Ministerie van Financiën

De Voorzitter van de Tweede Kamer

Datum Uw brief Ons kenmerk (Kenmerk)

BZ 2004-1055 M

Onderwerp

VBTB-evaluatie

Aanpassing begroting en jaarverslag

In 1999 is met de nota Van Beleidsbegroting Tot Beleidsverantwoording een nieuwe begrotingsopzet aangekondigd (VBTB). In genoemde nota werd een begroting voorgesteld die in de eerste plaats zou uitgaan van het beleid dat men wilde bereiken en niet van het geld dat zou worden uitgegeven. De VBTB-operatie was primair bedoeld om het de Tweede Kamer eenvoudiger te maken om de begroting en het jaarverslag met elkaar te kunnen vergelijken en vervolgens het beleid van het kabinet te beoordelen. De eerste VBTB-begroting is ingediend voor het begrotingsjaar 2002. In mei 2000 werd, in de eerste VBTB-voortgangsrapportage, aangekondigd dat in 2004 een evaluatie zou worden uitgevoerd. Hierbij ontvangt u deze evaluatie.

Aanbevelingen

VBTB is gestart als een operatie die primair gericht was op de presentatie van de begroting en het jaarverslag, maar VBTB is uitgegroeid tot een instrument om een doelmatiger overheid te bevorderen. In de evaluatie komen beide aspecten aan de orde. De aanbevelingen van de evaluatie hebben dan ook betrekking op beide onderdelen (§ 5.6, bladzijde 53 e.v.). Geadviseerd wordt nu om de twee doelstellingen - een toegankelijke begroting en de bevordering van een doelmatiger overheid - niet met één instrument te realiseren. Maak een toegankelijke begroting en een betere verantwoording door deze toe te spitsen op de autorisatie- en controlefunctie en bevorder de doelmatigheid door het beleid en de beleidsnota's inhoudelijk beter te onderbouwen en door een betere evaluatieprogrammering. Het kabinet onderschrijft de aanbevelingen van de VBTB-evaluatie op hoofdlijnen en gaat de uitvoering ter hand nemen.

Voor wat betreft de begroting zijn deze aanbevelingen reeds in concrete voorstellen omgezet, die het kabinet graag met u verder wil bespreken. In de evaluatie komt duidelijk naar voren dat de begroting als dik en ontoegankelijk wordt ervaren. Daarom wordt geprobeerd om bij de eerstkomende begroting (over 2006) en jaarverslag (over 2004) een aanzienlijke verbetering te bereiken. Ook de overige aanbevelingen zullen tot concrete voorstellen leiden die in de loop van volgend jaar naar de Kamer worden gestuurd. Het betreft hier met name een aanpassing van de Regeling Prestatiegegevens en Evaluatieonderzoek.

Begroting en Jaarverslag

De voorstellen beogen bovenal de toegankelijkheid en leesbaarheid van begroting en jaarverslag te vergroten. Met de VBTB-operatie is de artikelindeling zodanig aangepast dat de begroting doelgeoriënteerd is geworden. Niet langer bepalen de instrumenten (subsidies, personeelsuitgaven, materiële uitgaven enz) de artikelindeling maar de doelstellingen. Deze belangrijke verworvenheid blijft uiteraard behouden. Voorts vormt de beleidsagenda de introductie van de begroting en daarna komen de beleidsartikelen. Ook dit blijft zo.

Bij het opstellen van de nieuwe begrotingsvoorschriften zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd.

1. De functie van de begroting en het jaarverslag is autorisatie respectievelijk déchargeverlening. De Kamer geeft met het aannemen van de begroting toestemming om geld te mogen uitgeven en met het jaarverslag wordt aan de minister décharge verleend.

2. De VBTB-structuur wat betreft doeloriëntatie blijft gehandhaafd, doch prestatiemeting dient wel zinvol en relevant te zijn.

3. Begroting en jaarverslag dienen zelfstandig leesbare documenten te zijn.

4. Een betere evaluatieprogrammering van beleidsevaluatie op het niveau van algemene of operationele doelstellingen en van onderzoek naar de effecten van beleid.

Functie begroting en jaarverslag

De begroting en het jaarverslag worden aan het parlement aangeboden ter autorisatie respectievelijk ten behoeve van déchargeverlening. De afgelopen jaren heeft de overheid via de begroting en het jaarverslag ook invulling gegeven aan 'volledigheid en transparantie', zonder daarbij een expliciete keuze te maken. Hierdoor zijn de begroting en jaarverslag omvangrijke documenten geworden. De expliciete keuze voor de primaire functie van begroting en jaarverslag leidt tot een strengere selectie van te presenteren informatie.

De toegankelijkheid van de begroting wordt niet vergroot indien elk onderdeel van het beleid in de begroting zeer uitgebreid wordt toegelicht. Dit wordt namelijk veelal gedaan in beleidsnota's, voortgangsrapportages en beleidsevaluaties. Helaas moeten we constateren dat in de begrotingen grote passages uit beleidsnota's worden gekopieerd waarmee de leesbaarheid van de begroting wordt geschaad. Voor de begroting is van belang wat de beleidsvoornemens voor dat jaar impliceren; dat dient te worden toegelicht. De begroting dient vooral te verwijzen naar de relevante beleidsdocumenten. Met een slimme toepassing van internet wordt het mogelijk om deze verwijzingen direct op te roepen.

Zinvol en relevant

In de tweede plaats blijft de VBTB-structuur gehandhaafd, doch prestatiemeting dient wel zinvol en relevant te zijn. Met het handhaven van de VBTB-structuur wordt bedoeld de doeloriëntering van de begroting. Het kwantificeren van de algemene doelstelling werkt inspirerend en vergemakkelijkt de autorisatie- en verantwoordingsfunctie. Echter in sommige gevallen leidt verdergaande kwantificering niet tot toegevoegde informatie. Vormvereisten met betrekking tot operationalisering en kwantificering, zoals nog voorgeschreven voor de begroting 2005, worden derhalve deels verlaten. Even belangrijk als meetbare doelstellingen is daarom dat er een overtuigende onderbouwing is voor de wijze waarop de operationele doelstellingen en de ingezette instrumenten bijdragen aan de algemene doelstelling. Een en ander leidt tot introductie van het criterium 'zinvol en relevant'.

Zelfstandig leesbaar

Als derde uitgangspunt is geformuleerd dat begroting en jaarverslag zelfstandig leesbare stukken blijven. Al eerder is gememoreerd dat begrotingen veel herhalingen van beleidsnota's bevatten. Deze overlap moet beperkt worden, maar de begroting (het schriftelijke stuk) moet absoluut zelfstandig leesbaar zijn. Bij de beraadslagingen moet alleen op basis van het schriftelijke stuk besloten kunnen worden.

Evaluatieprogrammering

Naast de WWW-vragen dienen de probleemanalyse en de onderbouwing van de rol van de overheid nog sterker onderdeel te worden van de reguliere beleidsvoorbereiding. Dat is een belangrijke uitdaging voor de komende jaren. Alleen door beleid inhoudelijk van te voren goed te onderbouwen, kan achteraf in het jaarverslag worden beoordeeld of de concrete acties die de overheid in het vooruitzicht is gesteld ook zijn uitgevoerd, en kan met evaluatieonderzoek worden getoetst of de veronderstellingen die aan het beleid ten grondslag liggen juist waren.

Het inhoudelijke beter onderbouwen van beleid vereist niet alleen dat de kwaliteit van de beleidsvoorbereiding moet verbeteren, maar ook de beleidsevaluatie achteraf. Het sinds 1991 geldende voorschrift dat beleidsevaluatie een vast onderdeel moet vormen van ieder beleidsproces dient onverminderd van kracht te blijven. Wel dient er wat te veranderen aan de vormgeving van de evaluatiefunctie om te waarborgen dat er sprake is van evaluatieonderzoek dat goed én bruikbaar is.

Het huidige beleid rond beleidsevaluatie, zoals vastgelegd in de Regeling Prestatiegegevens en Evaluatieonderzoek (RPE), schrijft een dekkende programmering van evaluatieonderzoek van staand beleid voor, eens in de vijf jaar (ex-post evaluatie). Daarnaast moet bij beleidsvoorstellen altijd een gedocumenteerde afweging worden gemaakt of een ex ante evaluatie zinvol is, dat wil zeggen een onderzoek naar de toekomstige effecten van beleid. In de praktijk is gebleken dat te weinig ex-post onderzoek is gericht op de effecten van beleid, maar ook dat een dekkende programmering van evaluatieonderzoek naar effecten niet haalbaar en niet zinvol is. Verder vindt - afgaande op de gegevens in het Evaluatie Overzicht Rijksoverheid (EOR) - ex ante onderzoek niet of nauwelijks plaats.

Het kabinet kiest op basis van de conclusies en aanbevelingen uit de VBTB-evaluatie voor een opzet van de evaluatiesystematiek die beter tegemoet komt aan het praktische probleem dat onderzoek naar de effecten van overheidsbeleid niet altijd mogelijk is. Want ook wanneer een grondige ex-post beleidsevaluatie niet mogelijk is kan aan de hand van een aantal kernvragen 'nut en noodzaak' van bestaand of voorgenomen beleid worden nagegaan. Daarnaast worden handvaten geboden voor de programmering van onderzoek naar de effecten van beleid waar dat mogelijk en zinvol is. Ten tweede zijn verbeteringen voorgesteld in de programmering en de opzet van evaluatieonderzoek naar de effecten van beleid.

Concrete voorstellen voor de programmering van beleidsevaluaties op het niveau van algemene of operationele doelstellingen kunt u tegemoet zien in de komende ontwerpbegrotingen (2006). Bij de uitvoering kan worden voortgebouwd op de taakoperaties die op dit moment in het kader van het Programma Andere Overheid (PAO) plaatsvindt. De voorgestelde wijzigingen in de evaluatiesystematiek zullen hun weerslag krijgen door de RPE aan te passen. Dit geldt tevens voor de uitwerking van aanbeveling 10 uit de VBTB-evaluatie gericht op de waarborging van de kwaliteit van niet-financiële informatie.

Concrete uitwerking naar de begroting 2006

· De begrotingstoelichting blijft beginnen met een beleidsagenda. De beleidsagenda is afgelopen jaar veel beleidsmatiger geworden doordat een aansluiting is gelegd met het Regeerakkoord. Wel moet in de beleidsagenda een heel duidelijke onderbouwing worden gegeven van de belangrijkste wijzigingen t.o.v. de voorgenomen uitgaven uit de meerjarige toelichting. Hiervoor wordt een standaardtabel voorgeschreven. Deze mutaties maken in één oogopslag duidelijk welke beleidsmatige wijzigingen worden voorgesteld.

· Na de beleidsagenda komen de beleidsartikelen in de begroting. De structuur van een beleidsartikel wordt strakker voorgeschreven. Voorgesteld wordt om de tabel budgettaire gevolgen van beleid een meer prominente positie te geven. Deze tabel volgt voortaan direct na de toelichting op de algemene doelstelling. Na de tabel budgettaire gevolgen van beleid worden de operationele doelstellingen opgenomen. Hiervoor is een tabel voorgeschreven, waarin deels verplichte, deel facultatieve gegevens worden opgenomen. Verplicht zijn een korte omschrijving en toelichting op de doelstelling (doelstelling en motivering), welke instrumenten worden ingezet, welke concrete activiteiten de overheid onderneemt en welke prestaties worden geleverd. Indien zinvol en relevant dient de tabel te worden aangevuld met gegevens over doelgroep, planning, basiswaarden, streefwaarden, prestatie-indicatoren en eventueel verwijzingen naar relevante beleidsnota's en beleidsevaluaties.

· Bij een internetversie van de begroting kunnen deze verwijzingen worden gebruikt om direct door te "klikken" naar de relevante passages uit de beleidsnota's en beleidsevaluaties (zie verder onder begroting op internet).

· Voorgesteld wordt om de verdiepingsbijlage uit de begroting en het jaarverslag te laten vervallen. De verdiepingsbijlage bevat een "verticale" toelichting van de begrotingsstanden, dwz een toelichting van een uitgave op een artikel van begroting op begroting. Veel belangrijker is om te volgen wat er met een uitgave op een begrotingsartikel gebeurt nadat een begroting door het kabinet is ingediend. Met de voorstellen over begroting op internet kan worden bereikt dat veel eerder en veel toegankelijker de begrotingsstanden gevolgd kunnen worden.

· Vanaf de begroting 2006 wordt voorgesteld om sommige gegevens, zoals nu opgenomen in bijlagen alleen op internet aan te bieden. Dit geldt bijvoorbeeld voor het overzicht van moties en toezeggingen aan de Tweede Kamer. Door publicatie op internet kan de inhoud hiervan vaker worden bijgehouden. Nu wordt deze slechts één keer per jaar gepubliceerd (begroting). Ook voor andere gegevens geldt dat internet een betere medium is voor publicatie dan de begrotings- en verantwoordingsstukken.

Zoals uit voorgaande blijkt heeft een aantal voorstellen betrekking op de beleidsartikelen. Graag wil ik begin 2005 aan de hand van uitgewerkte voorbeelden van beleidsartikelen per departement aan uw Kamer tonen wat de effecten zijn van de nieuwe aanpak. Een eerste uitwerking daarvan voor een beleidsartikel per begroting treft u hierbij als voorbeeld aan.

Concrete uitwerking naar het jaarverslag

· Voorgesteld wordt om het jaarverslag te beginnen met een beleidsverslag waarin vooral de beleidsontwikkelingen van het verslagjaar worden geanalyseerd in het licht van de lange termijndoelstellingen, zoals opgenomen in de beleidsagenda. Hiermee wordt geprobeerd een inhoudsvoller jaarverslag te krijgen.

· In het jaarverslag wordt een terugblik gegeven op de opmerkelijke verschillen en de belangrijkste beleidsresultaten. Financiële informatie en niet-financiële informatie dienen duidelijk van elkaar onderscheiden te zijn. Tot nu toe gebeurde dit door een beleidsverslag op te nemen met zowel financiële als niet-financiële informatie en daarnaast een jaarrekening met alleen financiële informatie. In het jaarverslag 2004 verdwijnt deze dubbele vermelding, doordat de financiële informatie uit de jaarrekening in verkorte vorm wordt geïntegreerd in het beleidsverslag. De jaarrekening bestaat dan alleen uit de verantwoordingsstaat, saldibalans en financiële informatie over diensten die een baten-lastenstelsel voeren.

Begroting op internet

Het doel van 'Begroting op internet' is het verhogen van de informatiewaarde van begrotingen. Dat wordt bereikt door een website te realiseren die relevante informatie over de rijksbegroting ontsluit.

Dit sluit uitstekend aan bij de doelstelling van PAO om de hele overheid efficiënter en beter te laten werken, onder meer door slimmer gebruik te maken van ICT. Zowel de toegankelijkheid van de financiële informatie van het rijk als de transparantie van de overheid zullen toenemen. Door 'Begroting op internet' maakt de overheid steeds meer uit eigen beweging informatie openbaar.

De begrotingen zijn op dit moment te vinden op de site www.rijksbegroting.minfin.nl. Ook de budgettaire nota's staan hier. De ambitie is om in de komende jaren stapsgewijs meer informatie te ontsluiten en dat op een gebruikersvriendelijke manier te doen.

Het idee is om onder andere nota's, amendementen, moties en toezeggingen, kamervragen over de begrotingen, actuele begrotingsstanden, adviezen van de Raad van State enz. enz. in onderlinge samenhang op één website te publiceren zodat deze informatie voor alle gebruikers gemakkelijk toegankelijk is. Met onderlinge samenhang wordt bedoeld dat er goede hyperlinks worden gerealiseerd, zodat als in een begroting wordt verwezen naar een nota, deze met een muisklik op te roepen is. Ook hierover wordt u nog nader geïnformeerd.

Mijns inziens komen de voorgestelde maatregelen tegemoet aan de wens van uw Kamer om te komen tot meer compacte, politieke en toegankelijke begrotings- en verantwoordingsdocumenten. Zoals eerder aangegeven, wil ik daarover graag nog met uw Kamer over van gedachten wisselen.

DE MINISTER VAN FINANCIËN

G. Zalm

Bijlagen:

- Eindrapport VBTB-evaluatie, Lessen uit de praktijk

- Voorbeeldartikelen per ministerie:

o Algemene Zaken

o Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

o Buitenlandse Zaken

o Defensie

o Economische Zaken

o Financiën

o Justitie

o Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

o Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: Onderwijsachterstandenbeleid Informatie- en communicatietechnologie

o Sociale Zaken en Werkgelegenheid

o Verkeer en Waterstaat

o Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

o Volksgezondheid, Welzijn en Sport