- 23 december 2004 -
Leidse archeologen vinden oudste aardewerk van Syrië
Archeologen van het Rijksmuseum van Oudheden hebben bij opgravingen in
het noorden van Syrië, op de ruïneheuvel Tell Sabi Abyad, uniek
aardewerk gevonden. De tientallen potten, kannen en kruiken stammen
uit de periode 6800-6300 v.Chr. Ze vormen het oudst bekende aardewerk
uit Syrië en mogelijk van de hele regio. De vondsten zijn gedaan
tijdens opgravingen die het museum samen met de Universiteit Leiden
uitvoert. Ook concludeerde het team dat rond 6300 v.Chr. de
prehistorische bewoners van de heuvel tijdelijk hun dorp verlieten,
hetgeen verband kan houden met de grote mondiale klimaatverandering in
deze tijd.
Dit najaar vonden de archeologen tientallen complete potten, kannen en
kruiken uit de periode 6800-6300 v.Chr. Het roodbruin gekleurde
vaatwerk is grof, kent eenvoudige vormen en is met de hand gemaakt,
zonder de hulp van een draaischijf. Het is het oudste aardewerk dat
ooit in Syrië is aangetroffen en mogelijk zelfs uit het gehele Nabije
Oosten. Het aardewerk dat tot voor kort werd gehouden voor het oudst
bekende uit de regio werd aangetroffen in jongere bewoningslagen, uit
ca. 6100 v. Chr.
De geconstateerde plotselinge en radicale verandering in de
prehistorische bewoning is wellicht het gevolg van de wereldwijde
klimaatverandering die in het 7de millennium v. Chr. plaatsvond. Het
werd overal kouder en droger, mogelijk vanwege enorme hoeveelheden
ijswater die plotsklaps vanuit Noord-Amerika de oceanen instroomden.
Alle bestaande nederzettingen op Tell Sabi Abyad en in de omgeving
werden verlaten. Een handjevol werd enkele tientallen jaren later weer
bewoond, maar wel met andere vormen van architectuur, landbouw,
veeteelt en aardewerk.
Het team heeft ook 37 kleitabletten uit ca. 1200 v.Chr. gevonden. In
deze tijd hadden de Assyriërs een fort op de heuvel gebouwd, als
onderdeel van een grensverdedigingslinie. De spijkerschriftteksten op
de kleitabletten bevestigen opnieuw de theorie dat het fort een
belangrijke bestuurlijke functie in de regio had.
Het opgravingsproject op de vijf hectare metende ruïneheuvel Tell Sabi
Abyad staat sinds 1986 onder leiding van prof. dr. Peter Akkermans,
conservator van de collectie oude Nabije Oosten van het museum. Het
richt zich op verschillende periodes: de prehistorie (7000-5000
v.Chr.) en de Assyrische tijd (12de eeuw v. Chr). Op gezamenlijk
initiatief van de universiteit en het museum bekleedt Peter Akkermans
als bijzonder hoogleraar de leerstoel `Prehistorie van West-Azië, in
het bijzonder de periode tot ca. 4000 v.Chr.'. Dit archeologisch
onderzoek vormt een belangrijk deel van het onderwijsprogramma van de
leerstoel.
Opgraving Tell Sabi Abyad
Supervisie: Directoraat-Generaal van Oudheden en Musea van de Syrische
Arabische Republiek (Damascus).
Financiering: Rijksmuseum van Oudheden, met steun van Syria Shell
Petroleum Development B.V., Universiteit Leiden, Vrije Universiteit,
Rijksuniversiteit Groningen, Stichting Nederlands Museum voor
Anthropologie en Praehistorie.
Ondersteuning opgraving: Nederlandse Ambassade in Syrië, Nederlands
Instituut voor Academische Studies in Damascus.
Rijksmuseum van Oudheden