Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Persbericht ministerraad
22 december 2004
KABINET: VERVOER EN OPSLAG GEVAARLIJKE STOFFEN MOET BETER
Het kabinet wil dat het beleid voor externe veiligheid beter wordt verankerd in de Nederlandse wet- en
regelgeving. Daarnaast moeten ook provincies, gemeenten en bedrijven meer verantwoordelijkheid
tonen. Dat blijkt uit de kabinetsreactie op het advies `Verantwoorde risico's, veilige ruimte' van de Raad
voor Verkeer en Waterstaat en de VROM-raad waarmee de ministerraad op voorstel van
staatssecretaris Van Geel van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) en
minister Peijs van Verkeer en Waterstaat heeft ingestemd.
In de reactie schrijft het kabinet dat de overheid meer grip moet krijgen op het transport van gevaarlijke
stoffen en de ruimtelijke ordening rond opslagplaatsen. Op die manier kunnen potentieel gevaarlijke
situaties beter worden vermeden.
Om dat te bereiken, zijn inmiddels verschillende voorbereidingen gestart. Zo onderzoekt het ministerie
van Verkeer en Waterstaat op welke wijze het transport van gevaarlijke stoffen via bepaalde veiliger
routes kan worden afgedwongen, zodat de veiligheidsrisico's buiten stedelijke gebieden worden
gehouden. Het ministerie van VROM studeert op een aanpassing van de Wet Milieubeheer, zodat in de
toekomst kan worden bepaald in welke modaliteit en hoeveelheid bepaalde stoffen het bedrijfsterrein
mogen verlaten.
De ministerraad benadrukt dat de beheersing van veiligheidsrisico's niet een taak is van de rijksoverheid
alleen. Ook provincies en gemeenten moeten ervoor zorgen dat de beheersing van veiligheidsrisico's in
hun bouwplannen is gegarandeerd.
De Raad voor Verkeer en Waterstaat en de VROM-raad hadden hier in de zomer van 2003 in een
gezamenlijk advies op aangedrongen. In het advies wordt geconstateerd dat in Nederland risico's
ontstaan doordat infrastructuur, woonwijken en industrie vaak bij elkaar liggen. Vooropgesteld dat een
risicoloze samenleving niet bestaat, doen de raden in het advies wel een aantal aanbevelingen. Zo
moeten bedrijven allereerst zelf zorgen dat de risicobronnen zo veilig mogelijk zijn. Beheerders van de
infrastructuur moeten ervoor zorgen dat het vervoer veilig kan plaatsvinden. De overheden moeten
ervoor zorgen dat het externe veiligheidsbeleid ook daadwerkelijk tot uiting komt in de ruimtelijke
ordening en vergunningverlening.
Op het advies van de raden om realistische eisen en maatregelen op te stellen, is het kabinet gestart met
grootschalige `ketenonderzoeken' van gevaarlijke stoffen. De eerste ketenstudie naar ammoniak, chloor
en LPG is inmiddels afgerond en daaruit blijkt dat veiligheidsrisico's in veel gevallen aanzienlijk kunnen
worden gereduceerd tegen aanvaardbare kosten.
Ten slotte heeft het kabinet inmiddels het advies opgevolgd om gemeenten meer wettelijke armslag te
geven, door het plaatsgebonden risico voor circa 300 risicovolle inrichtingen wettelijk vast te leggen in
het Besluit externe veiligheid inrichtingen. Daarnaast studeert het kabinet nog of en hoe het
groepsrisico wettelijk vastgelegd moet worden. Daarover wordt de Tweede Kamer in 2005
geïnformeerd.
RVD, 22.12.2004