Ministerie van Buitenlandse Zaken


- Aan de Voorzittervan de

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag


- Directie Sociale en Institutionele Ontwikkeling

Bezuidenhoutseweg 67

2594 AC Den Haag

Nederland


Datum


- 22 december 2004

Auteur


- valerie sluijter


Kenmerk


- DSI-077/04

Telefoon


- +31 (0)70 - 3485245


Blad


- 1/2

Fax


- +31 (0)70 - 3485366


Bijlage(n)


- 1


- valerie.sluijter@minbuza.nl


Betreft


- Concept Beleidskader Medefinancieringsstelsel (MFS) 2007-2010.

www.minbuza.nl

C.c.


-


-


- Gaarne bied ik u hierbij het concept beleidskader aan voor het nieuwe medefinancieringsstelsel (MFS), dat in 2007 van start zal gaan. De samenvoeging van het huidige medefinancieringsprogramma (MFP) en de thematische medefinanciering (TMF) heb ik u in vorig jaar in mijn beleidsnotitie 'Aan Elkaar Verplicht' (Kamerstuk 29234, oktober 2003) in het vooruitzicht gesteld en heeft tot doel om in de toekomst de voorstellen van alle deelnemende organisaties ook onderling te kunnen beoordelen op kwaliteit en effectiviteit.

Dit beleidskader regelt de subsidiering door het Ministerie van Buitenlandse Zaken van in Nederland gevestigde particuliere organisaties die samen met hun partnerorganisaties in ontwikkelingslanden werken aan duurzame armoedebestrijding, met name door versterking van het middenveld in het Zuiden. Het beleidskader zal 3 annexen omvatten, waarvan de laatste twee (uitgewerkt beoordelingskader met aanvraag- en rapportagestramien en het financieel reglement) opgesteld worden zodra er ook met uw Kamer overeenstemming over het conceptkader bestaat. Annex 1 betreft de thematische beleidsvoornemens zoals die ook voor de eerstvolgende en laatste aparte TMF-ronde (2006-2010) zullen gelden en zal u medio januari aanstaande toegezonden worden.

Over het concept beleidskader MFS is de afgelopen weken intensief overlegd met de vertegenwoordigers van organisaties die in de toekomst een beroep kunnen doen op de subsidiemogelijkheden van dit stelsel. In dit overleg is over de inhoud van het kader in hoge mate overeenstemming bereikt. De organisaties blijven echter problemen houden met mijn voornemen om de individuele subsidies te beperken tot maximaal 75% van de jaarlijkse uitgaven van de organisaties. Ik ben echter van mening dat het geen goede zaak is wanneer deze organisaties zich uitsluitend zouden richten op de mogelijkheden die de Nederlandse begroting voor ontwikkelingssamenwerking biedt.

Het nieuwe beleidskader beoogt een verdere verhoging van de kwaliteit en de effectiviteit van de particuliere ontwikkelingssamenwerking. Het hanteert gelijke kwaliteitscriteria voor brede en voor thematische medefinancieringsorganisaties, maar aan organisaties die meer dan 2,5 miljoen euro instellingssubsidie per jaar wensen te ontvangen worden hogere eisen gesteld, met name waar het de inrichting van hun kwaliteitsbewakingssystemen betreft. Een externe Adviescommissie zal de bedrijfsplannen op kwaliteit beoordelen en zal mij adviseren over de toekenning van de subsidies. Voorts zal in dit nieuwe stelsel meer dan voorheen zichtbaar zijn op welke wijze de Nederlandse particuliere ontwikkelingssamenwerking bijdraagt aan het bereiken van de millenniumdoelstellingen en zal de complementariteit met andere actoren in het algemeen en met de Nederlandse bilaterale samenwerking in het bijzonder vergroot worden. Daarbij is ruimte voor nieuwe organisaties, voor een innovatieve aanpak en voor het aangaan van partnerschappen. Op deze manier zal het nieuwe beleidskader tevens bijdragen aan de verdieping en verbreding van de actieve betrokkenheid van de Nederlandse samenleving bij de internationale samenwerking.

Voor het MFS zal in de komende subsidieperiode 550 miljoen euro per jaar beschikbaar komen, geïndexeerd vanaf 2007. Voor de in Nederland gevestigde particuliere organisaties betekent dit een substantiële verhoging van de beschikbare middelen. Deze organisaties ontvangen thans ca. 500 miljoen van de totaal ca. 570 miljoen euro die in het kader van MFP en TMF per jaar wordt uitgegeven. Een klein deel van dit totaalbedrag wil ik blijven aanwenden voor niet in Nederland gevestigde internationale particuliere organisaties die aantoonbaar bijdragen aan mijn beleidsprioriteiten en die interveniëren op terreinen waar de in Nederland gevestigde organisaties niet of niet voldoende aanwezig zijn. Het spreekt overigens vanzelf dat de vrije ruimte voor nieuwe subsidies, het zogenaamde subsidieplafond, in de eerste jaren van het nieuwe stelsel minder dan de genoemde 550 miljoen zal bedragen omdat ook de doorlopende verplichtingen uit de drie afgelopen TMF-rondes en de komende laatste ronde hieruit gefinancierd dienen te worden.


-
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

===