopersmarkt, maar de tendens is dat er wel meer evenwicht komt tussen vraag en aanbod. Kopers zijn overwegend positief gestemd over het aanbod van bestaande koopwoningen én over de onderhandelingsmogelijkheden van de prijs van bestaande koopwoningen, hoewel deze positieve gedachte het afgelopen kwartaal iets is gedaald. Van de kopers vindt circa 51 procent het een geschikt moment om nu een woning te kopen, van de verkopers vindt ongeveer 49 procent het een geschikt moment om een woning te verkopen.
De verwachtingen van verkopers voor het komende jaar zijn in het vierde kwartaal van 2004 verbeterd ten opzichte van het derde kwartaal. De verkopersindex staat in het vierde kwartaal op -18,4. Dit betekent een stijging van 3,9 ten opzichte van het vorige kwartaal. De verkopers zijn aanzienlijk positiever geworden over de vraag naar bestaande koopwoningen. Duidelijk is ook dat verkopers van mening zijn dat hun positie op de woningmarkt aan het verstevigen is.
"Hoewel de markt nog moeizaam op gang aan het komen is, krijgen kopers en verkopers beide weer vertrouwen in de markt. Deze ontwikkeling is positief en we hopen dat deze trend zich het komende jaar blijft voortzetten. Het aantal huizen dat volgend jaar bijgebouwd gaat worden, is een begin, maar er moeten méér stimulerende maatregelen genomen worden. Zodra er meer woningen beschikbaar zijn, komt er een betere verhouding tussen vraag en aanbod, hetgeen de woningmarkt uiteraard ten goede komt. De overheid zou het huurders bijvoorbeeld mogelijk moeten maken om huurwoningen tegen de beleggingswaarde van de corporaties te kunnen kopen. Nu houden fiscale consequenties dat nog tegen en moeten de huurders de (toch al) hoge vrije marktwaarde betalen voor hun huurwoning. De consequentie is dat het voor deze mensen helemaal niet aantrekkelijk is om hun huurwoning te kopen. Dat bevordert de doorstroming bepaald niet, terwijl de waarde van de huurwoningvoorraad van de corporaties gezamenlijk maar liefst ca. 400 miljard euro waard is. Stel je het effect eens voor als (een deel) van deze woningen aan de eigen woningmarkt worden toegevoegd! Ik voorspel dat de effecten van zo'n maatregel direct zichtbaar zullen zijn, niet alleen in de VBO-woonindex, maar ook in de economie als geheel", aldus Goofers.