reis naar Eritrea.
Kamerbrief over verslag reis naar Eritrea.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Sub-Sahara Afrika
Afdeling Hoorn van Afrika
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
23 december 2004
Behandeld
Winnie Teunissen
Kenmerk
DAF-1287/04
Telefoon
070-3486741
Blad
1/4
Fax
070-3486607
Bijlage(n)
winnie.teunissen@minbuza.nl
Betreft
Verslag van mijn reis naar Eritrea
Graag bied ik u hierbij het verslag aan van mijn korte bezoek aan
Eritrea op 5 en 6 december jl.
1. Inleiding
Op 5 en 6 december bracht ik een bilateraal bezoek aan Eritrea. Het
bezoek stond vooral in het teken van de binnenlandse situatie in
Eritrea en recente ontwikkelingen in het grensconflict met Ethiopië.
2. Kader van de reis
De aanhoudende impasse in het vredesproces tussen Eritrea en Ethiopië
wordt met name veroorzaakt door de weigering van Ethiopië om de
uitspraak van de Ethiopia Eritrea Boundary Commission (EEBC) in zijn
geheel te accepteren.
De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties benoemde begin 2004 een
Speciale Vertegenwoordiger (SV), de Canadees Axworthy, om een dialoog
tussen beide landen tot stand te brengen. Eritrea weigerde
samenwerking met de SV omdat het vreesde dat hiermee de
onderhandelingen over de grensuitspraak heropend zouden worden.
Eritrea is pas bereid tot dialoog met Ethiopië na acceptatie van het
volledige besluit van de EEBC door Ethiopië.
Op 1 september en 5 november jl. sprak ik met SV Axworthy. Deze
verzocht mij mijn invloed bij de Eritrese autoriteiten te gebruiken om
hem in Eritrea te doen ontvangen. Dit verzoek won aan betekenis toen
Ethiopië op 25 november jl. verklaarde de uitspraak van de EEBC `in
principe' te willen aanvaarden en daarmee openingen bood in het
conflict met Eritrea. Ethiopië houdt vast aan haar mening dat de
uitspraak van de EEBC `unjust and illegal' is, maar verklaarde zich
bereid om deze omwille van belangrijkere doelen als armoedebestrijding
en vrede in de regio, en niet in de laatste plaats de steun van de
internationale gemeenschap, in principe te aanvaarden. Het land
beloofde achterstallige contributie aan de EEBC te zullen betalen en
`field liaison officers' aan te stellen. Hiermee werd een eerdere
verwerping van Ethiopië van de EEBC als instituut teruggetrokken
3. Doel van de reis
Directe aanleiding voor de reis vormde het verzoek van SV Axworthy om
President Isaias ervan te overtuigen hem te ontvangen. Daarbij wilde
ik, gezien de verklaring van Ethiopië de uitspraak van de EEBC `in
principe' te willen aanvaarden, Eritrea ertoe bewegen zich in reactie
hierop flexibel en constructief op te stellen. Daarenboven wilde ik
een krachtige boodschap overbrengen over de verslechterende
binnenlandse situatie in Eritrea. Voorts had president Isaias
aangegeven graag met Nederland over de haven van Massawa te spreken.
In dat kader heb ik uitvoerig met President Isaias gesproken en de
mogelijkheden afgetast voor een dialoog tussen Eritrea en Ethiopië.
Daarbij heb ik President Isaias erop gewezen dat de diplomatieke weg
een positieve uitwerking kan hebben. Oorlog is het slechtst denkbare
alternatief, zowel voor de eigen bevolking als voor de Eritrese
positie binnen de internationale gemeenschap.
Tevens sprak ik met minister van Nationale Ontwikkeling Woldai Futur,
minister van Publieke Werken, Abraha Asfaha en met US Deputy Assistant
Secretary for African Affairs Donald Yamomoto. Bovendien heb ik van de
gelegenheid gebruik gemaakt om met de in Asmara vertegenwoordigde
Soedanese rebellengroeperingen (NDA, Beja Congress, SLM en JEM) te
spreken over de recente ontwikkelingen in Soedan.
4. Bevindingen
4.1. Vredesproces
In mijn gesprek met President Isaias heb ik benadrukt dat het de
verantwoordelijkheid van de landen zelf is om het grensconflict op te
lossen, en dat de internationale gemeenschap hierbij een faciliterende
rol kan spelen. Voorts heb ik onderstreept dat President Isaias, door
het voorstel van Ethiopië pertinent af te wijzen, premier Meles van
Ethiopië juist in de kaart speelt: Eritrea maakt op deze manier
richting de internationale gemeenschap geen bereidwillige indruk.
President Isaias ziet het grensconflict echter als een puur juridische
kwestie, en ziet dan ook geen noodzaak om een diplomatieke oplossing
te zoeken. Hij ziet daarom ook geen rol weggelegd voor SV Axworthy,
die in de visie van President Isaias bovendien onhandige uitspraken in
de media gedaan zou hebben. Op mijn dringend advies zegde President
Isaias wel toe met een nieuwe verklaring te komen waarin hij op zou
roepen tot spoedige demarcatie, gefaciliteerd door de internationale
gemeenschap en onder de autoriteit van de EEBC.
Ook heb ik President Isaias bereid gevonden mee te werken aan een
eventuele bijeenkomst van de `Getuigen van Algiers' (de internationale
getuigen - EU, AU, VS, VN en Algerije - van de Vredesovereenkomst van
Algiers in 2000), indien daartoe uitgenodigd, en nadrukkelijk in het
kader van het werk van de EEBC.
4.2. VS
Tijdens mijn bezoek aan Asmara heb ik tevens gesproken met US Deputy
Assistant Secretary for African Affairs Donald Yamomoto, onder wiens
leiding een Amerikaanse delegatie Eritrea bezocht in het kader van de
bilaterale betrekkingen. Daarnaast is het grensconflict ter sprake
gekomen en heeft ook de VS Eritrea verzocht het Ethiopische voorstel
een kans te geven. Inzake het vredesproces wil de VS samenwerken met
andere internationale partijen zoals de EU, de VN en SV Axworthy.
Yamamoto gaf aan dat de VS bereid is deel te nemen aan een bijeenkomst
van de `Getuigen van Algiers'. Voor de VS is stabiliteit in de Hoorn
van Afrika van groot belang; Yamamoto schat het potentieel voor
conflict tussen Eritrea en Ethiopië groter in dan een jaar geleden.
4.3. Binnenlandse situatie
Wat betreft de binnenlandse situatie heb ik nadrukkelijk de situatie
van de zogenaamde `G11' (politieke en andere gevangenen) aan de orde
gesteld en mijn grote zorgen geuit over het feit dat deze nog altijd
geen vorm van proces of bezoekrecht hebben. Tevens heb ik nogmaals
benadrukt dat Nederland zich ernstige zorgen maakt over de schending
van mensenrechten en de beperkte godsdienstvrijheid in Eritrea.
Uit diverse gesprekken bleek dat veel interne processen stil liggen
vanwege het grensconflict, hoewel de regering met de beperkte middelen
wel vorderingen maakt. Als voorbeeld werd het stijgende aantal
ziekenhuizen en scholen genoemd. Voor de ontwikkeling van de haven en
het omliggende gebied in Massawa is een `masterplan' gemaakt. Ik heb
het belang van private investeerders hierbij benadrukt maar geen
toezeggingen gedaan voor wat betreft hulp van Nederland.
4.4. Soedan
Tijdens mijn besprekingen met vertegenwoordigers van verschillende
oppositiebewegingen in Soedan heb ik een krachtige boodschap
afgegeven. Hoezeer ik ook begrijp dat de reden voor de onvrede ligt in
structurele achterstelling en marginalisatie, de spiraal van geweld
moet beëindigd worden. Naar mijn mening ligt het primaat bij het
Naivasha proces, want alleen een alomvattend vredesakkoord zal de
voorwaarden kunnen scheppen voor oppositiebewegingen in Noord-Soedan
om deel te nemen aan een proces van democratisering en machts- en
welvaartsdeling. Het noord-zuid vredesproces verdient daarom alle
steun; het best denkbare alternatief om de huidige problemen in Soedan
op te lossen ligt in een nieuw te vormen transitieregering na
ondertekening van een vredesakkoord.
De SLM en JEM gaven aan dat ze deel zouden nemen aan de
vredesbesprekingen over Darfur in Abuja, Nigeria die op 10 december
zijn begonnen. Zowel SLM als JEM beklaagden zich over de geringe
capaciteit van de AU missie in Darfur om schendingen van het
staakt-het-vuren snel en effectief in kaart te brengen en passende
maatregelen te nemen tegen overtreders. Ik heb benadrukt dat de AU,
met steun van de internationale gemeenschap, volop bezig is de
geplande uitbreiding te realiseren.
Het Beja Congress meldde dat het niet langer deelneemt aan de
onderhandelingen die in Cairo plaats vinden tussen de regering van
Soedan en de National Democratic Alliance (NDA). Op 17 december zal
Beja Congress een bijeenkomst beleggen waarin de politieke strategie
nader bepaald zal worden. Het Beja Congress, dat een gebied in
Oost-Soedan beheerst, staat in nauw contact met de SLM en de SPLM.
5. Slotopmerkingen
Inmiddels heeft Eritrea de toegezegde verklaring uitgebracht. Hierin
geeft het land inderdaad aan spoedig met demarcatie van de grens te
willen starten en roept het de internationale gemeenschap op tot het
veiligstellen van vrede en stabiliteit in de regio. Ook in een brief
naar de voorzitter van de EEBC wijst Eritrea op het belang van het
volgen van de uitspraak van de EEBC van april 2002. In een verklaring
namens de EU is de verwachting geuit dat de EEBC op basis van de
nieuwe verklaring van Eritrea en het Ethiopische voorstel van 25
november een constructieve volgende stap in het vredesproces kan
zetten. Hierover zal nauw contact onderhouden worden met de EEBC. In
de briefing van de SG VN aan de VN veiligheidsraad inzake UNMEE van 22
december en de aansluitende VN VR persverklaring wordt tevens
aangedrongen op een spoedig begin van het demarcatieproces. Verder
vindt overleg plaats met de internationale gemeenschap over mogelijke
gezamenlijke vervolgstappen zoals een bijeenkomst van de `Getuigen van
Algiers'.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
Ministerie van Buitenlandse Zaken