Persbericht 04/274
Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid Directie
Communicatie
22 december 2004
Nr. 04/274
Belangrijkste maatregelen per 1 januari 2005 op het terrein van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kinderopvang
De Wet kinderopvang wordt op 1 januari 2005 van kracht. Uitgangspunt
is financiering van de kinderopvang door drie partijen: ouders,
overheid en werkgevers. Ouders krijgen van de overheid een
inkomensafhankelijke tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang.
Als de werkgever niet meebetaalt, kunnen ouders in aanmerking komen
voor een compensatie door de overheid. Omdat niet alle
kinderopvanginstellingen volledig zijn voorbereid op de nieuwe
situatie komt er een tijdelijke financiële ondersteuning via het
Waarborgfonds kinderopvang voor instellingen die dat nodig hebben. Met
de invoering van de wet komen er tevens landelijke kwaliteitseisen
voor kinderopvanginstellingen. De GGD houdt toezicht.
Loonstrookjes
De loonstrookjes zullen in januari 2005 voor de meeste mensen lager
uitvallen dan in december 2004. Op het loonstrookje staat wat iemand
netto in handen krijgt. Dit staat dus los van de inflatie en eventuele
andere inkomsten en kosten die mensen moeten maken, zoals
belastingkortingen en ziektekostenpremies. Deze inkomsten en kosten
zitten wel in de koopkrachtcijfers die minister De Geus op 7 december
naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Voor werknemers op het minimumniveau valt het loonstrookje in januari
gemiddeld één euro lager uit dan in december. Voor inkomens tot modaal
is dit ongeveer vijf tot tien euro. Voor uitkeringsgerechtigden valt
het netto inkomen gemiddeld vijf euro lager uit.
Voor ouderen is het beeld wisselend. AOW-gerechtigden zonder
aanvullend pensioen krijgen netto ongeveer acht à negen euro extra in
handen, als gevolg van een aantal compenserende maatregelen van het
kabinet. Hoeveel een AOW'er precies krijgt uitbetaald, hangt ook af
van het aanvullend pensioen. Het aanvullend pensioen kan lager
uitvallen als gevolg van hogere belastingtarieven. Dit hangt ook af
van de mate waarin het pensioenfonds de bruto pensioenuitkering
aanpast.
Verklaring arbeidsrelatie
Zelfstandig ondernemers die werkzaamheden uitvoeren voor een
opdrachtgever krijgen in 2005 te maken met de nieuwe Verklaring
Arbeidsrelatie (VAR). Deze verklaring geeft opdrachtgevers de
zekerheid dat achteraf geen belasting en premies moeten worden
betaald. Als een opdracht verstrekt wordt aan iemand met
een Verklaring Arbeidsrelatie dan geldt de verklaring als bewijs dat
het niet om een dienstbetrekking gaat. De verklaring wordt per jaar
afgegeven en geldt ook voor een in het volgende jaar doorlopende
opdracht, als de opdracht vóór 1 november van het lopende jaar is
verleend.
Bepalen lengte WW-uitkering
Het aantal daadwerkelijk gewerkte jaren vanaf 1998 wordt geleidelijk
belangrijker bij het bepalen van de duur van een WW-uitkering. De
leeftijd krijgt gelijktijdig dus minder invloed op de lengte van de
uitkering.
Subsidie voor langer doorwerken ouderen
In 2005 kunnen bedrijven voor 4,4 miljoen euro subsidie aanvragen voor
projecten en experimenten om te stimuleren dat ouderen langer
doorwerken. In totaal is tot het einde van de kabinetsperiode 21
miljoen euro beschikbaar.
Ziektelasten uitzendsector
De uitzendsector hoeft niet langer de volledige kosten voor een
uitkering bij ziekte te betalen tijdens ziekte van uitzendkrachten. De
bijdrage van de uitzendsector wordt beperkt tot 75 procent van de
uitgaven voor ziekte. De overige 25 procent van de kosten voor een
uitkering bij ziekte moet worden opgebracht door alle werkgevers
samen. Dit omdat het uitzendbedrijf slechts een beperkte invloed heeft
op de arbeidssituatie bij de inlenende werkgever, maar wel financieel
verantwoordelijk is voor de gevolgen van uitval van de uitzendkracht.
Hogere boete bij illegaal werk
Vanaf 2005 gaat de boete voor werkgevers die illegale werknemers in
dienst hebben sterk omhoog. De boete stijgt van gemiddeld 980 euro per
illegale werknemer naar 8.000 euro voor bedrijven en 4.000 euro voor
particulieren. Bovendien kan de Arbeidsinspectie de boete direct
opleggen.
Wet werk en inkomen kunstenaars
Vanaf 2005 treedt de nieuwe Wet werk en inkomen kunstenaars in
werking. Voortaan worden aan de speciale uitkering voor kunstenaars
voorwaarden verbonden die meer dan voorheen gericht zijn op de opbouw
van een renderende beroepspraktijk. Zo wordt het minimum bedrag dat de
kunstenaar moet verdienen jaarlijks hoger om nog in aanmerking te
komen voor de uitkering.
CWI beslist over plaats in sociale werkvoorziening
Vanaf 2005 stelt het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) vast wie in
aanmerking komt voor een plek in de sociale werkvoorziening. Nu is dat
een taak van de gemeenten.
Subsidie voor veiliger werken
Vanaf 2005 is jaarlijks 5 miljoen euro beschikbaar voor een regeling
waarmee werkgevers met subsidie machines of gereedschap kunnen
aanschaffen die nieuwe oplossingen bieden om veiliger te werken. De
subsidieregeling vervangt de fiscale zogeheten Farboregeling.
Wet vereenvoudiging sociale verzekeringen
Arbeidsgehandicapte werklozen worden met ingang van 2005 hetzelfde
behandeld als andere werklozen als zij scholing volgen die
noodzakelijk is om weer aan het werk te komen. De WW-uitkering wordt
niet langer verlengd wanneer de scholing langer duurt dan de periode
waarvoor de uitkering was toegekend. Dit geldt niet voor WAO'ers die
als gevolg van de herbeoordelingsoperatie vanaf 1 oktober 2004 geheel
of gedeeltelijk in de WW komen. Voor hen blijft de verlenging van de
WW-uitkering bij scholing behouden.
Verder mogen alle werklozen drie maanden op proef met behoud van
uitkering gaan werken.
Samenwerking UWV en Belastingdienst
Per 1 januari 2005 gaan het Uitvoeringsinstituut
Werknemersverzekeringen (UWV) en de Belastingdienst dezelfde definitie
van loon hanteren bij de berekening van premies en belastingen.
Administratieve lastenverlichting
Voor het bedrijfsleven dalen in 2005 de administratieve lasten op het
terrein van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met in
totaal 120 miljoen euro. De samenwerking tussen UWV en Belastingdienst
levert in 2005 een lastendaling van 75 miljoen euro op. Op het gebied
van de arbeidsomstandigheden dalen de lasten met 21 miljoen euro.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid