PERSBERICHT
Nummer: 327/SW
Datum: 22-12-04
Nieuwe stichting behoudt iep voor Fryslân
Bestuurders van Friese gemeenten en terreinbeheerders tekenden woensdagmiddag 22 december een intentieverklaring voor de oprichting van de stichting Iepenwacht Friesland. Dankzij de nieuwe stichting wordt de bestrijding van de iepenziekte goedkoper en blijft het iepenbestand op peil. De bijeenkomst vond plaats in Warten, waar de initiatiefnemers op feestelijke wijze een iep hebben geplant.
A. van der Zande, directeur-generaal van het ministerie van LNV, mw. A. Andriesen, gedeputeerde van de provincie Fryslân, R. Sluiter, wethouder gemeente Leeuwarden, mw. K. van der Berg, wethouder gemeente Boarnsterhim en S. Beetsma, iepencoördinator, leverden een bijdrage aan het programma.
Circa twintig (kust)gemeenten doen mee in de nieuwe aanpak en zetten hun handtekening onder de verklaring. Met de oprichting van deze stichting laat de Iepenwacht de gemeentelijke structuur voor de bestrijding van de uiterst besmettelijke iepenziekte los. Hoewel er in de afgelopen jaren goede resultaten zijn behaald, liepen de kosten erg op en haakten diverse gemeenten af. Dat was de directe aanleiding om te kiezen voor een andere organisatie.
Er is gekozen voor een provinciale aanpak, waarbij de iepziektebestrijding uit een fonds wordt gefinancierd. De stichting coördineert het iepenbeheer en sluit beheersovereenkomsten af met partijen. Dit heeft een aantal belangrijke voordelen. Het iepenbestand wordt in stand gehouden én deze aanpak is voordeliger voor alle deelnemers. Tevens wordt gemeenten en terreinbeheerders veel werk uit handen genomen. Bovendien betreft het hier een gebiedsdekkende en duurzame oplossing voor een periode van liefst vijftien jaar. Voor zover bekend is een dergelijke aanpak uniek in Nederland.
De deelnemers in de nieuwe stichting betalen naar rato in het fonds. Het geld dat overblijft, wordt gebruikt voor de herplant van iepen die resistent zijn tegen de iepenziekte. Er kan snel actie worden ondernomen, omdat men niet hoeft de wachten op subsidies. De opzet van de nieuwe organisatie is bovendien uitermate geschikt voor de aanpak van andere besmettelijke boomziekten. Begin volgend jaar worden de beheersovereenkomsten getekend. Het nieuwe iepenbeheer kan zodoende voor het zomerseizoen starten. Dat is belangrijk omdat de iepenziekte zich vooral in de zomermaanden openbaart.
---- --
Toespraak Anita Andriesen Bijeenkomst Duurzaam Iepenbeheer
Warten, 22 december 2004
Ik ben héel blij dat het gelukt is om te komen tot een gezamenlijke aanpak voor bestrijding van de iepziekte. Voor mij persoonlijk is de iep heel belangrijk voor de kwaliteit van Friese landschap. Iepen zijn karakteristiek in ons kleilandschap; overal zie je ze nog staan, om boerderijen heen, langs vaarten en wegen en op bolwerken van oude stadjes. Iepen: waard om behouden te blijven voor het landschap en dus met z'n allen de iepziektebestrijding ter hand te nemen.
We willen daarom als provincie Fryslân inhoudelijk én financieel graag meedoen in deze integrale aanpak. Een aanpak die, voor zover bekend, uniek is in Nederland: zóveel gemeenten die mét elkaar in de slag willen om de iep voor het Friese landschap te behouden. Het proces om zover te komen als we vandaag zijn, hebben wij als provincie in ieder geval graag gefaciliteerd.
Ik wil, naast de 'mannen van de Iepenwacht' die veel uitvoerend werk hebben gedaan, met name noemen Roel Sluiter en Chris van der Ziel, die zich vanuit de VFG letterlijk met hart en ziel het proces mee vorm hebben gegeven.
Er is de afgelopen jaren veel gebeurd. Nadat voor het ministerie van LNV begin '90er jaren van de vorige eeuw iepziektebestrijding geen rijksverantwoordelijkheid meer was liep het ziektepercentage, het uitvalpercentage van bomen heel hoog op. Vervolgens is in Fryslân de Iepenwacht gestart. Zeker in de gemeenten die meegedaan hebben aan de Iepenwacht zijn er aantoonbare resultaten geboekt. Vanaf 2003 is er écht een afname van het percentage zieke iepen waar te nemen. Toch was het niet goed genoeg: hoge kosten voor gemeenten en er was geen uniforme aanpak. De samenwerking tussen de groenbeheerders was weliswaar op gang gekomen, maar brokkelde ook weer af.
Daarom is het overleg gestart over een andere aanpak van de iepziekte: 'Duurzaam iepenbeheer op basis van een stichting, fondsvorming en éénduidige en controleerbare uitvoering voor minimaal 15 jaar'. Álle uitvoeringskosten worden overgenomen en er zal herplant plaatsvinden van resistente iepen. Een dikke plus dus op wat er voorheen gebeurde.
Er is intensief ambtelijk en bestuurlijk overleg geweest om het organisatiemodel en de financiering vorm te geven. Het proces om zover te komen is best lastig geweest. Er waren vragen en onduidelijkheden bijvoorbeeld over het aantal nog aanwezige iepen, de kostenberekeningen en de lange periode van 15 jaar waarvoor de afspraken zullen worden gemaakt. Het is ook best een stap voor gemeenten om dat te doen, maar ze zien kennelijk voordelen.
Nog niet álle betrokken gemeenten hebben hun fiat gegeven; er moet de komende tijd nog wat maatwerk geleverd worden. Ook zullen uiteindelijk de raden toestemming moeten geven. Maar ik ben hoopvol. De inzet heeft opgeleverd dat we nu hier bijeen zijn om een vervolg te geven aan onze wil om de iepziekte in Fryslân gezamenlijk te beteugelen.
De provincie is bereid om in de startfase E 158.000 bij de dragen in de uitvoeringskosten van het fonds. Ook zullen wij als groenbeheerder voor ons eigen iepenbeheer gebruik gaan maken van de stichting.
Dat vandaag óók André van der Zande, Directeur-Generaal Natuur van het Ministerie van LNV aanwezig is, doet mij (om een aantal redenen) goed !
De komende tijd zullen de échte stukken worden voorgelegd, stukken om de stichting op te richten, de convenanten tussen de stichting en groenbeheerders enz.
Maar ik hoop dat we met het tekenen van deze intentieovereenkomst vandáág weer het gevoel krijgen dat we het samen gaan doen! Want de iepziekte trekt zich niets aan van door mensen aangebrachte grenzen in het landschap.
---- --
Provincie Friesland