Sociaal en Cultureel Planbureau

Meeste ouders positief over school van hun kind

Ouders over opvoeding en onderwijs.

· Bij de schoolkeuze zeggen ouders de kwaliteit van het onderwijs het belangrijkste te vinden. Toch geven bij de uiteindelijke keuze `sfeer' en `bereikbaarheid' de doorslag.

· In 1990 had 7% van de ouders van leerlingen in het basisonderwijs geen voorkeur voor de `richting' van de school, in 2000 was dat aandeel toegenomen tot 15%. Bij ouders van leerlingen in het voortgezet onderwijs steeg dit percentage van 8% naar ruim 20%.

· Ongeveer één op de drie Turkse en Marokkaanse ouders heeft een voorkeur voor Islamitisch basisonderwijs. De helft daarvan heeft daadwerkelijk kunnen kiezen voor een Islamitische basisschool.

· Vier van de vijf ouders zijn positief over de kwaliteit van de school van hun kind. Minder tevreden zijn ouders over de aandacht van de school voor hoogbegaafde leerlingen, voor kinderen met leerproblemen en voor de wensen van de ouders.

· Eén op de veertien leerlingen stapt uit onvrede over naar een andere basisschool. In het voortgezet onderwijs gebeurt dit aanzienlijk minder vaak.

· Slechts een minderheid van de ouders (basisonderwijs 26%, voortgezet onderwijs 40%) is voorstander van opvang van leerlingen met problemen binnen het gewone onderwijs.

· Een kleine meerderheid (53%) van de ouders vindt dat de school een opvoedkundige taak moet vervullen.

· Bij de opvoeding leggen hoger opgeleide ouders meer nadruk op zelfstandigheid, lager opgeleide ouders leggen meer accent op gehoorzaamheid en goede manieren.

Dit zijn enkele conclusies uit de SCP-publicatie Ouders over opvoeding en onderwijs die op dinsdag 21 december jl. is verschenen. In het rapport geven de onderzoekers drs. Lex Herweijer en dr. Ria Vogels een beeld van de opvattingen over opvoeding en onderwijs van ouders van leerlingen in het basis- en het voortgezet onderwijs. Zij baseren zich daarbij grotendeels op de resultaten van een enquête onder ruim 1200 ouders met kinderen in het basisonderwijs en een iets kleiner aantal ouders met kinderen in de eerste vier leerjaren van het voortgezet onderwijs.

Schoolkeuzemotieven: in principe kwaliteit, uiteindelijk toch vaak sfeer en bereikbaarheid

Bij de keuze van een basisschool vinden ouders de kwaliteit van het onderwijs in principe het belangrijkst. Levensbeschouwelijke overwegingen, de bereikbaarheid en ook de aanwezigheid van naschoolse opvang zijn in principe minder belangrijk.

Toch geven bij de uiteindelijke keuze de sfeer en de bereikbaarheid van een school vaak de doorslag.

In het protestants-christelijk onderwijs en bij de kleine christelijke richtingen is de levensbeschouwing het meest genoemde argument voor de uiteindelijke schoolkeuze. Er is weinig verschil tussen de keuzemotieven voor katholiek en openbaar onderwijs.

In het voortgezet onderwijs is de wens van het kind de allerbelangrijkste keuzeoverweging voor een bepaalde school.

Schoolkeuze: groeiend aantal ouders zonder richtingsvoorkeur

Een groeiend aantal ouders heeft geen uitgesproken voorkeur voor de `richting' van de school van hun kind. In 1990 had 7% van de ouders van leerlingen in het basisonderwijs geen voorkeur, in 2000 was dat aandeel toegenomen tot 15%. Voor ouders van leerlingen in het voortgezet onderwijs steeg in diezelfde periode het percentage van 8% naar ruim 20%. Bij de ouders die wel een voorkeur voor een richting hebben, heeft de gekozen school in ongeveer één op de vier gevallen (basisonderwijs 23%, voortgezet onderwijs 28%) niet de gewenste richting.

In deze cijfers zijn Turkse en Marokkaanse ouders niet inbegrepen. Ongeveer één op de drie Turkse en Marokkaanse ouders heeft een voorkeur voor Islamitisch basisonderwijs. De helft daarvan heeft daadwerkelijk kunnen kiezen voor een Islamitische basisschool. Het openbaar onderwijs is echter de grootste voorkeursrichting onder Turkse en Marokkaanse ouders. De beschikbare cijfers wijzen niet op een groeiende voorkeur voor Islamitisch onderwijs onder deze groepen.

In het basisonderwijs heeft bijna één op de vijf ouders een voorkeur voor Jenaplan, Dalton- of Montessori onderwijs. Eén op de tien ouders heeft ook daadwerkelijk gekozen voor dat type onderwijs.

Meeste ouders positief over de school van hun kind

Vier van de vijf ouders zijn positief over de kwaliteit van de school van hun kind. Kwaliteitsonderdelen als de leerresultaten, het stimuleren van zelfstandig leren en werken en ook het optreden tegen probleemgedrag worden positief beoordeeld (`goed' of `zeer goed').

Minder tevreden zijn ouders over de aandacht van de school voor hoogbegaafde leerlingen, voor leerlingen met een leerprobleem en voor de wensen van de ouders. Overigens is slechts een minderheid van de ouders (basisonderwijs 26%, voortgezet onderwijs 40%) voorstander van opvang van leerlingen met problemen binnen het gewone onderwijs.

Een punt van zorg onder ouders blijft verder het onderhoud en de schoonmaak van de school.

Ongeveer één op de tien ouders in het basis- en voortgezet onderwijs is ronduit ontevreden met de kwaliteit van de school. Eén op de veertien leerlingen stapt uit onvrede over naar een andere basisschool. In het voortgezet onderwijs gebeurt dit aanzienlijk minder vaak.

Ouders zien zichzelf als hoofdverantwoordelijke voor bijbrengen van goede manieren

Een kleine meerderheid (53%) van de ouders vindt dat de school een opvoedkundige taak moet vervullen. Ouders zien zichzelf als hoofdverantwoordelijke voor taken als het bijbrengen van goede manieren en het ontwikkelen van een levensbeschouwing. In de ogen van scholen maken ouders die verantwoordelijkheid echter onvoldoende waar, waardoor scholen het gevoel hebben steeds meer te worden opgezadeld met opvoedkundige taken.

Een ruime meerderheid van de ouders is voorstander van een gedeelde verantwoordelijkheid van school en gezin wanneer het gaat om het leren rekening houden met anderen, het bijbrengen van respect voor andere culturen en het bijbrengen van belangstelling voor cultuur en politiek.

Verschillen in opvoedings- en onderwijsdoelen van hoger en lager opgeleide ouders

Hoewel er veel steun is voor opvoedingsdoelen die te maken hebben met het ideaal van zelfbeschikking en met sociaal gevoel, zijn ook conformistische opvoedingsdoelen (gehoorzaamheid, goede manieren) voor veel ouders belangrijk. Prestatiedoelen worden in de opvoeding minder belangrijk gevonden.

De conformistische opvoedingsdoelen lijken overigens een comeback te maken onder jongere ouders.

Bij de schoolkeuze letten lager opgeleide ouders vooral op de gerichtheid op prestaties; hoger opgeleide ouders letten meer op de kindgerichtheid van het onderwijs.

Segregatie

Door versterking van de vrije schoolkeuze en van de inbreng van ouders in de school neemt de kans toe dat gelijkgestemde ouders elkaar opzoeken. Dit kan leiden tot een scherpere scheiding tussen kinderen uit verschillende bevolkingsgroepen. Scholen met een individueel en breed gericht vormingsaanbod zullen vooral kinderen van hoger opgeleide ouders trekken, scholen met een meer op prestatie en discipline gerichte aanpak zullen vooral lager opgeleide en allochtone ouders aantrekken.

SCP-publicatie 2004/20, Ouders over opvoeding en onderwijs, Lex Herweijer en Ria Vogels, Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau, mei 2004, ISBN 90 377 0158-2, 252 pag., prijs EUR 24,90.

Van Ria Vogels verscheen eerder: Ouders bij de les (2002).

De publicatie is verkrijgbaar bij de boekhandel of te bestellen bij het SCP via fax 070 - 340 7044,

e-mail: bestel@scp.nl of via de web-site: www.scp.nl