Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

22 december 2004

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid inzake de overdracht taken UWV naar het ABP (SZW0400510).

Vraag 1. Hoeveel werknemers verhuizen van het UWV naar het ABP naar aanleiding van de voorgenomen overdracht van taken?
Antwoord vraag 1. Als gevolg van de uitbesteding verhuizen er 125 fte van UWV naar ABP: 110 fte van de afdelingen die zich bezig houden met de premie- en gegevensincasso (PGI) van de werkgevers en de looninspectie en 15 fte die zich bezig houden met de uitvoering van het excasso systeem WW en ZW (genaamd Bruto-Netto-systeem (BNU)).

Vraag 2. Is het ABP de enige instelling aan wie deze taken worden overgedragen? Zijn er andere instellingen/pensioenfondsen, die ook in aanmerking komen voor de overdracht van taken? Antwoord vraag 2. Ja, ABP is de enige instelling aan wie op deze terreinen uitbesteding plaatsvindt. Er zijn geen andere instellingen/pensioenfondsen die daarvoor in aanmerking komen. De werkzaamheden waar het in de brief van UWV d.d. 26 april jl. om gaat, zijn werkzaamheden die in het verleden werden uitgevoerd door de uitvoeringsorganisatie USZO. Deze uitvoeringsorganisatie is in 1998 een samenvoeging geweest van de uitkeringsorganisaties van de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK), Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OC&W) en Defensie en een deel van het ABP. USZO heeft vanaf haar oprichting systemen gebruikt die door ABP destijds ontwikkeld zijn en waarvan ABP (nog) eigenaar is. Eén van die systemen is het eerdergenoemde BNU-systeem. Bij het opgaan van USZO in het UWV heeft UWV ten aanzien van het BNU-systeem gebruiksrecht verkregen. ABP heeft aangegeven het BNU-systeem zo spoedig mogelijk in eigen beheer terug te willen hebben om het zelf te gebruiken voor haar excassoactiviteiten. UWV had het systeem voor de WW tot 1 januari 2008 willen gebruiken; daarna gaat UWV over op een ander WW-(doel)systeem. Voor de ZW zou UWV het gebruik van het BNU systeem al per 1 januari 2006 beëindigd hebben. Als UWV het BNU-systeem tot 1 januari 2008 had willen gebruiken, had het de processen en systemen volledig moeten dupliceren, met alle financiële en andere risico's vandien. Het nu voorliggende voorstel is dan ook een pragmatische oplossing voor de periode tot 1 januari 2008 waarbij zoveel mogelijk kosten, personele consequenties en risico's worden beperkt.

Vraag 3. Waarom was dit bij de opstelling van het jaarplan niet te voorzien? Hebben zodanige wijzigingen plaatsgevonden in het WALVIS/SUB-traject?
Antwoord vraag 3. De nu voorliggende afspraken met ABP zijn pas in de loop van 2004 tot stand gekomen en konden dus niet in het jaarplan worden opgenomen. De afspraken hebben slechts zijdelings te maken met het WALVIS/ SUB-traject.

Vraag 4. Wat zijn de gevolgen als de toestemming niet gegeven wordt? (brief van het UWV aan de Minister van sociale Zaken en Werkgelegenheid d.d. 26 april 2004)
Antwoord vraag 4. De in de brief d.d. 26 april jl. door UWV gevraagde toestemming heb ik op 8 juli jl. gegeven. Een afschrift van deze brief is eveneens aan de Tweede Kamer gezonden. De belangrijkste gevolgen van het niet verlenen van toestemming zouden zijn geweest: a. de huidige systemen voor de premie- en gegevensincasso zouden ontvlochten moeten worden voor het UWV- en het ABP-deel;
b. het systeem van ABP zou gedupliceerd moeten worden;
c. er zou een excasso afdeling in stand moeten worden gehouden.

3

Vraag 5. Wat zijn de financiële effecten?
Antwoord vraag 5. Met de gemaakte afspraken wordt voor PGI-domein een desinvestering van
1,5 tot 2 miljoen euro voor het kopiëren van het systeem voorkomen. Voor BNU gaat het totaal om een besparing van 1,1 miljoen euro (de totale kosten zijn nu 1,7 miljoen euro, bij volledige splitsing van het systeem 2,8 miljoen euro) voor het niet hoeven kopiëren van een afdeling excasso inclusief systemen en processen. De helft van dit voordeel landt aan ABP zijde zodat de besparing voor UWV neerkomt op 550.000 euro.

Vraag 6 en vraag 9. Wat is de onderbouwing van de stelling dat het gaat om het behouden van arbeidsplaatsen, zoals gesteld in de brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan het UWV van 8 juli 2004? Hoeveel bij welke organisatieonderdeel? In uw brief van 11 juni 2004 schrijft de minister dat er structureel 10 FTE's vanuit het UWV worden overgeplaatst naar het ABP waardoor er 10 extra mensen in Heerlen aan het werk kunnen. Kan de minister aangeven of er vanwege deze verschuiving mensen bij het UWV ontslagen zullen worden of dat deze allemaal overgeplaatst kunnen en willen worden naar het ABP in Heerlen Antwoord vraag 6 en 9: Zoals gemeld bij vraag 1 gaan er 125 fte (110 PGI en 15 BNU) over naar ABP. Als de systemen gedupliceerd zouden moeten worden, zouden er 10 fte bij UWV blijven en niet overgaan naar ABP. Het werk van deze mensen zou bij UWV echter op termijn vervallen en bij ABP niet.

Vraag 7. Hoe worden kosten verrekend en welke zijn die?
Antwoord vraag 7. Er worden geen kosten verrekend. Zowel ABP als UWV dragen het eigen deel van de kosten van deze (ontvlechtings-/uitbestedings-) operatie.

Vraag 8. Is de ontvlechting van alle bovenwettelijke SFB taken hiermee gerealiseerd? Antwoord vraag 8. De taken waar het in deze operatie over gaat betreft ex-USZO taken. De bovenwettelijke SFB-taken worden in het kader van het voornemen van UWV om zich alleen op de wettelijke taken te richten en alle `andere'taken af te stoten per 1 januari 2005 al beëindigd.

Vraag 10. Kan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tevens aangeven of indien niet alle mensen kunnen worden overgeplaatst naar het ABP er gedwongen ontslagen zullen vallen bij het UWV. Zo ja hoe wordt het gedwongen ontslag, van de mensen die niet bij het ABP aan de slag kunnen, geregeld.
Antwoord vraag 10. UWV voert de komende jaren een omvangrijke reductie van personeel door. Voor de medewerkers waar het hier om gaat, geldt het principe mens volgt werk. Daarmee is niet voor alle medewerkers bij UWV in Heerlen die als gevolg van de UWV-personeelsreductie boventallig raken een oplossing gevonden. Een deel van het personeel zal over kunnen gaan naar de Belastingdienst. Voor het overige wordt naar alternatieve oplossingen gezocht. Gedwongen ontslagen kunnen daarbij niet worden uitgesloten.

Vraag 11, vraag 12 en vraag 13. In uw brief van 8 juli 2004 beschrijft de minister van Sociale Zaken en werkgelegenheid de voorwaarden die aan de gevraagde goedkeuring, voor de uitbesteding van het UWV naar het ABP, ten grondslag liggen. Hoe gaat u controleren dat deze voorwaarden ook daadwerkelijk worden nagekomen en wat zijn de consequenties voor het ABP wanneer dit niet gebeurd. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaat er tevens vanuit

4

dat het ABP met de voorwaarden akkoord gaan wanneer ze geen tegenbericht zenden. Is het waar dat er geen tegenbericht is gekomen vanuit de het ABP en kan derhalve geconcludeerd worden dat ze ermee akkoord zijn? Kan de minister aangeven of er aan het UWV ook voorwaarden zijn gesteld voor de goedkeuring van de overdracht van taken van het UWV naar het ABP. Zo ja welke, zo nee waarom niet?

Antwoord vraag 11, vraag 12 en vraag 13. UWV heeft aangegeven dat de door mij gestelde voorwaarden aan UWV in afspraken tussen ABP en UWV worden vastgelegd. Zoals eerder vermeld, zijn de afspraken met ABP pas in de loop van 2004 tot stand gekomen en konden dus niet in het jaarplan voor 2004 worden opgenomen. Gelet op de looptijd van de uitbesteding acht ik het aangewezen dat UWVvan de werkzaamheden die verband houden met de uitbesteding, in de komende jaarplannen melding zal maken. Een verzoek daartoe neem ik op in de goedkeuringsbrief van het jaarplan voor 2005.
Voor wat betreft het ABP geldt dat er geen directe aansturingsrelatie tussen mij en ABP is. Het is echter zo dat UWV verantwoordelijk is en blijft voor de uitvoering van deze taken, niet ABP.

Vraag 14. Door het overdragen van de taken van het UWV naar het ABP daalt het aantal wettelijke taken van het UWV. Welke taken heeft het UWV op dit moment nog? Worden er in de toekomst nog meer taken weggehaald bij het UWV waardoor de efficiency van de uitvoeringsinstanties kan worden verhoogd? Heeft het UWV in de toekomst nog wel bestaansrecht heeft.
Antwoord vraag 14. UWV behoudt alle taken die het op grond van de Wet SUWI heeft en ontleent daar zijn bestaansreden aan. Voor de uitvoering van de taken die middels mijn goedkeuring aan ABP zijn uitbesteed is en blijft UWV ook verantwoordelijk.